Vragen van het lid Arib (PvdA) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht «322 keer euthanasie via Levenseindekliniek» (ingezonden 21 maart 2014).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht «322 keer euthanasie via Levenseindekliniek»?1

Vraag 2

Wat is uw oordeel over dit aantal? Wat zeggen deze aantallen over de noodzaak van het bestaan van de Levenseindekliniek?

Vraag 3

Herinnert u zich de antwoorden op eerdere vragen?2

Vraag 4

Refereerde u in antwoord op vraag 5 aan de rol van de huisarts toen u beloofde «de vinger aan de pols te houden bij de komende ontwikkelingen»? Zo nee, waar refereerde u dan aan? Zo ja, bent u van mening dat huisartsen hun taak bij een levenseindeverzoek beter uitvoeren? Zo ja, waaruit blijkt dat? Zo nee, waarom niet?

Vraag 5

Bent u in gesprek gegaan met de beroepsgroep over de verdere kennisvermeerdering, de verbetering van de communicatie bij artsen over de zorg in de laatste levensfase, zoals u in antwoord op vraag 7 heeft aangekondigd? Zo ja, wat heeft dit gesprek opgeleverd? Zo nee, wanneer gaat u in gesprek met de beroepsgroep om te praten over de kwaliteit van de begeleiding, de kennis bij de artsen en de communicatie binnen behandelrelatie te verbeteren?

Vraag 6

Kent u het bericht: Toetsingscommissies: Levenseindekliniek handelt zorgvuldig bij psychiatrisch patiënten?3

Vraag 7

Hoe vaak heeft de Levenseindekliniek een euthanasiebegeleiding verzorgd van een patiënt met ernstige psychiatrische aandoeningen?

Naar boven