2015D10807 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

De vaste commissie voor Financiën heeft op 25 maart 2015 een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Minister van Financiën over de salarisverhoging van het bestuur van ABN AMRO.

De voorzitter van de commissie, Duisenberg

De griffier van de commissie, Berck

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de VVD

De leden van de VVD-fractie zijn van mening dat banken meer rekening moeten houden met hoe dit soort salarisverhogingen leven bij de mensen in het land en bij de medewerkers van de bank. Deze leden vinden dat een dergelijke salarisverhoging slecht is uit te leggen als de medewerkers al jaren op de nullijn staan. Wat ABN AMRO doet past binnen de Wet aansprakelijkheidsbeperking DNB en AFM en het bonusverbod staatsgesteunde ondernemingen, die destijds breed gesteund is in de Tweede Kamer. Alles wat wettelijk mag, hoef je overigens niet te doen.

De leden van de fractie van de VVD hebben daarnaast nog een aantal (feitelijke) vragen.

Wat vindt de Minister van de salarisverhogingen bij de top van ABN AMRO? Wat vindt de aandeelhouder van de salarisverhogingen bij de top van ABN AMRO?

Gaat het bij ABN AMRO om een incidentele verhoging van het salaris in 2014 of gaat het hier om een structurele verhoging?

Wat is de onderbouwing van de verhoging van het salaris van de top van ABN AMRO, mede in het licht van het feit dat de medewerkers van ABN AMRO al gedurende langere tijd op de nullijn staan? Is er een relatie tussen de recente prestaties van de bank en de salarisverhoging? Zo ja, welke? Zo nee, waarom niet?

Hoe hebben de salarissen van de top van ABN AMRO zich de afgelopen jaren ontwikkeld sinds de nationalisatie? Wat is de ontwikkeling van salarissen in vergelijkbare functies in de bankensector geweest?

Is bij de salarisverhoging van de top van ABN AMRO ook gekeken naar de eventueel komende beursgang? Hoe heeft dit meegewogen?

Hoe past de salarisverhoging van de top van ABN AMRO in het uitgangspunt dat de kosten moeten worden beperkt?

Wat zijn de doelen van ABN AMRO als het gaat om return on equity ROE (rentabiliteit) en cost-income ratio (verhouding kosten en inkomsten)? Wat zijn deze beide op dit moment? Hoe past de salarisverhoging van de top van ABN AMRO daarin?

Hoe en wanneer is de Minister c.q. de aandeelhouder betrokken geweest dan wel geïnformeerd over de salarisverhoging bij ABN AMRO?

Waarom voldoet wat ABN AMRO heeft gedaan aan de Wet aansprakelijkheidsbeperking DNB en AFM en bonusverbod staatsgesteunde ondernemingen? Wanneer is de salarisverhoging van de top van ABN AMRO ingegaan en wanneer is de verhoging feitelijk geëffectueerd?

In hoeverre voldoet wat ABN AMRO doet aan de bankierseed die de top van ABN AMRO heeft moeten afleggen, bijvoorbeeld het punt «ik zal mij inspannen om het vertrouwen in het bankwezen te behouden en te bevorderen» en «ik maak een zorgvuldige afweging tussen de belangen van alle partijen die bij de onderneming zijn betrokken, te weten die van de klanten, de aandeelhouders, de werknemers en de samenleving waarin de onderneming opereert»? Welke (zorgvuldige) afweging heeft ABN Amro gemaakt c.q. wat heeft het zwaarst gewogen? Wat is het nut van een bankierseed in dit licht?

In hoeverre voldoet wat ABN AMRO doet aan het nog niet zo lang geleden door de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) zelf gepresenteerde maatschappelijk statuut, gedragsregels en nieuwe code banken (onder de titel «Toekomstgericht bankieren»), met daarin bijvoorbeeld het punt dat het beloningsbeleid van banken wordt versoberd, dat een bank een zorgvuldig, beheerst en duurzaam beloningsbeleid heeft, dat het gekenmerkt wordt door evenwichtige verhoudingen, waarbij de verwachtingen van de verschillende stakeholders, het maatschappelijk draagvlak in ogenschouw worden genomen en rekening wordt gehouden met de relevante internationale context? Hoe zijn deze zaken (af-)gewogen door ABN AMRO c.q. wat heeft het zwaarst gewogen?

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de PvdA

Deelt de Minister de mening dat deze riante salarisverhoging ongepast en ongewenst is, mede gelet op het feit dat het personeel bij ABN AMRO al jaren op de nullijn staat en in de sector veel gewone bankmedewerkers worden ontslagen?

Waarom heeft de Raad van Commissarissen van ABN AMRO ervoor gekozen om de salarisverhoging van de leden van de Raad van Bestuur nu wel door te voeren, terwijl daar in 2012 en 2013 nog vanaf werd gezien?

Hoe beoordeelt de Minister de interviews met de bestuursvoorzitter van ABN AMRO, waarin hij deze riante salarisverhoging uitlegt en verdedigt als een salarisverlaging? Is de Minister het met hem eens dat er sprake is van een «inlevercultuur»? Hoe verhouden dergelijke opmerkingen zich tot de maatschappelijk verantwoorde positie die banken zeggen in te nemen en het streven naar dienstbaar bankieren aan de samenleving?

ABN AMRO heeft een ethische commissie om de organisatie te adviseren hoe om te gaan met dergelijke dilemma's; is de ethische commissie betrokken geweest bij het besluit de salarissen in van de Raad van Bestuur te verhogen? Zo ja, wat was dan haar advies? Zo nee, is ABN AMRO alsnog bereid hierover een advies aan de commissie te vragen?

Is de Minister bereid de morele oproep van de leden van de fractie van de PvdA te ondersteunen en te doen aan de leden van de Raad van Bestuur van ABN AMRO om af te zien van de salarisverhoging van 100.000 euro?

Wat vindt de Minister van het feit dat de recent in werking getreden bonuswetgeving die de bonussen aan banden legt nu wordt aangegrepen om de salarissen in de top van de financiële sector fors te verhogen?

Bij de wetsbehandeling gaf de Minister aan aanvullende maatregelen te zullen nemen indien bankiers niet naar de geest van de wet handelen; is de Minister bereid de recente salarisverhogingen van ING, NN en andere financiële instellingen in kaart te brengen en het gedrag van financiële instellingen inzake het beloningsbeleid kritisch tegen het licht te houden?

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de SP

De leden van de SP-fractie hebben naar aanleiding van de salarisverhoging van het bestuur van ABN AMRO de volgende vragen aan de Minister van Financiën.

Wanneer is de Minister op de hoogte gebracht van de beslissing van de Raad van Bestuur van ABN AMRO om een salarisverhoging van een ton door te voeren?

Vindt de Minister een salarisverhoging van een ton voor zes van de zeven bestuursleden wenselijk? Zo nee, is hij het met de leden van de SP-fractie eens dat er wettelijke beperkingen moeten komen voor vaste salarissen van bankbestuurders?

Kan de Minister bevestigen dat de huidige Raad van Bestuur, met uitzondering van de voorzitter, aangetreden is na de inwerkingtreding van het bonusverbod bij staatsgesteunde banken? Kan de Minister ook bevestigen dat aan de huidige Raad van Bestuur nooit bonussen zijn uitgekeerd? Zo ja, is de Minister het dan met de leden van de SP-fractie eens dat het argument van ABN AMRO dat de salarisverhoging is bedoeld ter compensatie van misgelopen bonussen, niet opgaat?

Gaat de Minister erop aandringen dat de bestuurders van ABN AMRO afzien van deze salarisverhoging, zeker gezien het feit dat ABN AMRO nog steeds een staatsbank is? Zo nee, waarom niet?

Hoe valt deze salarisverhoging te rijmen met de vele reorganisaties binnen ABN AMRO waarvan de laatste ronde ongeveer duizend banen heeft gekost?

Hoe valt deze salarisverhoging te rijmen met het feit dat veel gewone werknemers, voor zover ze nog zeker zijn van een baan, al jaren op de nullijn staan?

Vragen en opmerkingen van de leden van de fracties van het CDA, D66, de ChristenUnie, GroenLinks, de SGP, 50PLUS, de groep Bontes/Van Klaveren en de heer van Vliet

De leden van de fracties van het CDA, D66, de ChristenUnie, GroenLinks, de SGP, 50PLUS, de groep Bontes/Van Klaveren en de heer Van Vliet vinden het ongepast dat de ABN AMRO bank effectief de salarissen van zes leden van de Raad van Bestuur verhoogd heeft met € 100.000, terwijl de salarissen van gewone werknemers bevroren zijn, de problemen met derivaten voor MKB’ers niet zijn opgelost en er grote onregelmatigheden in het kantoor in Dubai ontdekt worden.

Deze leden vragen hoe er sprake kan zijn van dergelijke loonsverhogingen (als beloning voor goede prestaties), terwijl er tegelijkertijd duizenden werknemers van ING en ABN AMRO ontslagen worden? Hoe hebben de Raden van Commissarissen deze afweging gemaakt en hoe is de Minister daarbij betrokken?

Deze leden hebben een groot aantal vragen over de salarisverhogingen. Graag vernemen zij van de Minister wanneer hij voor het eerst vernam dat de salarissen in 2014 zouden stijgen.

Kan de Minister verder uitleggen waarom de Algemene Rekenkamer expliciet op haar website vermeldt dat ABN AMRO, ING en SNS Reaal hebben vanaf 2010 geen verhoging van het vaste inkomen toegekend hebben?

In 2011 en 2012 behandelde de Staten-Generaal de «Wet aansprakelijkheidsbeperking DNB en AFM en bonusverbod staatsgesteunde ondernemingen «. Deze wet verbiedt elke bonus bij staatsgesteunde ondernemingen, maar biedt wel de mogelijkheid om de bezoldiging eenmalig met maximaal 20% te verhogen. Om de toelichting aan te halen: «Ten tweede bevat het overgangsrecht een bepaling over de vaste beloning die wordt «bevroren» bij financiële ondernemingen die al steun hebben op het moment van inwerkingtreding. De vaste beloning wordt bevroren zoals die voor die bestuurder gold op het moment van inwerkingtreding van deze wet. In de periode tussen indiening van deze wetswijziging bij de Tweede Kamer en het moment van inwerkingtreding mag de vaste beloning met maximaal 20% stijgen.« (bron: Kamerstuk 33 058, nummer 5, de officiële toelichting bij de nota van wijziging waarin het bonusverbod staatsgesteunde ondernemingen geregeld wordt, inclusief het van toepassing zijnde overgangsrecht)». Deze overgangsregeling is van toepassing op ABN AMRO dat volledig in handen is van de Nederlandse staat en dat al was voor de indiening van de wet bij de Tweede Kamer.

De leden van genoemde fracties hebben drie specifieke vragen over de toepassing van het bonusverbod in deze specifieke casus. De eerste gaat over het tijdstip van ingang. Deze leden begrijpen dat de Raad van Commissarissen de verhoging in 2012 en 2013 heeft toegekend. In het vragenuurtje van 24 maart 2015 meldde de Minister van Financien dat de Raad van Commissarissen daarop in 2012 en in 2013 een beroep gedaan heeft op de Raad van Bestuur om die verhoging/bonus vervolgens niet te accepteren. Dat is een uiterst merkwaardige gang van zaken, namelijk een werkgever die een beloning toekent en vervolgens het personeel dringend vraagt er voorlopig vanaf te zien. Nu dit toch het geval is, vragen genoemde leden zich af op de verhoging wel is ingegaan in de tijdsperiode dat dit mocht, namelijk voor 1 juli 2012? Zij vragen hier een uitgebreide juridische onderbouwing voor. En waarom heeft de Raad van Commissarissen van ABN AMRO besloten om de loonsverhoging in 2014 wel door te voeren, terwijl daar in 2012 en 2013 van af was gezien?

Ten tweede heet de beloning een «temporary fixed income», een tijdelijk vast inkomen. Dat lijkt de leden van de fracties van het CDA, D66, de ChristenUnie, GroenLinks, de SGP, 50PLUS, de groep Bontes/Van Klaveren en de heer Van Vliet een contradictio in terminis. Het is een tijdelijk inkomen of een vast inkomen. Het inkomen is niet genoten in 2012 en 2013, maar wel in 2014. Daardoor is het gewoon een variabel inkomen. Deelt de Minister die opvatting? En zo ja, is het een variabel inkomen in de zin van artikel 1:128 van de Wet op het financieel toezicht? Kan de Minister daarbij ook een precieze beschrijving geven wanneer iets een variabel inkomen is in de zin van dat artikel? En nu het een variabel inkomen is, zou het niet op 0 gesteld moeten worden conform het genoemde artikel? En hoe verhoudt de loonsverhoging van 28% van de CEO van ING zich tot de maximale loonsverhoging van 20% die geldt sinds het bonusverbod voor staatsgesteunde banken?

Ten derde zijn genoemde leden nog extra verbaasd over het feit dat ook het lid van de Raad van Bestuur van ABN AMRO dat is aangetreden in 2013, dus na ingang van het bonusverbod, een verhoging/bonus toegekend krijgt ter compensatie van een variabele beloning die nooit in zijn contract gestaan kan hebben. Kan de Minister nader aangeven welk beloningsbeleid van toepassing is op dit aangetreden lid, nu het eerdere beloningsbeleid uit de brief van de toenmalige Minister van Financiën, de heer Bos, van 2009 niet van toepassing kan zijn? En wanneer is dat beleid goedgekeurd door de Minister? Deze leden menen dat de belangrijkste vraag is: op welke juridisch gronden kan dit lid van de Raad van Bestuur een verhoging krijgen, terwijl hij helemaal geen arbeidscontract had in 2012 en dus geen recht had op een variabele beloning? Graag een uitgebreide juridische onderbouwing waarom het recht op deze stijging van € 100.000 zou bestaan. De leden van genoemde fracties vermoeden namelijk dat de bonus voor dit ene lid echt contra legem is en dus van rechtswege 0 omdat hij geen bonus had, omdat zijn arbeidscontract pas in 2013 inging en omdat hij dus met geen mogelijkheid en met geen enkele juridische truc onder het overgangsrecht gebracht kon worden.

Kan de Minister de stukken openbaar maken die door de vergadering van aandeelhouder(s) zijn vastgesteld over het beloningsbeleid van de Raad van Bestuur in de afgelopen vijf jaar? Graag zouden de leden van de fracties van het CDA, D66, de ChristenUnie, GroenLinks, de SGP, 50PLUS, de groep Bontes/Van Klaveren en de heer Van Vliet horen wanneer de volgende vergadering van aandeelhouders plaatsvindt, waarop onder meer het jaarverslag besproken wordt en zouden zij de antwoorden op de hier gestelde vragen ten minste tien dagen voor aanvang van die vergadering willen ontvangen, zodat de Minister ook een mandaat kan meekrijgen?

Tot slot vragen deze leden of de Minister bereid is aan DNB te vragen of er juist gehandeld is bij de toegekende verhogingen van de beloningen en welke juridische mogelijkheden ziet de Minister om dergelijke exorbitante loonsverhogingen bij staatsgesteunde banken in de toekomst te voorkomen?

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de PVV

De leden van de PVV-fractie hebben met afschuw kennisgenomen van het gegeven dat ABN AMRO de salarissen van zijn bestuurders, op de heer Gerrit Zalm na, in 2014 met 100.000 euro per persoon heeft verhoogd.

Naar aanleiding van het genoemde punt brengen de leden van de PVV-fractie het volgende naar voren.

Allereerst willen de leden van de PVV-fractie weten of de Minister hun mening deelt dat het moreel verwerpelijk is dat ABN AMRO, een staatsbank die de belastingbetaler 22 miljard euro heeft gekost, in 2014 een salarisverhoging van 100.000 euro per persoon aan zes van de zeven leden van de Raad van Bestuur heeft toegekend.

Voorts merken de leden van de PVV-fractie op dat de «Wet aansprakelijkheidsbeperking DNB en AFM en bonusverbod staatsgesteunde ondernemingen» staatsgesteunde ondernemingen de mogelijkheid biedt om ter compensatie van de verloren variabele beloning de vaste salarissen tussen oktober 2011 en juli 2012 eenmalig met maximaal 20 procent te verhogen.

De leden van de PVV-fractie willen graag weten of ABN AMRO hier gebruik van heeft gemaakt bij het verhogen van de salarissen van de leden van de Raad van Bestuur in 2014.

Zo ja, hoe komt het precies dat de salarissen pas in 2014 zijn verhoogd en dus na de deadline van juli 2012?

De leden van de PVV-fractie willen tevens weten of het klopt dat de Raad van Commissarissen de salarissen destijds heeft verhoogd, maar dat deze niet zijn uitgekeerd in 2012 en 2013? Zo ja, waarom niet?

Hoe kan het dat deze verhoging dan toch nog in 2014 kan wordt uitgekeerd? Was dit met instemming van de Raad van Bestuur? Waarom heeft dit niet in de jaarverslagen van 2012 en 2013 van ABN Amro gestaan en is de Kamer hier niet van op de hoogte gesteld? Wanneer is de Minister hier voor het eerst van op de hoogte gesteld?

Daarnaast willen de leden van de PVV-fractie weten hoe hoog de salarissen van de leden van de Raad van Bestuur in 2015 zullen zijn. Is hier ook sprake van een verhoging van de vaste salarissen?

Verder merken de leden van de PVV-fractie op dat de heer Van Dijkhuizen pas in 1 juni 2013 is aangetreden als CFO in de Raad van Bestuur van ABN AMRO. De leden van de PVV-fractie willen weten hoe het mogelijk is dat de heer Van Dijkhuizen op grond van de bovengenoemde wet, die het slechts mogelijk maakt de vaste salarissen tussen oktober 2011 en juli 2012 te verhogen, alsnog een salarisverhoging uitgekeerd heeft gekregen.

Tevens willen de leden van de PVV-fractie weten of de Minister het moreel verantwoord vindt dat de topman Gerrit Zalm weliswaar geen salarisverhoging in 2014 heeft gekregen, maar alsnog een salaris van 760.000 euro per jaar ontvangt. Wat is er bij het aantreden van de CEO, de heer Zalm, afgesproken over een variabele beloning/bonus bij een eventuele verkoop of beursgang van ABN AMRO? Zijn deze afspraken nu nog steeds van kracht?

Tenslotte willen de leden van de PVV-fractie weten waarom de Minister aangeeft «moeite te hebben met de verhoging van de salarissen bij ABN AMRO» maar in zijn rol als aandeelhouder verder geen maatregelen wil treffen of heeft getroffen. Bestaat er geen enkele mogelijkheid om het besluit met terugwerkende kracht te corrigeren? Kan de Minister wel maatregelen treffen ten aanzien van salarisverhogingen in 2015?

Voorts merken de leden van de PVV-fractie op dat de Minister heeft aangegeven dat indien de vaste salarissen weer de pan uit rijzen, de wetgeving toch moet worden aangescherpt. Aan welke aanscherping denkt de Minister? Wat zijn de mogelijkheden en hoe staat hij daar tegenover?

De leden van de PVV-fractie willen weten hoeveel meer de vaste salarissen nog moeten stijgen om de Minister het besluit te laten nemen hier aanvullende maatregelen tegen te treffen.

Vragen en opmerkingen van de heer Klein

Wat is de reden dat medewerkers van ABNAMRO die onder de cao vallen twee jaar op de nullijn zitten en de leden van de Raad van Bestuur er 100.000 euro bij krijgen? Functioneren deze leden buitenproportioneel goed vergeleken met de gewone medewerker? Zou het niet logischer en eerlijker zijn dat ook de leden van het Raad van Bestuur op de nullijn zitten? Wat is de reden daarvan?

In het jaarverslag 2014 van ABNAMRO wordt vermeld dat de gestelde doelen zijn behaald en dat dit de reden is voor een beloning. Betekent dit dat alle andere medewerkers van de ABNAMRO de gestelde doelen niet hebben gehaald? Zij krijgen immers de nullijn aangeboden? In hoeverre wordt hier met twee maten gemeten?

Deelt de Minister de mening dat ondanks als het eventueel formeel mogelijk is een beloning uit te keren, dit niet altijd gepast is gezien de recente bancaire geschiedenis?

In hoeverre vindt de Minister deze beloning passen binnen de door ABNAMRO onderschreven doelstellingen van maatschappelijk verantwoord ondernemen als partner bij MVO Nederland, zeker bij een bedrijf waarvan alle aandelen in handen van de Staat zijn? Hoe kijkt de Minister daar tegenaan?

Naar boven