Besluit van gedeputeerde staten van Noord-Holland van 10 maart 2015, nr 564484/564492, tot wijziging van de Uitvoeringsregeling cofinanciering Europese EFRO-programma’s Noord-Holland 2015
Gedeputeerde Staten van Noord-Holland;
Overwegende dat het gewenst is om de Uitvoeringsregeling cofinanciering Europese EFRO-programma’s Noord-Holland 2015 te wijzigen in verband met het vervallen van een Europees Programma als grondslag voor subsidieverlening door de Provincie Noord-Holland;
Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Holland 2011;
De Uitvoeringsregeling subsidie wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 1 komt als volgt te luiden:
Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten die in aanmerking komen voor een projectsubsidie
op grond van de volgende Europese programma’s:
- a.
- b.
INTERREG A programma: 2 Zeeën of;
- c.
INTERREG B programma’s: Noordwest Europa en Noordzee, en die tevens naar het oordeel van gedeputeerde staten bijdragen aan het realiseren van beleidsdoelen uit het vigerende beleid van de Provincie Noord-Holland.
Artikel 6 komt te luiden:
Gedeputeerde staten stellen afzonderlijke subsidieplafonds vast voor de in artikel 1, onderdelen a, b en c, genoemde programma’s.
Artikel
10, tweede lid komt te luiden:
2.De subsidie bedraagt voor de in artikel 1, onderdelen b en c, genoemde programma’s 15% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 100.000,-.
Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin het wordt geplaatst.
Gedeputeerde Staten van Noord-Holland,
G.E.A. van Craaikamp, provinciesecretaris.
Uitgegeven op 19 maart 2015.
Integrale tekst na wijziging Uitvoeringsregeling cofinanciering Europese EFRO-programma’s Noord-Holland 2015
Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten die in aanmerking komen voor een projectsubsidie
op grond van de volgende Europese programma’s:
- a.
- b.
INTERREG A programma: 2 Zeeën of;
- c.
INTERREG B programma’s: Noordwest Europa en Noordzee, en
die tevens naar het oordeel van gedeputeerde staten bijdragen aan het realiseren van beleidsdoelen uit het vigerende beleid van de Provincie Noord-Holland.
Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt aan aanvragers die behoren tot de doelgroep voor een projectsubsidie uit de in het vorige artikel genoemde Europese programma’s.
Subsidies van minder dan € 15.000,- worden niet verleend.
Bij de verlening wordt zonodig een opschortende voorwaarde opgenomen dat de subsidieontvanger aantoont dat het bevoegde Europese bestuursorgaan een subsidie heeft toegezegd of verstrekt.
- 1.
Een aanvraag om subsidie wordt niet behandeld indien met de uitvoering is gestart voordat de aanvraag is ontvangen.
- 2.
Een aanvraag om subsidie bevat tenminste:
- a.
een begroting van de kosten van de activiteit;
- b.
een financieringsplan van de kosten van de activiteit;
- c.
een inhoudelijke beschrijving van de activiteit.
Gedeputeerde staten stellen afzonderlijke subsidieplafonds vast voor de in artikel 1 onderdelen a, b en c genoemde programma’s.
- 1.
Aanvragen om subsidie worden behandeld op volgorde van ontvangst.
- 2.
Wanneer een aanvrager op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag, de datum waarop de aanvraag is aangevuld.
- 3.
Indien meerdere aanvragen op dezelfde dag worden ontvangen en door honorering van deze aanvragen het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de aanvraag met de laagste projectkosten als eerste in behandeling genomen.
- 4.
Gedeputeerde staten beslissen binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag om subsidie.
Subsidie wordt geweigerd indien:
- a.
de activiteit niet financieel haalbaar is;
- b.
de aanvrager al eerder een subsidie op grond van artikel 1, onderdeel a van deze uitvoeringsregeling heeft ontvangen voor een project uit de in dat onderdeel genoemde programma;
- c.
de aanvrager die een subsidie aanvraagt op grond van het in artikel 1, onderdeel a van deze uitvoeringsregeling niet minimaal 25% van de subsidiabele kosten in de zin van het desbetreffende Europese programma, voor eigen rekening neemt.
Subsidie wordt verstrekt voor de kosten die op basis van de in artikel 1 van deze uitvoeringsregeling genoemde programma’s subsidiabel zijn.
- 1.
De subsidie bedraagt voor het in artikel 1 onderdeel a genoemde programma 25% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 750.000,-.
- 2.
De subsidie bedraagt voor de in artikel 1, onderdelen b en c genoemde programma’s 15% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 100.000,-.
De subsidieontvanger is verplicht om het logo of de naam van de provincie op alle publiciteitsuitingen te plaatsen die betrekking hebben op de gesubsidieerde activiteit.
- 1.
Een aanvraag tot vaststelling wordt ingediend binnen 5 maanden na voltooiing van de activiteit.
- 2.
Gedeputeerde staten beslissen binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag tot vaststelling van de subsidie.
- 1.
Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2015.
- 2.
Deze regeling vervalt op 31 december 2020.
- 3.
Deze regeling wordt aangehaald als Uitvoeringsregeling cofinanciering Europese EFRO-programma’s Noord-Holland 2015.