RECTIFICATIE
 
Provincie Noord-Holland; Uitvoeringsregeling subsidie waterbewust Noord-Holland 2015.
Besluit van gedeputeerde staten van Noord-Holland van 28 april 2015, nr . 597992-597998, tot vaststelling van de Uitvoeringsregeling subsidie waterbewust Noord-Holland 2015.
 
Gedeputeerde staten van Noord-Holland;
 
Overwegende dat Provinciale Staten op 16 november 2009 het Waterplan 2010-2015 ‘Beschermen, benutten, beleven en beheren’ hebben vastgesteld;
 
Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Holland 2011;
 
Gelet op artikel 36 van Verordening (EU) Nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PbEU L187/1);
 
Gelet op artikel 14 van de Verordening (EU) Nr. 702/2014 van de Commissie van 25 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PbEU L 193/1);
 
Besluiten vast te stellen:
Uitvoeringsregeling subsidie waterbewust Noord-Holland 2015.
 
Artikel 1
  • 1.
    Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten waardoor de subsidieaanvrager minder afhankelijk wordt van het watersysteem en meer zelfvoorzienend wordt in de watervoorziening.
  • 2.
    Indien de activiteit bestaat uit draineer- of irrigatiewerkzaamheden, wordt subsidie uitsluitend verstrekt indien met de activiteit een daling van het voorafgaande waterverbruik van ten minste 25 % wordt gerealiseerd.
Artikel 2
Subsidie wordt verstrekt aan:
  • a.
    landbouworganisaties;
  • b.
    landbouwverenigingen;
  • c.
    ondernemingen die in de primaire productie van de in Bijlage I van het EG-verdrag vermelde landbouwproducten actief zijn;
  • d.
    micro-,kleine- en middelgrote ondernemingen;
  • e.
    verenigingen van micro-, kleine en middelgrote ondernemingen.
Artikel 3
Subsidies van minder dan € 5.000,- worden niet verstrekt.
Artikel 4
Bij subsidies tot maximaal € 10.000,- gaat geen subsidieverlening aan de subsidievaststelling vooraf.
Artikel 5
  • 1.
    Een aanvraag om subsidie wordt niet behandeld indien met de uitvoering is gestart voordat de aanvraag is ontvangen.
  • 2.
    Een aanvraag om subsidie bevat tenminste:
    • a.
      een begroting van de kosten van de activiteit;
    • b.
      een financieringsplan van de kosten van de activiteit;
    • c.
      een inhoudelijke beschrijving van de activiteit;
    • d.
      een beschrijving van de huidige situatie, de effecten en concrete resultaten die met het uitvoeren van het project worden beoogd;
    • e.
      de start- en einddatum van het project;
    • f.
      een overzicht met de benodigde vergunningen.
  • 3.
    Indien de subsidieaanvrager deel uit maakt van een samenwerkingsverband bevat de aanvraag om subsidie tevens:
    • a.
      een document waaruit blijkt dat het project de instemming heeft van alle projectpartners, en
    • b.
      een document waaruit blijkt dat de aanvrager gemachtigd is de aanvraag te doen, alle correspondentie te voeren en de subsidie namens ondergetekenden te ontvangen.
Artikel 6
Gedeputeerde staten stellen een subsidieplafond vast.
Artikel 7
  • 1.
    Een aanvraag om subsidie is tijdig ingediend indien de aanvraag tot en met 30 oktober 2015 is ontvangen.
  • 2.
    Een aanvraag om subsidie die buiten de in het vorige lid genoemde periode wordt ontvangen, wordt niet in behandeling genomen.
Artikel 8
  • 1.
    Aanvragen om subsidie worden behandeld op volgorde van ontvangst.
  • 2.
    Wanneer een aanvrager op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag, de datum waarop de aanvraag is aangevuld.
  • 3.
    Indien meerdere aanvragen op dezelfde dag worden ontvangen en door honorering van deze aanvragen het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de aanvraag met de laagste projectkosten als eerste in behandeling genomen.
  • 4.
    Gedeputeerde staten beslissen binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag om subsidie.
Artikel 9
Subsidie wordt geweigerd indien:
  • a.
    de activiteit niet financieel haalbaar is;
  • b.
    de activiteit niet in de provincie Noord-Holland wordt uitgevoerd, of;
  • c.
    de maatregel wordt uitgevoerd om aan een wettelijke verplichting te voldoen.
Artikel 10
  • 1.
    Subsidie wordt verstrekt voor de direct aan de uitvoering van de activiteit toe te rekenen kosten.
  • 2.
    Subsidie wordt niet verstrekt voor:
    • a.
      de aankoop van gronden;
    • b.
      afwateringswerkzaamheden;
    • c.
      de kosten van beheer en onderhoud;
    • d.
      leges.
Artikel 11
  • 1.
    Indien de subsidieontvanger een micro- of een kleine onderneming is, bedraagt de subsidie 60% van de subsidiabele kosten tot maximaal € 100.000,-.
  • 2.
    Indien de subsidieontvanger een vereniging van micro-, kleine en middelgrote ondernemingen of een middelgrote onderneming is, bedraagt de subsidie 50% van de subsidiabele kosten tot maximaal € 100.000,-.
  • 3.
    Indien de subsidieontvanger een kleine of middelgrote onderneming is die actief is in de primaire landbouw, bedraagt de subsidie 40% van de subsidiabele kosten tot maximaal € 100.000,-.
Artikel 12
  • 1.
    Indien toepassing van artikel 11 zou leiden tot het overtreden van het verbod op het geven van staatssteun in de zin van de artikelen 107 en 108 van het VWEU, wordt het subsidiebedrag in afwijking van artikel 10 zodanig vastgesteld dat het totaal van alle subsidies voor de activiteit niet hoger is dan het bedrag dat op grond van de van toepassing zijnde vrijstellingsverordeningen van de Europese Commissie verstrekt mag worden.
  • 2.
    Indien aan een onderneming een terugvorderingsbevel is gegeven omdat eerdere steun onrechtmatig en onverenigbaar is verklaard met de interne markt, wordt geen betaling gedaan van een subsidie die op grond van deze uitvoeringsregeling aan de onderneming is verstrekt.
Artikel 13
De subsidieontvanger is verplicht om:
  • a.
    binnen twee jaar na ontvangst van de subsidiebeschikking de activiteit te hebben afgerond, en
  • b.
    12 maanden nadat de activiteit is uitgevoerd aan gedeputeerde staten de behaalde resultaten en effecten van de activiteit te melden.
Artikel 14
  • 1.
    Een aanvraag tot vaststelling van de subsidie wordt ingediend binnen 13 weken na voltooiing van de activiteit.
  • 2.
    Gedeputeerde staten beslissen binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag tot vaststelling van de subsidie.
Artikel 15
  • 1.
    De uitvoeringsregeling subsidie waterbewust Noord-Holland 2013 wordt ingetrokken.
  • 2.
    Deze regeling treedt in werking de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin zij is geplaatst.
  • 3.
    Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2016.
  • 4.
    Deze regeling wordt aangehaald als Uitvoeringsregeling subsidie waterbewust Noord-Holland 2015.
     
Haarlem, 18 mei 2015.
Gedeputeerde staten van Noord-Holland,
J.W. Remkes, voorzitter.
G.E.A. van Craaikamp, provinciesecretaris.
Uitgegeven op 20 mei 2015.
 
Naar boven