2018D34666

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 juni 2018

Uw Kamer heeft mij op 1 mei jongstleden een reactie gevraagd op een door het VUmc ingezonden brief over financiering van onderzoek naar stamceltransplantatie voor mensen met multiple sclerose (MS). In deze brief geef ik mijn reactie op het verzoek van de onderzoekers van het VUmc.

Samenvattend bevat deze brief:

  • Toelichting op het steunverzoek van onderzoekers van het VUmc voor onderzoeksfinanciering t.b.v. onderzoek naar stamceltransplantatie bij agressieve MS.

  • Reactie met als kernboodschap dat vanuit VWS in principe niet op ad hoc basis specifieke onderzoeksfinanciering wordt toegekend. Hiervoor zijn diverse regelingen in het leven geroepen, waarbinnen onderzoeksmiddelen op zorgvuldige en eerlijke wijze worden verdeeld en toegekend. Ik nodig de onderzoekers uit om gebruik te maken van de door VWS gefinancierde regelingen voor onderzoeksfinanciering.

Verzoek om onderzoeksfinanciering

De aan Uw Kamer toegezonden brief betreft een verzoek aan VWS om aanvullende financiering van € 700.000 voor een onderzoek over het effect en de veiligheid van stamceltransplantatie bij agressieve MS in vergelijking met de bestaande tweedelijns MS-medicatie. Het verzoek betreft de financiering van de behandelkosten van de niet-verzekerde stamceltransplantatie. De onderzoekers geven aan reeds met de zorgverzekeraar en het Zorginstituut Nederland te hebben gesproken of deze kosten tijdelijk vergoed zouden kunnen worden.

Dit bleek echter onder de vigerende wet- en regelgeving niet mogelijk.

Het specifieke verzoek aan mij is om via bijvoorbeeld tijdelijke toelating tot het verzekerde pakket deze aanvullende financiering beschikbaar te stellen.

Reactie

De onderzoekers van het VUmc geven aan waarom dit type onderzoek wenselijk is, wat de toegevoegde waarde voor patiënten kan zijn van de nieuwe behandeling en waarom stamceltoerisme moet worden voorkomen. Ik sluit mij aan bij de constatering dat het van belang is dat ook Nederlandse patiënten aan dergelijk onderzoek kunnen deelnemen. Ik vind het van belang dat er gedegen onderzoek naar veiligheid, werkzaamheid en effectiviteit van nieuwe behandelingen plaatsvindt. In deze brief ga ik in op diverse voorzieningen waarmee vanuit de overheid financiering voor dergelijke onderzoekstrajecten beschikbaar worden gesteld. Dit overzicht is daarbij niet uitputtend of volledig dekkend voor het verzoek van de onderzoekers van het VUmc. Tevens is het ook van belang erop te wijzen dat onderzoeksfinanciering vaak via private weg wordt opgebracht.

De onderstaande regelingen kennen ingangscriteria- en toekenningsprocedures, juist om te voorkomen dat kostbaar onderzoeksgeld op basis van willekeur wordt ingezet. Mijn suggestie aan de onderzoekers is om te verkennen of hun onderzoek via één van deze routes kan worden gefinancierd.

Beschikbaarheidsbijdrage Academische Zorg

Via de onderzoeks- en innovatiecomponent van de Beschikbaarheidsbijdrage Academische Zorg (BBAZ, vroeger academische component) worden Universitair medische centra in staat gesteld om onderzoek te doen naar nieuwe behandelingen. Het is aan de Raden van Bestuur om de inzet van de middelen te prioriteren. VWS heeft geen invloed op de keuzen die zij maken. De Raad van Bestuur van VUMC heeft mij desgevraagd laten weten dat zij het steunverzoek van hun onderzoeksgroep steunen. Ik maak hieruit op dat de RvB van VUMC de middelen uit hun BBAZ niet zullen inzetten voor deelname aan de trial.

ZonMw Programma Doelmatigheidsonderzoek

De doelstelling van het onderzoeksprogramma Doelmatigheidsonderzoek is het mogelijk maken van onderzoek naar de (kosten)effectiviteit van nieuwe veelbelovende interventies en reeds toegepaste interventies. Vanuit dit programma kunnen de onderzoekskosten worden gefinancierd naar de effectiviteit van nieuwe en bestaande interventies. Voor de onderzoekers van het VUmc betekent dit dat zij via dit programma geen verzoek kunnen indienen voor de behandelkosten, maar eventueel wel voor dekking van de onderzoekskosten tot een maximum van € 600.000. Wellicht kunnen – indien de aanvraag wordt gehonoreerd – de reeds door de onderzoekers gereserveerde onderzoeksmiddelen dan worden ingezet voor de dekking van de behandelkosten. De deadline voor de komende aanvraagronde is 19 september 2018.

Het voorgestelde onderzoek wordt dan bij de open ronde van het Programma DoelmatigheidsOnderzoek van ZonMw in competitie beoordeeld op relevantie en kwaliteit ten opzichte van andere voorstellen. Het voorstel dient te voldoen aan de criteria zoals vermeld in de subsidieoproep. Dit betekent onder andere dat het onderzoek van toegevoegde waarde dient te zijn en antwoord moet geven op de vraag of de interventie (kosten)effectief is in de Nederlandse zorgpraktijk.

Tevens kunnen de onderzoekers nagaan of er financieringsmogelijkheden zijn via het ZonMw Programma Translationeel Onderzoek.

Subsidieregeling Veelbelovende Zorg Sneller bij de Patiënt

Ten slotte heb ik in een recente Kamerbrief aangekondigd dat per 2019 de subsidieregeling Veelbelovende Zorg Sneller bij de Patiënt de huidige regeling voor voorwaardelijke pakkettoelating zal vervangen (Kamerstukken 29 689 en 32 620, nr. 905). De doelstelling van deze nieuwe subsidieregeling is – evenals bij de huidige regeling – het versnellen van de toegang van de patiënt tot potentieel veelbelovende en innovatieve zorg. Partijen kunnen via deze regeling een aanvraag indienen voor financiering van onderzoek naar de (kosten)effectiviteit van veelbelovende nieuwe behandelingen. Via deze subsidieregeling kunnen – indien de aanvraag wordt gehonoreerd – zowel de onderzoeks- als de behandelkosten worden gefinancierd. Wel bekijk ik in de uitwerking nog kritisch of het in de nieuwe regeling wenselijk is dat financieringbijdragen voor reeds lopende onderzoeken kunnen worden gegeven. Het streven is dat de subsidieregeling per 2019 wordt opengesteld.

Het is mijn bedoeling om met bovenstaande toelichting inzichtelijk te maken wat vanuit overheidsfinanciering de verschillende financieringsroutes zijn voor onderzoek in het onderzoeksstadium waar de VUmc aan wil participeren. Ik hecht er aan te benadrukken dat de hiervoor door de overheid beschikbaar gestelde middelen op een zorgvuldige wijze worden toegekend en terughoudend ben om op ad hoc basis – buiten deze regelingen – onderzoeksmiddelen toe te kennen.

De Minister voor Medische Zorg, B.J. Bruins

Naar boven