Statuut Statenonderzoeker provincie Limburg 2015
 
Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen
Artikel 1 definities
In dit statuut wordt verstaan onder:
  • a.
    onderzoek: een onderzoek niet zijnde een enquête;
  • b.
    doelmatigheid: de vraag in hoeverre met de gegeven middelen het maximale resultaat is bereikt of gegeven het resultaat, in hoeverre dit met minimale inspanning is bereikt;
  • c.
    doeltreffendheid: de mate waarin de vooraf gestelde doelen van provinciaal beleid ook daadwerkelijk zijn bereikt;
  • d.
    rechtmatigheid: de mate waarin de handelingen van een organisatie in overeenstemming zijn met de Provinciale begroting en van toepassing zijnde wetten, verordeningen en regels;
  • e.
    de Controlecommissie: commissie zoals bedoeld in de Verordening op de Controlecommissie van Provinciale Staten 2015.
Hoofdstuk 2 Positie en bevoegdheden van de Statenonderzoeker
Artikel 2 Statenonderzoeker
  • 1.
    De onderzoeken worden uitgevoerd door de Statenonderzoeker.
  • 2.
    De Statenonderzoeker oefent zijn in dit statuut omschreven bevoegdheden zelfstandig uit.
  • 3.
    De functie van Statenonderzoeker is onverenigbaar met enig ander dienstverband binnen de provinciale organisatie.
  • 4.
    Provinciale Staten, de Controlecommissie en de griffier kunnen optreden als opdrachtgever voor onderzoek.
  • 5.
    De Statenonderzoeker maakt onderdeel uit van de Griffie en wordt in organisatorisch en bedrijfsvoering technisch opzicht rechtstreeks aangestuurd door de griffier.
Artikel 3 Onafhankelijkheid, bevoegdheden en verantwoordelijkheid
  • 1.
    De bevoegdheden van de Statenonderzoeker kunnen niet worden ingeperkt door Gedeputeerde Staten, de directie, ambtelijke organisatie of instanties met een vergelijkbare taakstelling.
  • 2.
    De lijnverantwoordelijkheid van de griffier ziet toe op beheersmatige en P&O-aangelegenheden van de Statenonderzoeker.
  • 3.
    De Statenonderzoeker stelt de conceptonderzoeksagenda van Provinciale Staten op in overleg met de Controlecommissie en de griffier.
  • 4.
    De Statenonderzoeker adviseert en ondersteunt de Controlecommissie.
  • 5.
    De Controlecommissie is verantwoordelijk voor de invulling van haar onderzoekstaken en legt verantwoording over de invulling van haar onderzoekstaken af aan Provinciale Staten.
Artikel 4 Werkzaamheden van de Statenonderzoeker
De Statenonderzoeker:
  • 1.
    adviseert aan de Controlecommissie over de door Provinciale Staten dan wel de Controlecommissie aangedragen onderwerpen voor controle of (voor)onderzoek en de mogelijke inzet van controle- en onderzoeksinstrumenten voor Provinciale Staten;
  • 2.
    stelt voor elk onderzoek een onderzoeksvoorstel op als bedoeld in artikel 10+;
  • 3.
    adviseert over de onderzoeksagenda van Provinciale Staten, de onderzoeksopzetten en mogelijke onderzoeksmethoden van de daarop voorkomende (voor)onderzoeken;
  • 4.
    toetst in het kader van de Regeling Grote Projecten Statenvoorstellen, projecten, basis- en voortgangsrapportages en eventuele andere documenten en rapporteert en adviseert de Controlecommissie hierover;
  • 5.
    plant en verricht onderzoeken;
  • 6.
    begeleidt en bewaakt (gedeeltelijk) onderzoeken door externen;
  • 7.
    begeleidt en bewaakt (deel)onderzoeken;
  • 8.
    verricht in opdracht van de griffier andere werkzaamheden als Statenadviseur op momenten dat de onderzoekswerkzaamheden dit toelaten;
  • 9.
    voert het onderzoek in beslotenheid uit.
Artikel 5 Onbevooroordeeldheid, integriteit en Gedragscode
  • 1.
    De Statenonderzoeker is onafhankelijk, onbevooroordeeld en integer in zijn functioneren.
  • 2.
    De Statenonderzoeker streeft de hoogste mate van objectiviteit na bij het verzamelen, evalueren en communiceren van informatie over de resultaten van het beleid en de doelmatigheid en rechtmatigheid van handelen.
  • 3.
    De Statenonderzoeker houdt geheim al hetgeen hem in het kader van zijn functioneren als geheim is toevertrouwd, of wat hem daarbij als een vertrouwelijke aangelegenheid en niet officieel ter kennis is gekomen.
  • 4.
    De Statenonderzoeker maakt van deze gegevens alleen gebruik voor zover dat voor de vervulling van hun taak gerechtvaardigd is.
Artikel 6 Waarborg
De Statenonderzoeker wordt op geen enkele wijze benadeeld als gevolg van het uitoefenen van zijn taken krachtens dit statuut.
Artikel 7 Advisering en ondersteuning
  • 1.
    De Statenonderzoeker voert zijn taken uit binnen de door Provinciale Staten, de Controlecommissie dan wel de griffier gestelde randvoorwaarden.
  • 2.
    De Statenonderzoeker ondersteunt en adviseert de Controlecommissie zoals bedoeld in de Verordening op de Controlecommissie 2015.
  • 3.
    De Statenonderzoeker ondersteunt en adviseert desgevraagd bijzondere commissies uit Provinciale Staten waaronder de Enquêtecommissie zoals bedoeld in de Verordening op het onderzoeksrecht (recht van enquête) van Provinciale Staten 2015.
  • 4.
    De Statenonderzoeker ondersteunt en adviseert de griffier bij onderzoeken in diens opdracht.
Artikel 8 Gebruik van informatiebronnen
  • 1.
    De Statenonderzoeker is te allen tijde bevoegd om in, en binnen, het kader van zijn onderzoek, langs hiërarchische weg of, zo nodig, rechtstreeks en binnen de grenzen van de wet, informatie- en gegevensbronnen en bestanden te raadplegen of te laten raadplegen, processen en systemen te toetsen en te doen wat hij overigens noodzakelijk acht, teneinde zijn taken te kunnen vervullen.
  • 2.
    Gedeputeerde Staten, de directie en overige medewerkers van de ambtelijke organisatie van de Provincie Limburg zijn verplicht binnen de opgenomen planning van het onderzoek hieraan hun medewerking te verlenen.
Artikel 9 Ondersteuning Statenonderzoeker
  • 1.
    De griffier kan aan de Statenonderzoeker (tijdelijk) medewerkers toevoegen die, onder verantwoordelijkheid van de Statenonderzoeker, meewerken aan de uitvoering van een onderzoek.
  • 2.
    Voor deze tijdelijke medewerkers is artikel 5 van overeenkomstige toepassing.
Hoofdstuk 3 Het onderzoek
Artikel 10 Onderzoeksvoorstel
  • 1.
    Voorafgaand aan een onderzoek stelt de Statenonderzoeker een conceptonderzoeksvoorstel op met daarin de doelstelling, onderzoeksvragen, de onderzoeksmethode, het normenkader en de onderzoeksplanning.
  • 2.
    Het conceptonderzoeksvoorstel wordt ter vaststelling aangeboden aan de Controlecommissie, voor onderzoeken in opdracht de Controlecommissie dan wel in opdracht van Provinciale Staten, respectievelijk aan de griffier voor onderzoeken in opdracht van de griffier.
  • 3.
    Bij onderzoeken in opdracht van Provinciale Staten biedt de Controlecommissie het door haar vastgestelde onderzoeksvoorstel ter informatie aan Provinciale Staten aan.
Artikel 11 Verslaglegging en openbaarheid
  • 1.
    De Statenonderzoeker draagt zorg voor het opstellen van gespreksverslagen. Deze gespreksverslagen zijn vertrouwelijk.
  • 2.
    Het door de Statenonderzoeker opgestelde en door de opdrachtgever vastgestelde rapport van het onderzoek is openbaar, tenzij het een vertrouwelijk onderzoek betreft.
  • 3.
    De opdrachtgever bepaalt, indien nodig in een besloten vergadering, of voor een onderzoek geheimhouding geldt, en zo ja, op welk moment de geheimhouding wordt opgeheven.
  • 4.
    Het vastgestelde rapport wordt door de opdrachtgever (of de voorzitter namens deze) ondertekend en, indien dit niet openbaar wordt verklaard, door de Statenonderzoeker bewaard.
Artikel 12 Hoor en wederhoor
  • 1.
    De Statenonderzoeker rondt zijn onderzoek (de gegevensverzameling) af met het opstellen van een conceptonderzoeksrapport. Dit conceptonderzoeksrapport bevat het feitencomplex en wordt, indien het een onderzoek betreft naar een thema dat tot de taken van Gedeputeerde Staten behoort, vertrouwelijk voor ambtelijk hoor en wederhoor aan de ambtelijke organisatie voorgelegd met de vraag om te reageren op de juistheid en volledigheid van het feitencomplex.
  • 2.
    Voor hoor en wederhoor van gespreksverslagen geldt een termijn van maximaal 5 werkdagen, tenzij een andere termijn wordt afgesproken.
  • 3.
    Voor hoor en wederhoor van een conceptonderzoeksrapport geldt een termijn van maximaal 10 werkdagen, tenzij een andere termijn wordt afgesproken.
  • 4.
    Verzoeken om correctie of aanvulling worden voldoende onderbouwd en van documentatie voorzien.
  • 5.
    De opdrachtgever beoordeelt eventuele correctieverzoeken en beslist of het conceptonderzoeksrapport als gevolg daarvan wordt aangepast.
  • 6.
    Op verzoek van de algemeen directeur kan een bespreking tussen een vertegenwoordiging van de ambtelijke organisatie en de opdrachtgever plaatsvinden waarbij een toelichting kan worden geven op het onderzoek.
  • 7.
    De opdrachtgever stelt het onderzoeksrapport, eventueel na aanpassing, vast.
Artikel 13 Bestuurlijke reactie
Voordat het onderzoeksrapport van de Controlecommissie aan Provinciale Staten wordt aangeboden met een conceptstatenvoorstel, wordt aan Gedeputeerde Staten de gelegenheid geboden om voorafgaand aan die aanbieding een schriftelijke bestuurlijke reactie op het rapport op te stellen. Hiervoor wordt een termijn van maximaal 15 werkdagen gehanteerd, tenzij een andere termijn wordt afgesproken.
Hoofdstuk 4 Slotbepalingen
Artikel 14 Citeertitel en inwerkingtreding
  • 1.
    Dit statuut treedt in werking op de dag na bekendmaking in het Provinciaal Blad.
  • 2.
    Het “Statuut voor Statenonderzoekers Provincie Limburg 2012”, vastgesteld bij besluit van Provinciale Staten van 12 oktober 2012, vervalt bij de inwerkingtreding van dit statuut.
  • 3.
    Dit statuut wordt aangehaald als: “Statuut Statenonderzoeker provincie Limburg 2015”.
     
Maastricht, 11 februari 2015
Provinciale Staten voornoemd,
drs. Th.J.F.M. Bovens, voorzitter,
drs. J.J. Braam, griffier,
Uitgegeven, 11 februari 2015
De Griffier,
drs. J.J. Braam
Naar boven