Instellingsbesluit Adviescommissie Schade Grondwater 2015 15 Nummer1758600
 
 
Gedeputeerde Staten van Flevoland maken overeenkomstig artikel 136 van de Provinciewet bekend dat zij op 17 maart 2015 onder nummer 1712725 het volgende besluit hebben genomen:
INSTELLINGSBESLUIT ADVIESCOMMISSIE SCHADE GRONDWATER 2015
Besluit van gedeputeerde staten van Drenthe van 24 maart 2015, van Flevoland van 17 maart 2015, van Friesland van 17 maart 2015, van Gelderland van 10 maart 2015, van Groningen van 31 maart 2015, van Limburg van 28 april 2015, van Noord-Brabant van 21 april 2015, van Noord-Holland van 31 maart 2015, van Overijssel van 10 maart 2015, van Utrecht van 21 april 2015, van Zeeland van 14 april 2015, en van Zuid-Holland van 28 april 2015 tot het instellen van een Adviescommissie Schade Grondwater (Instellingsbesluit Adviescommissie Schade Grondwater).
Gedeputeerde staten van Drenthe, van Flevoland, van Friesland, van Gelderland, van Groningen,
van Limburg, van Noord-Brabant, van Noord-Holland, van Overijssel, van Utrecht, van Zeeland en
van Zuid-Holland;
Gelet op artikel 82 van de Provinciewet;
Besluiten:
Artikel 1 Begripsbepaling
In dit besluit wordt onder Gedeputeerde Staten verstaan Gedeputeerde Staten van de Coördinerende Provincie als bedoeld in de Overeenkomst Adviescommissie Schade Grondwater, waarvan dit besluit de bijlage vormt, tenzij anders is bepaald.
Artikel 2 Instelling en taak
  • 1.
    Er is een Adviescommissie Schade Grondwater, in dit besluit commissie genoemd.
  • 2.
    De commissie heeft tot taak het adviseren over verzoeken als bedoeld in artikel 7.19, eerste lid, van de Waterwet.
Artikel 3 Benoeming
  • 1.
    De commissie bestaat uit een voorzitter en vier andere leden. Zij worden benoemd door Gedeputeerde Staten. Gedeputeerde staten benoemen uit de andere leden tevens een plaatsvervangend voorzitter.
  • 2.
    De samenstelling van de commissie is zodanig dat deskundigheid op de volgende gebieden aanwezig is:
    • a.
      hydrologie;
    • b.
      geotechniek en schade aan bebouwing en infrastructuur;
    • c.
      invloed van veranderingen van grondwaterregime op land- en bosbouw, natuur en landschap;
    • d.
      juridische aspecten van schade als gevolg van wijziging in grondwaterregime.
  • 3.
    Gedeputeerde Staten stellen voor elke functie een functieprofiel op.
  • 4.
    Een benoeming geldt voor een termijn van ten hoogste vier jaar. Herbenoeming is mogelijk.
  • 5.
    De voorzitter of een ander lid kan te allen tijde ontslag nemen door een schriftelijke kennisgeving aan Gedeputeerde Staten.
  • 6.
    Gedeputeerde Staten kunnen de voorzitter of een ander lid schorsen of uit zijn functie ontslaan.
Artikel 4 Secretaris en plaatsvervangend secretaris
De commissie wordt bijgestaan door een secretaris en een plaatsvervangend secretaris. Zij worden door BIJ12 benoemd na overleg met de Coördinerend Provincie. De secretaris en de plaatsvervangend secretaris zijn in dienst bij BIJ12, de uitvoeringsorganisatie van de Provincies.
Artikel 5 Verstrekken informatie
Gedeputeerde Staten van elk van de Provincies dragen zorg voor dat de commissie beschikt over de informatie die nodig is voor de uitvoering van haar taak.
Artikel 6 Procedure bij in behandeling nemen verzoek
Indien Gedeputeerde Staten van elk van de Provincies een verzoek als bedoeld in artikel 7.19, eerste lid, van de Waterwet aan de commissie voorleggen, zenden zij daarvan een afschrift aan de vergunninghouder of vergunninghouders die zij daarbij betrokken achten. Zij doen daarvan mededeling aan de verzoeker en, in geval het verzoek verband houdt met een door het bestuur van een waterschap verleende vergunning, aan het desbetreffende bestuur.
Artikel 7 Werkwijze commissie
De commissie stelt haar eigen werkwijze vast binnen de kaders van dit besluit en stelt deze op schrift. Zij zendt een afschrift daarvan aan gedeputeerde staten van elk van de Provincies.
Artikel 8 Procedure advies
  • 1.
    Wanneer de commissie een verzoek als bedoeld in artikel 7.19, eerste lid, van de Waterwet wordt voorgelegd brengt zij zo spoedig mogelijk advies uit over de ondervanging of vergoeding van schade dan wel over de overneming van de onroerende zaak.
  • 2.
    De commissie zendt het ontwerp van haar advies toe aan degene op wiens verzoek zij een onderzoek heeft ingesteld en aan de betrokken vergunninghouder of vergunninghouders.
Artikel 9 Indienen zienswijzen
  • 1.
    Gedurende zes weken na de verzending van het ontwerpadvies kunnen de betrokkenen, bedoeld in artikel 8, tweede lid, schriftelijk hun zienswijze over het ontwerp naar voren brengen bij de commissie. De commissie stelt degenen die een zienswijze hebben ingediend in de gelegenheid hun zienswijze in persoon of bij gemachtigde op een daartoe door haar te beleggen zitting voor één of meer van haar leden mondeling toe te lichten, daarbij desgewenst bijgestaan door deskundigen.
  • 2.
    Van hetgeen op de zitting, bedoeld in het eerste lid, naar voren wordt gebracht wordt een verslag gemaakt.
  • 3.
    Indien zienswijzen naar voren zijn gebracht stelt de commissie haar advies al dan niet gewijzigd vast en zendt dat gelijktijdig met het verslag van de zitting en haar beschouwingen omtrent de zienswijzen toe aan de betrokkenen, bedoeld in artikel 8, tweede lid.
  • 4.
    Indien geen zienswijzen naar voren zijn gebracht stelt de commissie haar advies binnen vier weken nadat de termijn voor het naar voren brengen van zienswijzen is verstreken, vast en zendt dat toe aan de betrokkenen, bedoeld in artikel 8, tweede lid.
  • 5.
    De in het derde en vierde lid genoemde stukken worden tevens toegezonden aan Gedeputeerde Staten van de desbetreffende Provincies en, in geval het verzoek, bedoeld in 7.19, eerste lid, van de Waterwet, verband houdt met een door het bestuur van een waterschap verleende vergunning, aan het desbetreffende bestuur.
Artikel 10 Behandeling verzoeken
  • 1.
    De commissie stelt per ingediend verzoek een beschrijving op van de behandeling ervan, inclusief een tijdsplanning en kostencalculatie. Bij uitbesteding van onderzoek worden de aanbestedingsregels in acht genomen die gelden voor BIJ12.
  • 2.
    De commissie zendt de beschrijving ter accordering aan Gedeputeerde Staten van de desbetreffende Provincies.
  • 3.
    De commissie houdt de stukken die betrekking hebben op de door haar uitgebrachte adviezen, ter beschikking van Gedeputeerde Staten van de desbetreffende Provincies.
Artikel 11 Openbaarheid van vergaderingen
De vergaderingen van de commissie zijn niet openbaar.
Artikel 12 Vergoeding
De voorzitter en de andere leden van de commissie ontvangen een vergoeding met toepassing van de verordening, bedoeld in artikel 94 van de Provinciewet, van de provincie Overijssel.
Artikel 13 Rapportage; verantwoording
  • 1.
    De commissie brengt jaarlijks voor 1 april aan Gedeputeerde Staten van elk van de Provincies een verslag uit van haar werkzaamheden in het daaraan voorafgaande jaar. Gedeputeerde Staten kunnen aanwijzingen geven omtrent de inhoud van het verslag.
  • 2.
    De voorzitter van de bestuurlijke adviescommissie Duurzame ruimtelijke ontwikkeling en Waterbeheer van het IPO (BAC DROW) heeft jaarlijks voor 1 april een overleg met de voorzitter van de commissie. Onderwerp van gesprek zijn de zaken die van belang zijn voor het functioneren van de commissie.
Artikel 14 Archief
Het archief van de commissie wordt bijgehouden door de secretaris, met inachtneming van de daarvoor voor BIJ12 geldende regels. De commissie draagt na beëindiging van haar werkzaamheden de archiefbescheiden zo spoedig mogelijk over aan Gedeputeerde Staten.
Artikel 15 Inwerkingtreding
Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte van het laatst uitgegeven provinciaal blad waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2015.
Artikel 16 Citeertitel
Dit gewijzigde besluit wordt aangehaald als: Instellingsbesluit Adviescommissie Schade Grondwater 2015.
Gedeputeerde Staten van Flevoland,
de secretaris, de voorzitter,
Naar boven