Bevoegdhedenregeling Provinciale Staten van Limburg 2015
 
Provinciale Staten van Limburg
maken ter voldoening aan het bepaalde in de Provinciewet bekend dat zij in hun vergadering van 25 maart 2015 hebben vastgesteld:
Bevoegdhedenregeling Provinciale Staten van Limburg 2015
 
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsbepalingen
In het kader van dit besluit wordt verstaan onder:
  • a.
    Presidium: een via het Reglement van Orde voor Provinciale Staten ingestelde Statencommissie, belast met de organisatie en het functioneren van Provinciale Staten en de Statencommissies;
  • b.
    griffier: de griffier van Provinciale Staten van Limburg als bedoeld in artikel 97 van de Provinciewet;
  • c.
    plaatsvervangend griffier: de daartoe door het Presidium op grond van artikel 104d Provinciewet jo. artikel 2, achtste lid van het Reglement van Orde voor Provinciale Staten Provincie Limburg 2015 aangewezen persoon;
  • d.
    adviescommissie: de commissie zoals bedoeld in artikel 2 van het Reglement bezwaren en klachten Provincie Limburg;
  • e.
    klachtenfunctionaris: de functionaris zoals bedoeld in artikel 7 van het Reglement bezwaren en klachten Provincie Limburg;
  • f.
    beslissing: beslissing gericht op publiekrechtelijk of privaatrechtelijk rechtsgevolg, dan wel gericht op feitelijk gevolg;
  • g.
    Griffiemedewerkers: de medewerkers van de Griffie exclusief de griffier;
  • h.
    Griffie: griffier en Griffiemedewerkers Provincie Limburg;
  • i.
    rechtspositionele regelingen: de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies (CAP) en zijn uitvoeringsregelingen alsmede overige provinciale regelgeving en afspraken betreffende rechtspositie en personeel;
  • j.
    algemeen directeur: de directeur als bedoeld in het Directiestatuut Provincie Limburg;
  • k.
    Werkgeverscommissie: de commissie, die door Provinciale Staten is ingesteld om de werkgeverstaken en –verantwoordelijkheden uit te oefenen.
Artikel 2 Toepasselijkheid
Deze regeling is van toepassing op provinciale medewerkers die worden benoemd, geschorst en ontslagen door Provinciale Staten; daartoe behoren in elk geval de griffier en de medewerkers van de Griffie.
Hoofdstuk 2 Personeel en organisatie Griffie
Artikel 3 Personele beslissingsbevoegdheden
  • 1.
    Aan de griffier is de bevoegdheid gemandateerd tot het nemen van alle rechtspositionele beslissingen ten aanzien van de Griffiemedewerkers, met uitzondering van de besluiten tot onvrijwillig ontslag en disciplinaire maatregelen. Deze laatste bevoegdheden zijn voorbehouden aan de Werkgeverscommissie.
  • 2.
    Aan de Werkgeverscommissie is de bevoegdheid gedelegeerd tot het nemen van alle rechtspositionele beslissingen ten aanzien van de griffier, met uitzondering van de besluiten tot benoeming, schorsing, ontslag en disciplinaire maatregelen. Deze laatste bevoegdheden zijn voorbehouden aan Provinciale Staten.
  • 3.
    De ambtelijke organisatie verricht voor Provinciale Staten en de Griffie dezelfde (voorbereidende en uitvoerende) werkzaamheden als zij voor zichzelf verricht voor zover Provinciale Staten en de griffier daar een beroep op doen. Zo nodig ziet de algemeen directeur hierop toe.
  • 4.
    Provinciale Staten delegeren hun werkgeversrol en –bevoegdheden aan de Werkgeverscommissie voor zover niet gemandateerd aan de griffier. De commissie is in ieder geval bevoegd tot:
    • a.
      het van toepassing verklaren van rechtspositionele regelingen op de medewerkers van de Griffie alsmede het buiten toepassing verklaren van rechtspositionele regelingen;
    • b.
      het nemen van besluiten inzake de formatie van de Griffie;
      c. het voorbereiden van formele besluitvorming in het Presidium respectievelijk Provinciale Staten inzake het jaarbudget en dergelijke van de Griffie.
Artikel 4 Overleg/advies
In bijzondere gevallen voert de griffier overleg met de Werkgeverscommissie alvorens gebruik te maken van de in artikel 3 van deze regeling bedoelde bevoegdheden. Van een bijzonder geval is in ieder geval sprake als de griffier voornemens is af te wijken van een van toepassing verklaarde regeling of van een advies over de uitvoering van een rechtspositionele regeling.
Hoofdstuk 3 Juridische zaken PS: Wob-verzoeken, bezwaar- en beroepsprocedures, verweer en klachten
Artikel 5 Besluiten op Wob-verzoeken
Het Presidium heeft mandaat te besluiten op verzoeken in het kader van de Wet openbaarheid van bestuur, gericht aan Provinciale Staten of betrekking hebbende op informatie die berust onder Provinciale Staten.
 
Artikel 6 Verweer voeren en hoger beroep instellen
De griffier en de plaatsvervangend griffier hebben mandaat om voorbereidingshandelingen te verrichten en verweer te voeren in bezwaar- en/of beroepsprocedures inzake verzoeken om informatie op grond van de Wet openbaarheid van bestuur die gericht zijn aan Provinciale Staten dan wel informatie betreffen die onder Provinciale Staten berust.
 
Artikel 7 Voorbereiding beslissing op bezwaarschriften en klachten
  • 1.
    De griffier en plaatsvervangend griffier hebben mandaat om:
    • a.
      advies te vragen aan de adviescommissie bij de voorbereiding van een beslissing op een bezwaarschrift tegen een door Provinciale Staten genomen besluit;
    • b.
      de beslissing op een bezwaarschrift tegen een besluit van Provinciale Staten te verdagen overeenkomstig artikel 7:10 van de Algemene wet bestuursrecht;
    • c.
      advies te vragen aan de klachtenfunctionaris van de Provincie Limburg bij de voorbereiding van een beslissing op een klacht als bedoeld in afdeling 9.2 van de Algemene wet bestuursrecht.
  • 2.
    In bijzondere gevallen overlegt de griffier met de voorzitter van Provinciale Staten.
 
Artikel 8 Beslissen op bezwaarschrift
De Werkgeverscommissie is bevoegd te beslissen op bezwaarschriften gericht tegen besluiten van de griffier zoals bedoeld in artikel 3, eerste lid van deze regeling.
 
Hoofdstuk 4 Financiën PS, Griffie en ZRK
Artikel 9 Besteding budgetten
  • 1.
    De griffier is bevoegd tot het aangaan van privaatrechtelijke rechtshandelingen.
  • 2.
    De griffier heeft mandaat beslissingen te nemen met betrekking tot de besteding van budgetten die door Provinciale Staten zijn vastgesteld in de begroting van Provinciale Staten, Griffie en Zuidelijke Rekenkamer.
  • 3.
    De griffier dient bij het nemen van beslissingen zoals bedoeld in het eerste lid van deze regeling de volgende randvoorwaarden in acht te nemen:
    • a.
      de te nemen beslissing moet redelijk zijn en het financiële gevolg van deze beslissing moet passen binnen de door Provinciale Staten bij de vaststelling van de begroting van Provinciale Staten, Griffie en Zuidelijke Rekenkamer vastgestelde lijst met budgetten;
    • b.
      verplichtingen met een geraamde waarde van € 25.000,00 exclusief BTW of meer worden slechts aangegaan na voorafgaande goedkeuring van het Presidium dan wel Provinciale Staten;
    • c.
      bij het verstrekken van opdrachten worden de geldende aanbestedingsregels gevolgd.
  • 4.
    De griffier kan het beheer van een budget opdragen aan een onder zijn verantwoordelijkheid werkende ambtenaar.
  • 5.
    Onder beheer als bedoeld in het vorige lid wordt verstaan:
    • a.
      het bewaken van de uitgaven binnen het kader van de verplichtingen zoals die door de griffier zijn aangegaan;
    • b.
      het accorderen van betalingen voor zover deze passen binnen het kader van de verplichtingen zoals die door de griffier zijn aangegaan.
  • 6.
    De griffier legt periodiek aan het Presidium verantwoording af over de besteding van de budgetten die onder zijn verantwoordelijkheid vallen.
 
Hoofdstuk 5 Slotbepalingen
Artikel 10 Randvoorwaarden
Bevoegdheden, die in beginsel onder het bereik van deze regeling vallen worden door de griffier en/of de Werkgeverscommissie niet uitgeoefend indien er sprake is van een bestuurlijk of politiek gevoelige aangelegenheid. In dat geval leggen zij een voorstel aan Provinciale Staten c.q. het Presidium voor.
 
Artikel 11 Ondertekening
De bevoegdheid om op grond van de artikelen in de hoofdstukken 2 en 3 beslissingen te nemen, impliceert de bevoegdheid tot ondertekening namens het bevoegde bestuursorgaan.
 
Artikel 12 Onvoorziene omstandigheden
In onvoorziene, spoedeisende gevallen, waarin onverwijld handelen geboden is, handelt de griffier, het Presidium of de Werkgeverscommissie in de geest van deze regeling.
 
Artikel 13 Inwerkingtreding en Citeertitel
  • 1.
    Deze regeling treedt in werking op de dag na publicatie in het Provinciaal Blad.
  • 2.
    De Bevoegdhedenregeling Provinciale Staten 2012, vastgesteld bij besluit van Provinciale Staten van 12 oktober 2012, vervalt bij de inwerkingtreding van deze regeling.
  • 3.
    Deze regeling kan worden aangehaald als de “Bevoegdhedenregeling Provinciale Staten van Limburg 2015”.
 

Aldus besloten in de openbare vergadering van Provinciale Staten, gehouden op 25 maart 2015.

Provinciale Staten voornoemd

de voorzitter,

dhr. drs. Th.J.F.M. Bovens

de griffier,

mw. drs. J.J. Braam

Naar boven