Vragen van het lid Bruins Slot (CDA) aan de Ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over onverwachte rekening mortuariumkosten voor nabestaanden (ingezonden 4 maart 2016).

Vraag 1

Heeft u de tv-uitzending gezien over de nog steeds bestaande praktijk dat nabestaanden geconfronteerd worden met onverwachte kosten van ziekenhuismortuaria?1

Vraag 2

Herinnert u zich uw antwoorden op eerdere vragen over mortuariumkosten in het ziekenhuis?2

Vraag 3

Wat vindt u van de uitspraak in de uitzending dat mortuariabeheerders onvoldoende duidelijk maken dat zij niet in opdracht van het ziekenhuis werken, en dat voor hun werkzaamheden een aparte rekening komt?

Vraag 4

Deelt u de mening dat zowel verpleeghuizen als ziekenhuizen duidelijk moeten aangeven of zij het mortuariumbeheer wel of niet in eigen handen hebben, en welke financiële gevolgen dit heeft? Welke rol hebben bestuurders van deze instellingen hierin?

Vraag 5

Wat vindt u van de voorbeelden dat nabestaanden bij zowel ziekenhuizen als verpleeghuizen geconfronteerd worden met mortuariumkosten waarvoor zij geen uitdrukkelijke toestemming hebben gegeven? Hebben nabestaanden mogelijkheden om voor de kosten waarvoor zij geen toestemming hebben gegeven dit niet te betalen? Zo ja, welke?

Vraag 6

Vindt u dat afgelopen twee jaar de informatievoorziening van ziekenhuizen en verpleeghuizen ten aanzien van de mortuariumkosten verbeterd is? Zo ja, waarom dan?

Vraag 7

Welke mogelijkheden hebben nabestaanden om klachten in te dienen over een dergelijke handelwijze, en waar kunnen ze dit doen?

Vraag 8

Bent u bereid deze problematiek onder aandacht te brengen van de betrokken brancheorganisaties vanuit de zorg en de uitvaartsector?


X Noot
1

Kassa d.d. 20 februari 2016

X Noot
2

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2013–2014, nr. 2116

Naar boven