2013D18567

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 mei 2013

Hierbij doe ik u mijn reactie toekomen op de brief van K. te R. inzake naleving van open standaarden en platformonafhankelijkheid binnen het openbaar onderwijs (uw kenmerk:2013D11658).

De heer K. vraagt aandacht voor gebruikers van vrije software voor wie platformonafhankelijk werken wordt bemoeilijkt in het Nederlandse onderwijsbestel. Tevens beschrijft de heer K. zijn zorg in verband met het gebruik van gesloten standaarden in het onderwijs. Deze gesloten standaarden stroken volgens de heer K. niet met Nederlandse en Europese richtlijnen op het gebied van open standaarden en belemmeren het vrije recht op onderwijs. Vervolgens doet de heer K. een voorstel voor een vijftal maatregelen waardoor de overheid de universele toegankelijkheid van het onderwijsbestel kan borgen.

Hieronder geef ik mijn reactie op de maatregelen die hij voorstelt.

Maatregel 1) «Het strenger handhaven van de richtlijnen op het gebied van open (web)standaarden en platformonafhankelijke toepassingen binnen de (semi-) publieke sector».

Reactie: In de onderwijssector worden open standaarden volgens het principe «pas-toe-of-leg-uit» verplicht gesteld voor gegevensuitwisseling tussen het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (waaronder ook de Dienst Uitvoering Onderwijs en de Inspectie van het Onderwijs vallen) en de onderwijsinstellingen. De onderwijsinstellingen hebben verder de vrijheid om eigen keuzes te maken bij aanschaf van software. Wel is in de subsidievoorwaarden voor (ICT-)projecten in het onderwijsveld opgenomen dat open standaarden moeten worden gevolgd volgens het principe «pas-toe-of-leg-uit». Indien de keuze van de onderwijsinstelling voor software wordt betwist, dan kan dat via de medezeggenschapsraad van de onderwijsinstelling, de consumentenautoriteit of de Europese commissie voor mededinging aanhangig worden gemaakt.

Maatregel 2) Alle scholen en universiteiten verplicht stellen tot het accepteren van open bestandsindelingen zoals ODF en PDF

Reactie: Op dit moment laat ik een onderzoek uitvoeren naar het gebruik van open standaarden en open source software in alle onderwijssectoren middels een lastenluwe enquête onder onderwijsinstellingen. De bestandsindelingen ODF en PDF staan op de lijst van standaarden en zijn zodoende al verplicht via het «pas-toe-en-leg-uit» principe. Inzake het handhaven daarvan, verwijs ik u naar mijn reactie onder maatregel één.

Maatregel 3) Het toekennen van het recht aan gebruikers van vrije software om zonder beperkingen deel uit te maken van het Nederlandse onderwijsbestel.

Reactie: Alle Nederlandse burgers hebben het recht om zonder beperkingen deel te nemen aan het Nederlandse onderwijsbestel. Dit geldt ook voor gebruikers van vrije software. Hiervoor hoeft geen uitzondering gemaakt te worden.

Maatregel 4) Het erkennen van de beperkingen in de licentieovereenkomsten van niet-vrije software, en alle Nederlandse burgers het nadrukkelijke recht geven om deze af te wijzen, zonder dat zij hierdoor niet langer gebruik kunnen maken van openbare diensten.

Reactie: Zoals u kunt afleiden uit de beantwoording van Kamervragen van de leden El Fassed en Klaver over het gebrek aan open standaarden in het voortgezet onderwijs (zie bijlage 1), erken ik de beperkingen in de licentieovereenkomsten van niet-vrije software. Het gebruik van gemeenschappelijke voorzieningen op basis van open standaarden wordt door mij gestimuleerd. Om dat te concretiseren is onder de vlag van EduStandaard een standaardisatieberaad opgericht dat hieraan bijdraagt. EduStandaard is een beheerorganisatie voor afspraken en standaarden in het onderwijsveld die door Surf en kennisnet wordt gefaciliteerd. Alle afspraken zijn gratis en onder een creative commons-licentie beschikbaar. Tevens zal er binnen EduStandaard worden gewerkt aan een duidelijke adoptiestrategie per standaard.

Maatregel 5) Het toepassen van de mogelijkheid tot het «bring your own device»-principe binnen alle afdelingen van de (semi-)publieke sector.

Reactie: Onderwijsinstellingen zijn primair zelf verantwoordelijk voor de aanschaf van hard- en software en de toegang tot hun netwerk. Welke afwegingen daarbij worden gemaakt ten aanzien van «bring you own device» is de keuzevrijheid van deze instellingen zelf.

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker

Naar boven