Vragen van het lid Arib (PvdA) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht dat de Levenseindekliniek voor de vierde keer in een jaar is berispt (ingezonden 19 maart 2015).

Vraag 1

Kent u het bericht «Vierde berisping in één jaar tijd voor Levenseindekliniek»1 en herinnert u zich uw antwoorden op eerdere vragen over dit onderwerp?2

Vraag 2

Deelt u de mening van de directeur van de Levenseindekliniek dat «onterecht de indruk wordt gewekt dat er van alles mis is bij de kliniek»? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?

Vraag 3

In hoeverre volgt de genoemde vierde berisping op gelijkaardige constateerde onzorgvuldigheden als waar de Levenseindekliniek eerder voor is berispt? Wat zijn de kenmerkende overeenkomsten?

Vraag 4

Bent u nog steeds van mening dat kan worden gewacht op de evaluatie van de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding (Wtl) in 2016 en niet hoeft te worden onderzocht of het bestaan van de Levenseindekliniek tot een grotere vraag naar levensbeëindiging leidt, en welke effecten dat heeft op de reguliere euthanasiepraktijk? Zo ja, waarom? Zo nee, bent u dan nu wel bereid op korte termijn een onafhankelijk onderzoek uit te laten voeren naar de praktijk van de Levenseindekliniek?

Vraag 5

Wat is de actuele stand van zaken omtrent de invulling van uw toezegging dat er standaard een psychiater wordt betrokken wordt bij de beoordeling door de Regionale toetsingscommissie van complexe casus van euthanasie bij patiënten met psychiatrische problematiek?

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van de leden Pia Dijkstra (D66) Tellegen (VVD), ingezonden 19 maart 2015 (vraagnummer 2015Z04946).


X Noot
1

Trouw, 19 maart 2015, blz. 11

X Noot
2

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2014–2015, nr. 1270

Naar boven