Wijziging Uitvoeringsregeling subsidie clusters in de metropoolregio Amsterdam Noord-Holland 2012

Besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland van 18 februari 2014, nr. 314372-31485 tot wijziging van de Uitvoeringsregeling subsidie clusters in de metropoolregio Amsterdam Noord-Holland 2012

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland;

Overwegende dat het gewenst is om de Uitvoeringsregeling subsidie clusters in de metropoolregio Amsterdam Noord-Holland 2012 op enkele punten te wijzigen;

Gelet op artikel 2, van de Algemene subsidieverordening Noord-Holland 2011:;

Besluiten:

De Uitvoeringsregeling subsidie clusters in de metropoolregio Amsterdam Noord-Holland 2012 te wijzigen.

Artikel I

Artikel 14, eerste lid, komt te luiden:

1.Een aanvraag tot vaststelling wordt uiterlijk 15 augustus 2015 ingediend.

Artikel II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin zij wordt geplaatst.

Haarlem, 18 februari 2014.

J.W. Remkes, voorzitter.

G.E.A. van Craaikamp, provinciesecretaris

Integrale tekst na wijziging:

Uitvoeringsregeling subsidie clusters in de metropoolregio Amsterdam Noord-Holland 2012

Artikel 1

Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten die gericht zijn op de verbetering van de concurrentiepositie van de metropoolregio Amsterdam, door het ondersteunen, verbeteren of stimuleren van:

  • a.kennisontwikkeling;

  • b.kennisoverdracht, en

  • c.kennistoepassing, op het gebied van een van de volgende economische topclusters:

  • a.ICT/e-science;

  • b.Creatieve industrie;

  • c.Rode life sciences;

  • d.Zakelijke en financiële dienstverlening;

  • e.Logistiek;

  • f.Flowers en food, of

  • g.Toerisme en congressen.

Artikel 2

  • 1.Subsidie wordt verstrekt aan rechtspersonen die deel nemen in een samenwerkingsverband.

  • 2.Het samenwerkingsverband bestaat tenminste uit drie partijen waaronder tenminste:

    • a.een universiteit, een instelling voor hoger beroepsonderwijs, of een onderzoeksinstituut, en

b.minimaal een micro, kleine of middelgrote onderneming.

Artikel 3

Gedeputeerde staten verstrekken geen subsidies van minder dan € 50.000,-.

Artikel 4

Een aanvraag om subsidie wordt niet behandeld indien met de uitvoering is gestart voor aanvang van de periode als bedoeld in artikel 5;

Een aanvraag om subsidie bevat tenminste:

  • a.een projectplan;

  • b.een begroting van de kosten van de activiteit

  • c.een financieringsplan van de kosten van de activiteit;

  • d.inclusief cofinancieringsverklaringen van de deelnemende partijen;

  • e.een samenwerkingsovereenkomst waarin het doel van de samenwerking, de penvoerder is benoemd en de taken van de deelnemende partijen is vastgelegd.

Per samenwerkingsverband wordt één aanvraag om subsidie voor een project in behandeling genomen.

Artikel 5

Gedeputeerde staten kunnen periodes vaststellen waarbinnen een aanvraag om subsidie ingediend kan worden.

Artikel 6

Gedeputeerde staten stellen per periode als bedoeld in artikel 5 een subsidieplafond vast.

Artikel 7

Een aanvraag om subsidie is tijdig ingediend indien de aanvraag in de periode als bedoeld in artikel 5 is ontvangen.

Een aanvraag om subsidie die buiten de in de periode als bedoeld in artikel 5 wordt ontvangen, wordt niet in behandeling genomen.

Gedeputeerde staten beslissen binnen 13 weken na de laatste dag van de periode als bedoeld in artikel 5.

Artikel 8

Subsidie wordt geweigerd indien:

  • a.de activiteit naar het oordeel van gedeputeerde staten niet financieel haalbaar is;

  • b.een van de deelnemende partijen meer dan 70% van de kosten draagt;

  • c.de activiteit naar het oordeel van gedeputeerde staten technisch niet haalbaar is;

  • d.de totale kosten van de activiteit minder dan € 500.000,- bedragen.

Artikel 9

Subsidie wordt verstrekt voor de kosten, bedoeld in artikel 10, eerste en tweede lid, en artikel 10 a van de Regeling EFRO doelstelling 2 programmaperiode 2007-2013 (Stcrt. 2012, 2990).

Artikel 10

  • 1.De subsidie bedraagt 40 % van de subsidiabele kosten tot maximaal € 500.000,-

  • 2.Indien toepassing van het eerste lid zou leiden tot het overtreden van het verbod op het geven van staatssteun in de zin van artikel 107, eerste lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, wordt het subsidiebedrag in afwijking van het eerste lid zodanig vastgesteld dat het totaal van alle subsidies voor de activiteit niet hoger is dan het bedrag dat

op grond van de van toepassing zijnde vrijstellingsverordeningen van de Europese Commissie verstrekt mag worden.

Artikel 11

Aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen worden per cluster gerangschikt op een prioriteitenlijst.

De rangschikking wordt behaald door het totaal aantal punten dat wordt gehaald op basis van de volgende criteria:

  • a.de mate waarin de activiteit bijdraagt aan de schaalsprong van het cluster en de clusterkracht;

  • b.de mate waarin de activiteit bijdraagt aan het innovatief vermogen van de regio;

  • c.het economisch rendement van de activiteit;

  • d.het maatschappelijk rendement van de activiteit.

Per criterium kan maximaal 5 punten worden behaald.

Indien een aanvraag in totaal minder dan 5 punten scoort, wordt de aanvraag om subsidie alsnog geweigerd.

De per cluster in punten hoogst scorende aanvraag wordt op een prioriteitenlijst gerangschikt. De rangschikking wordt bepaald op basis van de in het tweede lid genoemde criteria en de in het derde lid genoemde wegingsfactor.

De aanvragen worden gehonoreerd naar de volgorde op de prioriteitenlijst.

Indien meerdere aanvragen op dezelfde plaats op de prioriteitenlijst worden gerangschikt en door honorering van deze aanvragen het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de aanvraag met de laagste projectkosten als eerste gehonoreerd.

Artikel 12

  • 1.Indien na de honorering van de aanvragen, als bedoeld in artikel 11, het subsidieplafond nog niet is bereikt, wordt de op een na hoogst per cluster scorende aanvraag om subsidie gerangschikt op een prioriteitenlijst. De rangschikking wordt bepaald op basis van de in artikel 11, tweede lid, genoemde criteria en de in artikel 11, derde lid, genoemde wegingsfactor.

  • 2.De aanvragen worden gehonoreerd naar de volgorde op de prioriteitenlijst.

  • 3.Indien meerdere aanvragen op dezelfde plaats op de prioriteitenlijst worden gerangschikt en door honorering van deze aanvragen het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de aanvraag

met de laagste projectkosten als eerste gehonoreerd.

Artikel 13

De subsidieontvanger is verplicht om:

  • a.de administratie aangaande de gesubsidieerde activiteiten te bewaren tot 10 jaar na vaststelling van de subsidie;

  • b.aan gedeputeerde staten te allen tijde inzage te verlenen in de administratie en alle inlichtingen te verstrekken;

  • c.binnen zes maanden na ontvangst van de subsidiebeschikking te starten met de uitvoering van de activiteit;

  • d.te voldoen aan de door de Europese Commissie geformuleerde publiciteitsverplichtingen met betrekking tot gesubsidieerde projecten.

Artikel 14

Een aanvraag tot vaststelling wordt uiterlijk 15 augustus 2015 ingediend.

Gedeputeerde staten beslissen binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag tot vaststelling van de subsidie.

Artikel 15

1.Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het

provinciaal blad waarin zij is geplaatst.

  • 2.Deze regeling vervalt op 31 december 2014.

  • 3.Deze regeling wordt aangehaald als Uitvoeringsregeling subsidie clusters in de metropoolregio Amsterdam Noord-Holland 2012.

Uitgegeven op 21 februari 2014.

Naar boven