Subsidieplafonds cofinanciering EFRO Zuid-Holland
 
Provinciale Staten,
 
Gelet op:
Artikel 4:25 en 4:26 van de Awb;
Artikel 5, eerste lid, van de Algemene subsidieverordening Zuid-Holland 2013;
Alsmede gelet op de in artikel 2.5 van de Subsidieregeling cofinanciering EFRO Zuid-Holland opgenomen verdelingsregels;
 
Besluiten:
 
Vastgesteld een subsidieplafond van € 12,85 mln. voor de subsidieregeling cofinanciering OP Kansen voor West II voor de periode 2015 t/m 2020.
 
Den Haag, 4 maart 2015
 
Provinciale Staten van Zuid-Holland,
griffier, voorzitter,
 
drs. R.H. VAN LUIJK,
drs. J. SMIT, voorzitter
 
Provinciale Staten,
 
Gelet op:
Artikel 4:25 en 4:26 van de Awb;
Artikel 5, eerste lid, van de Algemene subsidieverordening Zuid-Holland 2013;
Alsmede gelet op de in artikel 2.5 van de Subsidieregeling cofinanciering EFRO Zuid-Holland opgenomen verdelingsregels;
 
Besluiten:
 
Vastgesteld een subsidieplafond van € 3 mln. voor de subsidieregeling cofinanciering grensoverschrijdend Interreg-A projecten met Vlaanderen voor de periode 2015 t/m 2020.
 
Den Haag, 4 maart 2015
 
Provinciale Staten van Zuid-Holland,
griffier, voorzitter,
 
drs. R.H. VAN LUIJK,
drs. J. SMIT, voorzitter
 
Gedeputeerde Staten,
 
Gelet op:
Artikel 4:25 en 4:26 van de Awb;
Artikel 5, eerste lid, van de Algemene subsidieverordening Zuid-Holland 2013;
Alsmede gelet op de in artikel 2.5 van de Subsidieregeling cofinanciering EFRO Zuid-Holland opgenomen verdelingsregels;
 
Besluiten:
Deelplafond 1. van € 2 mln. staat open voor:
Het volgende gedeelte van het Operationeel Programma EFRO 2014-2020 West Nederland: specifieke maatregel ‘Toepassen nieuwe kennis’ onder doelstelling 1 prioriteit 1b: ‘Valorisatie, het vergroten van het aandeel (met name internationaal vermarktbare) innovatieve producten en diensten in de totale omzet bij bedrijven’.
 
Voor zover de projectactiviteiten aansluiten bij het beschreven doel:
‘Het stimuleren van de ontwikkeling en toepassing van kennis in nieuwe producten en diensten t.b.v. maatschappelijke uitdagingen’ en bij de maatschappelijke uitdagingen in Zuid-Holland, waaronder: de Bio Based Economy, Schone en Slimme mobiliteit, Slimme steden, Veilige Delta, Voedselzekerheid & - veiligheid en Gezond Ouder worden. Het maximale subsidiepercentage voor dit deelplafond is maximaal 20% van de totale subsidiabele kosten.
 
Deelplafond 2. € 1,25 mln. staat open voor:
Het volgende gedeelte van het Operationeel Programma EFRO 2014-2020 West Nederland: Doelstelling 3 prioriteit 4a: Het verkleinen van het aandeel fossiele brandstoffen in het totale energieverbruik (primair en finaal) van landsdeel West.
 
Voor zover de projectactiviteiten aansluiten bij het beschreven doel:
Het verlagen van de CO2 emissie van de regio Zuid-Holland door toepassing van biomassa in plaats van fossiele grondstoffen. Voor de productie van hernieuwbare energie gaat het daarbij specifiek om bestaande stromen biomassa. Een project dient in ieder geval de gebruikte grondstof een hogere toepassing te geven op de ladder van de bio-based economy (de zgn. biomassa waarde piramide). Het maximale subsidiepercentage voor dit deelplafond is maximaal 25% van de totale subsidiabele kosten.
 
Den Haag, 3 maart 2015
 
Gedeputeerde staten van Zuid-Holland
mw. Drs. J.A.M. HILGERSOM, secretaris
drs. J. SMIT, voorzitter
 
Besluit van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland (17 februari 2015 , PZH-2015-505659806 , DOS-2012-0011625 ) tot vaststelling van de Subsidieregeling cofinanciering EFRO Zuid-Holland.
 
Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland;
 
Gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Zuid-Holland;
 
Gelet op de Verordening (EU) Nr. 1303/2013 van het Europese Parlement en de Raad, van 17 december 2013, houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PbEU L 347/320);
 
Gelet op het Operationeel Programma EFRO 2014-2020 West-Nederland;
 
Gelet op de Uitvoeringswet EFRO;
 
Gelet op de Uitvoeringsregeling EFRO programmaperiode 2014-2020 Staatscourant Nr.34064, 26-11-2014;
 
Gelet op artikel 1:3, vierde lid, juncto titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht;
 
Gelet op het samenwerkingsconvenant G4P4 inzake het Operationeel Programma West-Nederland 2014-2020;
 
Besluiten:
 
Vast te stellen de volgende regeling:
Subsidieregeling cofinanciering EFRO Zuid Holland;
 
1 Algemene bepalingen
Artikel 1.1: Begripsbepalingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
 
Asv: Algemene subsidieverordening Zuid-Holland 2013;
 
Bevoegde bestuursorgaan: Voor uitvoering van het OP Kansen voor West II is het bevoegde bestuursorgaan de Managementautoriteit. Voor uitvoering van Interreg V is het bevoegde bestuursorgaan de Beheersautoriteit voor Interreg;
 
Clean Technology: Schone technologie onder andere in de sectoren Biobased Economy, Water & Delta, Transport & Logistiek, Energie;
 
Economische Agenda Zuidvleugel: Beleidsdocument inclusief latere wijzigingen en onderliggende uitvoeringsprogramma’s;
 
Interreg V Twee Zeeën: Samenwerkingsprogramma Interreg V 2 Zeeën 2014-2020
 
Interreg V Vlaanderen Nederland: Samenwerkingsprogramma Interreg Vlaanderen-Nederland 2014-2020 van november 2014;
 
Operationeel Programma Kansen voor West II: Operationeel Programma EFRO 2014-2020 West-Nederland;
 
Provinciaal beleid: Beleidsvisie en uitvoeringsstrategie regionale economie en energie en de Nota intensivering Energiebeleid.
Artikel 1. 2: Subsidiabele activiteiten
Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten die;
  • 1.
    bijdragen aan het realiseren van beleidsdoelen uit het vigerende, toepasselijke beleid van de Provincie Zuid-Holland en de Economische Agenda Zuidvleugel, en
  • 2.
    in aanmerking komen voor een projectsubsidie op grond van één van de volgende Europese programma’s:
    • a.
      Operationeel Programma (OP) Kansen voor West II, met uitzondering van:
      -Het onderdeel geïntegreerde territoriale investeringen;
      -Doelstelling 4: Het verlagen van het energieverbruik in de bebouwde omgeving, van Investeringsprioriteit 4c: Ondersteuning van energie-efficiëntie, slim energiebeheer en het gebruik van hernieuwbare energie in openbare infrastructuur, met inbegrip van openbare gebouwen, en in de woningbouwsector van thematische doelstelling 4: Ondersteuning van de overgang naar een koolstofarme economie in alle bedrijfstakken.
    • b.
      Interreg V Vlaanderen Nederland, voor zover ze betrekking hebben op het thema Clean Technology, met uitzondering van Prioritaire as 3 ‘Duurzame groei – milieu en hulpbronnen’.
    • c.
      Interreg V Twee Zeeën, voor zover ze betrekking hebben op het thema Clean Technology.
Artikel 1.3 Doelgroep
Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt aan aanvragers die zijn bedoeld in de Europese programma’s als bedoeld in artikel 1.2 2e lid van deze regeling.
 
2 Procedure en voorwaarden
Artikel 2.1 Toepasselijkheid
De Asv is van toepassing voor zover deze niet in strijd is met nationale of Europese wet- en regelgeving met betrekking tot de in artikel 1.2 genoemde programma’s.
Artikel 2.2 Weigeringsgronden
Gedeputeerde Staten weigeren een subsidie wanneer de beoogde financiering op grond van de in artikel 1.2 2e lid genoemde programma's  door het bevoegde bestuursorgaan niet wordt verstrekt.
Artikel 2.3 Subsidievereisten
Aanvragen op grond van het programma genoemd in artikel 1.2 2e lid onder c komen alleen voor subsidie in aanmerking indien minstens één van de deelnemende samenwerkingspartners een projectpartner uit Vlaanderen is.
Artikel 2.4 Subsidiehoogte
De subsidie bedraagt voor de in artikel 1.2 2e lid onder b en c genoemde programma’s maximaal 15% van het gedeelte van de subsidiabele kosten van de Zuid-Hollandse partners.
Artikel 2.5 Rangschikking
  • 1.
    Subsidie wordt verdeeld op volgorde van datum van binnenkomst van de subsidieaanvragen, waarbij de datum waarop de aanvraag volledig is, geldt als datum van binnenkomst.
  • 2.
    Voor zover door verstrekking van subsidie voor volledige aanvragen, die op dezelfde dag zijn ontvangen, het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de onderlinge rangschikking van die aanvragen vastgesteld door middel van loting.
Artikel 2.6 Opschortende voorwaarde
Gedeputeerde Staten kunnen subsidie verstrekken onder de opschortende voorwaarde dat subsidie is verstrekt door het bevoegde bestuursorgaan.
Artikel 2.7 Verplichtingen van de subsidieontvanger
De verplichtingen en voorwaarden die zijn opgenomen in de beschikking van het bevoegde bestuursorgaan tot verlening van de subsidie in het kader van een programma als bedoeld in artikel 1.2 2e lid zijn zo nodig in afwijking van de Asv- van overeenkomstige toepassing.
Artikel 2.8 Verantwoordingsvereisten
De aanvraag tot vaststelling van de subsidie wordt uiterlijk binnen vier weken na dagtekening van de vaststelling door het bevoegde bestuursorgaan ingediend bij Gedeputeerde Staten.
Artikel 2.9 Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin zij wordt geplaatst.
Artikel 2.10 Citeertitel
Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling cofinanciering EFRO Zuid-Holland.
 
Den Haag, 17 februari 2015
 
Gedeputeerde staten van Zuid-Holland
mw. Drs. J.A.M. HILGERSOM, secretaris
drs. J. SMIT, voorzitter
 
Toelichting bij de subsidieregeling cofinanciering EFRO Zuid-Holland
1. Inleiding
Deze toelichting geeft uitleg over de achtergrond, de procedures en de regelgeving
die horen bij de subsidieregeling cofinanciering EFRO (hierna: subsidieregeling).
 
2. Doel van cofinanciering
De provincie Zuid-Holland wil het gebruik van Europese subsidies stimuleren door cofinanciering beschikbaar te stellen voor projecten die in aanmerking komen voor het Europees fonds voor Regionale ontwikkeling (EFRO). Dit is vastgelegd in het collegeprogramma en de ‘Randstad Strategie Europa 2012 - 2015’ van de vier Randstadprovincies. De subsidie geldt voor de EFRO-programma’s: Kansen voor West II en de Interreg A programma’s: Nederland- Vlaanderen en Twee Zeeën. Projecten die voor subsidie in aanmerking komen moeten betrekking hebben op valorisatie en versterking van de economie in Zuid-Holland of op het stimuleren van duurzame energie. Projecten zullen dan ook een bijdrage moeten leveren aan het toepasselijke vigerende provinciale beleid op het gebied van economie en energie en aan de Economische Agenda Zuidvleugel incl. onderliggende uitvoeringsprogramma. Zie voor de specifieke programmalijnen en doelstellingen de genoemde EFRO-programma’s.
 
Door middel van deze subsidieregeling kan de begroting van projecten sluitend gemaakt worden. Hiermee wordt de kans dat een Europese subsidieaanvraag door een Zuid-Hollands bedrijf en/of instellingen wordt gehonoreerd vergroot.
 
4. Artikelsgewijze toelichting
 
Artikel 1.2
In dit artikel wordt beschreven dat er alleen subsidie kan worden gegeven voor
projecten die en in aanmerking komen voor een Europese EFRO-subsidie van de programma’s:
  • 1.
    Kansen voor West II (m.u.v. doelstelling 4: het verlagen van het energieverbruik in de bebouwde omgeving) en de,
  • 2.
    INTERREG A programma’s:
    • a.
      Nederland- Vlaanderen (m.u.v. prioritaire as 3: duurzame groei – milieu en hulpbronnen) en
    • b.
      Twee Zeeën,
Voor zover de projecten betrekking hebben op het thema clean technology en een bijdrage leveren aan het op dat moment geldende provinciale beleid en aan de Economische Agenda Zuidvleugel incl. onderliggende uitvoeringsprogramma.
 
Artikel 1.3 Doelgroep
Als de aanvrager niet behoort tot de doelgroep van het EFRO-programma, dan wordt geen subsidie verleend.
 
Artikel 2.1 ToepasselijkheidIn dit artikel wordt aangegeven dat bij tegenstrijdigheden tussen de regelingen m.b.t. de genoemde EFRO-programma’s en de ASV, de regelingen van de EFRO-programma’s prevaleren.
 
Artikel 2.2 Weigeringsgronden
Er wordt alleen subsidie verleend aan projecten waarvoor tevens een EFRO-subsidie is verstrekt.
 
Artikel 2.3 Subsidievereisten
Bij het Interreg programma Twee Zeeën is het vereist een Vlaamse projectpartner te hebben binnen het project.
 
Artikel 2.4 Subsidiehoogte
De maximale subsidiepercentages voor projecten binnen het Kansen voor West II- programma zullen bekend worden gemaakt bij de publicatie van de subsidieplafonds in het Provinciaal Blad. Dit zal tevens op de website van de provincie te vinden zijn.
De subsidie voor de Interreg A programma’s: Nederland- Vlaanderen en Twee Zeeën bedraagt maximaal 15% van het gedeelte van de subsidiabele kosten van de Zuid-Hollandse partners.
 
Besluit van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, van 10 maart 2015, met als kenmerk PZH-2015-508557035 (DOS-2012-0011625), houdende regels inzake de verlening van mandaat en machtiging aan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam handelend in hoedanigheid van Managementautoriteit van het Operationeel Programma EFRO West-Nederland 2014-2020, betreffende het verstrekken van subsidies ten laste van de Subsidieregeling cofinanciering EFRO Zuid-Holland.
 
Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland
 
Gelet op de artikelen 59a en 166 van de Provinciewet, afdeling 10.1.1. van de Algemene wet bestuursrecht en subsidieregeling cofinanciering EFRO Zuid-Holland
 
Besluiten vast te stellen:
 
Artikel 1 Begripsbepaling
In dit besluit wordt onder de managementautoriteit verstaan: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam handelend in hoedanigheid van Managementautoriteit van het Operationeel Programma EFRO West-Nederland 2014-2020.
 
Artikel 2 Mandaatverlening en toepasselijke regelgeving
Lid 1. Aan de managementautoriteit wordt mandaat en machtiging verleend voor het nemen van besluiten en het verrichten van overige handelingen die verband houden met het verstrekken van subsidies
op grond van de Algemene subsidieverordening Zuid-Holland 2013 en desubsidieregeling cofinanciering EFRO Zuid-Holland, voor zover het subsidies betreft die verband houden met het Operationeel Programma EFRO West-Nederland 2014-2020.
 
Lid 2. Aan de managementautoriteit wordt mandaat en machtiging verleend voor het behandelen van bezwaarschriften en het voeren van verweer bij een ingesteld (hoger) beroep gericht tegen besluiten als bedoeld in artikel 2, waaronder het nemen van beslissingen op bezwaarschriften en het instellen van (hoger) beroep.
 
Lid 3. Het aan de managementautoriteit verleende mandaat en machtiging omvat niet de bevoegdheid tot het betalen van voorschotten en vastgestelde subsidie.
 
Lid 4. Het aan de managementautoriteit verleende mandaat en machtiging omvat niet de bevoegdheid tot het instellen en publiceren van subsidieplafonds voor de provinciale cofinanciering.
 
Artikel 3 Ondermandaat
De managementautoriteit kan voor de in artikel 2 bedoelde aangelegenheden ondermandaat en machtiging verlenen aan de onder hem ressorterende functionarissen.
 
Artikel 4 Ondertekening
Het krachtens mandaat of machtiging ondertekenen van stukken geschiedt als volgt:
Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland,
Namens dezen:
(handtekening)
(naam functionaris)
(functie)
 
Artikel 5 Instemming Managementautoriteit
De Managementautoriteit moet schriftelijk instemmen met dit besluit.
 
Artikel 6 Inwerkingtreding en vervaldatum
Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin zij wordt geplaatst. Dit besluit vervalt op 31 december 2023.
 
Artikel 6 Citeertitel
Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit mandaat en machtiging managementautoriteit OP EFRO West-Nederland 2014-2020 inzake cofinanciering EFRO Zuid-Holland.
 
Dit besluit zal met de toelichting in het provinciaal blad worden geplaatst.
 
Den Haag, 10 maart 2015
 
Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland
mw. Drs. J.A.M. Hilgersom, secretaris
drs. J. Smit, voorzitter
 
Toelichting bij het besluit mandaat en machtiging managementautoriteit OP EFRO West-Nederland 2014-2020 inzake cofinanciering EFRO Zuid-Holland.
 
Aan de managementautoriteit wordt mandaat en machtiging verleend voor het nemen van besluiten en het verrichten van overige handelingen die verband houden met het verstrekken van subsidies in het kader van de subsidieregeling cofinanciering EFRO Zuid-Holland, voor zover het subsidies betreft die verband houden met het Operationeel Programma EFRO West-Nederland 2014-2020. Hiermee wordt het subsidieproces voor aanvragers versimpeld en worden administratieve lasten beperkt. Dit is mogelijk omdat de inhoudelijke en de technische voorwaarden van de betreffende cofinanciering van de provincie en die van het Operationeel Programma EFRO West-Nederland 2014-2020 hetzelfde zijn. Op deze wijze geldt voor de aanvrager een loket voor de subsidie vanuit EFRO West Nederland en de daaraan verbonden provinciale cofinanciering. Het verstrekken van voorschotten en betalen van vastgestelde subsidie en de instelling en publicatie van subsidieplafonds in het kader van de subsidieregeling cofinanciering EFRO Zuid-Holland valt niet onder dit besluit.
Naar boven