Vragen van de leden Jasper vanDijk en Merkies (beiden SP) aan de Ministers voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en van Financiën over de gevolgen van het handelsverdrag tussen de EU en Canada (CETA) en het handelsverdrag voor de dienstensector (TiSA) (ingezonden 29 november 2016).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het herziene rapport «Making sense of CETA»?1

Vraag 2

Wat is – inzake de gevolgen voor financiële dienstverlening – uw oordeel over de volgende bewering: «A clear downside is that it makes the financial systems in both Canada and the EU more interconnected and vulnerable to external shocks and contagion»? Deelt u de mening dat het financiële stelsel in zowel Canada als de EU kwetsbaarder wordt voor exogene schokken en besmettingsgevaar? Zo neen, kunt u uw antwoord onderbouwen?2

Vraag 3

Deelt u de zorg die uitgesproken wordt omtrent vergaande liberalisering van financiële dienstverlening voor de stabiliteit van landen?3

Vraag 4

Klopt het dat het voor overheden, parlementen en andere publieke instellingen moeilijker wordt om de financiële sector te reguleren, tenzij de verdragspartijen uitzonderingen hebben bedongen op specifieke verdragsartikelen? Kunt u uw antwoord onderbouwen in verwijzing naar het CETA-verdrag?4

Vraag 5

Klopt het dat, indien er binnen drie jaar geen overeenstemming wordt bereikt over de regels omtrent de «performance requirements», de regels uit artikel 8.5 van het investeringshoofdstuk automatisch van kracht zijn, met als gevolg dat de ruimte voor overheden om buitenlandse financiële investeerders te reguleren sterk ingeperkt wordt?5

Vraag 6

Zijn er financiële diensten die Nederland gepoogd heeft om op de negatieve lijst te zetten, en zo ja, welke? In welke gevallen is dat niet gelukt, en wat was daarvan de reden?6

Vraag 7

Welke uitzonderingen voor buitenlandse overnames heeft de EU bedongen? Waarom heeft de EU, in tegenstelling tot vele Canadese provincies, niet ingezet op meer garanties op dit gebied?7

Vraag 8

Kunt u aangeven welke overheidsobligaties onderhevig zijn aan het investeringsgeschillenbeslechtingsmechanisme (ISDS)?8

Vraag 9

Op welke wijze is in het CETA-verdrag de samenwerking tussen toezichthouders geborgd? Acht u dit voldoende? Kunt u toelichten waarom u dit wel of niet voldoende acht? Is het mogelijk om dit samenwerkingsverband te versterken?9

Vraag 10

Heeft u kennisgenomen van het feit dat Canadese melkveehouders een compensatie krijgen van 240 miljoen euro vanwege geleden schade als gevolg van CETA?10

Vraag 11

In hoeverre heeft u de precieze financiële gevolgen van CETA voor bepaalde sectoren in kaart gebracht? Wordt er geld beschikbaar gesteld om eventuele schade binnen bijvoorbeeld duurzame landbouwproductie te compenseren?

Vraag 12

Welke andere onderzoeken zijn er verricht naar de baten en lasten van TiSA dan het onderzoek van de Europese Commissie?11

Vraag 13

Wat is de stand van zaken omtrent het opnemen van de standstill clause in TiSA, zoals bepleit door de VS? Welke landen verzetten zich hiertegen?12

Vraag 14

Op welke wijze is gewaarborgd dat in TiSA geen additionele markttoegang verleend zal worden?13

Vraag 15

Zijn de gevolgen van TiSa voor ontwikkelingslanden in kaart gebracht? Zo ja, wat houden deze in? Zo neen, bent u bereid zich in te spannen voor een dergelijk onderzoek, of het desnoods zelf uit te voeren?

Vraag 16

Op welke wijze spant u zich ervoor in te zorgen dat de voordelen van het TiSA-akkoord zonder tegenprestatie ook worden gegund aan de minst ontwikkelde landen? Welke actie is Nederland bereid te ondernemen indien dit niet lukt?14

Vraag 17

Waarom benadrukt u dat zonder het voorbehoud voor publieke diensten Nederland geen steun zal kunnen uitspreken voor TiSA, als u eerder in uw brief aan de Kamer over de stand van zaken met betrekking tot TiSa aangeeft dat publieke diensten in TiSA worden uitgezonderd? Welke landen verzetten zich tegen dit voorbehoud?15

Vraag 18

Hoe gaat u voorkomen dat het verbod op discriminatie op grond van vestigingsplaats, ook wel «de kern van de afspraken in TiSA» genoemd, niet leidt tot een race-to-the-bottom op fiscaal gebied?16

Vraag 19

Kunt u uitleggen waarom er onder TiSA enkel afspraken gemaakt zullen worden over grensoverschrijdende arbeid van hooggeschoold personeel? Wat is uw oordeel hierover?17

Vraag 20

Wordt er extra capaciteit bij De Nederlandsche Bank (DNB) en de Europese Centrale Bank (ECB) beschikbaar gemaakt om ervoor te zorgen dat financiële instellingen die een bankvergunning aanvragen onder TiSA zorgvuldig beoordeeld worden? Welke eisen gelden er onder TiSA voor het aanvragen van een bankvergunning?18

Vraag 21

Aangezien u pleit voor een reset van handel en handelsverdragen, hoe kunt u er dan genoegen mee nemen dat internationale afspraken op het gebied van mensen- en werknemersrechten, zoals vastgelegd in de ILO-conventies, geen onderdeel uitmaken van TiSA? Bent u bereid om een extra inspanning te leveren opdat deze conventies alsnog in het verdrag opgenomen worden?19

Vraag 22

Wordt TiSA naar verwachting een gemengd akkoord waar nationale parlementen hun goedkeuring aan moeten geven?

Vraag 23

Kunt u het tijdpad voor TiSA schetsen? Wanneer staan afronding en goedkeuring gepland?

Vraag 24

Bent u bereid om de lessen over handel van voormalig Minister van Ontwikkelingssamenwerking Jan Pronk mee te nemen in uw «reset» van internationale handel?20


X Noot
11

kabinetsbrief over TiSA (10-11-2016)

X Noot
12

Vrij Nederland (05-11-2016): «De grote broer van TTIP is bijna rond»

X Noot
13

kabinetsbrief over TiSA (10-11-2016)

X Noot
14

kabinetsbrief over TiSA (10-11-2016)

X Noot
15

kabinetsbrief over TiSA (10-11-2016)

X Noot
16

kabinetsbrief over TiSA (10-11-2016)

X Noot
17

kabinetsbrief over TiSA (10-11-2016)

X Noot
18

kabinetsbrief over TiSA (10-11-2016)

X Noot
19

kabinetsbrief over TiSA (10-11-2016)

Naar boven