Mandaat-, volmacht- en machtigingenbesluit Rijksdienst voor Ondernemend Nederland POP3subsidies

 

Gedeputeerde Staten van Limburg

maken ter voldoening aan het bepaalde in de Provinciewet bekend dat zij in hun vergadering van 23 februari 2016 hebben vast gesteld:

 

Mandaat-, volmacht- en machtigingenbesluit Rijksdienst voor Ondernemend Nederland POP3subsidies

 

ter verlening van mandaat, volmacht en machtiging tot het nemen van besluiten en het verrichten van overige handelingen ter uitvoering van POP3-regelingen aan de Algemeen Directeur van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, met de mogelijkheid van ondermandaat.

 

GEDEPUTEERDE STATEN VAN LIMBURG,

 

Gelet op:

-de artikelen 59a en 166 van de Provinciewet, en afdeling 10.1.1. van de Algemene wet bestuursrecht;

 

Overwegende dat:

  • -

    het wenselijk is dat mandaat wordt verleend voor het nemen van besluiten op grond van de Algemene subsidieverordening provincie Limburg en de Subsidieverordening POP3 Limburg ter uitvoering van de door Gedeputeerde Staten met de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland te sluiten Managementovereenkomst 2015-2024;

  • -

    Gedeputeerde Staten zich op grond van het Convenant Uitvoering POP-3 en het Aansturingsprotocol voor de uitvoering van het Plattelandsontwikkelingsprogramma 2014-2020, beiden vastgesteld op 18 december 2014, verplicht hebben mandaat met de mogelijkheid van ondermandatering te verlenen aan de algemeen directeur van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland de uitvoering en besluitvorming op grond van de Algemene subsidieverordening provincie Limburg en de Subsidieverordening POP3 Limburg, voor zover Gedeputeerde Staten daartoe opdracht hebben verleend;

BESLUITEN:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder de algemeen directeur: de algemeen directeur van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, als bedoeld in artikel 1, onder a. van het Besluit ondermandaat, volmacht en machtiging voor het directoraat-generaal Rijksdienst voor Ondernemend Nederland van het Ministerie van Economische Zaken 2015.

Artikel 2
  • 1.

    Aan de Algemeen directeur wordt mandaat, volmacht en machtiging verleend voor het nemen van besluiten en het verrichten van overige handelingen, die verband houden met de uitvoering van:

    • -

      het Plattelandsontwikkelingsprogramma 2014-2020 (POP3)

    • -

      de Verordening (EU) nr.1305/2013 betreffende steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europese Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO);

en in het kader van:

  • -

    de Subsidieverordening POP3 Limburg (inclusief de toekomstige gewijzigde versies) ;

  • -

    de Managementovereenkomst 2015-2024 tussen de provincie Limburg en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland;

  • -

    de jaarlijks overeen te komen Prestatieovereenkomst c.a. tussen de provincie en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.

    • 2.

      De uit dit besluit voor de Algemeen directeur voortvloeiende bevoegdheden kunnen tevens worden uitgeoefend door een door hem aan te wijzen plaatsvervanger

Artikel 3

Tot de besluiten en handelingen bedoeld in artikel 2 behoort:

  • a.

    het voorbereiden, nemen en ondertekenen van besluiten, inclusief beschikkingen bedoeld in paragraaf 4.1.3.2., de afdelingen 4.4.1. tot en met 4.4.4. en artikel 4:57 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • b.

    de beantwoording van algemene vragen;

  • c.

    de behandeling van verzoeken uit hoofde van de Wet openbaarheid van bestuur en de Wet bescherming persoonsgegevens;

  • d.

    de behandeling van klachten en klaagschriften bedoeld in hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • e.

    de behandeling van schadeclaims, met uitzondering van de toekenning van claims tot een bedrag van meer dan € 5.000,-.

Artikel 4
  • 1.

    De Algemeen directeur kan ondermandaat, volmacht en machtiging verlenen voor de aangelegenheden waarvoor hij krachtens dit besluit mandaat, volmacht en machtiging heeft gekregen aan de onder hem ressorterende functionarissen.

  • 2.

    Artikel 13 van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging voor de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland van het ministerie van Economische Zaken 2015 is op het krachtens dit besluit verkregen ondermandaat, volmacht en machtiging van toepassing.

Artikel 5
  • 1.

    Gedeputeerde Staten en de Algemeen directeur Rijksdienst voor Ondernemend Nederland maken omtrent de uitoefening van de in dit besluit bedoelde bevoegdheden nadere afspraken. De gemandateerde neemt bij de uitoefening van de in dit besluit bedoelde bevoegdheden deze afspraken in acht.

  • 2.

    Voor zover uit deze afspraken een inlichtingenplicht of een instructiebevoegdheid voortvloeit, lichten partijen elkaar over en weer op een zodanig tijdstip in dat de inachtneming of tijdige verdaging van beslistermijnen gewaarborgd wordt.

  • 3.

    Gedeputeerde staten kunnen aan de gemandateerde, naar aanleiding van door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland verstrekte inlichtingen in een specifiek geval of door Rijksdienst voor Ondernemend Nederland uitgebrachte rapportages nadere instructies geven omtrent de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden.

Artikel 6

De gemandateerde stelt de provincie in kennis van krachtens mandaat te nemen of reeds genomen besluiten waarvan hij moet aannemen dat kennisneming door het college van Gedeputeerde Staten gewenst is. Hier is in ieder geval sprake van indien:

  • a.

    de maatschappelijke, beleidsmatige, politieke, juridische of financiële omstandigheden daartoe aanleiding geven; of

  • b.

    advies nodig is van anderen dan de gemandateerde en onder hem ressorterende medewerkers en het advies niet aansluit op het eigen standpunt van de gemandateerde dan wel niet tot dezelfde uitkomsten leidt.

Artikel 7
  • 1.

    De uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden, verleende volmachten en machtigingen geschiedt binnen de grenzen en met inachtneming van het ter zake geldende recht en de geldende beleids- en uitvoeringsregels.

  • 2.

    De gemandateerde oefent zijn bevoegdheid niet uit indien hij bij de te nemen beslissing een persoonlijk belang heeft als bedoeld in artikel 2:4, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 8

Het krachtens mandaat, volmacht of machtiging ondertekenen van stukken geschiedt als volgt:

De ondertekening van besluiten luidt:

'Gedeputeerde Staten van Limburg '

Voor dezen:

‘De Directeur-Generaal Rijksdienst voor Ondernemend Nederland’,

Onderscheidenlijk

'Gedeputeerde Staten van Limburg'

Voor dezen:

De [‘functionaris’],

Onderscheidenlijk

'Gedeputeerde Staten van Limburg'

Voor dezen:

De [‘functionaris’].

Artikel 9

Dit besluit treedt in werking op de dag na publicatie in het Provinciaal Blad en werkt terug tot en met 1 januari 2015

Artikel 10

Dit besluit wordt aangehaald als: ‘’Mandaat-, volmacht- en machtigingenbesluit Rijksdienst voor Ondernemend Nederland POP3-subsidies’’

 

 

Gedeputeerde Staten van Limburg

voorzitter,

drs. Th.J.F.M. Bovens

secretaris,

mr. A.C.J.M. de Kroon

Naar boven