Beleidsregel vormverandering bouwkavel intensieve veehouderijen in extensiveringsgebieden intensieve veehouderij
Gedeputeerde Staten van Limburg maken ter voldoening aan het bepaalde in de (wettelijke grondslag(en) invullen) bekend dat zij in hun vergadering van 26 mei 2015 hebben vastgesteld:
 
Beleidsregel vormverandering bouwkavel intensieve veehouderijen
 
Inhoud Beleidsregel
 
Bij de uitvoering en handhaving van de Omgevingsverordening Limburg 2014, zullen wij het verbod op het vergroten van het bouwkavel binnen extensiveringsgebieden, als bedoeld in artikel 2.11.2, tweede lid, niet van toepassing laten zijn op vormveranderingen waarbij:
 
  • de bestaande bouwmogelijkheden binnen het bouwkavel uit bedrijfseconomisch oogpunt ongunstig zijn, èn
  • de door de ondernemer gewenste vormverandering per saldo geen negatieve invloed heeft op de aspecten die bij de integrale afweging moeten worden betrokken.
 
Toelichting
 
Paragraaf 2.11, Intensieve veehouderij, van de Omgevingsverordening is in de verordening opgenomen ter vervanging van het in 2004 vastgestelde (en in 2006 partieel herziene) Reconstructieplan Noord- en Midden-Limburg. Dat plan is vanwege het vervallen van de Reconstructiewet in 2014 ingetrokken en vervangen door een vergelijkbare regeling in de Omgevingsverordening.
 
In de partiële herziening van het Reconstructieplan in 2006 was bovenstaande uitzondering opgenomen. Die uitzondering was het gevolg van de vernietiging door de Raad van State (uitspraak: 6 juli 2005) van de eerdere verbodsbepaling voor vormverandering van een bouwkavel van intensieve veehouderijen in extensiveringsgebieden intensieve veehouderij in het Reconstructieplan 2004.
 
Omdat de regeling in de Omgevingsverordening de vervanger is van het voormalige Reconstructieplan, moeten de begrippen en de uitleg daarvan aansluiten bij het Reconstructieplan. Dat betekent dat de uitzondering die in de partiële herziening was opgenomen, ook voor de regeling in de Omgevingsverordening van toepassing moet zijn. In de Omgevingsverordening en de toelichting daarop is dat niet met zoveel woorden bepaald. Om misverstanden te voorkomen wordt via deze beleidsregel bewerkstelligd dat de bedoelde uitzondering in de praktijk wordt toegepast.
 
Bij de eerstvolgende herziening van de Omgevingsverordening zal dit alsnog in de regels zelf worden opgenomen.
 

Gedeputeerde Staten voornoemd

de voorzitter,

dhr. drs. Th.J.F.M. Bovens

secretaris

dhr. mr. A.C.J.M. de Kroon

Naar boven