Vragen van het lid Dik-Faber (ChristenUnie) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de uitspraken van de secretaris van de Regionale Toetsingscommissies Euthanasie (RTE) (ingezonden 24 maart 2015).

Vraag 1

Kent u het bericht ««Onzorgvuldig» doet kliniek onrecht»? Wat vindt u van de opmerking van de secretaris van de Regionale Toetsingscommissies Euthanasie (RTE) dat van de term «onzorgvuldig» een verkeerde suggestie uitgaat?1

Vraag 2

Deelt u de mening dat de term «onzorgvuldig» wel aansluit bij de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding, en daarmee een goede duiding geeft wanneer er sprake is van het overtreden van artikel 2 van deze wet?

Vraag 3

Deelt u voorts de mening dat het onwenselijk is wanneer de secretaris van de RTE vanuit haar functie uitspraken doet die in strijd zijn met voornoemde wet? Zet zij daarmee de wettelijke toetsingstaak van de RTE onder druk?

Vraag 4

Kunt u aangeven of dit pleidooi voor een nieuwe terminologie een door de leden van de RTE gedeelde en gedragen visie betreft?

Vraag 5

Deelt u de mening dat de Levenseindekliniek indirecte invloed heeft op de oordelen van de RTE, nu in het artikel expliciet wordt aangegeven dat de oordelen onzorgvuldig «wrevel wekken» bij de Levenseindekliniek en de RTE daar kennelijk begrip voor hebben?

Vraag 6

Deelt u de visie dat het nuanceren van de term «onzorgvuldig» een uitholling van de zorgvuldigheidseisen van de euthanasiepraktijk impliceert?

Vraag 7

Wilt u, om duidelijkheid te verschaffen, in gesprek gaan met de secretaris van de RTE?

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Van der Staaij (SGP), ingezonden 24 maart 2015 (vraagnummer 2015Z05204)


X Noot
1

Trouw 20 maart 2015

Naar boven