2016D01322 Lijst van vragen

De algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en de Minister van Buitenlandse Zaken over de Aanbieding van het rapport «Het Nederlandse wapenexportbeleid in 2014» (Kamerstuk 22 054, nr. 265).

Voorzitter van de commissie, De Roon

Adjunct-griffier van de commissie, Wiskerke

Nr.

Vraag

   

1

Wat is de reden dat de jaarrapportage pas 11 maanden na het jaar waarover de rapportage gaat, naar de Kamer wordt gestuurd?

2

Hoe verhoudt de late rapportage aan de Kamer over 2014 zich tot uw antwoord op vragen van de Kamer over het rapport van 2011 waarin u aangeeft dat «een snellere rapportage mogelijk moet zijn als in de uitvoering een overstap is gemaakt naar nieuwe automatisering. Naar verwachting zal het jaarrapport over 2012 eind augustus worden gepubliceerd.»? Hoe staat het met die automatisering en welke concrete poging wordt door u ondernomen om het rapport over 2015 in 2016 wel rond het zomerreces aan de Kamer te doen toekomen?

3

Wat zijn de grootste obstakels die de Nederlandse defensie- en veiligheid gerelateerde industrie aangeeft te ervaren binnen het wapenexportbeleid? Wat doet het kabinet om die obstakels zo veel mogelijk weg te nemen?

4

Op welke manieren probeert het kabinet wapenexport van Nederlandse bedrijven – die een belangrijke rol spelen bij innovaties – zo goed mogelijk te faciliteren? Kunt u concrete voorbeelden noemen van genomen maatregelen op dit terrein in de afgelopen jaren?

5

Klopt het dat de aanvragen voor exportvergunningen die geen NAVO- en/of OESO-lid zijn nog altijd erg lang duren, gemiddeld rond de drie maanden? Bestaan eerder geconstateerde problemen op dit terrein nog altijd, waaronder achterstanden bij de douane en moeite bij het aantrekken van gekwalificeerd personeel? Wat wordt gedaan om deze procedures in te korten zonder aan zorgvuldigheid in te boeten?

6

Klopt het dat wapenexportvergunningen afgegeven door Nederland één jaar geldig zijn, terwijl leveranties vaak gedurende enkele jaren plaats hebben? Zo ja, bent u van plan op dit punt meer maatwerk te leveren aan exporterende bedrijven? Zo ja, op welk manier(en)? Zo nee, waarom niet?

7

Welke landen hebben momenteel het VN-Wapenhandelverdrag geratificeerd? Is er uitzicht op dat hier binnenkort meer landen bij zullen komen? Zo ja, welke landen? Zo nee, wat wordt ondernomen door Nederland om zoveel mogelijk landen te laten ondertekenen?

8

In hoeverre is de Gebruikersgids, die door lidstaten kan worden gebruikt om de criteria van het Gemeenschappelijk Standpunt van de EU (EUGS) inzake wapenexport toe te passen, nu één op één in lijn met het VN-Wapenhandelverdrag? Welke verschillen zijn in het afgelopen jaar weggenomen? Bestaan er nog altijd verschillen? Zo ja, hoe zullen die worden weggenomen en wanneer?

9

Welke concrete stappen zijn in het afgelopen jaar gezet om het wapenexportbeleid binnen de EU te harmoniseren binnen de ruimte die daarvoor bestaat? Welke resultaten heeft dat opgeleverd? Welke rol speelde Nederland hierbij?

10

Is er in het afgelopen jaar sprake geweest van het weigeren van wapenexportvergunningen door bepaalde EU-lidstaten, die vervolgens wel zijn verleend door andere EU-lidstaten? Zo ja, kunt u die gevallen toelichten? Zijn daarop volgend concrete stappen gezet om herhaling te voorkomen?

11

Klopt het dat de meest recente beschikbare vertaling in het Engels het rapport over 2011 is?

12

Waarom zijn de rapporten van 2012 en 2013 nog niet vertaald, terwijl dat wel is aangekondigd?

13

Waarom staan de Engelstalige jaarrapporten niet duidelijker zichtbaar op de Engelstalige webpagina (https://www.government.nl/topics/export-controls-of-strategic-goods)?

14

Kunnen de volgende rapportages sneller aangeboden worden, dan aan het einde van het daarop volgende jaar (rapportage 2014, aangeboden in november 2015)?

15

Welk percentage van het totale Bruto Binnenlands Product (BBP) is afkomstig van de in deze rapportage beschreven export uit de wapen- en veiligheidsindustrie?

16

Kunt u de gegevens van de industrie actualiseren op basis van cijfers over 2015?

17

Kunt u uitleggen wat de term «centrale plaats innemen» betekent bij de adviezen zoals deze door Buitenlandse Zaken gegeven worden?

18

Waar ziet u de grootste risico's op afgifte van vergunningen die later strijdig blijken te zijn met de acht Europese criteria?

19

Kunnen de maandelijkse en halfjaarrapportages sneller na het einde van de termijn (maand of half jaar) aan de Kamer toegestuurd worden?

20

Kunt u aangeven of en hoe het beleid voor de afgifte van exportvergunningen voor wapens in striktheid is veranderd sinds 2014?

21

Wat is de exacte naam van het Nederland bedrijf, dochter van een van de Amerikaanse producenten van het F-35 gevechtsvliegtuig, dat in 2014 een globale vergunning kreeg en de distributie verzorgt van onderdelen voor de F-35?

22

Welke stem heeft Nederland met betrekking tot de uitvoer/verkoop van F35»s of onderdelen naar andere delen van de wereld?

23

Kunt u een overzicht geven van de momenten, gremia en wijze waarop u in Europees verband sinds de indiening van de D66/PvdA-initiatiefnota «Wapens en principes» aandacht heeft gevraagd voor strikte toepassing van de acht criteria zoals verwoord in het EUGS inzake wapenexport en de voorstellen zoals verwoord in de initiatiefnota?

24

Wat is de stand van zaken wat betreft het Duitse voornemen de wapenexport naar Saoedi-Arabië aan banden te leggen?

25

Welke verbeteringen in de toepassing van de acht EUGS-criteria, transparantie en consultaties door de EU-lidstaten heeft u in 2014 geconstateerd?

26

Hoeveel van de 0,48% van de totale waarde van de Nederlandse uitvoer, is afkomstig van de Nederlandse overheid zelf?

27

Bent u bereid per EU-lidstaat een overzicht te geven van welke (type) wapens de lidstaat leverde in 2013, 2014, en 2015 aan landen die momenteel indirect of direct betrokken zijn bij de gewelddadige conflicten in het Midden-Oosten, de Sahel, en Oost-Europa?

28

Kunt u toelichten wat de uitkomsten waren van de consultaties en met name in hoeverre consultaties hebben bijgedragen aan een zorgvuldige afweging en voorkomen van tegenstrijdige besluiten tussen lidstaten met oneerlijke concurrentie tot gevolg?

29

Kan aangegeven worden naar welk bedrijf of overheidsafdeling apparatuur en/of software voor informatiebeveiliging is uitgevoerd, met name als het gaat om leveringen aan repressieve regimes en/of landen met interne gewapende conflicten (bijvoorbeeld China, Jemen, Libanon, Libië, Libanon en Myanmar). Indien niet mogelijk zou dan tenminste onderscheid kunnen worden gemaakt tussen overheid en private sector?

30

Welke belangrijke exporterende landen nemen niet deel aan het Wassenaar Arrangement en waarom niet? Is de verwachting dat deze landen in de toekomst zullen aansluiten? Wordt dit actief nagestreefd? Zo ja, op welke wijze? Zo nee, waarom niet?

31

Wat is het resultaat geweest van de genoemde consultaties?

32

In hoeveel van de tien gevallen waarbij Nederland betrokken was werd uiteindelijk toch een vergunning afgegeven?

33

Zijn de consultaties nog altijd een nuttig instrument?

34

Kunt u een appreciatie geven van het effect van uitwisseling van exportgegevens en de rem die dat op de «destabiliserende accumulatie van militaire middelen» zet in het kader van het Wassenaar Arrangement? Zijn er concrete, recente voorbeelden te geven van zulke gevallen?

35

Zijn er de afgelopen drie jaar landen toegetreden tot het Wassenaar Arrangement?

36

Kunt u een overzicht geven van de belangrijkste toevoegingen en verwijderingen van gecontroleerde goederen?

37

Bestaat volgens u het risico dat verschillende naast elkaar bestaande initiatieven en leidraden – EUGS, VN Wapenhandelverdrag en het Wassenaar Arrangement (WA) – het wapenexportbeleid van landen juist ondoorzichtiger maakt, omdat het mogelijk de eenduidigheid en toepasbaarheid van afspraken aantast? Kunt u uw antwoord toelichten?

38

Kunt u aangeven over welke onderwerpen nog geen consensus is bereikt?

39

Kunt u aangeven hoe Nederland staat ten opzichte van groter gebruik van civiele onbemande systemen en technologie door gewapende groepen in relatie tot de controle hierop binnen het Wassenaar Arrangement en andere gerelateerde export controle regimes (Arms Trade Treaty, UNRCW, Missile Technology Control Regime (MTCR)?

40

Kunt u aangeven hoe binnen het WA om wordt gegaan met technologische veranderingen op het gebied van onbemande systemen en de snelle verspreiding van dual-use goederen voor dit doel?

41

Staan opkomende technologieën en ontwikkelingen als toenemende autonomie in systemen ook op de agenda?

42

Op welke wijze heeft Nederland in 2014 concreet aandacht gevraagd voor verdere harmonisatie van het exportcontrolebeleid teneinde een gelijk speelveld te bereiken en op welke wijze heeft Nederland in 2014 gepleit voor betere controle op surveillancetechnologie die kan worden gebruikt voor het schenden van mensenrechten?

43

Welke acties heeft het kabinet in 2014 specifiek genomen om het verspreiden van kernwapens tegen te gaan?

44

Wat is de stand van zaken ten aanzien van betere controle op surveillancetechnologie die kan worden gebruikt voor het schenden van mensenrechten, een punt waarvoor Nederland zich heeft hardgemaakt?

45

Kunt u aangeven welke resultaten zijn behaald op het gebied van de controle op surveillancetechnologie?

46

In hoeverre verschilt het binnen de Australië Groep (AG) afgesproken catch-all beleid met dat van Nederland?

47

Zijn de afgelopen drie jaar ook landen toegetreden tot de AG?

48

Welke eerder gemaakte afspraken over kleine en lichte wapens zijn de afgelopen 2 jaar verder uitgewerkt en geconcretiseerd, zoals gemeld in de brief? Welke specifieke rol en inbreng heeft Nederland daarbij gehad?

49

Welke ontwikkelingen zijn er op het gebied van onbemande systemen (UAV) binnen het MTCR?

50

Welke aanpassingen zijn de afgelopen jaren gemaakt in het kader van de ontwikkelingen op het gebied van onbemande systemen?

51

Hoe beoordeelt u de snelle verspreiding van onbemande (bewapende) systemen door en voor landen die geen lid zijn van het MTCR, met name vanuit China, Israel en Pakistan naar conflict gebieden zoals Irak en landen die in gewapende conflicten zijn verwikkeld zoals Saoedi-Arabië?

52

Welke maatregelen gaat u nemen om de discussie over controle op onbemande (bewapende) systemen te vergroten gezien de snelle ontwikkelingen op dit gebied en verouderde regelgeving?

53

Welke ontwikkelingen voorziet u naar aanleiding van de uitkomst van de MTCR-bijeenkomst afgelopen oktober in Rotterdam in relatie tot verdere proliferatie van onbemande systemen?

54

Hoe gaat u bijdragen aan versteviging van controle op onbemande systemen in het licht van de snelle proliferatie en gevaren voor vrede veiligheid in dat kader?

55

Hebben alle EU-landen het VN-wapenhandelverdrag en het ATT-verdrag geratificeerd?

56

Ligt het in de lijn van verwachting dat de reportageverplichting onder het ATT succesvoller zal zijn dan het rapporteren onder het VN-Wapenregister? Zo ja, waarop is die verwachting gebaseerd? Zo nee, waarom niet en wat is dan de meerwaarde van deze extra verplichting? Kunt u uw antwoord toelichten?

57

Is het mogelijk om naast een levering van pantservoertuigen, ter waarde van ruim 5 miljoen euro en enkele kleinere exporten die worden gemeld in de maandoverzichten, aan te geven welke andere leveringen leiden tot het totaalbedrag van ruim 14 miljoen euro van exporten naar Jordanië dat in het jaarrapport wordt genoemd?

58

Om welk type raket gaat het bij de afgegeven uitvoervergunning voor anti-tankraketten die is afgegeven met de aantekening «retour fabrikant» naar Israël (NL0074CDIU0001097)?

59

Hoe verhouden de uitvoervergunningen voor Israël, met name de vergunningen voor uitvoer van beeldversterkerbuizen voor militair gebruik en grensbewaking, zich met het terughoudende wapenexportbeleid ten aanzien van dit land, zoals uiteen gezet in een brief van de Staatssecretaris van Economische Zaken aan de Tweede Kamer (Kamerstuk 22 054 , nr. 71)? Kunt u de toetsing aan de criteria van het Gemeenschappelijke Standpunt van de EU inzake wapenexport toelichten?

60

Om hoeveel stuks Patronen, kal. 7.62x51 mm voor Qatar ging het in totaal bij de door- (NL0074CDIU0011493/NL0074CDIU0010684) en uitvoer (NL0074CDIU0011252) die wordt genoemd?

61

Om hoeveel stuks klein kaliber patronen voor de Verenigde Arabische Emiraten (VAE) ging het in totaal bij de door- (NL0074CDIU0007987, NL0074CDIU0007985, NL0074CDIU0007932) en uitvoer (NL0074CDIU0009727) die wordt genoemd?

62

Hoe wordt voorkomen dat de Chinese wapenindustrie kennis overneemt door de inbouw ter plaatse van Nederlandse marinetechnologie in marineschepen voor Algerije ter waarde van 20 miljoen euro (NL0074CDIU0006257 en NL0074CDIU0002220)?

63

Kunt u een toelichting geven op de wijze van toetsing aan de criteria van het Gemeenschappelijk Standpunt van de EU ten aanzien van exportvergunningen voor Thailand, mede in het licht van de staatsgreep van 22 mei 2014 en het daaropvolgende militaire bewind?

64

Kunt u een toelichting geven op de wijze van toetsing aan de criteria uit het Gemeenschappelijk Standpunt van de EU ten aanzien van de exportvergunning voor banden voor militaire transporthelikopters naar Turkmenistan?

65

Wat is de reden dat de waarde van de afgegeven vergunningen in 2014 aanzienlijk hoger is dan in het voorgaande jaar en ver uitsteekt boven de (individuele) jaren 2005 t/m 2013?

66

Kunt u aangeven om welk type gevechtsvliegtuig het ging bij doorvoer vanuit Niger naar de Oekraïne (NL0074CDIU0002083)?

67

Onderdelen voor welk type raketten zijn doorgevoerd naar Bahrein (NL0074CDIU0000335)?

68

Waarop hebben de doorvoervergunningen van Zwitserse munitie naar de VAE betrekking, mede in het licht van een post-shipment onderzoek door Zwitserland naar Zwitserse granaten die via VAE in handen van Assad gekomen zijn? Zie http://www.ibtimes.co.uk/syria-bashar-al-assad-damascus-swiss-uae-387005 Om welke producten gaat het precies en hoe wordt het risico op transshipment ingeschat?

69

Kunt u nadere informatie geven over de doorvoer van een voertuig voorzien van ballistische bescherming naar Kenia?

70

Kunt u ook reeds voor 2015 aangeven hoeveel vergunningaanvragen zijn afgewezen en daarbij per afwijzing het land, type product, eindgebruiker en reden voor afwijzing vermelden?

71

Waarom is er een vergunning voor export naar India geweigerd, terwijl andere vergunningen wel zijn afgegeven, o.a. voor optische componenten en kogelgeweren?

72

Kunt u aangeven wat de eindgebruikers zijn van de veelvuldig uitgevoerde apparatuur en software voor informatiebeveiliging? Is het mogelijk in het vervolg in de maandoverzichten aan te geven of exporten voor overheids- of particulier gebruik zijn?

73

Over hoeveel overtollig defensiematerieel beschikt Defensie thans nog? En op basis van welke afwegingen wordt bepaald om materieel te verkopen dan wel te schenken aan derde landen? Indien sprake is van schenking uit welke pot worden de onkosten daarvan vergoed?

74

Kunt u een toelichting geven op de vergunning voor de export van afgestoten legervoertuigen en onderdelen naar de politie in Rwanda?

75

In uw brief van 2 december 2015 inzake uw reactie op de bevindingen van Amnesty International dat Nederlandse verzekeraars zouden investeren in wapenhandel staat dat Lockheed Martin sinds 2013 geen clustermunitie meer produceert. Betekent dit ook dat Lockheed geen Wind Corrected Munition Dispensers (WCMD) meer levert voor CBU-103, 104 en 105?

76

Waarom zijn er momenteel nog geen maandoverzichten voor exportvergunningen in 2015 gepubliceerd, ondanks dat al jaren snellere publicatie door de Kamer wordt gevraagd en door de regering wordt beloofd?

77

Waarom is de Kamer voor de bestemmingen Algerije, Colombia, Indonesië, Marokko, Oman en Singapore niet via de versnelde procedure ingelicht, terwijl de waarde ruim boven de 2 miljoen euro ligt?

78

Waarom staat vergunning NL0074CDIU0006257 ter waarde van € 19.269.940 voor Algerije niet in het jaaroverzicht?

Naar boven