Besluit van Gedeputeerde Staten van Fryslân van 22 maart 2016 tot vaststelling van de openstellingsbesluiten op grond van de Subsidieregeling Plattelandsontwikkeling (POP3) Fryslân 2014-2020.

 

 

Gedeputeerde Staten van Fryslân,

gelet op artikel 1.3 van de Subsidieregeling Plattelandsontwikkelingsprogramma (POP3) Fryslân 2014-2020 (Provinciaal Blad, 2015, 7619);

 

BESLUITEN

 

De volgende nadere regels vast te stellen:

Artikel 1 Openstelling en subsidieplafond

  • 1.

    De maatregel niet-productieve investeringen water (paragraaf 2.6 van de Subsidieregeling), voor de periode van 04-04-2016 tot en met 17-05-2016 tot 12.00 uur open te stellen voor aanvragen.

  • 2.

    Het subsidieplafond voor het onder artikel 1, eerste lid genoemde tijdvak vast te stellen op € 1,0 miljoen aan Europese ELFPO-middelen.

  • 3.

    De ELFPO-middelen moeten met eenzelfde bedrag aan overheidsmiddelen aangevuld worden. De provincie Fryslân levert hieraan voor deze openstelling voor klimaatdoelen geen bijdrage.

     

Artikel 2 Begripsbepalingen

In aanvulling op de begripsbepalingen zoals genoemd in artikel 1.1. van de Subsidieregeling wordt in dit besluit verstaan onder:

  • a.

    Friese Boezem: een systeem van kanalen, vaarten en meren met één waterpeil, het boezempeil, waarop gemalen water uit polders uitmalen en water uit vrij afstromende gebieden in uitkomt;.

  • b.

    Inrichting voor groene zuivering: ondiepe waterzones met een waterdiepte tot maximaal 0,7 m waarin riet en andere boven water uitstekende water- en oeverplanten groeien in een hoge dichtheid (meer dan 50% van het wateroppervlak).

  • c.

    KRW: Kaderrichtlijn Water, de Europese richtlijn die tot doel heeft uiterlijk in 2027 een goede chemische en ecologische waterkwaliteit te bereiken in alle Europese oppervlaktewateren en grondwateren en de lidstaten verplicht de daartoe noodzakelijke maatregelen te nemen.

  • d.

    KRW-doelen: doelen gericht op een betere waterkwaliteit, waarmee voldaan wordt aan de vereisten van de Kader Richtlijn Water. Deze doelen zijn voor Fryslân beschreven voor de Friese KRW-hoofdwatergangen: hoofdwatergangen die in de rapportage aan de EU middels digitale KRW-factsheets zijn aangewezen als onderdeel van een KRW-waterlichaam ( te vinden op: s onderdeel van een KRW-waterlichaam ( te vinden op: www.fryslan.frl/schoonwater#KRW).

  • e.

    KRW-maatregelen: maatregelen die bijdragen aan de realisatie van de Friese KRW-doelen; deze maatregelen worden beschreven in de KRW-Nota voor Fryslân en de bijbehorende factsheets.

  • f.

    KRW-nota: de nota waarin de provincie Fryslân de doelen en (op hoofdlijnen)de maatregelen beschrijft voor de Kaderrichtlijn Water, voor de periode 2016-2021; de KRW-nota en de bijbehorende factsheets zijn beide te vinden op: www.fryslan.frl/schoonwater#KRW.

  • g.

    Klimaatdoelen: doelen gericht op het voorkomen of beperken van wateroverlast, watertekort en/of verzilting van grond- en of oppervlaktewater. Deze doelen worden voor Fryslân beschreven in het waterhuishoudingsplan van de provincie Fryslân (tot 20 april 2016 het Derde Waterhuishoudingsplan, vanaf 20 april 2016 het Vierde Waterhuishoudingsplan; dit is te vinden op: www.fryslan.frl/whp4).

  • h.

    Klimaatmaatregelen: maatregelen die bijdragen aan het realiseren van de Friese klimaatdoelen.

  • i.

    Maalkom: een verdiept deel van een hoofdwatergang dichtbij een gemaal met aan weerszijden en/of in het verlengde daarvan vegetatiezones die dienen als groene zuivering

  • j.

    Natuurvriendelijke inrichting van hoofdwatergangen: het afgraven van de droge oever van een hoofdwatergang over een breedte van minimaal 3 meter tot op een waterdiepte van 0,5 tot 0,7 m en deze zone zo nodig afschermen tegen wind- en golfwerking.

  • k.

    POP3-Subsidieregeling: Subsidieregeling Plattelandsontwikkeling (POP3) Fryslân 2014-2020.

  • l.

    Veenweidedoelen: doelen gericht op het voorkomen en beperken van maaivelddaling door veenoxidatie; het verzachten van de gevolgen van maaivelddaling door veenoxidatie; het zoveel mogelijk behouden van veen en veenweidewaarden in daartoe aangewezen kansrijke gebieden. Deze doelen zijn voor de provincie Fryslân beschreven in de Feangreidefisy (die is vinden op: www.fryslan.frl/veenweidevisie).

  • m.

    Veenweidemaatregelen: maatregelen die bijdragen aan de realisatie van de Friese veenweidedoelen.

  • n.

    Verbreding van hoofdwatergangen: het over een breedte van minimaal 2 meter verbreden van bestaande hoofdwatergangen door het afgraven van de droge oever aan één kant van de hoofdwatergang.

  • o.

    Waterhuishoudingsplan: het regionale waterplan bedoeld in artikel 4.4. van de Waterwet, waarin de provincie de hoofdlijnen van het in Fryslân te voeren waterbeleid vastlegt, voor de periode 2015-2021. Dit beleid is gericht op de bescherming tegen overstromingen en wateroverlast en de inrichting van watersystemen met voldoende en schoon water. Tot 20 april 2016 is het Derde Waterhuishoudingsplan geldig, vanaf 20 april 2016 het Vierde Waterhuishoudingsplan; dit is te vinden op www.fryslan.frl/whp4.

     

Artikel 3 Subsidiabele activiteiten

Onverminderd het bepaalde in artikel 2.6.1 van de POP3-Subsidieregeling wordt subsidie verstrekt voor

bovenwettelijke niet productieve investeringen die bijdragen aan klimaatdoelen. Hierbij gaat het om investeringen in maatregelen voor:

  • 1.

    de herinrichting van watergangen en kunstwerken die daarin voorkomen;

  • 2.

    het vasthouden en bergen van water op en in de bodem.

     

Artikel 4 Doelgroep

Subsidie wordt verstrekt aan:

  • a.

    landbouwers;

  • b.

    grondeigenaren;

  • c.

    grondgebruikers;

  • d.

    landbouworganisaties;

  • e.

    natuur- en landschapsorganisaties;

  • f.

    provincies;

  • g.

    waterschappen;

  • h.

    gemeenten;

  • i.

    samenwerkingsverbanden van bovenstaande partijen.

     

Artikel 5 Subsidiabele kosten

In afwijking van artikel 2.6.3 van de POP3-subsidieregeling kan subsidie worden verstrekt voor de volgende kosten:

  • a.

    de kosten van de bouw, verbetering, verwerving of leasing van onroerende goederen;

  • b.

    de kosten van de koop of huurkoop van nieuwe machines en installaties tot maximaal de marktwaarde van de activa;

  • c.

    de kosten van adviseurs, architecten en ingenieurs;

  • d.

    de kosten van adviezen duurzaamheid op milieu en economisch gebied;

  • e.

    de kosten van haalbaarheidsstudies;

  • f.

    niet verrekenbare of niet compensabele BTW;

  • g.

    personeelskosten.

     

Artikel 6 Hoogte subsidie

  • 1.

    De subsidie bedraagt 100% van de subsidiabele kosten.

  • 2.

    De subsidie is als volgt opgebouwd:

    • a.

      50% Europese ELFPO-middelen, 50% cofinanciering van één of meerdere andere overheden dan de provincie Fryslân.

       

Artikel 7. Selectiecriteria

Gedeputeerde Staten hanteren voor de rangschikking van subsidieaanvragen als bedoeld in artikel 1.15 en artikel 2.6.5 van de Subsidieregeling de volgende criteria:

  • a.

    de mate waarin de maatregelen bijdragen aan klimaat-doelen;

  • b.

    de mate waarin de maatregelen bijdragen aan KRW-doelen;

  • c.

    de mate waarin de maatregelen bijdragen aan veenweidedoelen;

  • d.

    de kosteneffectiviteit.

     

Artikel 8. De puntensystematiek

  • 1.

    a Voor het criterium genoemd in artikel 7, onderdeel a (bijdrage aan klimaatdoelen) kunnen maximaal 8 punten worden gescoord.

  • 1.

    b Bij het bepalen van de scores voor het criterium genoemd in artikel 7, onderdeel a, wordt rekening gehouden met de volgende aspecten:

    • de omvang van het gebied waarbinnen het wateroverschot, het watertekort en/of de verzilting voorkomen of beperkt zal worden als gevolg van de maatregelen die voor subsidie in aanmerking komen;

    • voor het betreffende gebied: de omvang van het wateroverschot, het watertekort en/of de verzilting en de problemen die de landbouw daarvan ondervindt, vóór en ná het uitvoeren van de maatregelen;

    • de subsidiabele kosten van het project.

  • 2.

    a Voor het criterium genoemd in artikel 7, onderdeel b (bijdrage aan KRW-doelen) zijn de volgende scores mogelijk:

    0 punten nagenoeg geen effect

1 punt matig effect

2 punten substantieel effect

 

  • 2.

    b Bij het bepalen van de scores voor het criterium genoemd in artikel 7, onderdeel b wordt rekening gehouden met de volgende aspecten:

    • de lengte van het traject waarlangs de watergang verbreed en/of natuurvriendelijk ingericht wordt;

    • de extra oppervlakte aan verbrede en/of natuurvriendelijk ingerichte oever die met de maatregelen wordt gerealiseerd;

    • de omvang van de maalkom of inrichting voor groene zuivering;

    • de omvang van het afvoergebied dat via de aan te leggen maalkom of inrichting voor groene zuivering op de Friese Boezem afwatert.

       

  • 3.

    a Voor het criterium genoemd in artikel 7, onderdeel c (veenweidedoelen) zijn de volgende scores mogelijk:

0 punten nagenoeg geen effect

1 punt matig effect

2 punten substantieel effect

 

3.b. Bij het bepalen van de scores voor het criterium genoemd in artikel 7, onderdeel c wordt rekening gehouden met de volgende aspecten:

  • de omvang van het gebied waarbinnen de bodemdaling door veenoxidatie voorkomen of beperkt zal worden als gevolg van de maatregelen die voor subsidie in aanmerking komen;

  • voor het betreffende gebied: de bodemtypering, waaronder de dikte van het veenpakket en de dikte van het kleidek op het veen;

  • voor het betreffende gebied: het verloop van de grondwaterstanden en/of de drooglegging, vóór en ná het uitvoeren van de maatregelen .

     

    • 4.

      a Voor het criterium genoemd in artikel 7, onderdeel d (kosteneffectiviteit) zijn maximaal 4 punten te scoren.

    • 4.

      b De scores voor het criterium genoemd in artikel 7, onderdeel d worden als volgt bepaald:

       

  • de kosten voor de voorbereiding van de maatregelen, die aan te merken zijn als kosten genoemd in artikel 5, onderdeel c, d, e en g, inclusief bijbehorende niet verrekenbare of compensabele BTW, bedragen:

10% of minder van de totale subsidiabele kosten: 2 punten

tussen de 10 en 20% van de totale subsidiabele kosten: 1 punt

20% of meer van de totale subsidiabele kosten: 0 punten

 

•de kosten voor begeleiding van de maatregelen, die aan te merken zijn als kosten genoemd in artikel 5, onderdeel c, d, e en g, inclusief bijbehorende niet verrekenbare of compensabele BTW, bedragen:

10% of minder van de totale subsidiabele kosten: 2 punten

tussen de 10 en 20% van de totale subsidiabele kosten: 1 punt

20% of meer van de totale subsidiabele kosten: 0 punten

 

Artikel 9. Informatie voor de selectie van projecten

  • a.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 1.7 van de POP3-Subsidieregeling bevat de aanvraag voor het vaststellen van de scores zoals bedoeld in artikel 8 de volgende informatie:

    • Een kaart waarop is aangegeven waar welke maatregelen worden uitgevoerd; en waarop tevens is aangegeven de ligging van het gebied waarbinnen het wateroverschot, het watertekort en/of de verzilting voorkomen of beperkt zal worden als gevolg van de maatregelen die voor subsidie in aanmerking komen.

    • Voor het betreffende gebied: een opgave van de omvang, verifieerbaar op de kaart die bijgeleverd wordt.

    • Voor het betreffende gebied: een inschatting van de omvang van het wateroverschot, het watertekort en/of de verzilting en de problemen die de landbouw daarvan ondervindt, vóór en ná het uitvoeren van de maatregelen.

  • b.

    Als de maatregelen ook bijdragen aan KRW-doelen:

    • Een kaart met daarop aangegeven welke klimaat-maatregelen tevens aan KRW-doelen bijdragen.

    • Een vermelding van de lengte van het traject waarlangs de watergang verbreed en/of natuurvriendelijk ingericht wordt, verifieerbaar op de kaart.

    • Een vermelding van de extra oppervlakte aan verbrede en/of natuurvriendelijke oever die met de maatregelen wordt gerealiseerd, verifieerbaar op de kaart.

    • Een vermelding van de omvang van de aan te leggen maalkom of inrichting voor groene zuivering, verifieerbaar op de kaart.

    • Een vermelding van de omvang van het gebied waarvan de afvoer via de aan te leggen maalkom of inrichting voor groene zuivering verloopt , verifieerbaar op de kaart.

  • c.

    Als de maatregelen ook bijdragen aan veenweidedoelen:

    • Een kaart met daarop aangegeven:

    • welke klimaat-maatregelen tevens aan veenweidedoelen bijdragen;

    • de ligging van het gebied waarbinnen de bodemdaling door veenoxidatie voorkomen of beperkt zal worden als gevolg van de maatregelen die voor subsidie in aanmerking komen;

    • de bodemtypering, waaronder de dikte van het veenpakket en de dikte van het kleidek op het veen.

    • Het verloop van de grondwaterstanden en/of de drooglegging, vóór en ná het uitvoeren van de maatregelen .

  • d.

    Voor wat de kosteneffectiviteit betreft:

    • Een nadere specificatie van de voorbereidingskosten van de uit te voeren maatregelen.

    • Een nadere specificatie van de begeleidingskosten van de uit te voeren maatregelen.

       

Artikel 10. Adviescommissie

Gedeputeerde Staten van Fryslân stellen een ambtelijke adviescommissie in voor de rangschikking van de aanvragen zoals bedoeld in artikel 1.15 van de Subsidieregeling.

 

Artikel 11. Weigeringsgronden

Onverminderd het bepaalde in artikel 1.8 lid van de POP3-Subsidieregeling wordt subsidie geweigerd als:

  • a.

    De maatregel niet aantoonbaar direct ten goede komt aan de agrarische sector conform artikel 2.6.1 van de POP3-Subsidieregeling.

  • b.

    De maatregel in strijd is met het beleid van de provincie verwoord in het waterhuishoudingsplan.

  • c.

    De subsidiabele kosten lager zijn dan € 250.000,-.

  • d.

    Op het criterium genoemd in artikel 7, onderdeel a (bijdrage aan klimaatdoelen) minder dan 4 punten worden gescoord.

  • e.

    Op het criterium genoemd in artikel 7, onderdeel d (kosteneffectiviteit)minder dan 2 punten worden gescoord.

  • f.

    Op alle criteria tezamen minder dan 6 punten worden gescoord.

  • g.

    Het totaal aan proceskosten voor voorbereiding en uitvoering van de fysieke maatregelen meer dan 40% van de totale subsidiabele kosten bedraagt; dat betreft de kosten die vallen onder artikel 5, onderdeel c, d, e en g, inclusief bijbehorende niet verrekenbare of compensabele BTW.

  • h.

    De aanvraag niet is voorzien van een door het bevoegd gezag ondertekende verklaring waarmee één of meerdere andere overheden dan de provincie Fryslân verklaren bereid te zijn 50% van de subsidie bij te willen dragen, in de vorm van cofinanciering.

     

Artikel 12 Citeertitel en inwerkingtreding

Dit besluit wordt aangehaald als Openstellingsbesluitniet-productieve investeringen water en treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.

 

Toelichting

Artikel 1. Openstelling en subsidieplafond

De maatregel niet productieve investering water is gericht op niet-productieve investeringen in het landelijk gebied die betrekking hebben op de (her)inrichting of transformatie en het beheer van het watersysteem voor landbouw-, water- en klimaatdoelen. Niet productieve investeringen zijn investeringen die geen aanmerkelijke stijging van de waarde of rentabiliteit van een bedrijf tot gevolg hebben. De investeringen dienen altijd een link te hebben met de landbouw.

Deze openstelling richt zich specifiek op maatregelen die bijdragen aan de realisatie van de klimaatdoelen: het voorkomen of beperken van wateroverlast, watertekort en/of verzilting van grond- en of oppervlaktewater. Deze doelen worden voor Fryslân beschreven in het waterhuishoudingsplan van de provincie Fryslân (Ontwerp vierde Waterhuishoudingsplan, dit document wordt in april 2016 door Provinciale Staten vastgesteld en is te vinden op: www.fryslan.frl/whp4. Tot de vaststelling is het derde Waterhuishoudingsplan van toepassing).

Deze openstelling is een nadere invulling van de algemene bepalingen uit de Subsidieregeling Plattelandsontwikkelingsprogramma (POP3) Fryslân 2014-2020.

 

Artikel 3. Subsidiabele activiteiten

In het vierde Waterhuishoudingsplan van de provincie Fryslân zijn de volgende doelen aangegeven:

M.bt.t waterveiligheid:

De inwoners van Fryslân en de Friese economie zijn goed beschermd tegen overstromingen en wateroverlast. Fryslân is waterrobuust en klimaatbestendig ingericht waardoor de gevolgen van wateroverlast of een overstroming zo klein mogelijk zijn.

M.b.t. voldoende water:

Het grond- en oppervlaktewatersysteem is zo ingericht dat de verschillende functies en gebruikers van water zo optimaal mogelijk bediend worden, nu en in de toekomst. Er is niet te veel en niet te weinig water voor de landbouw, de recreatie, de natuur en de drinkwatervoorziening.

Het is aan de deskundigheid van Wetterskip Fryslân, de waterbeheerder in Fryslân, en de eigenaren en gebruikers van grond, om nader te bepalen met welke maatregelen deze doelen bereikt kunnen worden. Het waterhuishoudingsplan benadrukt het belang van vasthouden en bergen van water op en in de bodem voor het voorkomen en beperken van wateroverlast, watertekort en verzilting.

 

Artikel 4. De doelgroep

Onder het vorige POP --POP2– zijn goede ervaringen opgedaan met het verlenen van subsidie

aan bestuurscommissies. Dit zijn commissies die op basis van de Wet Inrichting Landelijk

Gebied (WILG) zijn ingesteld, ter uitvoering van het provinciale beleid voor het landelijk gebied. Om die reden zijn bestuurscommissies -in feite ook samenwerkingsverbanden zoals bedoel onder artikle,4, onderdeel j 4.i- aan de doelgroep toegevoegd.

 

Artikel 5. Subsidiabele kosten

Onderdeel van de subsidiabele kosten kan zijn de aankoop van grond. In dat geval zijn de voorwaarden van artikel 1.10 onverkort van toepassing. Inrichtingsmaatregelen op de (aangekochte) grond vallen onder ‘verbetering’ van de gronden, waarop de voorwaarden voor de aankoop van grond niet van toepassing zijn.

De voorbereidingskosten van een project zijn onder voorwaarden subsidiabel. De provincie streeft ernaar dat een groot deel van de subsidie besteed wordt aan fysieke maatregelen. Om die reden worden er grenzen gesteld aan de proceskosten voor de voorbereiding en de uitvoering van projecten is (zie artikel 11). Lage proceskosten dragen bij aan een hoge puntenscore (zie artikelen 7 en 8).

 

Artikel 6. Hoogte subsidie

De subsidiabele kosten in een project worden voor 100% gesubsidieerd. Hiervan wordt 50% gefinancierd uit Europese ELPO-middelen en 50 % uit cofinanciering van één of meerdere andere overheden dan de provincie Fryslân. De provincie levert voor klimaatregelen geen bijdrage aan de cofinanciering.

Wanneer bijvoorbeeld € 500.000,- aan subsidie beschikt wordt voor een klimaatproject, dan wordt hiervan € 250.000,- (50%) uit ELFPO-middelen gefinancierd en € 250.000,- (50%) uit middelen van één of meerdere andere overheden dan de provincie Fryslân. Vaak zal dat Wetterskip Fryslân zijn.

De aanvrager moet er zelf voor zorgen dat bij de aanvraag een verklaring gevoegd wordt waaruit blijkt dat de bijdrage van de andere overheid/overheden toegezegd is. Als deze verklaring bij de aanvraag ontbreekt, is dat een weigeringsgrond (zie artikel 1, lid 8, onderdeel e van de POP3-Subsidieregeling) en artikel 11).

De overheid/overheden die de cofinanciering leveren, mogen geen andere voorwaarden stellen of selectiecriteria toepassen dan aan ELFPO verbonden zijn. De cofinanciering van de andere overheid/overheden maakt onderdeel uit van het totale subsidiebedrag dat het betaalorgaan (RVO) aan de begunstigde uitbetaalt.

Er geldt een ondergrens van € 250.000,-. Subsidie van minder dan deze ondergrens wordt niet uitgekeerd. Met deze bepaling wil de provincie de ontwikkeling bevorderen van grote, robuuste projecten waarmee in de praktijk meters worden gemaakt.

 

Artikel 7. De Selectiecriteria

De tendersystematiek

In de openstelling is precies aangegeven welke termijn voor de indiening van aanvragen wordt gehanteerd. De start- en einddatum worden hierbij strik in acht genomen.

Na sluiting van de indieningstermijn worden alle aanvragen door een onafhankelijke adviescommissie beoordeeld en in een rangorde op een lijst geplaatst. De plaats in de rangorde wordt bepaald door het aantal punten dat de door de adviescommissie aan het project is toegekend. Voor elk project geldt dat een minimum aantal punten dient te worden behaald om voor subsidie in aanmerking te komen. Het doel van deze systematiek is om alle projecten onderling te vergelijken en de beste projecten uit het totaalaanbod te selecteren. Als consequentie hiervan bestaat de mogelijkheid dat, indien binnen een tender het subsidieplafond wordt overschreden, dat de projecten met laagste scores geen subsidie ontvangen. Mocht het plafond niet worden bereikt, dan worden alle projecten die de minimumscore hebben gehaald, gesubsidieerd.

De systematiek staat het niet toe dat na sluiting van de indieningstermijn de aanvragen alsnog worden gewijzigd. Wij adviseren aanvragers de aanvragen minimaal veertien dagen vóór sluiting van de indieningstermijn in te dienen om eventuele wijzigingen en/of aanvullingen te kunnen doorvoeren.

 

De selectiecriteria

De projecten die voor onderhavige openstelling ingediend worden, worden in de eerste plaats geselecteerd op de mate waarin bijgedragen wordt aan het primaire doel van deze openstelling: klimaat. Om te voorkomen dat grote projecten altijd meer punten scoren dan kleine projecten, wordt er ook rekening gehouden met de hoogte van de subsidiabele kosten. Er zijn extra punten te scoren als de klimaatmaatregelen ook bijdragen aan KRW- en/of veenweidedoelen.

Klimaat-, KRW- en veenweidedoelen van de provincie Fryslân zijn vastgelegd in het Waterhuishoudingsplan. KRW-doelen komen ook aan de orde in de KRW-Nota, veenweidedoelen in de Feangreidefisy.

Onder veenweidedoelen wordt verstaan: het voorkomen of beperken van de bodemdaling door veenoxidatie in het Friese veenweidegebied, en het voorkomen, beperken of compenseren van de negatieve gevolgen daarvan. De veenweidedoelen vormen een belangrijke maatschappelijke opgave waaraan een groot aantal partijen in Fryslân de komende jaren gaan werken.

Integrale projecten die naast klimaat- ook KRW- of veenweidedoelen dienen, zijn met deze integrale beoordeling in het voordeel.

Kosteneffectiviteit is ook een selectiecriterium. Hieraan wordt invulling gegeven met het eerste criterium: de bijdrage aan klimaatdoelen afgezet tegen de subsidiabele kosten. Daarnaast gelden twee andere kosteneffectiviteitsaspecten, namelijk de proceskosten voor de voorbereiding en voor de begeleiding van de uitvoering van een project. Naar mate deze proceskosten lager zijn, uitgedrukt als percentage van de totale subsidiabele kosten, kunnen meer punten worden gescoord.

 

Artikel 8. De puntensystematiek

De score op de bijdrage aan klimaatdoelen wordt bepaald op basis van de omvang van het gebied waarin de maatregelen aan klimaatdoelen bijdragen en de omvang van die bijdrage, uitgedrukt in het wateroverschot, het watertekort en/of de verzilting, voor en na de maatregelen, gemiddeld over het gebied waar dit effect optreedt. Hierbij kan met een inschatting op basis van expert judgement worden volstaan. Deze bijdrage wordt afgezet tegen het totaal aan subsidiabele kosten. Hierdoor scoort een groot project niet per definitie beter dan een klein project.

De score op de bijdrage aan KRW-doelen wordt bepaald op basis van de lengte van het traject waarlangs de watergang natuurvriendelijk ingericht wordt, de extra oppervlakte aan natuurvriendelijk ingerichte oever die met de maatregelen wordt gerealiseerd, de omvang van de aan te leggen maalkom of inrichting voor groene zuivering en de omvang van het gebied dat via de maalkom of inrichting voor groene zuivering afwatert.

De score op de bijdrage aan veenweidedoelen wordt bepaald op basis van de omvang van het gebied waarin de maatregelen aan veenweidedoelen bijdragen, uitgedrukt in de drooglegging en/of het grondwaterstandsverloop (bijvoorbeeld in termen van grondwatertrappen) vóór en ná de maatregelen, gemiddeld over het gebied waar dit effect optreedt. Hierbij kan met een inschatting op basis van expert judgement worden volstaan. Daarnaast wordt ook rekening gehouden met de bodemtypering van het gebied. Met name de dikte van het veenpakket en de dikte van het (eventuele) kleidek op het veenpakket zijn bepalend voor de bodemdaling door veenoxidatie.

De score op kosteneffectiviteit wordt bepaald door het aandeel van kosten voor de voorbereiding en de begeleiding van de uitvoering van een project op het totaal aan subsidiabele kosten.

Per project kunnen maximaal 16 punten worden gescoord.

 

Artikel 10. De adviescommissie

De scores worden vastgesteld door een adviescommissie van twee ambtelijke deskundigen van de provincie Groningen, twee van de provincie Drenthe en twee van de provincie Fryslân aangevuld met een voorzitter van buiten de drie provincies.

De deskundigen van de provincies Groningen en Drenthe zullen de scores van de aanvraag van de provincie Fryslân bepalen.

Dit moet een gelijke en transparante behandeling van de aanvragers garanderen.

Naar boven