Provinciaal blad van Fryslân
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Fryslân | Provinciaal blad 2016, 1879 | Overige overheidsinformatie |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Fryslân | Provinciaal blad 2016, 1879 | Overige overheidsinformatie |
Besluit van Gedeputeerde Staten van Fryslân van 22 maart 2016 tot vaststelling van de openstellingsbesluiten op grond van de Subsidieregeling Plattelandsontwikkeling (POP3) Fryslân 2014-2020.
Gedeputeerde Staten van Fryslân,
gelet op artikel 1.3 van de Subsidieregeling Plattelandsontwikkelingsprogramma (POP3) Fryslân 2014-2020 (Provinciaal Blad, 2015, 7619);
In aanvulling op de begripsbepalingen zoals genoemd in artikel 1.1. van de Subsidieregeling wordt in dit besluit verstaan onder:
KRW-doelen: doelen gericht op een betere waterkwaliteit, waarmee voldaan wordt aan de vereisten van de Kader Richtlijn Water. Deze doelen zijn voor Fryslân beschreven voor de Friese KRW-hoofdwatergangen: hoofdwatergangen die in de rapportage aan de EU middels digitale KRW-factsheets zijn aangewezen als onderdeel van een KRW-waterlichaam ( te vinden op: s onderdeel van een KRW-waterlichaam ( te vinden op: www.fryslan.frl/schoonwater#KRW).
Klimaatdoelen: doelen gericht op het voorkomen of beperken van wateroverlast, watertekort en/of verzilting van grond- en of oppervlaktewater. Deze doelen worden voor Fryslân beschreven in het waterhuishoudingsplan van de provincie Fryslân (tot 20 april 2016 het Derde Waterhuishoudingsplan, vanaf 20 april 2016 het Vierde Waterhuishoudingsplan; dit is te vinden op: www.fryslan.frl/whp4).
Veenweidedoelen: doelen gericht op het voorkomen en beperken van maaivelddaling door veenoxidatie; het verzachten van de gevolgen van maaivelddaling door veenoxidatie; het zoveel mogelijk behouden van veen en veenweidewaarden in daartoe aangewezen kansrijke gebieden. Deze doelen zijn voor de provincie Fryslân beschreven in de Feangreidefisy (die is vinden op: www.fryslan.frl/veenweidevisie).
Waterhuishoudingsplan: het regionale waterplan bedoeld in artikel 4.4. van de Waterwet, waarin de provincie de hoofdlijnen van het in Fryslân te voeren waterbeleid vastlegt, voor de periode 2015-2021. Dit beleid is gericht op de bescherming tegen overstromingen en wateroverlast en de inrichting van watersystemen met voldoende en schoon water. Tot 20 april 2016 is het Derde Waterhuishoudingsplan geldig, vanaf 20 april 2016 het Vierde Waterhuishoudingsplan; dit is te vinden op www.fryslan.frl/whp4.
Artikel 3 Subsidiabele activiteiten
Onverminderd het bepaalde in artikel 2.6.1 van de POP3-Subsidieregeling wordt subsidie verstrekt voor
bovenwettelijke niet productieve investeringen die bijdragen aan klimaatdoelen. Hierbij gaat het om investeringen in maatregelen voor:
In afwijking van artikel 2.6.3 van de POP3-subsidieregeling kan subsidie worden verstrekt voor de volgende kosten:
Gedeputeerde Staten hanteren voor de rangschikking van subsidieaanvragen als bedoeld in artikel 1.15 en artikel 2.6.5 van de Subsidieregeling de volgende criteria:
Artikel 8. De puntensystematiek
3.b. Bij het bepalen van de scores voor het criterium genoemd in artikel 7, onderdeel c wordt rekening gehouden met de volgende aspecten:
10% of minder van de totale subsidiabele kosten: 2 punten
tussen de 10 en 20% van de totale subsidiabele kosten: 1 punt
20% of meer van de totale subsidiabele kosten: 0 punten
•de kosten voor begeleiding van de maatregelen, die aan te merken zijn als kosten genoemd in artikel 5, onderdeel c, d, e en g, inclusief bijbehorende niet verrekenbare of compensabele BTW, bedragen:
10% of minder van de totale subsidiabele kosten: 2 punten
tussen de 10 en 20% van de totale subsidiabele kosten: 1 punt
Artikel 9. Informatie voor de selectie van projecten
Gedeputeerde Staten van Fryslân stellen een ambtelijke adviescommissie in voor de rangschikking van de aanvragen zoals bedoeld in artikel 1.15 van de Subsidieregeling.
Artikel 1. Openstelling en subsidieplafond
De maatregel niet productieve investering water is gericht op niet-productieve investeringen in het landelijk gebied die betrekking hebben op de (her)inrichting of transformatie en het beheer van het watersysteem voor landbouw-, water- en klimaatdoelen. Niet productieve investeringen zijn investeringen die geen aanmerkelijke stijging van de waarde of rentabiliteit van een bedrijf tot gevolg hebben. De investeringen dienen altijd een link te hebben met de landbouw.
Deze openstelling richt zich specifiek op maatregelen die bijdragen aan de realisatie van de klimaatdoelen: het voorkomen of beperken van wateroverlast, watertekort en/of verzilting van grond- en of oppervlaktewater. Deze doelen worden voor Fryslân beschreven in het waterhuishoudingsplan van de provincie Fryslân (Ontwerp vierde Waterhuishoudingsplan, dit document wordt in april 2016 door Provinciale Staten vastgesteld en is te vinden op: www.fryslan.frl/whp4. Tot de vaststelling is het derde Waterhuishoudingsplan van toepassing).
Deze openstelling is een nadere invulling van de algemene bepalingen uit de Subsidieregeling Plattelandsontwikkelingsprogramma (POP3) Fryslân 2014-2020.
Artikel 3. Subsidiabele activiteiten
In het vierde Waterhuishoudingsplan van de provincie Fryslân zijn de volgende doelen aangegeven:
De inwoners van Fryslân en de Friese economie zijn goed beschermd tegen overstromingen en wateroverlast. Fryslân is waterrobuust en klimaatbestendig ingericht waardoor de gevolgen van wateroverlast of een overstroming zo klein mogelijk zijn.
Het grond- en oppervlaktewatersysteem is zo ingericht dat de verschillende functies en gebruikers van water zo optimaal mogelijk bediend worden, nu en in de toekomst. Er is niet te veel en niet te weinig water voor de landbouw, de recreatie, de natuur en de drinkwatervoorziening.
Het is aan de deskundigheid van Wetterskip Fryslân, de waterbeheerder in Fryslân, en de eigenaren en gebruikers van grond, om nader te bepalen met welke maatregelen deze doelen bereikt kunnen worden. Het waterhuishoudingsplan benadrukt het belang van vasthouden en bergen van water op en in de bodem voor het voorkomen en beperken van wateroverlast, watertekort en verzilting.
Onder het vorige POP --POP2– zijn goede ervaringen opgedaan met het verlenen van subsidie
aan bestuurscommissies. Dit zijn commissies die op basis van de Wet Inrichting Landelijk
Gebied (WILG) zijn ingesteld, ter uitvoering van het provinciale beleid voor het landelijk gebied. Om die reden zijn bestuurscommissies -in feite ook samenwerkingsverbanden zoals bedoel onder artikle,4, onderdeel j 4.i- aan de doelgroep toegevoegd.
Artikel 5. Subsidiabele kosten
Onderdeel van de subsidiabele kosten kan zijn de aankoop van grond. In dat geval zijn de voorwaarden van artikel 1.10 onverkort van toepassing. Inrichtingsmaatregelen op de (aangekochte) grond vallen onder ‘verbetering’ van de gronden, waarop de voorwaarden voor de aankoop van grond niet van toepassing zijn.
De voorbereidingskosten van een project zijn onder voorwaarden subsidiabel. De provincie streeft ernaar dat een groot deel van de subsidie besteed wordt aan fysieke maatregelen. Om die reden worden er grenzen gesteld aan de proceskosten voor de voorbereiding en de uitvoering van projecten is (zie artikel 11). Lage proceskosten dragen bij aan een hoge puntenscore (zie artikelen 7 en 8).
De subsidiabele kosten in een project worden voor 100% gesubsidieerd. Hiervan wordt 50% gefinancierd uit Europese ELPO-middelen en 50 % uit cofinanciering van één of meerdere andere overheden dan de provincie Fryslân. De provincie levert voor klimaatregelen geen bijdrage aan de cofinanciering.
Wanneer bijvoorbeeld € 500.000,- aan subsidie beschikt wordt voor een klimaatproject, dan wordt hiervan € 250.000,- (50%) uit ELFPO-middelen gefinancierd en € 250.000,- (50%) uit middelen van één of meerdere andere overheden dan de provincie Fryslân. Vaak zal dat Wetterskip Fryslân zijn.
De aanvrager moet er zelf voor zorgen dat bij de aanvraag een verklaring gevoegd wordt waaruit blijkt dat de bijdrage van de andere overheid/overheden toegezegd is. Als deze verklaring bij de aanvraag ontbreekt, is dat een weigeringsgrond (zie artikel 1, lid 8, onderdeel e van de POP3-Subsidieregeling) en artikel 11).
De overheid/overheden die de cofinanciering leveren, mogen geen andere voorwaarden stellen of selectiecriteria toepassen dan aan ELFPO verbonden zijn. De cofinanciering van de andere overheid/overheden maakt onderdeel uit van het totale subsidiebedrag dat het betaalorgaan (RVO) aan de begunstigde uitbetaalt.
Er geldt een ondergrens van € 250.000,-. Subsidie van minder dan deze ondergrens wordt niet uitgekeerd. Met deze bepaling wil de provincie de ontwikkeling bevorderen van grote, robuuste projecten waarmee in de praktijk meters worden gemaakt.
In de openstelling is precies aangegeven welke termijn voor de indiening van aanvragen wordt gehanteerd. De start- en einddatum worden hierbij strik in acht genomen.
Na sluiting van de indieningstermijn worden alle aanvragen door een onafhankelijke adviescommissie beoordeeld en in een rangorde op een lijst geplaatst. De plaats in de rangorde wordt bepaald door het aantal punten dat de door de adviescommissie aan het project is toegekend. Voor elk project geldt dat een minimum aantal punten dient te worden behaald om voor subsidie in aanmerking te komen. Het doel van deze systematiek is om alle projecten onderling te vergelijken en de beste projecten uit het totaalaanbod te selecteren. Als consequentie hiervan bestaat de mogelijkheid dat, indien binnen een tender het subsidieplafond wordt overschreden, dat de projecten met laagste scores geen subsidie ontvangen. Mocht het plafond niet worden bereikt, dan worden alle projecten die de minimumscore hebben gehaald, gesubsidieerd.
De systematiek staat het niet toe dat na sluiting van de indieningstermijn de aanvragen alsnog worden gewijzigd. Wij adviseren aanvragers de aanvragen minimaal veertien dagen vóór sluiting van de indieningstermijn in te dienen om eventuele wijzigingen en/of aanvullingen te kunnen doorvoeren.
De projecten die voor onderhavige openstelling ingediend worden, worden in de eerste plaats geselecteerd op de mate waarin bijgedragen wordt aan het primaire doel van deze openstelling: klimaat. Om te voorkomen dat grote projecten altijd meer punten scoren dan kleine projecten, wordt er ook rekening gehouden met de hoogte van de subsidiabele kosten. Er zijn extra punten te scoren als de klimaatmaatregelen ook bijdragen aan KRW- en/of veenweidedoelen.
Klimaat-, KRW- en veenweidedoelen van de provincie Fryslân zijn vastgelegd in het Waterhuishoudingsplan. KRW-doelen komen ook aan de orde in de KRW-Nota, veenweidedoelen in de Feangreidefisy.
Onder veenweidedoelen wordt verstaan: het voorkomen of beperken van de bodemdaling door veenoxidatie in het Friese veenweidegebied, en het voorkomen, beperken of compenseren van de negatieve gevolgen daarvan. De veenweidedoelen vormen een belangrijke maatschappelijke opgave waaraan een groot aantal partijen in Fryslân de komende jaren gaan werken.
Integrale projecten die naast klimaat- ook KRW- of veenweidedoelen dienen, zijn met deze integrale beoordeling in het voordeel.
Kosteneffectiviteit is ook een selectiecriterium. Hieraan wordt invulling gegeven met het eerste criterium: de bijdrage aan klimaatdoelen afgezet tegen de subsidiabele kosten. Daarnaast gelden twee andere kosteneffectiviteitsaspecten, namelijk de proceskosten voor de voorbereiding en voor de begeleiding van de uitvoering van een project. Naar mate deze proceskosten lager zijn, uitgedrukt als percentage van de totale subsidiabele kosten, kunnen meer punten worden gescoord.
Artikel 8. De puntensystematiek
De score op de bijdrage aan klimaatdoelen wordt bepaald op basis van de omvang van het gebied waarin de maatregelen aan klimaatdoelen bijdragen en de omvang van die bijdrage, uitgedrukt in het wateroverschot, het watertekort en/of de verzilting, voor en na de maatregelen, gemiddeld over het gebied waar dit effect optreedt. Hierbij kan met een inschatting op basis van expert judgement worden volstaan. Deze bijdrage wordt afgezet tegen het totaal aan subsidiabele kosten. Hierdoor scoort een groot project niet per definitie beter dan een klein project.
De score op de bijdrage aan KRW-doelen wordt bepaald op basis van de lengte van het traject waarlangs de watergang natuurvriendelijk ingericht wordt, de extra oppervlakte aan natuurvriendelijk ingerichte oever die met de maatregelen wordt gerealiseerd, de omvang van de aan te leggen maalkom of inrichting voor groene zuivering en de omvang van het gebied dat via de maalkom of inrichting voor groene zuivering afwatert.
De score op de bijdrage aan veenweidedoelen wordt bepaald op basis van de omvang van het gebied waarin de maatregelen aan veenweidedoelen bijdragen, uitgedrukt in de drooglegging en/of het grondwaterstandsverloop (bijvoorbeeld in termen van grondwatertrappen) vóór en ná de maatregelen, gemiddeld over het gebied waar dit effect optreedt. Hierbij kan met een inschatting op basis van expert judgement worden volstaan. Daarnaast wordt ook rekening gehouden met de bodemtypering van het gebied. Met name de dikte van het veenpakket en de dikte van het (eventuele) kleidek op het veenpakket zijn bepalend voor de bodemdaling door veenoxidatie.
De score op kosteneffectiviteit wordt bepaald door het aandeel van kosten voor de voorbereiding en de begeleiding van de uitvoering van een project op het totaal aan subsidiabele kosten.
Artikel 10. De adviescommissie
De scores worden vastgesteld door een adviescommissie van twee ambtelijke deskundigen van de provincie Groningen, twee van de provincie Drenthe en twee van de provincie Fryslân aangevuld met een voorzitter van buiten de drie provincies.
De deskundigen van de provincies Groningen en Drenthe zullen de scores van de aanvraag van de provincie Fryslân bepalen.
Dit moet een gelijke en transparante behandeling van de aanvragers garanderen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2016-1879.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.