2013D01588 LIJST VAN VRAGEN

Nr

Vraag

1

Waarom wordt de rapportage over het Nederlandse wapenexportbeleid van 2011 pas eind oktober 2012 gepubliceerd? Wanneer wordt naar verwachting de rapportage over het jaar 2012 gepubliceerd?

2

De totale waarde van de door Nederland afgegeven vergunningen volgens het jaarraport 2011 en 2010 wijken af van de totale waarde die staat vermeld in de EU-jaarraporten. Kunt u aangeven of dit ook geldt voor eerdere jaren en of het probleem van afwijkende cijfers een onderwerp is die in de COARM wordt besproken?

3

Kunt u ingaan op het voornemen van Duitsland om een wapendeal met Saoedi-Arabië te sluiten? Ziet u een ongelijk speelveld met Duitsland en Nederland als het gaat om wapenleveranties?

4

Is de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking eindverantwoordelijk voor alle aanvragen op het gebied van wapenexport? Hoe worden deze besluiten afgestemd met de ministers van Buitenlandse Zaken en Economische Zaken en hoe liggen de verantwoordelijkheden binnen het nieuwe kabinet?

5

Wat zijn de oorzaken van de significante daling van de wapenexport in 2011 ten opzichte van 2010?

6

Hoe beoordeelt u de versterkte samenwerking met ondernemingen uit omringende landen van de Nederlandse industrie, in het licht van de verschillende interpretaties die deze landen geven aan de Europese regels die bestaan op het gebied van wapenexport?

7

Kunt u een overzicht geven van de omzet, werkgelegenheid en export van de Nederlandse defensie- en veiligheidsindustrie in de afgelopen tien jaar? Hoe beoordeelt u deze ontwikkeling in relatie tot omringende landen? Welke gevolgen hebben de aanscherping van de regels omtrent wapenexport voor de industrie?

8

Op basis waarvan is besloten Japan als een aan de NAVO en EU gelijkgesteld land te zien v.w.b. de wapenexport? Heeft de eilandenruzie tussen Japen en China nog invloed op die speciale status van Japan?

9

Wat wordt verstaan onder een «ontschot advies»?

10

Kunt u toelichten welke overwegingen ten grondslag lagen aan de goedkeuring van de Turkse wapenaanvragen, gezien de precaire situatie met Cyprus?

11

Welke rol heeft de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking in de adviesafgifte inzake aanvragen voor uitvoer van militaire goederen, waaronder naar ontwikkelingslanden?

12

Zijn er voorbeelden van verschillende uitkomsten van vergunningaanvragen naar aanleiding van toetsing aan de 8 criteria door (EU)-lidstaten? Zo ja, kunt u ons alle bekende voorbeelden hiervan doen toekomen en daarin meenemen dat Nederland geen tanks aan Indonesië heeft gekocht en andere Europese landen vermoedelijk wel?

13

Waarom worden, van alle niet EU-landen, alleen met Noorwegen de afgewezen vergunningaanvragen gedeeld? Kan dit betekenen dat er toch verschillende uitkomsten na overweging van het wapenexportbeleid per land mogelijk zijn waar de Nederlandse regering niet van op de hoogte is?

14

Op basis van welke gegevens wordt getoetst of een land voldoet aan de acht criteria van het wapenexportbeleid? Hoe wordt voorkomen dat dit toetsingsinstrument politiek ingezet kan worden tegen een land, in plaats van strikt juridisch?

15

Wordt er (in Europees verband) gestreefd naar een uitbreiding van landen die zich houden aan het Gemeenschappelijk Standpunt?

16

Hoe is het wapenexportbeleid in Turkije ingevuld? Houden zij zich ook aan bepaalde criteria en beginselen van het Gemeenschappelijk Standpunt?

17

Zijn er ook EU-lidstaten die zich niet houden aan de criteria en de beginselen van het Gemeenschappelijk Standpunt? Zo ja, kunt u dit toelichten?

18

Welke eisen worden er op EU-niveau gesteld op het gebied van transparantie? Op welke manier zorgt u er voor dat andere landen zich optrekken aan het transparantieniveau van Nederland? Hoe beoordeelt u de parlementaire betrokkenheid van andere EU-lidstaten bij wapenexport?

19

Nederland loopt met het verstrekken van gegevens over afgewezen vergunningen en maandoverzichten van alle afgegeven vergunningen voorop in transparantie. Zijn alle aanvragende landen van deze transparantie op de hoogte, en zijn er voorts aanwijzingen dat deze transparantie bepaalde landen afschrikt om een aanvraag bij Nederland in te dienen? Zo ja, welke landen zijn dat?

20

Wat is het nut van de aanscherping van de doorvoerrechten naar Duits voorbeeld als deze aanscherpingen niet Europees gedeeld worden? Heeft deze aanpassing reeds geleid tot het niet verlenen van doorvoervergunningen?

21

Is bij u bekend dat bij het genoemde voorbeeld over Kenia uiteindelijk toch vanuit een land dat het Gemeenschappelijk Standpunt heeft ondertekend levering van genoemde goederen heeft plaatsgevonden?

22

Welke criteria worden gehanteerd bij het bepalen of goederen in de toekomst mogelijk ongewenst worden ingezet?

23

Welke toetsingscriteria worden toegevoegd indien er «een element van risico-analyse» wordt meegenomen bij de toetsing aan het EU Gemeenschappelijk Standpunt?

24

Wanneer is de uitrol van de automatisering afgerond zodat de normale rapportage, over afgegeven van vergunningen voor de uitvoer van militaire goederen, versneld kan worden?

25

Is de systematiek van doorvoercontrole naar Duits voorbeeld ondertussen aangepast? Zo ja, wat zijn de bevindingen van het gewijzigde beleid? Is er ondertussen een doorvoer geweigerd, ondanks een getoonde uitvoervergunning van een bondgenoot? Zo ja, om welke gevallen ging het?

26

Onder welke voorwaarden zal Nederland in de praktijk besluiten dat doorvoer via Nederlands grondgebied van bepaalde goederen naar bepaalde gevoelige bestemmingen niet kan worden toegelaten, ook al kan er een uitvoervergunning van een bondgenoot worden getoond?

27

Kunt u toelichten op basis waarvan u gekozen heeft voor de beschrijving van de vier relatief kleine vergunningsaanvragen in hoofdstuk 6? Waarom is geen enkele grotere aanvraag meegenomen?

28

In hoeverre heeft de risico-analyse bij toetsing aan het EU Gemeenschappelijk Standpunt vorm gekregen en wordt het meegenomen in die toetsing?

29

Hoe is het mogelijk dat ondanks de COARM overleggen er toch verschillen tussen EU-lidstaten in vergunningverlening ontstaan?

30

Zijn er voorbeelden waarbij verschillende landen tot een andere uitkomst komen bij toetsing van de criteria (bijvoorbeeld verkopen van tanks aan Indonesië)? Hoe wordt er gestreefd naar een eenduidige interpretatie binnen de EU? Als dit niet lukt wat is dan de waarde van die criteria?

31

In 2010 zijn circa 400 vergunningen afgewezen in Europees verband? Hoeveel vergunningaanvragen zijn in Europees verband in totaal gecontroleerd? Welk percentage wordt afgewezen? Om export naar welke landen gaat het hier?

32

Wat is de totale waarde van de afgegeven vergunningen in 2012? Hoe verklaart u eventuele schommelingen tussen 2012 en 2011?

33

In hoeverre leidt de EU-samenwerking in COARM tot verdergaande afstemming en uniformering van beleid aangaande het wapenexportbeleid van de Europese lidstaten?

34

Hoe kunnen we er voor zorgen dat het «level playing field» zoals genoemd bij COARM afdwingbaar wordt?

35

Kunt u toelichten wat tot nu toe de geboekte resultaten zijn van COARM? Heeft Duitsland voorafgaand aan het sluiten van de tankdeal met Indonesië de databank van nationale denials geraadpleegd? Heeft Duitsland Nederland geconsulteerd? In hoeverre heeft Duitsland het niet volgen van de door Nederland afgewezen tankdeal met Indonesië met redenen omkleed? Welke mogelijkheden ziet de minister om een dergelijk ongelijk level playing field in de toekomst te voorkomen, daar het niet de bedoeling kan zijn de criteria naar beneden bij te schroeven?

36

Hoe vaak is Nederland in 2012 betrokken geweest bij consultaties, met welke en over welke landen vonden die consultaties plaats en op wiens initiatief? Wat waren de uitkomsten van deze consultaties?

37

Welke stappen zijn gezet sinds 2011 op het gebied van harmonisatie van de EU-criteria? Hoe beoordeelt u de werkwijze van het COARM op dit moment?

38

Kunt u een overzicht geven met concrete cijfers over het gebruik van de databank van nationale denials? Wordt de databank daadwerkelijk door alle lidstaten gebruikt? En in welke mate is dit beleid effectief gebleken wat betreft wapenexport naar landen die in de databank zijn opgenomen?

39

In hoeverre heeft de databank van nationale denials thans bijgedragen aan een meer uniform wapenexportbeleid binnen de EU en worden denials ook na onderlinge consultatie door lidstaten overgenomen?

40

Waarom doen grootexporteurs als China en de VS wel mee aan het Wassenaar Arrangement en niet aan het Gemeenschappelijk Standpunt?

41

Wat is de inbreng van andere lidstaten als het gaat om aanpassingen aan het EU Gemeenschappelijk Standpunt?

42

Waren de vergaderingen van COARM in 2012 wederom gericht op het Midden-Oosten en wat waren de uitkomsten van deze vergaderingen? Wordt er gewerkt aan een verbetering van de werkwijze en efficiëntie van COARM?

43

Aan het Wassenaar Agreement neemt Cyprus als enige EU-lidstaat geen deel, vanwege bezwaren van Turkije. Welke actie heeft Nederland ondernomen om Turkije onder druk te zetten Cyprus toch toe te laten en welke actie gaat Nederland ondernemen om dit op spoedige termijn te bewerkstelligen?

44

Hoe beoordeelt u de uitvoering van de «best practices guidelines"van de deelnemers aan het Wassenaar Agreement op dit moment? Welke stappen zult u binnen dit gremium zetten om implementatie te verbeteren?

45

Wat is de uitkomst van de Review van het EU GS die in 2012 heeft plaatsgevonden en in welke mate is op Europees niveau meer rendement te behalen wat betreft het functioneren van het wapenexportbeleid?

46

Klopt het dat Nederland de verstrekking van wapenvergunningen continue aan minstens drie internationale standaarden meet? (Gemeenschappelijk Standpunt, COARM en Wassenaar Arrangement (VN)?) In hoeverre is hier sprake van overlapping? Is het mogelijk hierbij de VN en EU wetgeving op één lijn te krijgen? Wat doet u om dit te bevorderen?

47

Nederland zet zich in om de ongecontroleerde verspreiding van kleine en lichte wapens en bijbehorende munitie aan banden te leggen. Bent u bekend met het bericht «A trail of bullet casing leads from Africa’s wars to Iran» uit the New York Times van 11 januari 2013? Wat is uw reactie op dit artikel en welke actie gaat u hierop ondernemen?

48

Welke concrete stappen zijn door Nederland gezet om andere landen aan te sporen tot aansluiting bij het Verdrag inzake Clustermunitie en met welk resultaat?

49

Nederland heeft ook in 2011 een actieve rol gespeeld om de afspraken omtrent kleine en lichte wapens (SALW) verder uit te werken en de concretiseren. Welke stappen zijn hierin gezet en wat houden de afspraken nu concreet in?

50

Kunt u de huidige ontwikkelingen met betrekking tot het VN-wapenhandelsverdrag toelichten?

51

Tijdens de tweede Ministeriele Toetsingsconferentie heeft Nederland zich ingezet voor het meetbaar maken van de relaties, impact en wereldwijde kosten van gewapend geweld. Wat heeft deze inzet concreet opgeleverd?

52

Tijdens een diplomatieke conferent in juli 2012 is gesproken over een internationaal wapenhandelsverdrag. In hoeverre is daar consensus bereikt op de verdragsinhoud die door Nederland van belang worden geacht?

53

Van hoeveel landen ontvingen resp. het VN-wapenregister en het SALW-register in 2012 rapportages? Welke landen springen eruit als het gaat om het niet (willen) rapporteren aan beide registers?

54

Het VN-wapenregister valt of staat met wereldwijde participatie. Heeft de stijgende lijn in deelname zich ook in 2012 voortgezet? Hoeveel landen hebben vorig jaar hun rapportage ingediend en zijn landen in toenemende mate bereid om ook een door Nederland van belang geacht «nil report» in te dienen?

55

Kunt u verklaren waarom er in 2011 geen nieuwe landen bijdragen hebben geleverd aan de database betreffende hun nationale wapenexportwetgeving? Zijn er in 2012 wel nieuwe landenbijdragen aangeleverd?

56

In Nederland vormde de uitvoer van militaire goederen minder dan 0.18% van de totale waarde van de Nederlandse uitvoer? Is het mogelijk een vergelijking te maken met andere landen, inbegrepen de uitvoer van militaire goederen door overheden?

57

De Nederlandse overheid moet zelf ook een vergunning aanvragen voor uitvoer van militaire goederen. Waarom geldt dit niet voor sommige andere landen? Om welke landen gaat het hier, vallen hier ook Europese landen onder? Wat zijn de gevolgen hiervan?

58

Hoe verhoudt de vergunning voor definitieve uitvoer van militaire goederen naar China zich tot de 8 criteria van het EU Gemeenschappelijk Standpunt?

59

Kunt u aangeven hoe uw toestemming voor de export naar China van materiaal voor bevoorradingsschepen ter waarde van 18 miljoen euro zich verhoudt tot de opgelopen spanningen tussen China en buurlanden rond betwiste eilanden en zeewateren? Kunt u meer algemeen deze vergunning toelichten met betrekking tot de 8 criteria?

60

Hoe verhoudt de vergunning voor definitieve uitvoer van militaire goederen naar Saoedi Arabië zich tot de 8 criteria van het EU Gemeenschappelijk Standpunt?

61

Hoe verhoudt de vergunning voor definitieve uitvoer van militaire goederen naar Turkmenistan zich tot de 8 criteria van het EU Gemeenschappelijk Standpunt?

62

Een optelsom van alle exportwaarden als vermeld in tabel 2 van het jaarrapport komt in onze telling tot 710, 04 miljoen euro, terwijl als totaalbedrag in die tabel 715,04 miljoen euro staat vermeld. Is ergens een bedrag van 5 miljoen euro bij een land niet meegerekend, of moet de totaalwaarde 5 miljoen euro lager zijn of hebben we ons vergist?

63

Kunt u het enorm grote verschil verklaren tussen enerzijds de in het jaarrapport aan de Tweede Kamer vermelde totale waarde van de afgegeven vergunningen van 715,04 miljoen euro, en anderzijds het Europese rapport (Fourteenth Annual Report according to Article 8(2) of Council Common Position 2008/944/CFSP, 14 december 2012) over 2011 dat voor Nederland een waarde van slechts 415,75 miljoen euro noteert (pag 401).

64

Waarom staat voor Indonesië slechts 124 880 euro geboekt in het veertiende Europese jaarrapport (p 124), terwijl aan de Kamer een bedrag van ruim 46 miljoen euro is gerapporteerd?

65

Kunt u een overzicht verschaffen van geleverde militaire goederen aan de volgende landen: Bangladesh, Egypte, Indonesië, Maleisië, Oman, Saudi-Arabië, Qatar, Rwanda, Turkije, Turkmenistan, de Verenigde Arabische Emiraten en Zuid-Afrika met daarin opgenomen een korte omschrijving van de geleverde goederen en wie de ontvangers en eindgebruikers zijn? Zo nee, waarom niet?

66

Kunt u de schommelingen in de totale waarde van de afgegeven vergunningen verklaren, los van de verkoop van overtollig defensiematerieel?

67

Kunt u toelichten waarom de afgewezen vergunningaanvragen in de rapportage wel overzichtelijk per land worden uitgewerkt, maar de afgegeven vergunningen alleen per categorie worden weergegeven?

68

In hoeverre speelt het feit dat een grote meerderheid van de Europese landen/EU-landen wél voorstander is van particuliere beveiligers aan boord van koopvaardijschepen een rol in de overweging van Nederland om wapens te leveren voor particuliere beveiligers aan boord van koopvaardijschepen?

69

Waarom is het aantal afgewezen Nederlandse vergunningsaanvragen in de Europese rapportage over 2011 slechts 4 (pag 401), en in de rapportage aan de Tweede Kamer 17 stuks?

Naar boven