Provincie Noord-Holland; Uitvoeringsregeling subsidie restauratie rijksmonumenten Noord-Holland 2016.

 

Besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland van 21 juni 2016, nr. 807913/807914, tot vaststelling van de Uitvoeringsregeling subsidie restauratie rijksmonumenten Noord-Holland 2016.  

Gedeputeerde S taten van Noord-Holland;

Overwegende dat het wenselijk is de restauratie van rijksmonumenten te stimuleren en dat door de restauratie het behoud van het rijksmonument en de publiekstoegankelijkheid van een rijksmonument behouden of vergroot wordt;

Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Holland 2011;

Gelet op artikel 53 van Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard;

Besluiten vast te stellen:

Uitvoeringsregeling subsidie restauratie rijksmonumenten Noord-Holland 2016

Artikel 1

In deze regeling wordt onder rijksmonument verstaan een beschermd monument als bedoeld in artikel 1, onderdeel d, van de Monumentenwet 1988.

Artikel 2
  • 1.

    Subsidie kan worden verstrekt voor de restauratie van een in Noord-Holland gelegen:

    • a.

      publiekstoegankelijk rijksmonument;

    • b.

      rijksmonument dat door de restauratie publiekstoegankelijk wordt, of;

    • c.

      orgel dat een rijksmonument is en zich bevindt in een publiekstoegankelijk gebouw.

  • 2.

    Een rijksmonument bedoeld in het eerste lid is publiekstoegankelijk indien:

    • 1.

      het voor tenminste twee keer en tenminste zestien uur per maand voor het publiek toegankelijk is, of;

    • 2.

      het rijksmonument een molen of een schapenboet is en voor tenminste vier keer per jaar en tenminste 32 uur per jaar voor het publiek toegankelijk is.

  • 3.

    Subsidie kan tevens worden verstrekt voor het creëren van een leerwerkplek bij de restauratie van een rijksmonument bedoeld in het eerste lid voor een leerling in de restauratiebouwopleiding via de Vereniging Restauratie Opleidingsprojecten (ROP).

Artikel 3

Subsidie kan worden verstrekt aan:

  • a.

    de eigenaar van het rijksmonument;

  • b.

    de natuurlijke of rechtspersoon die belast is met het beheer of het behoud van het rijksmonument.

Artikel 4

Gedeputeerde Staten verstrekken geen subsidies van minder dan € 25.000,-.

Artikel 5

Gedeputeerde Staten stellen een subsidieplafond vast.

Artikel 6
  • 1.

    Een aanvraag om subsidie is tijdig ingediend indien deze in de periode van 4 juli 2016 tot en met 26 augustus 2016 is ontvangen.

  • 2.

    Een aanvraag om subsidie wordt niet in behandeling genomen indien:

    • a.

      de aanvraag betrekking heeft op een rijksmonument dat in het monumentenregister staat ingeschreven als woonhuis en na de restauratie voor meer dan 50 procent van het vloeroppervlak voor bewoning gebruikt wordt;

    • b.

      de aanvraag om subsidie buiten de in het vorige lid genoemde periode wordt ontvangen, of;

    • c.

      de activiteit is voltooid voordat de aanvraag om subsidie is ontvangen.

  • 3.

    Een aanvraag om subsidie bevat tenminste:

    • a.

      een begroting van de kosten van de activiteit;

    • b.

      een financieringsplan van de kosten van de activiteit;

    • c.

      een inhoudelijke beschrijving van de activiteit;

    • d.

      een inspectierapport dat niet ouder is dan drie jaar, opgesteld door een onafhankelijke deskundige waarin de volgende onderwerpen aanbod komen:

      1º. de technische en fysieke staat van het rijksmonument;

      2º. de uit te voeren werkzaamheden;

      3º. de volgorde van urgentie van de uit te voeren werkzaamheden;

      3º. de volgorde van urgentie van de uit te voeren werkzaamheden;

      3º. de volgorde van urgentie van de uit te voeren werkzaamheden;

      4º. de termijn van aanpak.

    • e.

      een afschrift van de omgevingsvergunning voor de restauratie of een bestuurlijk rechtsoordeel dat voor de restauratie geen omgevingsvergunning vereist is;

    • f.

      actuele van een datum voorziene overzichtsfoto’s en detailfoto’s van het rijksmonument en de te restaureren onderdelen en bouwtekeningen van de te restaureren onderdelen, en;

    • g.

      gegevens over de publiekstoegankelijkheid voor de komende tien jaar van het rijksmonument.

  • 4.

    Indien subsidie wordt gevraagd voor een Rooms-Katholiek (kerk)gebouw, bevat de aanvraag tevens een bisschoppelijke verklaring waaruit blijkt dat wordt ingestemd met de restauratie.

  • 5.

    Indien de aanvrager om subsidie niet de eigenaar is van het rijksmonument bevat de aanvraag om subsidie tevens een document waaruit blijkt dat de eigenaar instemt met de restauratie.

  • 6.

    Gedeputeerde Staten beslissen uiterlijk 16 december 2016 op de ingediende aanvragen.

Artikel 7

Subsidie wordt geweigerd indien:

  • a.

    de activiteit niet financieel haalbaar is;

  • b.

    de aanvraag betrekking heeft op de restauratie van een orgel of een molen en bij de aanvraag geen berekening en positief advies van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed over het plan van aanpak van de restauratie is overgelegd;

  • c.

    de voor de activiteit benodigde omgevingsvergunning bij het sluiten van de indieningstermijn niet onherroepelijk is;

  • d.

    voor dezelfde activiteit in de afgelopen tien jaren reeds door Gedeputeerde Staten een subsidie is verstrekt;

  • e.

    naar het oordeel van Gedeputeerde Staten de publiekstoegankelijkheid van het rijksmonument voor tenminste tien jaren onvoldoende gewaarborgd is;

  • f.

    ten aanzien van de aanvrager van de subsidie er een bevel tot terugvordering van de Europese Commissie uitstaat ingevolge een eerder besluit van de Europese Commissie waarbij steun onrechtmatig en onverenigbaar met de interne markt is verklaard, of;

  • g.

    de aanvrager van de subsidie een onderneming in moeilijkheden is als bedoeld in paragraaf 2.1. van de Communautaire richtsnoeren voor reddings- en herstructureringssteun (pb EU 2004, C 244).

Artikel 8

Subsidie voor de restauratie van een rijksmonument bedoeld in artikel 2, eerste lid, wordt verstrekt voor de kosten van de restauratie van rijksmonumenten conform de Leidraad subsidiabele instandhoudingskosten 2013.

Artikel 9
  • 1.

    De subsidie voor de restauratie van een rijksmonument bedoeld in artikel 2, eerste lid, bedraagt maximaal 50% van de subsidiabele kosten tot maximaal € 500.000,-.

  • 2.

    De subsidie voor het creëren van een leerwerkplek bedoeld in artikel 2, derde lid, bedraagt maximaal 50% van de subsidiabele kosten tot maximaal € 15.000,- per leerling.

Artikel 10
  • 1.

    Indien het subsidieplafond wordt bereikt worden aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen gerangschikt op een prioriteitenlijst.

  • 2.

    De rangschikking wordt bepaald door het totaal aantal punten dat wordt behaald:

    • a.

      indien de aanvrager een professionele organisatie voor monumentenbehoud is als bedoeld in artikel 30 van de Subsidieregeling instandhouding monumenten, worden acht punten behaald;

    • b.

      indien de aanvrager een algemeen nut beogende instelling is, worden vier punten behaald;

    • c.

      indien de aanvrager een ander is dan een professionele organisatie voor monumentenbehoud als bedoeld in artikel 30 van de Subsidieregeling instandhouding monumenten en geen algemeen nut beogende instelling is, wordt één punt behaald;

    • d.

      indien de gevraagde subsidie minder is dan 10% van de subsidiabele kosten worden 10 punten behaald;

    • e.

      indien de gevraagde subsidie 10% of meer en minder dan 20% van de subsidiabele kosten is worden zeven punten behaald;

    • f.

      indien de gevraagde subsidie 20% of meer en minder dan 30% van de subsidiabele kosten is worden vijf punten behaald;

    • g.

      indien de gevraagde subsidie 30% of meer en minder dan 40% van de subsidiabele kosten is worden drie punten behaald;

    • h.

      indien de gevraagde subsidie 40% of meer is van de subsidiabele kosten wordt één punt behaald.

  • 3.

    Aanvragen worden gehonoreerd naar de volgorde op de prioriteitenlijst.

  • 4.

    Indien meerdere aanvragen op dezelfde plaats op de prioriteitenlijst worden gerangschikt en door honorering van deze aanvragen het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de aanvraag met het laagste percentage van de gevraagde subsidie ten opzichte van de subsidiabele kosten als eerste gehonoreerd.

Artikel 11
  • 1.

    In de beschikking tot subsidieverlening wordt uitvoering gegeven aan hetgeen is bepaald in artikel 53, leden 6, 7 en 8 van Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard.

  • 2.

    Indien toepassing van de voorgaande artikelen zou leiden tot het overtreden van het verbod op het geven van staatssteun in de zin van de artikelen 107 en 108 van het VWEU, wordt het subsidiebedrag in afwijking van deze artikelen zodanig vastgesteld dat het totaal van alle subsidies voor de activiteit niet hoger is dan het bedrag dat op grond van de van toepassing zijnde vrijstellingsverordening van de Europese Commissie verstrekt mag worden.

Artikel 12
  • 1.

    De subsidieontvanger is verplicht om:

    • a.

      het logo of de naam van de provincie op alle publiciteitsuitingen te plaatsen die betrekking hebben op de gesubsidieerde activiteit;

    • b.

      binnen twaalf maanden na ontvangst van de subsidiebeschikking opdracht verleend te hebben voor het uitvoeren van de gesubsidieerde werkzaamheden;

    • c.

      de restauratie te laten uitvoeren overeenkomstig de in de beroepsgroep geldende normen, en;

    • d.

      indien de subsidie meer dan € 125.000,- bedraagt binnen 13 weken na voltooiing van de activiteit een onderhoudsplan voor het rijksmonument in te dienen.

  • 2.

    Gedeputeerde Staten kunnen de verplichting opleggen om de restauratie te laten begeleiden door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.

Artikel 13
  • 1.

    Een aanvraag tot vaststelling wordt ingediend binnen 13 weken na voltooiing van de activiteit.

  • 2.

    Indien de subsidieontvanger een gemeente, of een openbaar lichaam dat is ingesteld op grond van hoofdstuk I, II of IV van de Wet gemeenschappelijke regelingen is, wordt de aanvraag tot vaststelling van de subsidie uiterlijk 1 augustus van het jaar volgend op het jaar waarin de activiteit is voltooid, ingediend.

  • 3.

    Gedeputeerde Staten stellen voor de aanvraag als bedoeld in het eerste lid een formulier vast.

  • 4.

    Gedeputeerde Staten beslissen binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag tot vaststelling van de subsidie.

Artikel 14
  • 1.

    Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin zij is geplaatst.

  • 2.

    Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2017.

  • 3.

    Deze regeling wordt aangehaald als Uitvoeringsregeling subsidie restauratie rijksmonumenten Noord-Holland 2016.

     

Haarlem, 21 juni 2016.

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland,

J.W. Remkes, voorzitter

H.J. Schartman, waarnemend provinciesecretaris.

Uitgegeven op 24 juni 2016

 

Naar boven