Verordening van 13 en 20 april 2016 van Provinciale Staten van Drenthe, Fryslân en Groningen, houdende bepalingen met betrekking tot de verstrekking van subsidies van het Samenwerkingsverband Noord-Nederland (Algemene subsidieverordening SNN 2016)

 

Provinciale Staten van Drenthe, Fryslân en Groningen,

gelet op artikel 145 van de Provinciewet en titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht, besluiten de Algemene subsidieverordening SNN 2016 vast te stellen als volgt:

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Paragraaf 1 Algemene regels

Artikel 1.1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    SNN: Samenwerkingsverband Noord-Nederland;

  • b.

    Awb: Algemene wet bestuursrecht;

  • c.

    Gedeputeerde Staten: Gedeputeerde Staten van de aan de gemeenschappelijke regeling van het Samenwerkingsverband Noord-Nederland deelnemende provincies;

  • d.

    VWEU: Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

     

Artikel 1.2 Toepassingsbereik

Deze verordening is van toepassing op de verstrekking van alle subsidies ten aanzien waarvan Gedeputeerde Staten de taken en bevoegdheden aan het bestuur van het SNN hebben overgedragen.

 

Artikel 1.3 Bevoegdheid

Gedeputeerde Staten zijn bevoegd nadere regels te stellen over de subsidieverstrekking.

 

Artikel 1.4 Misbruik en oneigenlijk gebruik

  • 1.

    Het dagelijks bestuur van het SNN voert ter voorkoming van misbruik en oneigenlijk gebruik van subsidies een risicoanalyse uit die schriftelijk wordt vastgelegd.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur voert ter voorkoming en bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik een actief en consistent handhavingsbeleid.

  • 3.

    Het dagelijks bestuur van het SNN houdt een registratie bij van misbruik bij subsidieverstrekking door de subsidieontvanger.

     

Artikel 1.5 Overzicht subsidieverlening

Het dagelijks bestuur van het SNN geeft Gedeputeerde Staten één keer per jaar een overzicht van alle verleende subsidies. De lijst met verstrekte subsidies wordt door het SNN op zijn website bekendgemaakt.

 

Artikel 1.6 Doeltreffendheid

In afwijking van artikel 4:24 van de Awb wordt door het SNN ten minste eenmaal in de vier jaren voor Gedeputeerde Staten een verslag gepubliceerd over de doeltreffendheid en de effecten van de subsidies die zijn verstrekt.

 

Artikel 1.7 Formulieren en modellen

  • 1.

    Ten behoeve van de subsidieverstrekking kan het dagelijks bestuur van het SNN formulieren en modellen vaststellen, waarvan het gebruik verplicht is voorgeschreven.

  • 2.

    Een aanvraag gaat vergezeld van de in het formulier aangegeven bescheiden.

     

Hoofdstuk 2 Subsidieverlening

Paragraaf 2.1 Het aanvragen van een subsidie

Artikel 2.1 Algemene bepalingen over de indiening van de aanvraag

  • 1.

    Aanvragen worden elektronisch ingediend bij het dagelijks bestuur van het SNN.

  • 2.

    Voor zover de aanvrager voor dezelfde begrote uitgaven tevens andere subsidie heeft aangevraagd of zal aanvragen, doet hij daarvan mededeling in de aanvraag, onder vermelding van de stand van zaken met betrekking tot de beoordeling van die aanvraag.

  • 3.

    Wanneer de aanvrager met toepassing van artikel 4:5 van de Awb in de gelegenheid is gesteld de aanvraag aan te vullen, geldt de dag waarop de aanvulling is ontvangen met betrekking tot de verdeling als de datum van ontvangst.

     

Paragraaf 2.2 De beslissing op de aanvraag

Artikel 2.2 Beslistermijn

  • 1.

    Een beschikking tot subsidieverlening wordt gegeven:

    • a.

      binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag, dan wel

    • b.

      binnen 13 weken na afloop van de periode waarin of de uiterlijke datum waarop aanvragen kunnen worden ingediend.

  • 2.

    De beslistermijn bedraagt 22 weken indien:

    • a.

      sprake is van cofinanciering in het kader van een door de Raad van de Europese Unie, het Europees Parlement en de Raad gezamenlijk of de Commissie van de Europese Gemeenschappen goedgekeurd programma;

    • b.

      over de aanvraag extern advies wordt ingewonnen;

    • c.

      een nader onderzoek is ingesteld.

  • 3.

    Gedeputeerde Staten kunnen van het bepaalde in dit artikel afwijken.

     

Artikel 2.3 Schakelbepaling

Indien een subsidievaststellingsbeschikking wordt gegeven zonder voorafgaande verleningsbeschikking, is artikel 4:35 van de Awb van overeenkomstige toepassing.

 

Artikel 2.4 Algemene weigeringsgronden

  • 1.

    Onverminderd het bepaalde in de artikelen 4:25 en 4:35 van de Awb wordt een subsidie in ieder geval geweigerd indien:

    • a.

      er een gegronde reden bestaat om aan te nemen dat de aanvrager doelstellingen nastreeft of activiteiten ontplooit die in strijd zijn met de wet, het algemeen belang, de goede zeden of de openbare orde;

    • b.

      de subsidie, naar het oordeel van dagelijks bestuur van het SNN een steunmaatregel vormt in de zin van artikel 107, eerste lid, van het VWEU, die onverenigbaar is met de gemeenschappelijke markt;

    • c.

      ten aanzien van de subsidieaanvrager een uitstaand bevel tot terugvordering bestaat volgend op een eerdere beschikking van de Europese Commissie, waarin de steun onrechtmatig en onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt is verklaard.

  • 2.

    Onverminderd het bepaalde in de artikelen 4:25 en 4:35 van de Awb kan een subsidie worden geweigerd indien:

    • a.

      de verhouding tussen eigen en vreemd vermogen in de onderneming gezien de rentabiliteit en de aard van de onderneming niet aanvaardbaar is of indien gerede twijfel bestaat omtrent het voortbestaan van de onderneming;

    • b.

      de gevraagde financiële bijdrage niet in een redelijke verhouding staat tot het beoogde projectresultaat;

    • c.

      er een gegronde reden bestaat dat het project in financiële, organisatorische, technische of economische zin niet haalbaar is.

       

Paragraaf 2.3 Voorwaarden en verplichtingen

Artikel 2.5 Meldings- en mededelingsplicht

  • 1.

    De subsidieontvanger doet onverwijld schriftelijk melding aan het dagelijks bestuur SNN, zodra aannemelijk is dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend niet, niet tijdig of niet geheel zullen worden verricht of dat niet of niet geheel aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen zal worden voldaan.

  • 2.

    De subsidieontvanger doet onverwijld schriftelijk mededeling aan het dagelijks bestuur van het SNN van de indiening bij de rechtbank van een verzoek tot surseance van betaling, tot faillietverklaring, het voornemen tot ontbinding van de rechtspersoon of van andere omstandigheden die voor de subsidieverlening van belang kunnen zijn.

  • 3.

    De subsidieontvanger doet onverwijld schriftelijk mededeling aan het dagelijks bestuur van het SNN indien na het indienen van de subsidieaanvraag voor dezelfde activiteit subsidie wordt verstrekt door een ander bestuursorgaan of de Europese Commissie.

  • 4.

    Indien verantwoording plaatsvindt op basis van werkelijke uitgaven en inkomsten en er aanmerkelijke verschillen ontstaan of dreigen te ontstaan tussen de werkelijke uitgaven en inkomsten en de begrote uitgaven en inkomsten, doet de subsidieontvanger daarvan onverwijld mededeling aan het bestuursorgaan, onder vermelding van de oorzaak van de verschillen.

     

Artikel 2.6 Verplichtingen

Het dagelijks bestuur van het SNN kan aan een subsidieontvanger verplichtingen als bedoeld in artikel 4:38 van de Awb opleggen, voor zover de verplichtingen strekken tot verwezenlijking van het doel van de subsidie.

 

Artikel 2.7 Medewerking controle

De subsidieontvanger verleent medewerking aan, door of vanwege het dagelijks bestuur van het SNN gevorderde controle van de administratie of een ander onderzoek naar gegevens die in het kader van de subsidieverstrekking van belang kunnen worden geacht. Hij verleent daartoe inzage in zijn administratie en verstrekt de inlichtingen die voor de beoordeling van de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van de besteding van de subsidie, dan wel anderszins van belang kunnen zijn.

 

Hoofdstuk 3 Subsidievaststelling

Artikel 3.1 Beslistermijn dagelijks bestuur

  • 1.

    Het dagelijks bestuur van het SNN beslist binnen 22 weken na ontvangst van een aanvraag tot subsidievaststelling, mits deze aan alle vereisten voldoet.

  • 2.

    Subsidies die ambtshalve worden vastgesteld, stelt het dagelijks bestuur van het SNN vast binnen 22 weken na de datum waarop de activiteit moet zijn verricht.

  • 3.

    Het subsidiebedrag wordt binnen 30 dagen na de subsidievaststelling betaald.

     

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 4.1 Verrekening

Een bestuurlijke geldschuld ter zake van een andere door het dagelijks bestuur van het SNN verleende en onder het bereik van deze verordening vallende subsidie kan, gelet op artikel 4:93, eerste lid van de Awb, worden verrekend met een bestaande vordering op grond van een andere onder het bereik van deze verordening vallende door het SNN verleende subsidie.

 

Artikel 4.2 Wettelijke rente bij terugvordering

Indien toepassing wordt gegeven aan artikel 4:57 van de Awb worden terug te vorderen bedragen vermeerderd met de wettelijke rente die wordt berekend over de periode die verstrijkt tussen de kennisgeving van de terugvorderingsverplichting aan de subsidieontvanger en de terugbetaling door de subsidieontvanger.

 

Artikel 4.3 Toezichthouders

  • 1.

    Het dagelijks bestuur SNN kan toezichthouders als bedoeld in artikel 5:11 van de Awb aanwijzen, die zijn belast met het toezicht op de bij of krachtens deze verordening gestelde regels.

  • 2.

    De toezichthouders beschikken niet over de bevoegdheden die zijn vermeld in artikel 5:19 van de Awb.

     

Artikel 4.4 Intrekking en Overgangsrecht

  • 1.

    De Kaderverordening subsidies Samenwerkingsverband Noord-Nederland 2000 wordt ingetrokken.

  • 2.

    De Kaderverordening subsidies Samenwerkingsverband Noord-Nederland 2000 blijft van kracht ten aanzien van onder die verordening vallende subsidieaanvragen die voor de datum van inwerkingtreding van deze verordening zijn ingediend.

     

Artikel 4.5 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening wordt bekendgemaakt in het provinciaal blad en treedt in werking op de eerste dag na publicatie.

  • 2.

    Deze verordening werkt terug tot 1 mei 2016 voor zover de afkondiging, bedoeld in artikel 136 van de Provinciewet, plaatsvindt na 1 mei 2016.

  • 3.

    Deze verordening wordt aangehaald als ASV SNN 2016.

  •  

  •  

Algemene t o elichting

 

Algemeen

 

Het Samenwerkingsverband Noord-Nederland heeft op grond van de Gemeenschappelijke Regeling SNN diverse taken en bevoegdheden, waaronder besteding en beheer van Europese middelen en fondsen en andere middelen die ter beschikking worden gesteld voor Noord-Nederland.

Voor het beheer, besteding en toezicht van die middelen en fondsen, zijn in de gemeenschappelijke regeling taken en bevoegdheden van Gedeputeerde Staten van de provincies Drenthe, Fryslân en Groningen overgedragen aan het SNN.

Dat staat in artikel 5, eerste lid van de Gemeenschappelijke Regeling SNN, dat luidt:

1. Aan het samenwerkingsverband worden bij deze regeling overgedragen de taken en bevoegdheden van Gedeputeerde Staten van de deelnemende provincies betreffende het beheer, de besteding, toezicht en monitoring, daarbij inbegrepen de verstrekking van subsidies van de middelen die door of namens de deelnemers aan het samenwerkingsverband ter beschikking worden gesteld.

Onder de overgedragen taken en bevoegdheden valt de subsidieverstrekking uit de door de provincies gezamenlijk aan het SNN ter beschikking gestelde middelen en bijvoorbeeld ook het vaststellen van een subsidieplafond voor een subsidieregeling.

Aan het SNN is geen algemene regelgevende bevoegdheid gegeven bij de gemeenschappelijke regeling. Wanneer het SNN een subsidieregeling uitvoert van de drie provincies gezamenlijk, worden op grond van de gemeenschappelijke regeling gelijkluidende subsidieverordeningen door de bevoegde bestuursorganen van de drie provincies vastgesteld.

 

Algemene Subsidieverordening SNN 2016, toepassingsbereik

De onderhavige Algemene Subsidieverordening SNN 2016 (ASV SNN 2016) is de nieuwe overkoepelende verordening, met regels voor subsidieverstrekking die gelden voor elke gezamenlijke subsidieregeling.

Deze subsidieverordening is alleen van toepassing op door de drie aan de Gemeenschappelijke Regeling SNN deelnemende provincies vast te stellen gelijkluidende subsidieregels, zoals bedoeld in artikel 5, tweede lid, van de Gemeenschappelijke Regeling SNN, dat luidt:

2. De deelnemers kunnen uitsluitend gelijkluidende algemeen verbindende voorschriften vaststellen omtrent de uitoefening van de in artikel 4 en het vorige lid genoemde taken en de in het vorige lid genoemde bevoegdheden.

Subsidieregelingen die het SNN voor de provincies afzonderlijk uitvoert, vallen hier niet onder, tenzij de betreffende provincie ervoor kiest om dat wel te doen.

 

Algemene Subsidieverordening SNN 2016, belangrijkste wijziging

Bij de provincies wordt het merendeel van de (eigen) subsidieregels vastgesteld door GS.

Boven die subsidieregels hangt dan een algemene verordening.

Beoogd wordt om met de onderhavige nieuwe algemene subsidieverordening voor het SNN, op vergelijkbare wijze te werken.

Waar Provinciale Staten de algemene regels geven in deze algemene subsidieverordening, worden de uitvoerende subsidieregelingen door Gedeputeerde Staten gelijkluidend vastgesteld.

De Gemeenschappelijke Regeling SNN geeft deze ruimte in het hiervoor genoemde tweede lid van artikel 5.

Deze werkwijze is niet alleen meer in lijn met de werkwijze zoals die bij de provincies wordt gehanteerd bij de totstandkoming van subsidieregelingen, maar kan ook de slagvaardigheid bij het invoeren van een subsidieregeling vergroten. Het laten vaststellen van een gelijkluidende verordening door de drie Provinciale Staten kost veel tijd. Regelingen als MIT, dat een aanvullende regeling is op een landelijke MIT-regeling van het Ministerie van Economische Zaken, worden regelmatig bijgesteld.

In de uitvoering van EFRO wordt door de provincies regelmatig subsidie aangevraagd voor een gezamenlijke subsidieregeling die door het SNN wordt uitgevoerd. Die regelingen worden in de huidige programmaperiode (2014-2020) vaker en voor een kortere periode uitgevoerd dan gebruikelijk was onder de voorgaande EFRO-programma’s. Ook hier is dus regelmatig sprake van nieuwe of gewijzigde gelijkluidende regelingen, die slagvaardiger ingezet kunnen worden wanneer de wijze van totstandkoming in tijd ingekort kan worden.

Naar boven