Subsidieregeling Iepen Mienskipsfûns Fryslân 2016

 

Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Asv: Algemene subsidieverordening provincie Fryslân 2013;

  • b.

    evenement: samengesteld geheel van voor publiek toegankelijke culturele, informatieve of historische activiteiten met een tijdelijk karakter.

     

Artikel 1.2 Subsidiabele activiteiten

Gedeputeerde staten kunnen ter bevordering van de leefbaarheid in de provincie Fryslân subsidie verstrekken voor:

  • a.

    kleine maatschappelijke initiatieven, niet zijnde een nieuw evenement;

  • b.

    nieuwe evenementen; en

  • c.

    grote maatschappelijke initiatieven, niet zijnde een nieuw evenement.

     

Artikel 1.3 Doelgroep
  • 1.

    Subsidie voor kleine maatschappelijke initiatieven en nieuwe evenementen wordt uitsluitend verstrekt aan verenigingen, stichtingen, coöperaties, groepen van ten minste vijf natuurlijke personen en Staatsbosbeheer.

  • 2.

    Subsidie voor grote maatschappelijke initiatieven wordt uitsluitend verstrekt aan verenigingen, stichtingen, coöperaties en Staatsbosbeheer.

     

Artikel 1.4 Gebieden

Ten behoeve van de subsidieverstrekking hanteren gedeputeerde staten de volgende gebiedsindeling:

  • a.

    Waddeneilanden, bestaande uit de gemeenten: Ameland, Schiermonnikoog, Terschelling en Vlieland;

  • b.

    Noordoost Fryslân, bestaande uit de gemeenten: Ferwerderadiel, Dongeradeel, Dantumadiel, Kollumerland c.a., Achtkarspelen en Tytsjerksteradiel;

  • c.

    Noordwest Fryslân, bestaande uit de gemeenten: Harlingen, Franekeradeel, Littenseradiel, Leeuwarden, het Bildt, Menameradiel en Leeuwarderadeel;

  • d.

    Zuidwest Fryslân, bestaande uit de gemeenten: de Fryske Marren en Súdwest-Fryslân;

  • e.

    Zuidoost Fryslân, bestaande uit de gemeenten: Smallingerland, Opsterland, Weststellingwerf, Ooststellingwerf en Heerenveen.

     

Artikel 1.5 Openstelling

  • 1.

    Gedeputeerde staten stellen per gebied als bedoeld in artikel 1.4 een openstellingsbesluit vast.

  • 2.

    Een openstellingsbesluit bevat ten minste een aanvraagperiode en een subsidieplafond.

  • 3.

    Gedeputeerde staten kunnen in het openstellingsbesluit nadere regels stellen met betrekking tot:

    • a.

      de subsidiabele activiteiten;

    • b.

      het indienen van een aanvraag;

    • c.

      de kring van subsidieontvangers;

    • d.

      toetsingscriteria;

    • e.

      de hoogte of berekeningswijze van de subsidie; en

    • f.

      de subsidiabele kosten.

  • 4.

    Gedeputeerde staten kunnen ten behoeve van de openstelling advies vragen aan de in artikel 1.9 bedoelde adviescommissies.

     

Artikel 1.6 Aanvraag
  • 1.

    Een aanvraag dient te zijn ontvangen binnen de in het openstellingsbesluit vastgestelde aanvraagperiode.

  • 2.

    De aanvraag wordt ingediend met het door gedeputeerde staten vastgestelde aanvraagformulier.

  • 3.

    Per aanvrager worden per kalenderjaar maximaal drie aanvragen in behandeling genomen.

     

Artikel 1.7 Weigeringsgronden

Een subsidie wordt in ieder geval geweigerd indien:

  • a.

    de activiteit geheel of deels gericht is op het behalen van winst;

  • b.

    voor de activiteit een andere provinciale subsidie is of kan worden verstrekt;

  • c.

    het aannemelijk is dat de activiteit leidt tot investeringen die ongedekte toekomstige lasten voor onderhoud of instandhouding tot gevolg hebben;

  • d.

    de activiteit geheel of deels bestaat uit:

1° het organiseren van een (dorps- of buurt)feest, borrel, optocht, braderie of barbecue of daarmee gelijk te stellen activiteit;

2° het schrijven of uitgeven van een boek;

3° het ontwerpen, vervaardigen of plaatsen van een standbeeld of gedenkplaat;

4° het opstellen van dorps-, stads- of wijkvisie;

5° een bestaande periodiek terugkerende activiteit;

  • e.

    er gegronde reden bestaat dat de activiteit in financiële, organisatorische of technische zin niet haalbaar is;

  • f.

    de subsidieaanvraag minder dan 8 punten na rangschikking als bedoeld in artikel 1.8, eerste lid, heeft ontvangen.

     

Artikel 1.8 Verdeelsystematiek
  • 1.

    Gedeputeerde staten rangschikken de voor subsidieverlening in aanmerking komende aanvragen per gebied zodanig dat een aanvraag hoger gerangschikt wordt naarmate die naar hun oordeel meer voldoet aan de volgende criteria:

    • a.

      de mate waarin er draagvlak voor de activiteit bestaat in het betrokken gebied (draagvlak);

    • b.

      de mate waarin de activiteit leidt tot een voortdurende situatie of een voortdurende activiteit (continuïteit);

    • c.

      de mate waarin de activiteit samenwerking bewerkstelligt in de uitvoering van het project (samenwerking);

    • d.

      de mate waarin de activiteit een positieve bijdrage levert aan kansen voor mensen die een minder kansrijke positie in de samenleving hebben (empowerment);

    • e.

      de mate waarin de activiteit een positieve bijdrage levert aan natuur en milieu (ecology);

    • f.

      de mate waarin de activiteit vernieuwend is voor het gebied waarop de activiteit betrekking heeft (uniciteit).

  • 2.

    Ten behoeve van de rangschikking worden maximaal 26 punten toegekend met de volgende maxima per criterium:

    • a.

      5 punten voor draagvlak;

    • b.

      5 punten voor continuïteit;

    • c.

      5 punten voor samenwerking;

    • d.

      5 punten voor empowerment;

    • e.

      5 punten voor ecology;

    • f.

      1 punt voor uniciteit.

  • 3.

    Per criterium genoemd in het tweede lid, onderdeel a tot en met e worden:

    • a.

      geen punten toegekend indien niet wordt voldaan aan het criterium;

    • b.

      één punt toegekend indien er in zeer geringe mate wordt voldaan aan het criterium;

    • c.

      twee punten toegekend indien er in geringe mate wordt voldaan aan het criterium;

    • d.

      drie punten toegekend indien gemiddeld wordt voldaan aan het criterium;

    • e.

      vier punten toegekend indien in ruime mate wordt voldaan aan het criterium;

    • f.

      vijf punten toegekend indien in zeer ruime mate wordt voldaan aan het criterium.

  • 4.

    Ten behoeve van de rangschikking wordt voor het criterium genoemd in het tweede lid, onderdeel f een bonuspunt toegekend.

  • 5.

    Gedeputeerde staten verdelen het beschikbare bedrag in de volgorde van de rangschikking voor aanvragen die minimaal 8 punten hebben gescoord.

  • 6.

    Voor zover door verstrekking van subsidie voor aanvragen, die even hoog zijn gerangschikt, het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de onderlinge rangschikking van die aanvragen vastgesteld door middel van loting.

     

Artikel 1.9 Adviescommissies

  • 1.

    Gedeputeerde staten stellen per gebied adviescommissies in die in elk geval tot taak hebben te adviseren over de rangschikking van aanvragen.

  • 2.

    Gedeputeerde staten stellen voor de adviescommissies een reglement vast.\

     

Artikel 1.10 (Niet)subsidiabele kosten

  • 1.

    In aanvulling op artikel 1.10 van de Asv komen kosten die verband houden met de reguliere werkzaamheden van de subsidieontvanger niet voor subsidie in aanmerking.

  • 2.

    Voor het bepalen van de subsidiabele kosten worden vrijwilligersuren gewaardeerd op € 9,78 per uur per vrijwilliger.

     

Artikel 1.11 Subsidiehoogte
  • 1.

    De hoogte van de subsidie bedraagt maximaal € 10.000 voor kleine maatschappelijke initiatieven als bedoeld in artikel 1.2, aanhef en onderdeel a.

  • 2.

    De hoogte van de subsidie bedraag maximaal € 3.000 voor nieuwe evenementen als bedoeld in artikel 1.2, aanhef en onder b.

  • 3.

    De hoogte van de subsidie bedraagt maximaal € 35.000 voor grote maatschappelijke initiatieven als bedoeld in artikel 1.2, aanhef en onder c.

  • 4.

    De hoogte van de subsidie wordt vastgesteld op basis van de aard en omvang van de activiteiten en bedraagt nooit meer dan 40 % van de subsidiabele kosten.

     

Artikel 1.12 Verplichtingen van de subsidieontvanger

Onverminderd de voorwaarden en verplichtingen in paragraaf 2.3 van de Asv, worden de volgende verplichtingen aan de subsidieontvanger opgelegd:

  • a.

    de subsidieontvanger levert ten behoeve van een provinciale website beeldmateriaal of geluidsmateriaal voorzien van een korte toelichting (maximaal 200 woorden) waaruit blijkt dat de activiteit is uitgevoerd;

  • b.

    activiteiten voor kleine maatschappelijke initiatieven en nieuwe evenementen worden binnen twaalf maanden na subsidieverstrekking verricht;

  • c.

    activiteiten voor grote maatschappelijke initiatieven worden binnen 24 maanden na subsidieverstrekking verricht;

  • d.

    de subsidieontvanger toont desgevraagd aan dat de activiteit is verricht door middel van in de verstrekkingsbeschikking aangegeven bewijsmiddelen;

  • e.

    na een daartoe strekkend gemotiveerd en schriftelijk verzoek kan de termijn genoemd in onderdeel c eenmalig voor de duur van ten hoogste 6 maanden worden verlengd;

  • f.

    bij een subsidie van minimaal € 25.000 dient de subsidieontvanger bij de aanvraag tot vaststelling een activiteitenverslag in, waaruit genoegzaam blijkt dat de activiteit waarvoor subsidie is verstrekt overeenkomstig het besluit tot subsidieverlening is verricht en aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan;

  • g.

    de subsidieontvanger is verplicht bij het verrichten van de activiteiten aan te geven dat het project mede tot stand is gekomen door een financiële bijdragen van de provincie Fryslân.

     

Artikel 1.13 Opschortende voorwaarde

Subsidie wordt verleend onder de opschortende voorwaarde dat alle van overheidswege vereiste vergunningen voor de activiteit zijn verkregen.

 

Artikel 1.14 Beleidsregels Iepen Mienskipsfûns 2016

Gedeputeerde staten passen de beleidsregels Iepen Mienskipsfûns 2016 toe bij de rangschikking van subsidieaanvragen en de uitvoering van het Iepen Mienskipsfûns.

 

Artikel 1.15 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van bekendmaking in het Provinciaal Blad.

 

Artikel 1.16 Overgangsrecht
  • 1.

    De subsidieregeling Iepen Mienskipsfûns Fryslân wordt ingetrokken.

  • 2.

    De subsidieregeling Iepen Mienskipsfûns Fryslân blijft van kracht voor subsidies die op basis van de in het eerste lid genoemde subsidieregeling zijn aangevraagd of verstrekt.

     

Artikel 1.17 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Iepen Mienskipsfûns Fryslân 2016.

Naar boven