Vragen van het lid Özdil (GroenLinks) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bindend studieadvies (ingezonden 28 december 2017).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het proefschrift «What works to improve students succes; the effects of academic dismissal policies, student grants and institutional mergers on student outcomes»?1

Vraag 2

Bent u bereid om alternatieven voor het bindend studieadvies nader te onderzoeken, mede omdat uit dit onderzoek blijkt dat alternatieven voor het bindend studieadvies een positief effect hebben op studiesucces? Wat is uw reactie op de geopperde alternatieven voor het bindend studieadvies die zorgen voor minder uitval, zoals mentorprogramma’s en studiebeurzen? Ziet u hierin aanleiding de doelgroep van de aanvullende beurs te verbreden? Zo nee, waarom niet?

Vraag 3

Bent u bereid om alternatieven voor het bindend studieadvies, waarvan wetenschappelijk bewezen is dat ze leiden tot minder uitval, te stimuleren? Bent u bereid om met de studentenbonden, de Vereniging Hogescholen en de VSNU het gesprek te voeren hoe u dit kan stimuleren? Zo nee, waarom niet?

Vraag 4

Herkent u de signalen dat gemotiveerde en competente studenten door het bindend studieadvies gedwongen opleidingen moeten verlaten die ze succesvol hadden kunnen halen?

Vraag 5

Kunt u bevestigen dat artikel 7.8b van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk (WHW) het advies over de voortzetting van de studie regelt dat uiterlijk aan het einde van het eerste jaar van inschrijving voor de propedeutische fase wordt gegeven? Klopt het dat volgens lid 3 en 5 van het genoemde artikel het instellingsbestuur een afwijzing kan verbinden aan het advies en wordt in dat geval de inschrijving voor de desbetreffende opleiding aan de betrokken instelling beëindigd? Bent u bereid het Rijksbeleid en deze wetgeving ten aanzien van het verbinden van een afwijzing aan het advies te heroverwegen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 6

Bent u bereid de mogelijkheid die artikel 7.8b van de WHW biedt voor een studieadvies met een niet-bindend karakter bij opleidingen onder de aandacht te brengen en te stimuleren? Zo nee, waarom niet?

Naar boven