35 590 Tijdelijke regels omtrent verkiezingen in verband met covid-19 (Tijdelijke wet verkiezingen covid-19)

Nr. 23 VERSLAG VAN EEN WETGEVINGSOVERLEG

Vastgesteld 11 november 2020

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken heeft op 14 oktober 2020 overleg gevoerd met mevrouw Ollongren, Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, over:

  • het wetsvoorstel Tijdelijke regels omtrent verkiezingen in verband met covid-19 (Tijdelijke wet verkiezingen covid-19) (Kamerstuk 35 590).

Van dit overleg brengt de commissie bijgaand geredigeerd woordelijk verslag uit.

De voorzitter van de commissie, Ziengs

De griffier van de commissie, Roovers

Voorzitter: Ziengs

Griffier: Hendrickx

Aanwezig zijn twaalf leden der Kamer, te weten: Bisschop, Martin Bosma, Bruins, Kuiken, Van Otterloo, Öztürk, Özütok, Van Raak, Sneller, Snoeren, Terpstra en Ziengs,

en mevrouw Ollongren, Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Aanvang 15.07 uur.

De voorzitter:

Goedemiddag. Hartelijk welkom bij het wetgevingsoverleg van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken, dat gepland is van 15.00 uur tot 18.00 uur. We moeten deze zaal ook echt om 18.00 uur verlaten. Ik geef dat alvast mee omdat er veel insprekers zijn. Wellicht kunnen we ons beperken tot ongeveer vier minuten spreektijd. Ik leg dat even voor. Ik zal er niet te streng in zijn, maar dan kunnen we het een beetje in de hand houden.

Ik heet ook de heer Snoeren welkom. Ik zag u officieel nog niet op de lijst staan als zijnde lid van deze commissie, maar volgens mij is dat inmiddels al wel gebeurd. Dat vermoed ik zomaar, u kennende. Anders had ik de andere leden moeten vragen of ze u toestemming verlenen om hier aan te schuiven. Over het algemeen gaat dat wel goed, maar je zult maar meemaken dat men, gezien het grote aantal, denkt: laat hem maar vertrekken! Maar in dit geval zeg ik nogmaals: van harte welkom.

Ook een hartelijk welkom aan de mensen die het op dit moment digitaal volgen. We houden ons qua afstanden keurig netjes aan de 1,5 meter. Alles wordt keurig netjes gereinigd. Ik meld dat altijd maar even vooraf.

Qua sprekersvolgorde kunnen we de begrotingsvolgorde aanhouden, maar ik stel voor om met uw goedvinden gewoon van voren af aan te beginnen. Kunnen we dat zo doen? Ja. Dan gaan we dat doen.

Hartelijk welkom aan de Minister. Normaal gesproken zeg ik dan: en aan haar gevolg. Dat beperkt zich nu, conform de regels, tot één. Verder een hartelijk welkom aan de leden: de heer Terpstra namens het CDA, de heer Bosma namens de PVV, de heer Snoeren namens de VVD, de heer Bisschop namens de SGP, de heer Van Otterloo namens 50PLUS, mevrouw Kuiken namens de PvdA, de heer Bruins namens de ChristenUnie, de heer Van Raak namens de SP en de heer Sneller namens D66.

We beginnen met de heer Terpstra. Aan u het woord.

De heer Terpstra (CDA):

Dank u wel, voorzitter. Verkiezingen moeten zo georganiseerd kunnen worden dat het voor kiezers veilig is om hun stem uit te brengen en dat het voor stembureauleden veilig is om hun werk te doen in de stemlokalen. Een jaar geleden zou dit hebben geklonken als een enorme open deur. Nu realiseren we ons hoeveel daarbij komt kijken door de huidige omstandigheden. Daarom zeg ik in de eerste plaats veel dank aan het ministerie voor de snelle beantwoording van de vragen.

Voorzitter. De CDA-fractie steunt de maatregelen die met deze tijdelijke wet kunnen worden genomen. Mijn fractie heeft vragen gesteld over de mogelijkheid voor de leden van het stembureau om personen met coronaklachten de toegang tot het stembureau te ontzeggen. De CDA-fractie begrijpt dat de kans op besmetting in een stembureau beperkt moet worden en dat kiezers alternatieven hebben, zoals het verlenen van een volmacht. Maar ik nodig de Minister uit om helder uit te leggen hoe zij de positie van de kiezer in een dergelijke situatie waarborgt en hoe dit in de praktijk dient te werken. Veel hangt af van de uitvoering door gemeenten. Dan hebben we het bijvoorbeeld over de beschikbaarheid van stemlokalen en de werving van stembureauleden, maar ook de mogelijkheden om de opkomst van de kiezers zo veel mogelijk te spreiden zullen door gemeenten moeten worden benut. Daarom vraag ik de Minister om gemeenten zo veel mogelijk te ondersteunen en aanvullende middelen beschikbaar te stellen als de Minister op een later moment tot verdergaande aanpassingen zou besluiten, bijvoorbeeld bij spreiding van de mogelijkheden om te stemmen, zoals dat door mijn fractie maar ook door de fracties van D66 en PvdA in het debat is ingebracht. Wij vragen de Minister om in te gaan op de mogelijkheden om niet alleen op woensdag 17 maart, maar wellicht ook op de dinsdag en de maandag daarvoor per gemeente de mogelijkheid te bieden om vervroegd een stem uit te brengen.

Voorzitter. De herindelingsverkiezingen in Appingedam, Loppersum, Delfzijl, Oisterwijk, Vught, Boxtel en Haaren zullen een testcase zijn voor de maatregelen die met deze wet worden ingevoerd. Blijft het aantal stemlocaties daar op peil? Zijn er voldoende stembureauleden geworven en getraind? Liggen de voorbereidingen op schema? Kunnen de verkiezingen in deze herindelingsgemeentes zo spoedig mogelijk worden geëvalueerd, zodat de lessen kunnen worden meegenomen bij de voorbereiding van de Kamerverkiezingen in maart?

Voorzitter. De CDA-fractie heeft vragen gesteld over het aantal stemlocaties. Wat de CDA-fractie betreft mag het aantal locaties niet worden verminderd. De Minister heeft toegezegd volgende week bij de gemeenten te zullen peilen hoeveel locaties geschikt zijn voor verkiezingen in coronatijd. Eerlijk gezegd verbaast het mijn fractie dat er na de laatste uitvraag in juni onder een beperkt aantal gemeenten niet meer inzicht is vergaard in de problemen en de mogelijkheden op dit gebied. Wij gaan ervan uit dat de Minister de vinger aan de pols houdt en gemeenten zo nodig de helpende hand biedt. Overweegt de Minister ook afspraken te maken over mobiele stembureaus, die het gedurende korte tijd voor specifieke groepen of op specifieke locaties voor kiezers mogelijk maken om hun stem uit te brengen? In andere Europese landen wordt dit toegepast, hebben we begrepen.

Voorzitter, tot slot. Als alle maatregelen in en rond de stembureaus in acht worden genomen, zullen kiezers veilig hun stem kunnen uitbrengen. Toch kan de CDA-fractie zich voorstellen dat een deel van de kiezers zal thuisblijven uit angst voor het coronavirus. Die zorg nemen wij serieus. Daarom vraag ik de Minister of zij werk wil maken van een optie om voor kwetsbare ouderen briefstemmen mogelijk te maken. We weten dat de Minister de mogelijkheid tot stemmen bij volmacht verruimt, maar toch kan dat als drempel worden ervaren. Graag een reactie van de Minister.

Ik dank u wel.

De voorzitter:

Ik dank u wel. Dan is nu het woord aan de heer Bosma.

De heer Martin Bosma (PVV):

Voorzitter, dank u wel. Hulde aan de Minister voor de snelheid waarmee zij dit oppakt. Het is natuurlijk toch een pregnant onderwerp. Het ging met zo'n snelheid. Ik werd net in de plenaire zaal over de knie gelegd door de heer Sneller, omdat ik niet had meegedaan aan de schriftelijke voorbereiding. Ik had de vragen netjes af, maar de deadline was zo snel dat ik daardoor helaas nooit heb kunnen meedoen. Het klinkt een beetje als the dog ate my homework; ik geef het toe. Maar zo snel gaat het, en dat is eigenlijk hartstikke goed.

Ik ben blij met de intentie van de Minister. In de maatregelen van de Minister concentreert zij zich, zo lees ik, vooral op restrictieve maatregelen, namelijk allerlei zaken in de stembureaus met betrekking tot hygiëne, 1,5 meter, et cetera. Die zijn allemaal te begrijpen en liggen ook voor de hand, maar ik zou graag willen dat de Minister meer de nadruk legt op het maximaliseren van het aantal mensen dat daadwerkelijk gaat stemmen, want dat is natuurlijk veel belangrijker. Daar zou ik graag meer over willen horen. De Minister noemt het stemmen per post, maar werkt dat eigenlijk nauwelijks uit. Ik vind het juridisch-staatsrechtelijk vreemd dat je iets noemt maar het niet uitwerkt. Stel iets voor, of stel iets niet voor; een van de twee. Maar kan dat? Is het mogelijk? Welke beperkingen zijn daarbij? Hoe ligt dat juridisch-staatsrechtelijk? Welke mogelijkheden tot fraude zijn er? Maar ik zou het graag een kans willen geven, net zoals de mogelijkheid om op meerdere dagen te stemmen. Dan wordt je net groter en kun je meer vissen vangen. Ik geef wel toe dat de kosten dan wellicht gaan stijgen. Er moeten natuurlijk gewoon meer stembureaus komen. Er zijn veel te weinig stembureaus in Nederland. Waarom geen mobiele stembureaus?

Het elektronisch verschaffen van volmachten wordt genoemd. Ik vraag me af hoe dat juridisch zit en of dit niet ook fraudegevoelig is. Hoe zit het met de gezondheidscheck? Begrijp ik het nou goed dat je zelf iets moet invullen en zelf moet opschrijven of je gezond bent of niet? Zo lust ik er nog wel een. Dan vul je natuurlijk altijd in dat je gezond bent. Of gaan we al die 12 miljoen stemgerechtigden even een test laten doen op verkiezingsdag? Dat is onwerkbaar. Dus ik kan me hier niet zo veel bij voorstellen.

Alles ligt bij de gemeenten. Daar zijn we als centrale overheid van afhankelijk. Daardoor zijn we toch wel heel kwetsbaar, want gaan die gemeenten dat allemaal doen? Dat is een zorg van mij. En ik schrik natuurlijk van wat er in de memorie van toelichting staat, waarin wordt geschreven dat er uiteindelijk geen waarborg is voor het correct verloop van verkiezingen en dat de Minister het uitstellen van de verkiezingen dan ook niet uitsluit. Dat kan natuurlijk helemaal niet. Die verkiezingen moeten gewoon doorgaan, linksom of rechtsom. Dat zeg ik nu, en ik had het ook gezegd als mijn fractie niet op 26 zetels in de peilingen had gestaan.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan is nu het woord aan de heer Snoeren.

De heer Snoeren (VVD):

Dank u wel, voorzitter. Corona zal nog wel even onder ons zijn. Hoelang en in hoeverre is nog verre van duidelijk. Dan is het terecht dat we de vraag stellen hoe het coronavirus deze verkiezingen beïnvloedt. Daarom is het goed dat we deze Tijdelijk wet verkiezingen covid-19 bespreken. Het lijkt er een beetje op dat het allemaal heel snel moet, maar we hebben ook wel beeld bij die snelheid. Immers, in november staan al enkele herindelingsverkiezingen gepland. Veel gemeenten starten nu al met de nodige voorbereidingen voor de Tweede Kamerverkiezingen. Dus het is goed dat we dit nu bespreken. Dan kunnen we samen kijken hoe we de verkiezingen en de democratie in haar volle omgang kunnen laten doorgaan.

Voorzitter. Als VVD vinden we het enorm belangrijk dat zo veel mogelijk stemgerechtigden kunnen stemmen. Dan is het ook logisch dat we in deze bizarre tijden enkele enigszins onorthodoxe maatregelen nemen die de toegankelijkheid zo groot mogelijk moeten maken, zoals het uitbreiden van de volmachten, de inzet van mobiele stembureaus en de gezondheidscheck. De VVD is altijd kritisch geweest op het stemmen per volmacht, simpelweg omdat het fraudegevoelig is. Het komt helaas nog voor dat er geronseld wordt. Met dit voorstel wordt het aantal per kiezer verhoogd van twee naar drie. In onze schriftelijke inbreng hebben we hier al diverse vragen over gesteld, maar tegelijkertijd snappen we deze afweging ook. Het biedt meer stemgerechtigden de kans om te gaan stemmen. Wat zal er gebeuren als je net voor de verkiezingen een coronageval in je gezin hebt? Dan moet je in quarantaine en dan kan een volmacht helpen. Maar we vragen de Minister ook bij de gemeenten te benadrukken dat elk signaal van fraude en/of ronselen van volmachten serieus wordt opgepakt en onderzocht. Verder kondigt de Minister een brief aan rondom briefstemmen. Wij vragen de Minister om het onderwerp «fraudegevoeligheid» ook daarin mee te nemen.

De maatregelen in het wetsvoorstel zijn erop gericht de toegankelijkheid op stemmen te kunnen vergroten. Dat werpt direct de vraag op of juist deze maatregelen belemmerend kunnen werken voor mensen die al moeite hebben om te stemmen. Denk daarbij aan slechtzienden, doven en laaggeletterden. We hebben hier als VVD al eerder aandacht voor gevraagd. De vraag is dan ook of bij de voorbereiding van dit wetsvoorstel daarover nagedacht is en of de experimenten die nu al worden toegepast, gewoon door kunnen blijven gaan met deze wet. Graag een reactie van de Minister.

Hoewel deze wet van tijdelijke aard is, vraagt het ook een extra belasting voor gemeenten, die het al zwaar hebben. Ze hebben normaal al best wel wat moeite om de bezetting rond te krijgen. Met dit wetsvoorstel vragen we eigenlijk 25% extra bezetting. Het is natuurlijk goed dat er aanzienlijk financiële middelen meegaan, maar is ook aan de gemeenten gevraagd of zijzelf andere oplossingen hebben en of zij de uitvoerbaarheid van dit voorstel zien zitten? Een eerlijke en toegankelijke verkiezing is immers het startpunt van de democratie. De eerste verkiezingen zijn al in november, dus haast is geboden. We vragen dan ook om na de verkiezingen, de herindelingsverkiezingen in november, zo spoedig mogelijk te evalueren en om de evaluatie nog dit jaar te laten plaatsvinden en voor te leggen aan de Kamer, zodat wij als Kamer, indien nodig, nog aanpassingen kunnen doen aan het voorstel.

Voorzitter, afsluitend. De tijdelijke wet loopt tot juli 2021. Laten we hopen dat we het dan niet meer nodig hebben en dat we naar het oude normaal kunnen. Ik bedoel dat we gewoon weer lekker in lange rijen staan en met het rode potloodje dat veel te grote vel in dat te kleine hokje naar wens inkleuren. Dat heeft toch ook z'n charmes. Ik wil dan ook de toezegging dat we deze maatregelen niet zomaar gaan bestendigen voor de lange termijn. Maar de wereld verandert.

De voorzitter:

Wilt u afronden?

De heer Snoeren (VVD):

Ja, dat wil ik. Moderne technologieën zijn voorhanden, technologieën die ons kunnen helpen om dit proces makkelijker en sneller te laten doen. Daarom wordt het misschien wel weer eens tijd om met elkaar te discussiëren over die moderne technologieën.

Dank, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik nu het woord aan de heer Bisschop.

De heer Bisschop (SGP):

Voorzitter. Ik zal het heel kort houden. Ik wil over twee punten wat opmerkingen maken. Het eerste punt betreft de organisatie van het hele proces. Het tweede punt betreft de voorschriften. Allereerst de organisatie. Ik kan mij heel goed vinden in het uitbreiden van de bemensing van een stembureau. Ik deel de zorg van de collega's: slagen gemeenten erin om daar extra mensen voor te vinden? Daar komt nog iets bij. Ik kan mij ook voorstellen dat gemeenten gaan zoeken naar een dichter netwerk van stembureaus. Dat betekent nog meer extra personele inzet. Als ik het goed bezie, worden per stembureau ongeveer 1.000 à 1.200 kiesgerechtigden opgeroepen. Ik kan me voorstellen dat je juist in coronatijd zegt: eigenlijk moeten we dat halveren, zodat er een bredere spreiding ontstaat enzovoort. Hoe kijkt de Minister aan tegen zo'n lagere standaardnorm wat betreft het aantal kiezers dat stembureaus bedienen? Ik realiseer me dat daar een stevig financieel plaatje aan hangt. De spreiding over meerdere dagen is in feite iets soortgelijks. Daar moeten we nog even wat dieper over nadenken, want daar zijn we nog niet over uit. We hebben er als fractie wel al over gesproken. Dat wat de organisatie betreft.

Dan over de voorschriften. Wij dubben nog over de wijze waarop moet worden omgegaan met een recalcitrante kiezer – die mag er natuurlijk zijn; daar ben je een democratie voor – die zich te veel uit in het stembureau zelf. Kun je die uitsluiten en zeggen: dan ga je helemaal niet stemmen? Dat is een aantasting van een heel fundamenteel recht. Ook de Kiesraad legt daar de vinger op. Ik zie nog geen alternatief, maar ik zou daar wel de voorkeur aan geven, denk ik.

Voorzitter, dat waren de punten die ik even wilde maken. Dank.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik nu het woord aan de heer Van Otterloo.

De heer Van Otterloo (50PLUS):

Dank u wel, voorzitter. Verkiezingen in tijden van corona. Dat is een aardige titel voor een boek, dacht ik. Toen dacht ik: in Honderd jaar eenzaamheid komt ook een besmettelijke ziekte voor. Zo ver is dat dus misschien niet van de werkelijkheid.

Het is heel goed dat deze wet er snel komt. Het is ook heel goed als wij snel na het houden van de verkiezingen een evaluatie ontvangen, zodat we kunnen zien wat we eventueel nog moeten aanpassen. Want er zijn nog wel een aantal dingen waar wij mee worstelen.

Ten eerste de toegankelijkheid van het stembureau voor iedereen. Alleen al opstoppingen, rijen, kunnen betekenen dat mensen het stembureau niet meer in durven. Of zij kunnen niet zo lang in de rij staan. Dat betekent dat je moet kijken of het mogelijk is om de uren die normaal wat stiller zijn te reserveren voor de mensen die tot de kwetsbare groepen behoren, waarbij ik «kwetsbaar» in de breedste zin van het woord bedoel. Dat geldt dus zowel voor de mensen wier gezondheid kwetsbaar is, als voor de mensen die kwetsbaar zijn omdat ze ondersteuning nodig hebben in het stembureau. Wat dat betreft is er iets te zeggen voor het traditionele – nou, traditioneel, was het maar waar! – ouderenuurtje in de supermarkt. Daarover heb ik net in de zaal al iets gezegd. Het is echt een misvatting om te denken dat alle ouderen al voor zevenen op zijn zodat ze naar de supermarkt kunnen. Veel ouderen zien met enig genoegen dat ze niet meer zo vroeg op hoeven te staan om te gaan werken, dus dat zou ik hiervoor niet willen doen, hoewel het wel werk is.

Er zijn twee elementen die de toegankelijkheid verder kunnen bevorderen. Het ene is buiten: zorgen dat mensen worden uitgenodigd om in de stille uren te komen stemmen, en daar eventueel een tijd aan vastknopen. Het andere is binnen: verdient het geen aanbeveling om in ieder geval van de leden van het stembureau middels een test vast te stellen dat ze geen corona hebben? Het alleen maar invullen van de gezondheidscheck lijkt ons in dit opzicht te weinig. Daarom heb ik ook een amendement laten maken. Met de beschikbaarheid van sneltesten moet dat mogelijk zijn. De termijn daarvoor is in ieder geval 48 uur, zodat van de mensen die lang in dezelfde ruimte zitten, waar gestemd wordt, in ieder geval met zekerheid wordt vastgesteld dat zij niet besmet zijn en dat zij anderen dus ook niet kunnen besmetten.

Mijn tweede punt raakt aan de toegankelijkheid. Daar zijn in de schriftelijke behandeling al wat vragen over gesteld. Wat doe je met recalcitrante kiezers? We mogen aannemen dat mensen in november misschien nog wat meer gewend zijn aan het dragen van een mondkapje in gesloten ruimtes, maar er zullen toch mensen zijn die daar bezwaar tegen maken of die anderszins vinden dat corona niet bestaat. Gezien de hoeveelheid mails die wij krijgen, blijken er helaas toch veel mensen te zijn die het bestaan van corona nog ontkennen. Wij vragen ons af of het handhaven van de orde een taak is die je aan de medewerkers van het stembureau kunt opdragen. Dat lijkt ons niet het geval. We horen graag hoe de Minister dit denkt te doen, want het zou toch vreselijk zijn als ook leden van het stembureau geconfronteerd zouden worden met het gedrag waarmee buschauffeurs te maken krijgen, die soms klappen krijgen uitgedeeld. Wij zijn overigens ook ...

De voorzitter:

Wilt u afronden?

De heer Van Otterloo (50PLUS):

Ja. Wij zijn er ook voorstander van dat het stembureau eventueel meerdere dagen wordt opengesteld en dat er ook wordt gekeken naar andere methoden, zoals early voting, om mensen in staat te stellen om deel te nemen aan het democratisch proces, omdat wij dat van groot belang vinden.

De voorzitter:

Dank u wel. Rest mij u nog een vraag te stellen. U sprak net over een amendement. Is dat al ingediend bij de Griffie?

De heer Van Otterloo (50PLUS):

Ik heb het net op mijn scherm.

De voorzitter:

Akkoord. Als u het ook even bij de Griffie wilt aanmelden, kunnen we zorgen dat er straks van alles in de juiste volgorde een appreciatie kan worden gegeven.

Mevrouw Kuiken, gaat uw gang.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Voorzitter, dank. Ik zal proberen om zo min mogelijk in herhaling te vervallen. Wij zullen het wetsvoorstel in ieder geval steunen. Goed dat we dit met spoed kunnen behandelen. Die haast is ook nodig, want november komt al dichtbij.

Het kabinet is bezig met een mondkapjesplicht. Die zal dan ook voor de medewerkers gelden. Want het gaat nu wel over de mensen die het stembureau bezoeken, maar niet over de mensen die daadwerkelijk op de stembureaus zitten.

Ik heb nog een aantal randvoorwaardelijke vragen. Ten eerste. Het aantal vrijwilligers is een knelpunt, maar ik hoor ook dat de mensen op de reservelijsten nog niet allemaal zijn benaderd. Is het niet verstandig, gelet op het feit dat de verkiezingen in maart zijn, om mensen nu al te mobiliseren en actief te bevragen?

Ten tweede. Er zijn heel veel ambtenaren die momenteel noodzakelijkerwijs vanuit huis werken. Is het geen idee om binnen de rijksdienst of op lokaal niveau te vragen of mensen bereid zijn om vrijwilliger te zijn? Want juist in deze tijd kan dat heel behulpzaam en nodig zijn.

Ten derde. Het is geen verrassing dat wij natuurlijk ook graag zien dat stembureaus op een aantal plekken op een aantal dagdelen vervroegd opengaan, zodat je de mensen die komen stemmen kunt spreiden. Ik ben dan ook benieuwd wat de Minister daarvan vindt.

Dat waren mijn vragen, voorzitter. Ik ga straks iets eerder weg. Dat is niet uit desinteresse. Ik zal zeker kijken naar de amendementen en het oordeel van de Minister daarover.

De voorzitter:

Dank u wel. De heer Bruins.

De heer Bruins (ChristenUnie):

Voorzitter. Verkiezingen en het kiesrecht, het recht van Nederlanders om de leden van de volksvertegenwoordiging te kiezen, zijn zeer belangrijke fundamenten van onze democratische rechtsstaat. Zoals zo veel zaken in deze onwerkelijke periode ziet ook de uitoefening van het kiesrecht, een recht dat voor de ChristenUniefractie bijkans heilig is, er dit jaar anders uit. Om de gezondheid te beschermen is het van belang om waakzaam te zijn, ook in het stemlokaal. Het dragen van een mondkapje, het houden van afstand en een gezondheidscheck kunnen binnen die waakzaamheid passen. De prangende vraag is echter wel of dat als harde voorwaarde moet worden gesteld om het stembureau te betreden en de stem uit te brengen, zoals de Minister nu voorstelt. Daarbij is het goed om te beseffen dat de aankomende Tweede Kamerverkiezingen de eerste keer zullen zijn dat mensen zich met hun stem kunnen verhouden tot de coronacrisis en de keuzes die het kabinet daarin maakt. Het zijn dus belangrijke verkiezingen. Verkiezingen zijn altijd belangrijk, maar deze keer helemaal.

De ChristenUnie maakt de afweging tussen grondrechten anders dan het kabinet en heeft twee amendementen ingediend op voorliggend voorstel. Het eerste amendement ziet erop toe dat de gezondheidscheck bij het binnentreden van het kieslokaal een dringend advies kan blijven en niet kan betekenen dat iemand de toegang tot het stemlokaal wordt ontzegd. De mogelijkheid om per volmacht te stemmen, waar ik zo uitgebreider bij stilsta, is namelijk niet voor iedereen en in iedere situatie een uitkomst. Iemand de mogelijkheid ontnemen om het stemlokaal te betreden, is voor de ChristenUniefractie dan ook een te verregaande inbreuk op het kiesrecht.

Daarnaast zijn wij van mening dat deze bepaling tot zeer onwenselijke situaties kan leiden wanneer een kiezer zich niet aan het oordeel van het stembureaulid wenst te conformeren en is de kans levensgroot dat een schijnveiligheid wordt geboden, doordat een kiezer de check niet naar waarheid zal uitvoeren. Ook door de Kiesraad en de VNG zijn zorgen over deze bepaling geuit, dus graag een reactie van het kabinet. Want hoe ziet de Minister het nou voor zich? Iemand heeft een huisgenoot met gezondheidsklachten en hoort bij het stembureau dus: u mag niet naar binnen. «Maar ik wil stemmen», zegt deze persoon dan. «Ja, dat kan bij volmacht», zal de vrijwilliger antwoorden. Maar als het al 20.00 uur is, lukt dat niet meer. Of de persoon wil zelf zijn stem uitbrengen omdat hij in zijn omgeving niemand heeft die hij vertrouwt. Gaan we zo iemand dan daadwerkelijk het recht ontzeggen om te stemmen?

Mijn fractie vraagt ook aandacht voor mensen met een beperking die niet aan de gezondheidscheck zouden voldoen. In de wet staat dat zij in dit geval het lokaal zouden moeten verlaten. Dit kan bijvoorbeeld gaan over iemand die slechtziend is of een verstandelijke beperking heeft. Die krijgt te horen: u moet het stembureau verlaten. En wat dan, vraag ik de Minister. Ik zeg het nogmaals: de volmachtstem is niet voor iedereen een uitkomst. Is er geen mogelijkheid om met extra beschermingsmiddelen toch ook hen in staat te stellen om hun stem uit te brengen? Dat zal een hoop gedoe zijn, maar dat is het kiesrecht ons toch zeker wel waard?

Het tweede amendement ziet op de situatie in het stemlokaal: de mogelijkheid om iemand uit het stembureau te verwijderen als hij zich niet houdt aan de afstands- of hygiëneregels. Ook hier vindt mijn fractie een dringend advies de te varen koers. Hoe ziet de Minister het eigenlijk voor zich als iemand weigert zijn handen te desinfecteren? Dat kan dringend worden geadviseerd en gevraagd, maar moet een stembureauvoorzitter dan werkelijk diegene de deur wijzen? En wat als deze man of vrouw dat niet doet? Mijn fractie voorziet dat we stembureauleden, vrijwilligers, hier echt met een onmogelijke taak belasten en merkt op dat ook de VNG en de Kiesraad zeggen: doe dit de mensen in het stembureau niet aan. De Kiesraad zegt het glashelder. De Kiesraad «ziet gezien de betrokken belangen niet in waarom een weigering van een incidentele kiezer de handen te wassen, opgevolgd moet worden door een dergelijke ingrijpende maatregel om deze kiezer de toegang tot het stemlokaal te ontzeggen.» Ik merk daarbij op dat de voorzitter bij daadwerkelijke wanordelijkheden nog steeds de bevoegdheid heeft die hij in de wet momenteel al heeft om iemand te verwijderen. Daar doet dit amendement niet aan af. Graag een reactie van het kabinet op dit amendement.

Nog een andere vraag. Moet er niet beter worden gekeken welke preventieve maatregelen er kunnen worden getroffen die niet aan het kiesrecht raken? Als iemand niet volledig voldoet aan de gezondheidscheck, kan dan niet een nieuw rood potlood uit de doos worden gepakt en een extra reinigingsronde van het stemhokje plaatsvinden? Dat geldt ook als iemand de handen niet wenst te desinfecteren. Is dat niet veel effectiever en bovenal minder ingrijpend voor onze democratische rechtsstaat? Ik herhaal: het gaat hier om ons kiesrecht, Minister.

De voorzitter:

Wilt u afronden?

De heer Bruins (ChristenUnie):

Voorzitter, ik ben er bijna. Ik hoor de Minister denken: er ís toch een alternatief, namelijk de volmachtsstem? Maar mijn fractie is van mening dat die niet voor iedere kiezer een volwaardig alternatief is. Je kan er om 20.00 uur achter komen dat je geen mondkapje bij je hebt of dat je je er niet van bewust bent geweest dat je vanwege gezondheidsklachten van een huisgenoot niet het stemlokaal in mag. Zie dan om 20.00 uur nog maar eens een volmacht te regelen. Niet iedereen heeft dat netwerk om zomaar bij het wakker worden met verkoudheidsklachten iemand te regelen. Niet alleen – dan rond ik af – is de volmachtsstem niet altijd een volwaardig alternatief, maar ook is die kwetsbaar. Daar wijzen de Kiesraad en de OVSE al jarenlang op. Mijn fractie vindt de keuze om het aantal volmachtsstemmen uit te breiden naar drie dan ook niet vanzelfsprekend. Ik vraag het kabinet om in de evaluatie van de herindelingsverkiezingen nadrukkelijk te reflecteren op het gebruik hiervan en om tot een nieuw weegmoment te komen.

De voorzitter:

Ik dank u wel.

De heer Bruins (ChristenUnie):

Laat ik het hierbij laten. Ik voeg alleen nog even toe dat ik graag wil weten of het kabinet heeft overwogen wat de heer Van Otterloo zei over het spreiden over meerdere dagen. Zou het kabinet hiervoor voelen?

De voorzitter:

Dank u wel. De heer Van Raak, aan u het woord.

De heer Van Raak (SP):

Verkiezingen zijn geen opiniepeiling. Stemmen is een grondrecht. Dat moet iedereen dus kunnen doen, ook als je corona hebt, ook als je misschien denkt dat je corona hebt en ook als je 's ochtends wakker wordt en je opeens een lichte keelpijn of een lichte snotneus hebt of je kind koorts heeft. Dat zijn namelijk allemaal redenen waarom je een van de gezondheidsvragen met ja moet beantwoorden. Als je dan bij het stembureau komt, mag je niet stemmen. Dat kan niet. Ik ben dus ook ontzettend blij met de inbreng van de ChristenUnie en de beide amendementen, die de SP van harte zal steunen, maar we moeten dus wel nadenken over een manier waarop mensen gewoon altijd kunnen stemmen.

De Minister doet een aantal voorstellen, bijvoorbeeld meer volmachten. De Raad van Europa waarschuwt ons altijd dat die bijzonder fraudegevoelig zijn. Ik ben het daarmee eens: die zijn gewoon fraudegevoelig. Maar ook als je 's ochtends wakker wordt met een lichte keelpijn of een lichte snotneus of als je kind koorts heeft, is dat geen oplossing. Je hebt ook nog briefstemmen. Met de post tegenwoordig weet ik niet of dat veilig is; het lijkt me niet. Maar ook dat is hiervoor geen oplossing. En early voting, vroeg stemmen, is daar ook geen oplossing voor. Ik wil niet zeggen dat de SP tegen het vroeg stemmen is. Ik ben voor alles wat helpt om mensen de mogelijkheid te bieden om te stemmen, maar ik wil de Minister wel een probleem, een dilemma voorhouden, namelijk dat als je eerder gaat stemmen, er ook peilingen kunnen worden gehouden, die weer de verkiezingen kunnen beïnvloeden. Dat terwijl dat nu juist niet de bedoeling is. Dat is in strijd met de afspraken die we gemaakt hebben.

Hoe kunnen we mensen dan wel laten stemmen? Ja, dan zullen we toch wat anders moeten gaan nadenken. Ik heb voorbeelden gehoord van gemeentes die al gaan experimenteren met tenten in de buitenlucht, waar mensen naartoe kunnen, en met mobiele stembureaus, die naar mensen toe gaan. Ik heb ideeën gehoord van drive-through; als mensen naar een teststraat moeten, kunnen ze ook naar een stembureau. Ik kan me ook voorstellen dat je op stembureaus een speciale plek maakt voor mensen die een van de vragen met ja beantwoorden. Die mensen worden dan niet weggestuurd, maar gaan even een hoekje om naar een ander stemhokje. Dat soort dingen kan ik mij allemaal voorstellen, maar die moeten wel geregeld worden. Die zijn nu allemaal niet geregeld, maar dat moet wel. Het is niet van «goh, het is coronatijd, dus een hele hoop mensen kunnen niet gaan stemmen». Nee, het is: het is coronatijd, dus hoe zorgen we ervoor dat iedereen kan gaan stemmen en van dit burgerrecht gebruik kan maken?

Waar ik mij bijzonder veel zorgen over maak, is het aantal stembureaus. Dat wordt steeds minder. Ik hoor gemeentes zeggen: ja, op plekken en in buurten waar de opkomst minder hoog is hoeven we minder stembureaus te hebben. Nee, het tegenovergestelde is waar. Juist daar moeten meer stembureaus komen. Dus ik vind ook dat de Minister en ook deze Kamer een verantwoordelijkheid hebben dat er niet minder, maar meer stembureaus komen. Dan zijn er ook meer mensen nodig om die stembureaus te bemensen. Als ik dan voor me zie dat al die mensen straks de hele dag met een mondkapje op in dat stembureau moeten gaan zitten, dan weet ik niet of de animo groot zal zijn. We moeten gaan nadenken over hoe we dat op een comfortabele manier kunnen gaan doen, bijvoorbeeld dat mensen iets voor hun gezicht krijgen wat comfortabel is. Hoe kunnen we er nou voor zorgen dat mensen de tijd hebben om te gaan stemmen en om stembureaus te gaan bemensen? Ik heb de suggestie gehoord om er een vrije dag van te maken. Dan kan het stemmen ook wat beter gespreid worden en is de kans groter dat meer mensen zich aanmelden als vrijwilliger. Ik heb gehoord dat het college van Zutphen voornemens is om stemlokalen weg te halen bij risicoplaatsen, zoals verzorgingshuizen. Ook dat is precies verkeerd om gedacht. Ik ben bang dat straks allerlei gemeenten allerlei vast goed bedoelde dingen gaan doen, waardoor er minder stembureaus komen. Ik draag de Minister echt op om hier regie te gaan nemen en ervoor te zorgen dat het overal in Nederland op een soortgelijke manier wordt geregeld.

De voorzitter:

Dank u wel. Het woord is aan de heer Sneller.

De heer Sneller (D66):

Dank u wel, voorzitter. We hebben de afgelopen dagen een paar keer beelden gezien van de verkiezingen die al aan de gang zijn in de Verenigde Staten, waarbij mensen in Atlanta of in Texas elf tot twaalf uur in de rij staan. In Texas is één plek waar 4,7 miljoen mensen kunnen stemmen. Ik prijs mezelf dan gelukkig, ook met de inbreng van alle collega's die allemaal zeggen: zorg voor een zo hoog mogelijke opkomst. Er zijn wat verschillen in de aanpak, maar iedereen zegt: een zo hoog mogelijke opkomst. Er is geen partij hier die aan voter suppression of wat dan ook wil doen. Dat is ook nodig om de opkomst te verhogen. Dat was al zo toen de staatscommissie-Remkes dat adviseerde. De heer Van Raak heeft daar al eerder aandacht voor gevraagd, en de ChristenUnie vindt dat de opkomst van de first-time voters, de mensen die voor het eerst gaan stemmen, omhoog moet gaan. Maar deze keer is er wel een extra handicap. Hoe zorgen we er nou voor dat dat niet alleen een open stembusgang is, maar ook een veilige stembusgang? Ik vraag de Minister daarvoor om de verdeling van bevoegdheden en verantwoordelijkheden bij gemeenten en Rijk nog eens goed uiteen te zetten.

Daarnaast hebben wij een aantal voorstellen gedaan om de spreiding over verschillende dagen, door verschillende collega's al gememoreerd, te vergroten, zodat er ook minder druk op de rijen komt te staan. Wat mij betreft is dat een experiment wat daarna geëvalueerd wordt en wat eventueel permanent kan worden gemaakt, want het zou de waarschuwingen van de OVSE over stemmen bij volmacht die het stembusgeheim doorkruisen en andere frauderisico's voor kunnen zijn als dat gewoon een vast onderdeel van ons stemproces wordt. En ook belangrijk is de vraag hoe we ervoor gaan zorgen dat het over de dag gespreid wordt. Welke voorlichtingscampagne is daarvoor? En zoals de VVD bij de begroting van Binnenlandse Zaken al vroeg: welke digitale hulpmiddelen kunnen daarbij worden ingezet om mensen inzicht te geven in de piekmomenten op verschillende stembureaus, zodat ze zelf kunnen besluiten wanneer ze gaan en daarmee rekening kunnen houden?

Over de extra stembureaus en -leden die nodig zijn, stel ik de vraag welke mogelijkheden de Minister ziet om rijksambtenaren en rijksvastgoed te motiveren om daarvoor beschikbaar te zijn. Omdat het deze keer toch anders zal zijn dan anders, vraag ik welk tijdpad en welke voorlichting er komen in de aanloop naar de verkiezingen, zowel voor gemeenten als voor kiezers. Na deze verkiezingen moeten we het punt van de integrale herziening van de Kieswet en de bevoegdheidsverdeling nog eens op de agenda krijgen.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan nu het woord aan de heer Öztürk.

De heer Öztürk (DENK):

Voorzitter. Corona of niet, onze democratie moet zodanig weerbaar zijn dat iedereen maar dan ook iedereen de gelegenheid moet krijgen om te kunnen stemmen. Want dat is ons fundament: dat de kiezer bepaalt en dat iedereen de gelegenheid krijgt om te stemmen.

Voorzitter. Vorige week behandelden we de coronaspoedwet, maar eigenlijk was het geen echte spoedwet, want de coronacrisis is al zeven maanden bezig. Door de vele kritiek op deze wet is hij maar liefst drie keer ingrijpend aangepast. Vandaag spreken we over een echte spoedwet, de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19.

Voorzitter. Het zijn bijzondere tijden, en dus worden het misschien ook wel bijzondere verkiezingen. Het is natuurlijk van belang dat het verkiezingsproces betrouwbaar en legitiem is en blijft. Dat betekent dat er wat de fractie van DENK betreft moet worden gestreefd naar een opkomst die vergelijkbaar is met de Tweede Kamerverkiezingen onder normale omstandigheden. Ik denk dan aan een opkomst van 80% of meer. Ziet de Minister dit ook zo, namelijk dat het verkiezingsproces niet gecorrumpeerd mag worden door het coronavirus? Graag een reactie van de Minister.

De fractie van DENK steunt het daarom ook dat het kabinet een aantal stappen zet om de opkomst te bevorderen. Dit is belangrijk, want een deel van de bevolking zal uit angst voor het virus niet zelf durven stemmen. Het is toch belangrijk dat ook deze groep gehoord wordt. Deelt de Minister de mening dat ook kwetsbare mensen via een volmacht hun stem moeten kunnen uitbrengen? DENK steunt ook artikel 16, waarmee een volmacht ook langs elektronische weg kan worden aangevraagd. Maar waarom kan een vervangende stempas zelf dan niet langs elektronische weg worden aangevraagd? Voor mensen die de stempas kwijtraken, is de procedure om een vervangende stempas aan te vragen nu te omslachtig. Kan dit niet veel eenvoudiger, zo vraag ik de Minister. Waarom kunnen mensen niet gewoon met hun ID of hun paspoort gaan stemmen?

Een interessant artikel in het wetsvoorstel is het artikel 25, het experimenteerartikel. Dit gaat over de manier waarop de stemmen worden geteld. Klopt het dat het mogelijk blijft om de stemmen op lokale stembureaus te blijven tellen? De fractie van DENK zou echter wat ruimer willen experimenteren. Zoals gezegd, mag het verkiezingsproces niet ontwricht worden door het coronavirus. Dat betekent dat er gestreefd moet worden naar een vergelijkbare hoge opkomst. In 2017 was het 83%. Dus moeten we de mensen die per se niet met het virus in aanraking willen komen, zo veel mogelijk faciliteren. Denk aan drive-instemlokalen. We moeten allerlei creatieve ideeën inbrengen om ervoor te zorgen dat iedereen kan stemmen. Zo is er het alternatief van early voting, maar ook van het briefstemmen, zoals in de Verenigde Staten, of van het weekendstemmen, zoals DENK dat de vorige keer heeft ingebracht. Waarom moeten wij altijd op woensdag, een werkdag, stemmen? Waarom kunnen we niet op een vrijdag, zaterdag en zondag, drie dagen achter, elkaar stemmen? Waarom kijken we niet naar alternatieven? Wij zijn het enige land in Europa dat op woensdag stemt. In Duitsland stemmen ze gewoon op zondag, waardoor er naar onze mening minder kans is om met het virus in aanraking te komen.

Voorzitter. Het is ook belangrijk dat we genoeg leden voor de stembureaus krijgen. Heel veel stembureauleden zijn op leeftijd en haken nu misschien af. Daarom is het goed dat de Minister met een campagne komt om jongeren die dag als stembureaulid binnen te halen. Misschien moeten we er meer voor doen en de jongeren op die dag vrijaf geven van school, als we er maar voor zorgen dat er genoeg stembureauleden zijn, zodat er meer stembureaus zijn, ook mobiele stembureaus, waar mensen kunnen stemmen. Ik vraag de Minister of zij een wervingscampagne voor jongeren wil beginnen.

De voorzitter:

Wilt u afronden?

De heer Öztürk (DENK):

Voorzitter, tot slot. De vergoeding van de stembureauleden zou ook omhoog kunnen gaan om mensen te motiveren.

Tot slot wil ik toch ook aandacht vragen voor het boerkaverbod. Ook in deze wet staat een artikel, waar ik in tweede termijn op terugkom omdat ik nu te weinig tijd heb, dat je in principe met boerka zou mogen stemmen. Ik wil de Minister vragen om in deze verkiezingen aan mensen, als ze een mondkapje of een boerka dragen, toch de mogelijkheid te geven te gaan stemmen, en om daar niet moeilijk over te doen.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik het woord aan mevrouw Özütok.

Mevrouw Özütok (GroenLinks):

Dank u wel, voorzitter. We bespreken vandaag een tijdelijke aanpassing van de Kieswet, om de verkiezingen tijdens corona veilig te kunnen laten doorgaan. Het is goed dat we dit in hoog tempo kunnen doen. Dit laat ook zien dat de Kamer in crisistijd snel kan schakelen.

Voorzitter. GroenLinks is blij dat de wet zo wordt aangepast dat de verkiezingen op een veilige en eerlijke manier kunnen doorgaan. Want vrije en eerlijke verkiezingen zijn cruciaal voor het functioneren van onze democratie. Ook tijdens de pandemie moet de democratie worden gewaarborgd. Is de Minister bereid om serieus te kijken naar mogelijkheden om ook early voting mogelijk te maken, zodat niet alle kiezers op dezelfde dag gaan stemmen, met alle gevolgen van dien?

Over het wetsvoorstel heeft GroenLinks nog wel enige zorgen. Allereerst de stemlocaties. GroenLinks heeft er moeite mee dat kiezers hun stem niet zouden kunnen uitbrengen door de coronapandemie. Het stemrecht is een van onze meest fundamentele rechten. De overheid moet er dan ook alles aan doen om dit recht te beschermen. Dit valt dan ook niet goed te rijmen met het feit dat kiezers geweigerd zouden kunnen worden. Graag hoor ik van de Minister hoe zij hiertegen aankijkt.

Zoals we hier vaker in de Kamer hebben besproken, is het de vraag of er voldoende stembureaus zijn. Deze verantwoordelijkheid ligt nu geheel bij de gemeenten. Ik wil graag de toezegging van de Minister dat zij zich er actief voor inzet te waarborgen dat gemeenten zo veel mogelijk stembureaus kunnen inrichten en dat financiën geen argument mogen zijn om het aantal stemlokalen terug te schroeven.

Verder wil ik de Minister vragen om te regelen dat er bijzondere stembureaus kunnen worden ingesteld op locaties waar mensen dan dichtbij kunnen stemmen. Dit vindt GroenLinks een goed idee, maar we hebben er wel moeite mee dat deze stemlokalen niet toegankelijk zijn voor alle kiezers. Het beginsel van vrije en eerlijke verkiezingen is dat iedere kiezer moet kunnen controleren wat er in het stemlokaal gebeurt. De Minister stelt voor om waarnemers aan te wijzen voor de stemlokalen die niet voor iedereen toegankelijk zijn. De Kiesraad vindt dit geen goed idee. Ik wil de Minister graag vragen om nogmaals uit te leggen waarom het advies van de Kiesraad niet is overgenomen. Ook de Raad van State is in zijn advies kritisch over het feit dat de voorwaarden waar een waarnemer aan moet voldoen, bij ministeriële regeling worden geregeld en niet in de wet worden opgenomen. Graag een nadere reactie van de Minister hierop.

Voorzitter. Een ander punt van zorg voor GroenLinks is de toegang van de stembureaus voor mensen met een beperking. Deze mensen hebben doorgaans al meer moeit met het goed kunnen uitbrengen van hun stem. Maar in coronatijd wordt dit voor een deel van de mensen alleen maar nog lastiger. Ik wil van de Minister echt de garantie dat zij zich ervoor gaat inzetten dat ook deze mensen hun stem op een veilige en vrije manier kunnen uitbrengen. Ook wil ik graag van de Minister horen hoe leden van stembureaus moeten omgaan met het ondersteunen van mensen met een beperking en hoe er voor wordt gezorgd dat de communicatie eenduidig en helder is, zodat iedereen ruim van tevoren wordt geïnformeerd.

Voorzitter. Tot slot wil ik aandacht vragen voor de uitbreiding van het maximum aantal volmachten. GroenLinks begrijpt deze uitbreiding in het licht van het feit dat veel mensen wellicht in quarantaine zouden kunnen zitten en dus niet zelf kunnen gaan stemmen. Zij kunnen dan een familielid of een bekende een volmacht geven. De Minister wil dit nu uitbreiden en zij wil dat de volmachtverlening digitaal kan worden geregeld. Ook op dit punt is de Kiesraad begrijpelijkerwijs kritisch. Voor nu kunnen we er gezien de omstandigheden mee instemmen, maar we willen de Minister wel vragen ervoor te zorgen dat fraude met volmachten wordt voorkomen. Hoe gaat de Minister de veiligheid van digitale volmachten garanderen? Graag een nadere toelichting hierop.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Ik dank u wel.

De vergadering wordt van 15.51 uur tot 16.17 uur geschorst.

De voorzitter:

De eerste termijn hebben we gehad. De Minister heeft zich voorbereid op de beantwoording. Ik heb zojuist met haar afgesproken dat zij haar beantwoording in blokjes gaat doen. Zoals wel vaker in deze commissie gaan we ook nu de beantwoording per blokje doen, waarna ik even inventariseer of er interrupties zijn; twee interrupties in tweeën of gewoon vier korte vragen.

De blokjes zijn als volgt. Allereerst komt er een inleiding. Dan het eerste blokje: wat regelt deze wet? Dat gaat dus over de maatregelen die specifiek benoemd worden. Het tweede blokje is meer specifiek gericht op de gezondheidscheck en de handhaving. Daarnaast zal daarin een appreciatie worden gegeven van de amendementen. Het derde blokje zal gaan over de stemlokalen en de vragen die daarover gesteld zijn. Het vierde blokje zal gaan over de stembureauleden en alles wat daarover gevraagd is. Het laatste blokje gaat over de aanvullende maatregelen zoals bijvoorbeeld early voting en briefstemmen en dergelijke.

Mocht er dan nog iets zijn blijven liggen, dan merken we dat vanzelf wel. Na afloop van een blokje inventariseer ik de interrupties even. Als u tussentijds al een seintje geeft, dan noteer ik het ook dat u een interruptie wilt plegen. Zo houden we het mooi overzichtelijk. Ik geef het woord aan de Minister.

Minister Ollongren:

Dank, voorzitter. Vergeeft u mij dat ik een iets langere inleiding zal houden dan ik normaal gesproken doe. Ik houd eigenlijk van korte inleidingen, maar dit is een bijzondere context en een bijzondere wet, midden in de coronapandemie, die ernstige gevolgen heeft voor ons en voor de maatschappij. Dat hebben we gisteravond ook weer gemerkt met de bekendmaking van de maatregelen om de tweede golf in te dammen. We merken het ook in de voorbereiding van onze verkiezingen. De Tijdelijke wet verkiezingen Covid-19, waar we vanmiddag met elkaar over debatteren, heeft eigenlijk maar één doel, namelijk ervoor zorgen dat de verkiezingen veilig kunnen plaatsvinden. Het moet veilig zijn om te stemmen. Het moet veilig zijn voor de circa 70.000 stembureauleden die nodig zijn, en voor de tellers, om hun werk te doen in de stemlokalen. Het gaat dus over de herindelingsverkiezingen van 18 november aanstaande in Noordoost-Groningen en Noord-Brabant en de Tweede Kamerverkiezingen van 17 maart aanstaande. Vandaar dat ik het belangrijk vind dat deze wet op tijd in werking kan treden, zodat die ook geldt voor de herindelingsverkiezingen op 18 november. De gemeenten hebben daar ook om gevraagd.

Ik ben dus heel erg blij dat uw Kamer zo voortvarend aan de slag is gegaan met deze wet. Vorige week maandag werd de wet ingediend. Afgelopen vrijdag kreeg ik de vragen van de kant van de Kamer. Die heb ik maandag beantwoord. En vandaag, twee dagen later al, zitten we hier bij elkaar om dit debat daarover te voeren. Heel veel dank daarvoor.

Het doel is dus veilige verkiezingen. De maatregelen zien op het aanwijzen van de stemlokalen. Er zit dus een uitbreiding in. Ik kom straks op de vragen die daarover zijn gesteld. We moeten rekening houden met de 1,5 meter en er dus voor zorgen dat stembureaus groot genoeg zijn. Dat betekent in sommige gevallen dat bepaalde locaties niet geschikt meer zijn en dat gemeenten moeten uitzien naar andere locaties. Het ziet op het aantal volmachtstemmen dat van twee naar drie gaat, op het verkrijgen van een schriftelijk volmachtbewijs langs elektronische weg en op het minimum aantal stembureauleden dat wordt verhoogd van drie naar vier. Stembureaus krijgen er ook extra taken bij – ik kom daar zo uitvoerig over te spreken – bijvoorbeeld als het gaat over de hygiënemaatregelen. Een ander aspect – het is niet genoemd, maar ik zeg er toch wat over, want u heeft dat vast gezien – is dat politieke partijen die voor het eerst meedoen aan de verkiezingen meer tijd krijgen om ondersteuningsverklaringen te vergaren. Dat was twee weken en dat wordt vier weken. De wet maakt het ook mogelijk om op een aantal onderdelen nadere regels te stellen, bijvoorbeeld over de maatregelen in het stemlokaal.

U hebt in mei al een brief ontvangen over de verkiezingen. Je kon toen natuurlijk al vermoeden dat we mogelijkerwijs nog met corona te maken zouden hebben rond de verkiezingen. Ik denk dat het goed was dat we daar toen al met elkaar over van gedachten wisselden, zij het schriftelijk. De gemeenten zijn ook al vroeg begonnen met nadenken en inventariseren. Ik heb de gemeenten gevraagd wat voor consequenties het voor hen zou kunnen hebben. Toen hebben zij gezegd dat het vanwege de noodzaak om ook andere stemlokalen te moeten kunnen gebruiken in ieder geval financiële consequenties zou hebben. Dus daar heb ik in september al ruim 30 miljoen euro voor beschikbaar gesteld. Die financiële consequentie is dus onder ogen gezien. Dat betekent dat dat in principe geen belemmering is, tenzij er nog een uitbreiding komt van een bepaalde zaak, maar daar kom ik zo op terug. Ik zal de komende weken bij alle gemeenten peilen hoeveel stemlokalen er beschikbaar zijn. Zodra ik dat beeld heb – ik denk dat dat ergens in november zal zijn – zal ik uw Kamer daarover informeren. Ik ga gemeenten ook ondersteunen met een ondersteuningsteam, dat hen ook kan helpen bij het aanboren van andere locaties in allerlei verschillende sectoren. Bijvoorbeeld bij de beheerders van de rijkskantoren is er de bereidheid om te kijken of ze de gemeentes kunnen helpen. Ik heb samen met collega Slob een beroep gedaan op de schoolbesturen om zo veel mogelijk schoolgebouwen beschikbaar te stellen als stemlokaal.

De voorzitter:

Meneer Van Raak, toch een interruptie of even een punt van orde?

De heer Van Raak (SP):

Ja, ik probeer mij aan de blokjes te houden, maar de Minister begint nu zelf over allerlei initiatieven die in gemeentes worden georganiseerd. Ik vind dat fantastisch en als er geld voor is, is dat nog veel beter. Maar ik maak me over het volgende zorgen. Sommige gemeentes gaan daar heel voortvarend mee om en andere niet. Er wordt van alles georganiseerd op plekken waar de opkomst toch al hoog is, terwijl op plekken waar de opkomst naar verwachting laag is wordt gezegd: nou, laten we daar maar wat minder doen. Gaan we dat nou overlaten aan de goede bedoelingen of minder goede bedoelingen van gemeentes, of gaat de Minister hier regie op voeren?

De voorzitter:

Overigens: de Minister was nog bezig met de inleiding. Akkoord? Maar goed ....

Minister Ollongren:

Dat klopt, maar iedere vraag is uiteraard welkom. Ik vind het heel belangrijk, wat ik net beschrijf, dat ik de regie daarop voer, dat ik gemeentes vanaf mei, en zeker vanaf september actief heb benaderd om juist hierop te wijzen. En gemeentes zijn daar ook heel actief in. De regie die vanuit BZK wordt gevoerd is 1. de gemeentes daarop wijzen, 2. de financiële middelen daarvoor beschikbaar stellen en 3. gemeentes die dat nodig hebben actief ondersteunen bij hun invulling van deze ingewikkelde verkiezingen. Dus volop regie, zou ik tegen de heer Van Raak willen zeggen.

De heer Van Raak (SP):

Wat ik nu merk, is dat er gemeentes zijn die zeggen: we gaan tenten in de buitenlucht zetten, zodat mensen die besmet zijn gewoon kunnen stemmen. Drive-through, allerlei fantastische initiatieven, zodat je, als je naar een teststraat gaat, ook naar het stembureau kunt gaan. Maar ik hoor ook berichten van gemeentes waar het voornemen is om stemlokalen weg te halen bij risicoplaatsen, zoals verzorgingstehuizen. Dat zijn dingen die ik ook hoor. Hoe gaat de Minister daar nou regie op voeren? Moet ik nou de komende weken, de komende maanden, als ik hoor dat het misgaat iedere keer bij de Minister aan de bel trekken, zodat ze weer achter een gemeente aan moet gaan en ervoor moet zorgen dat ze geen domme dingen doen? Hoe gaat de Minister dat doen?

Minister Ollongren:

Nou, regie is natuurlijk niet hetzelfde als op de stoel van de gemeentes gaan zitten. Gemeentes hebben een eigen verantwoordelijkheid. Waar ik ze op aanspreek is hun verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat de mensen in hun gemeente kunnen gaan stemmen. Juist in deze moeilijke tijden betekent dat voor hen een extra inspanning. Ik wil, als u het goedvindt, voorzitter, straks nog ingaan op de verzorgingstehuizen. Want onderdeel van het voorstel is inderdaad dat in verzorgingstehuizen speciale stembureaus kunnen worden ingericht, maar die zijn dan voor de bewoners van de verzorgingstehuizen en de mensen die daar werken, en die zijn niet toegankelijk voor anderen. Mijns inziens is dat wel een goede invulling in deze bijzondere omstandigheden. Normaal zou je dat natuurlijk nooit doen, maar het is juist bedoeld om het voor die mensen mogelijk te maken om wel te gaan stemmen, omdat ze minder makkelijk naar een ander stembureau kunnen. Tegelijkertijd wil je vanwege de coronapandemie ook niet dat op zo'n locatie er te veel in- en uitloop van mensen is, conform het RIVM-advies wat daarover is uitgebracht.

De voorzitter:

Ik kijk voor de zekerheid naar de heer Bruins. Is het echt een interruptie op de inleiding?

De heer Bruins (ChristenUnie):

Ik heb een aanvullende vraag op precies dit onderwerp. Komt het later nog terug?

De voorzitter:

Het komt straks allemaal nog aan de orde.

Minister Ollongren:

Dat komt ook doordat ik zo'n lange inleiding houd, voorzitter. Maar ik wil het geheel toch even in samenhang beschrijven. Iedere vraag die gesteld is, komt zeker nog terug. Ook de vragen over de stembureauleden komen nog terug. Je hebt het over meer dan 70.000 vrijwilligers. Dat is echt veel. Ik vind het belangrijk om te zeggen dat we ons moeten realiseren dat veel van de reguliere vrijwilligers misschien niet beschikbaar zijn voor deze verkiezingen. We moeten dus niet alleen meer vrijwilligers hebben, maar we moeten er ook van uitgaan dat niet iedereen die normaal gesproken daar plaats zou nemen, dat bij deze verkiezingen zal doen. Daarom vind ik het ook verstandig om daar landelijk een wervingscampagne voor te starten, om te zorgen voor nieuwe aanwas van stembureauleden en natuurlijk ook tellers voor de gemeenten. Ik vind het echt belangrijk om de gemeenten daar vanuit BZK bij te ondersteunen, want er komt echt heel veel op die gemeenten af. De Tweede Kamerverkiezing is natuurlijk sowieso de grootste verkiezing die we hebben. Die moet deze keer worden georganiseerd onder heel moeilijke omstandigheden.

Er zijn veel vragen gesteld over de andere scenario's, bijvoorbeeld over de mogelijkheid om te spreiden. Zo zie ik het maar. Er is gevraagd naar vervroegd stemmen, bijvoorbeeld via briefstemmen of stemmen in een stemlocatie voor de daadwerkelijke verkiezingsdag. Ik begrijp heel goed waarom de Kamer daarnaar vraagt, omdat het geen normale verkiezingen zijn. Je wilt toch dat de opkomst daar niet door wordt beïnvloed. Je wilt dat mensen gaan stemmen, dat mensen niet, bijvoorbeeld vanwege angst voor een besmetting, thuisblijven en niet stemmen. Denk aan mensen in risicogroepen die niet zouden komen. Dat zouden allemaal ongewenste effecten zijn. Ik ben dus echt bereid om naar beide vormen te kijken. Ik ga zo in op de specifiekere vragen daarover.

Misschien mag ik briefstemmen dan meteen even noemen. Dat is ook zo'n manier voor het spreiden van stemmen, om meer stemmen mogelijk te maken. Het is natuurlijk wel afhankelijk van de postbezorging. Dat is overigens wel een cruciale afhankelijkheid, want de stembescheiden moeten op tijd binnen zijn, anders telt de stem niet. Maar het heeft wel een voordeel, omdat je bepaalde groepen daarmee echt ontzorgt, zou ik bijna zeggen. Die kunnen dan wel stemmen.

Dezelfde voor- en nadelen gelden natuurlijk ook voor dat vervroegd stemmen. Je moet ook denken aan de tijd die er zit tussen de dag van de kandidaatstelling en de stemming, vanwege het drukken van alle stembescheiden. Daar moeten we ook rekening mee houden. Het gaat niet alleen over de verkiezingsdag zelf, maar ook over alles wat daarvoor zit, vanuit de organisatie. De termijn voor het aanvragen van een vervangende stempas moet worden aangepast, om te voorkomen dat er dubbel gestemd kan worden. De termijn die ik juist wil verlengen, bijvoorbeeld voor het aanvragen van een schriftelijke volmacht, moet dan weer worden vervroegd. Zo kan iedere kleine wijziging in het systeem heel grote gevolgen hebben. Dat wil niet zeggen dat het niet kan, maar het betekent wel dat we het nu in relatief korte tijd heel goed moeten doordenken om dat te kunnen besluiten.

Ik geloof dat de heer Van Raak het punt naar voren bracht dat de verkiezingscampagnes gaande zijn op het moment dat de kiezers al kunnen stemmen. Dat geldt voor alle vormen van vervroegd stemmen. We hebben daar in Nederland eigenlijk geen ervaring mee. We hebben daar ook geen speciale wetgeving voor. Dat is gewoon een feit en dat moet wat mij betreft gewogen worden. Het is geen reden om te zeggen dat het niet kan, maar het is wel iets wat kan meespelen.

Voorzitter. Tot slot bij deze inleiding: in Nederland is het zo dat veel aspecten van het verkiezingsproces tot in detail zijn vastgelegd in de wet. Dat is omdat we het zo belangrijk vinden dat verkiezingen eerlijk, betrouwbaar, transparant en natuurlijk ook controleerbaar zijn. Vandaar die precisie in onze wetgeving. Onze Grondwet zegt ook dat alles voor verkiezingen in de wet moet zijn geregeld. Dus die zorgvuldigheid ziet u ook in deze tijdelijke wet. Die zorgvuldigheid zullen we ook moeten betrachten als we die nog willen aanvullen met een nieuwe tijdelijke wet. Want sommige van de hier besproken onderwerpen, zoals het vervroegd stemmen, betekenen dat u nog een wet tegemoet kunt zien als we dat willen regelen.

Voorzitter. Dan kom ik nu een beetje op dezelfde onderwerpen, maar dan in de beantwoording van de vragen. Allereerst kom ik bij de maatregelen.

De voorzitter:

Toch onderbreek ik u even, want ook de inleiding is in feite een blokje. Ik zie de vinger van de heer Öztürk. Gaat uw gang.

De heer Öztürk (DENK):

In haar inleiding ging ze er best snel op in. De Minister zegt terecht dat heel veel stembureauleden niet zullen opgeven. Maar ik heb de Minister nog niet gehoord over het creatieve idee om jongeren die dag vrij te geven om zo de middelen voor het stembureaulidmaatschap te verhogen en te zorgen dat nog meer mensen stembureaulid kunnen worden.

Minister Ollongren:

Dat klopt helemaal, maar die vraag ga ik wel beantwoorden. Als u het goed vindt, doe ik dat dan bij het onderdeel ...

De voorzitter:

U heeft daarmee wel een kostbare interruptie opgeofferd. De blokjes waren van tevoren gemeld. De Minister.

Minister Ollongren:

Over de schriftelijke volmacht zijn vragen gesteld door de heer Bosma en anderen. Zij wezen erop dat die een zekere fraudegevoeligheid heeft. Daar is ook weleens op gewezen. Mevrouw Özütok zei dat ook. Dat klopt ook. Ik vind zelf ook dat we daar heel terughoudend mee moeten zijn. Zo zit ik er zelf in: normaal gesproken maximaal twee volmachten. Dan nog moet je heel zorgvuldig zijn. Dat uitbreiden naar drie zou ik onder normale omstandigheden helemaal niet overwegen. Maar deze verkiezingen op 17 maart zijn geen normale verkiezingen, althans daar moeten we van uitgaan. Je kunt je voorstellen dat je, een beetje zoals we nu met elkaar leven, thuisblijft bij een verkoudheid of als je klachten hebt. Normaal gesproken zou je vermoedelijk gewoon naar je werk gaan. Dat doen we nu niet. Als je een huisgenoot hebt met corona, ga je in quarantaine. Je moet ervan uitgaan dat meer kiezers dan normaal thuis zullen blijven en niet naar het stemlokaal kunnen of willen gaan. Ik zou niet willen dat dat van invloed is op de opkomst. Dus het bieden van die mogelijkheid van een derde volmacht is volgens mij nodig om ervoor te zorgen dat die kiezers die zich gewoon netjes houden aan de afspraken die we met elkaar hebben gemaakt, een volmacht kunnen geven aan, uiteraard, iemand in hun eigen omgeving, zodat ze hun stem kunnen uitbrengen. Dat is de enige reden om dit te willen doen.

Om tegen te gaan dat ermee wordt gefraudeerd, moeten we natuurlijk wel alle zorgvuldigheidsmaatregelen die we kunnen bedenken, betrachten. In het geval van een bewijs bij een schriftelijke volmacht hebben we het over een document dat voorzien is van lijnpatronen. Zou iemand proberen om de persoonsgegevens van het volmachtsbewijs te veranderen, dan worden die lijnpatronen doorbroken. In dat geval wordt het eigenlijk meteen zichtbaar. De kiezer moet het volmachtsbewijs printen. Bij de controle van het getoonde document in het stemlokaal kan het stembureau vaststellen of de lijnpatronen zijn doorbroken of niet. Is dat het geval, dan moet de schriftelijke volmacht worden geweigerd. De juridische basis daarvoor zit in dit wetsvoorstel. Dat is op dit punt ook een aanvulling op de Kieswet.

De heer Öztürk vroeg waarom een vervangende stempas niet elektronisch kan worden aangevraagd. Gemeenten kunnen de mogelijkheid bieden om de vervangende stempas langs elektronische weg aan te vragen. Deze wet staat daar niet aan in de weg.

Ik meen dat de heer Snoeren van de VVD vroeg wat er gebeurt als er signalen over fraude zijn. Ik denk dat het goed is om hier te zeggen en te benadrukken dat het misbruiken van de volmachtsregeling strafbaar is, en om gemeenten te vragen extra waakzaam te zijn op dit punt. Zijn er signalen van mogelijk misbruik, dan moet er ook aangifte worden gedaan. Het is een misdrijf. Daar moeten we ook echt voor waarschuwen.

Dan een ander punt, over de toegankelijkheid van stembureaus. Mevrouw Özütok wees erop dat de Kiesraad daar opmerkingen over heeft gemaakt. Ik snap ook heel goed dat de transparantie en controleerbaarheid van stemmingen in zekere zin beperkt worden als stembureaus niet algemeen toegankelijk zijn. Dat is denk ik het punt dat zij maakte. Maar ik vind het in dit geval ook een zwaarwegend belang dat bewoners van verpleeg- en verzorgingstehuizen kunnen stemmen. Dat zei ik ook kort in mijn inleiding. Dat zou wat mij betreft rechtvaardigen dat sommige stembureaus speciale stembureaus zijn, alleen toegankelijk voor de mensen die daar ook zijn en niet voor anderen. Dat betekent beperkte toegankelijkheid, maar het betekent ook dat mensen – vaak zijn dat mensen die tot een kwetsbare groep behoren – die stemmogelijkheid binnen handbereik hebben. Dat vind ik belangrijk. Om transparantie en controleerbaarheid dan toch te waarborgen kan de gemeente daarvoor bijvoorbeeld een onafhankelijke waarnemer aanwijzen. Die onafhankelijke waarnemer brengt dan verslag uit. Dat is in zichzelf natuurlijk wel openbaar en transparant. Op die manier kan dat mijns inziens worden ondervangen.

Mevrouw Özütok vroeg ook nog waarom de voorwaarden waaraan waarnemers bij stembureaus met beperkte toegang moeten voldoen bij ministeriële regeling worden vastgesteld en niet op het niveau van de wet. Naar aanleiding van het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State zijn die voorwaarden in het wetsvoorstel zelf opgenomen. Aan waarnemers worden dan dezelfde eisen gesteld als aan stembureauleden, dus inclusief de training, meerderjarigheid en dat soort zaken. Ze mogen niet ook kandidaat zijn, een beetje de bekende punten.

Er is gevraagd of het mogelijk blijft om stemmen te tellen in de stembureaus. Ja, dat blijft zelfs het uitgangspunt. Het enige is, en dat staat hier inderdaad wel in, dat je je kunt voorstellen dat er locaties zijn waar wel gestemd, maar niet geteld kan worden vanwege de anderhalve meter. In dat geval wordt de mogelijkheid gecreëerd om elders te gaan tellen. De burgemeester moet dan van tevoren de locatie daarvan bekend stellen. Dus dat blijft openbaar en de kiezers die dat willen, kunnen de telling gewoon bijwonen.

De heer Bruins van de ChristenUnie stelde een vraag over het ouderenuurtje. We hebben in de supermarkten de venstertijden gezien. Dat is sympathiek en belangrijk, denk ik. Voor stembureaus is het wel wat ingewikkelder, want leeftijd kun je op zich wel vaststellen, maar het ging over ouderen en kwetsbaren. Kwetsbaarheid kun je niet vaststellen. Ik denk ook dat je kiezers eigenlijk op ieder moment moet kunnen toelaten. Het is lastig om te zeggen: we sluiten de deuren op bepaalde uren voor de andere kiezers dan deze groep. Ik denk wel dat we inderdaad heel goed moeten kijken naar het spreiden en ook daarover moeten communiceren – ik heb de opmerkingen daarover ook gehoord – zodat we van tevoren en op de verkiezingsdag zelf daar maximaal op inzetten. Dat doen we sowieso om de gebruikelijke piekmomenten te voorkomen. Je hebt liever dat het sowieso gespreid is over de dag en dat er een steady toevoer, zou ik bijna zeggen, van kiezers is, maar geen enorme rijen en dat je ook weet wat de rustigere momenten zijn. Stel dat je jezelf kwetsbaar vindt of weet, is dat dan het moment om te gaan en niet als het wat drukker is.

Voorzitter. Dan kom ik bij de gezondheidscheck.

De voorzitter:

Dat betekent dat we het blokje afgerond hebben. Ik zag een seintje van de heer Van Otterloo en de heer Bruins. Ik begin met de heer Van Otterloo.

De heer Van Otterloo (50PLUS):

Ik heb dat ook genoemd. Ik heb tegelijkertijd aangegeven dat het mij niet zozeer om een uurtje gaat, maar om een moment op de dag. Het lijkt mij ook een kwestie van informatie naar de kiezers die groepen willen vermijden over tijdstippen waarop het rustiger is, zodat ook anderen weten dat ze zich daarop kunnen aanpassen. Het controleren van de kwetsbaarheid lijkt mij niet een taak van het stembureau. Ze moeten wel de leeftijd controleren, want ze moeten kijken of degene die komt stemmen overeenstemt met hun register. Dat is het meest simpele. Maar het gaat mij meer om een spreiding in de ochtend en in de middag, zodat mensen zoveel mogelijk zeker zijn dat er momenten zijn waarop ze niet eindeloos in de rij moeten wachten. Want dat is natuurlijk de andere kant van het verhaal, dat mensen die niet zo goed ter been zijn of wat dan ook lang in de rij moeten staan omdat het heel erg druk is op het stembureau.

Minister Ollongren:

Dank voor de verduidelijking. Dat begrijp ik en dat vind ik ook wel iets wat we met elkaar moeten nastreven. We willen eigenlijk sowieso geen piekmomenten hebben, maar tegelijkertijd willen we wel een minstens even hoge opkomst als normaal. Maar als wij sowieso gaan communiceren aan kiezers om te proberen drukte te vermijden – dat is een doel van ons allen in deze tijd – dan betekent dat maximale spreiding. We kunnen natuurlijk ook deze groep erop wijzen wanneer de rustigste momenten zijn. Ik denk dat een apart moment of deel van de dag waarop je alleen 70-plussers toelaat, te hinderlijk is voor het reguliere stemproces. Ik denk daarom dat we het moeten zoeken in spreiding. Ik kom straks nog op de andere opties die genoemd zijn voor spreiding.

De heer Bruins (ChristenUnie):

Een korte vraag over het aanvragen via elektronische weg en het golvenpatronen. Dat klinkt allemaal superfunky. Is dat software die bestaat en werkt of moet dit nog ontwikkeld worden?

Minister Ollongren:

Nee, die hoeft niet ontwikkeld te worden, we kunnen gebruikmaken van de bestaande mogelijkheden.

De voorzitter:

Daarmee zijn we aangekomen bij het volgende blokje. De Minister.

Minister Ollongren:

Ja, de vragen en opmerkingen die zijn gemaakt over de gezondheidscheck. Ik begrijp heel goed dat daar veel vragen over zijn gesteld. Ik begin even met de heer Terpstra, die dacht ik ook de eerste spreker was op dit punt. We hebben het RIVM om advies gevraagd. Het is van belang dat de kiezers voordat ze naar het stemlokaal gaan, dus gewoon thuis, voor zichzelf de vragen beantwoorden die we inmiddels allemaal kennen. Dat is de gezondheidscheck. De verantwoordelijkheid ligt dus bij de kiezer om die vragen zelf eerlijk te beantwoorden, net zoals we dat nu ook iedere dag doen. Als je bij het stemlokaal aankomt, zie je die vragen bij binnenkomst ook nog eens vermeld staan op een poster of iets dergelijks. Het is niet zo dat die vragen in persoon, door een andere persoon, aan je worden gesteld, maar je bent er wel heel erg op gewezen. Als je thuis de envelop open hebt gemaakt, heb je het gezien en als je bij het stembureau aankomt, zie je het dus ook. Maar het is de verantwoordelijkheid van de kiezer om de vragen naar eer en geweten te beantwoorden.

De heer Bruins van de ChristenUnie vroeg – volgens mij heeft hij hierover ook een amendement ingediend – of dit niet vormgegeven moet worden in de vorm van een dringend advies in plaats van een verbod, zoals het nu in het wetsvoorstel staat. Die gezondheidscheck is er natuurlijk niet voor niets. We willen veilige verkiezingen hebben. We willen voorkomen dat kiezers met een gezondheidsrisico komen stemmen. Het moet voor iedereen veilig zijn: het moet voor de andere kiezers veilig zijn en het moet voor de stembureauleden veilig zijn. We moeten dat ook weten met elkaar, zodat stembureauleden niet afhaken omdat ze zich daarover zorgen maken. Het algemene beeld dat we hebben, is dat mensen met klachten thuis blijven, net zoals mensen dat nu ook doen die naar hun werk zouden moeten gaan. De lijn is: je gaat niet naar je werk, maar blijft thuis totdat je weer beter bent. Als je het zou formuleren als een dringend advies in plaats van een verbod, maken we het alleen maar onduidelijker voor kiezers. Ik zou er dus geen voorstander van zijn om het anders te formuleren. Het amendement moet ik dan ook ontraden; dat zeg ik dan ook maar meteen. Maar ik wil wel benadrukken dat het gaat over iets waarin kiezers zelf verantwoordelijkheid moeten nemen.

Dan even over hoe het bij het lokaal gaat. Je ziet die poster en gaat naar binnen. Je desinfecteert je handen. Daarover vroeg de heer Bruins: moet je meteen vertrekken als je niet je handen wilt desinfecteren? Dat is niet zo. Iedereen doet het tegenwoordig, omdat er overal wel zo'n ding staat. Maar als een kiezer zegt «dat wil ik niet doen, want ik heb daar een medische reden voor of een andere reden», dan is er een alternatief: de kiezer kan ook wegwerphandschoenen krijgen. Die zijn daar beschikbaar. Als de kiezer een reden heeft om ook die wegwerphandschoenen niet te willen dragen, dan kan de kiezer wel gewoon worden toegelaten tot het stemlokaal. Wat er dan moet gebeuren, is dat de boel wordt schoongemaakt nadat deze kiezer heeft gestemd. Het echt weigeren van kiezers gebeurt alleen in de aller-, aller-, allerlaatste instantie. Ik hoorde een paar keer zeggen «recalcitrante kiezers», maar dan heb je het inderdaad over mensen die willens en wetens weigeren zich bijvoorbeeld aan de 1,5 meter te houden, die tegen de leden van het stembureau zeggen «ik heb niks te maken met die gezondheidsregels», die gedrag vertonen waarvan wij allemaal zeggen: zo hoor je je gewoon niet te gedragen. Het is echt een ultimum remedium en niet iets wat al in werking treedt bij het niet willen desinfecteren.

In het verlengde daarvan werden er meerdere opmerkingen gemaakt. Je legt dan de verantwoordelijkheid wel neer bij de voorzitter van het stembureau, werd er gezegd. Dat klopt, maar ik denk wel dat die verantwoordelijkheid werkbaar is en ik denk dat die verantwoordelijkheid ook noodzakelijk is. Want uiteindelijk is het een verantwoordelijkheid die toegepast kan worden op het moment dat de voorzitter van het stembureau inschat dat hij of zij moet optreden om de gezondheid van andere kiezers te beschermen. De werkwijze in het wetsvoorstel sluit ook aan bij bestaande wetgeving. Ook onder de huidige wet kan de voorzitter de kiezer vragen het stemlokaal te verlaten als de kiezer de orde verstoort. In het uiterste geval kan de voorzitter ook rekenen op ondersteuning daarbij.

Dan vroeg de heer Öztürk nog naar het mond-neusmasker in combinatie met andere kleding in relatie tot de boerka en de wet op de gezichtsbedekkende kleding. In de situatie van vandaag de dag zou het vrijwillig zijn; de kiezer mag het zelf bepalen. Het kabinet heeft inmiddels wel aangekondigd dat de mondkapjes verplicht zullen worden. Als die verplichting op dat moment geldt, dan geldt ze ook in het stemlokaal. Een boerka is dus niet toegestaan op grond van de wet op de gezichtsbedekkende kleding. We hebben wel gezegd, maar dat is weer een andere situatie, dat indien bijvoorbeeld een hoofddoekje en een mondkapje tezamen een gezichtsbedekkend effect hebben, de wet niet van toepassing is. Het stembureau kan overigens bij het dragen van een mond-neusmasker bij de identiteitsvaststelling vragen om dat mond-neusmasker af te doen.

De heer Van Otterloo vroeg naar de testen. Ik dacht hij daarnaar vroeg in verband met de stembureauleden. Hij heeft hierover ook een amendement ingediend. We volgen ook voor de stembureauleden gewoon het advies van het RIVM. We treffen maatregelen om ervoor te zorgen dat stembureauleden veilig zijn. Denk aan de kuchschermen en alle hygiënemaatregelen die voor de kiezers gelden. Die beschermen natuurlijk ook de stembureauleden. Op dit moment geldt er voor dienstverleners geen verplichting om zich voorafgaand aan hun werk te laten testen. Op dit moment is er dus ook geen reden om dat voor stembureauleden anders te laten zijn. Maar ik volg uiteraard de ontwikkelingen van het testen, met name het sneltesten, goed. Het kan best zijn, maar dat weet ik nu nog niet, dat we tegen die tijd ervaring hebben met sneltesten en dat het wel relevant zou kunnen zijn. Maar op dit moment zie ik dat niet. Ik zou u sowieso erop willen wijzen, en daarom ontraad ik het amendement, dat het volgens mij nooit een verplichting zou moeten zijn voor die meer dan 70.000 stembureauleden die nodig zullen zijn.

Voorzitter, volgens mij heb ik nu de gezondheidscheckvragen beantwoord.

De voorzitter:

Ik maak even een rondje interrupties. Ik zag de heer Bruins, de heer Öztürk en de heer Van Otterloo. We beginnen met de heer Bruins.

De heer Bruins (ChristenUnie):

De Minister geeft een prijzenswaardige volgorde van handelingen die kunnen worden verricht, met handschoentjes en extra maatregelen die eerst volgen voordat je zegt: nou gaan we iemand verwijderen. Maar dat komt niet overeen met de wetstekst. Daar staat bij artikel 9, lid 2, gewoon: het betreden van een stemlokaal is niet toegestaan aan degene die niet aan de gezondheidscheck voldoet. Evenzo bij lid 6. We weten allemaal wel dat de Handelingen straks deel uitmaken van de wetsgeschiedenis en de -interpretatie, maar toch, het staat er gewoon niet. Daarop aanvullend het volgende. Lid 6 gaat over mensen met een beperking. Dat is nog eens een speciale situatie. Daar heb ik de Minister niet over gehoord.

Minister Ollongren:

Even kijken of de heer Bruins en ik het misschien toch wel eens zijn. Het zijn twee verschillende dingen. Over de gezondheidscheck heb ik gezegd dat dat iets is waarop de kiezers worden gewezen vanaf het moment dat ze hun stembescheiden thuis ontvangen. Dat gebeurt voordat je naar het stemlokaal gaat, dus in principe thuis. De beschrijving die ik net gaf, gaat over mensen die aankomen bij het stembureau, misschien netjes die gezondheidscheck hebben gedaan, maar die om andere redenen de hygiënemaatregelen niet kunnen opvolgen. Het zijn dus twee verschillende dingen. Het punt van de heer Bruins ten aanzien van mensen met een beperking begrijp ik. We willen het niet moeilijker maken voor mensen met een beperking. Het kan zijn – dat heeft u denk ik ook gelezen in de stukken – dat iemand met een beperking om hulp vraagt. Op het moment dat dat gebeurt, zal een stembureaulid nog wel even vragen aan betrokkene hoe het zit met de gezondheidscheck. Dan kom je immers vanzelfsprekend dichter bij elkaar, want dat kan niet met inachtneming van 1,5 meter. Eigenlijk zijn het drie te onderscheiden vragen. Ik denk dat we het voor alle drie heel zorgvuldig regelen en ook oplossen in de praktijk.

De voorzitter:

Nog aanvullend, de heer Bruins.

De heer Bruins (ChristenUnie):

Maar die oplossing is dan de volmacht. Ik kom aan, ik blijk niet overal een vinkje te kunnen zetten, ik word er weer uit gebonjourd en vervolgens moet ik iemand vinden die bij volmacht voor mij wil stemmen. Iemand die bijstand verlangt en niet aan de check voldoet, moet ook weer weg. Het is acht uur 's avonds of kwart over acht en ik kan niemand vinden voor een volmacht. Of ik heb helemaal geen netwerk. Ik heb niemand die ik mijn stem toevertrouw. Dat kan allemaal gebeuren. Het kan toch niet zo zijn dat de ultieme consequentie is dat ik niet kan stemmen en het stembureau niet in mag? We moeten met z'n allen toch creatiever kunnen zijn om een grondrecht te beschermen voor onze kiezers?

Minister Ollongren:

Ja, in theorie kan ik niet uitsluiten dat die situatie zich kan voordoen. Ik acht dat eerlijk gezegd wel heel erg onwaarschijnlijk. Als we vooraf goed communiceren over die gezondheidscheck en over de alternatieven die je hebt als je zelf niet naar het stembureau kunt gaan, dan voorkom je al dat deze situatie zich voordoet. Het kan voorkomen dat mensen zich ter plekke realiseren dat ze niet op alle vragen nee kunnen antwoorden. Ik vind het niet heel waarschijnlijk, maar het kan wel. Of de toegang wordt ontzegd vanwege het gedrag van een persoon. Maar ja, dat kan nu ook al, zoals ik beschreef. Als iemand zich vreemd gedraagt of als de stembureauleden zich door iemand bedreigd voelen, dan kan dat nu ook gebeuren. Dat willen we allemaal niet, maar ik kan niet helemaal uitsluiten dat het gebeurt. Dat die persoon dan ook nog eens niet in staat zou zijn om een volmacht aan iemand te verstrekken ... Ik denk dat de kans daarop niet zo heel groot is. Nogmaals, alles wat we doen is erop gericht om mensen zo veel mogelijk juist wél te laten stemmen, eigenlijk op het normale niveau. Dat doen we door een extra mogelijkheid te creëren, vandaar mijn voorstel voor die derde volmacht, zodat het verhaal niet is «sorry, maar ik heb er al twee». Juist door die uitbreiding met een derde volmacht vanwege deze bijzondere omstandigheden denk ik dat we ook deze situaties ondervangen.

De heer Bruins (ChristenUnie):

Ik besef dat ik hiermee mijn laatste interruptie doe, maar ik moet toch een derde slag maken. Dit antwoord van de Minister gaat sterk uit van burgers die bereikt worden met overheidsinformatie, die het denkvermogen hebben om dit te snappen en de kracht om dit te doen. Er zijn een heleboel mensen die niet bereikt worden met overheidsinformatie, die gewoon naar het stembureau gaan. Er zijn ook mensen die heel principieel zeggen: ik laat niemand mijn stem uitbrengen. Een groot deel van die mensen heeft straks een snotneus en kan niet stemmen. Een grondrecht wordt hun ontzegd. Nogmaals, dat gaat toch veel te ver? De voorzitter van het stembureau is al belast met de handhaving van de openbare orde en kan de burgemeester om bijstand vragen. Dat is geregeld in artikel J 37. Waartoe die drang om dit zo dicht te regelen en niet creatiever om te gaan met mensen die niet in staat zijn om de Postbus 51-spotjes te begrijpen?

Minister Ollongren:

Allereerst moeten we ons best doen om mensen te bereiken, iedereen, met toegankelijke informatie. Ik snap wel wat de heer Bruins zegt. Omgekeerd vind ik het ook heel belangrijk dat we kunnen garanderen dat de verkiezingen goed en veilig voor iedereen worden georganiseerd, dus ook voor de andere kiezers en ook voor de stembureauleden. Ik denk dat het van grote invloed is op het aantal vrijwilligers of mensen er vertrouwen in hebben dat ze, als ze daar de hele dag achter een tafeltje zitten, vervolgens niet naar huis gaan met een besmetting. Daar moeten mensen wel op kunnen vertrouwen. Daarom denk ik dat het heel belangrijk is om het juist wel te organiseren en ook die alternatieven te bieden. Het zijn uitzonderlijke tijden en dat vraagt voor deze verkiezingen dan ook om uitzonderlijke maatregelen.

De heer Öztürk (DENK):

Ik heb deze foto vaker laten zien: twee foto's naast elkaar van dezelfde dame, een keer met een boerka en een keer met een mondkapje. Mag deze dame gaan stemmen, is mijn vraag altijd geweest. Ik wil mijn interruptie dit keer wat beter gebruiken, dus gaat mijn vraag nog verder. Het punt is dat veel mensen als mondkapje verschillende kledingstukken dragen, bijvoorbeeld een sjaaltje. Als een dame ervoor kiest om op deze manier naar het stembureau te gaan, zegt de Minister dan dat ze kan gaan stemmen?

Minister Ollongren:

Om te beginnen: ik heb best goede ogen, maar dit kan ik niet heel goed zien. Maar dat geeft niks, ik geloof de heer Öztürk meteen. Ik ga ervan uit dat het een foto is van een dame met een boerka en een dame met een hoofddoekje en een mondkapje.

De heer Öztürk (DENK):

Het is dezelfde foto als de foto die eerder is verschenen op Twitter en internet. Je ziet dezelfde dame een keer met een witte boerka en een keer met een wit mondkapje. Ik zie weinig verschil, maar ziet u dat wel?

Minister Ollongren:

Ik zie vooral u goed en ik zie het plaatje niet zo goed, maar dat maakt niet uit. De wet is de wet. We hebben een wet op gezichtsbedekkende kleding die zegt dat de mevrouw met de boerka niet op die manier mag stemmen en ook niet op bepaalde andere plaatsen mag komen met die boerka. De mevrouw met het hoofddoekje en het mondkapje mag dat wel, maar haar kan wel gevraagd worden het mondkapje even af te doen voor de identificatie. We hebben ook met elkaar afgesproken dat we in deze bijzondere tijden de wet op de gezichtsbedekkende kleding niet zo uitleggen dat je als gevolg van het dragen van een mondkapje valt onder deze wet. Op dat punt kan ik de heer Öztürk dus geruststellen. Het is niet zo dat iedereen die kiest voor een hoofddoekje en nu ook een mondkapje draagt, ineens onder de wet gezichtsbedekkende kleding valt.

De voorzitter:

Aanvullend nog de heer Öztürk.

De heer Öztürk (DENK):

Dat laatste stukje begrijp ik, dat mensen met een hoofddoekje en een mondkapje geen problemen krijgen. Maar u maakt het de stembureauleden wel moeilijk. Kijk naar deze foto. Hoe gaat een stembureaulid controleren of het een mondkapje is of een ander doekje? Waar legt die persoon dan de grens? Ik denk dat u daarover helderder mag zijn. Anders krijg je onwenselijke situaties tijdens de verkiezingen. Het recht om te stemmen is voor ons allemaal heilig. Burgers hebben het recht om te gaan stemmen. Dat mogen ze niet uitoefenen omdat ze een doekje om hebben dat niet op een mondkapje lijkt. Ik wil u vragen om dat nogmaals te definiëren en aan gemeentes een stuk te sturen, misschien met foto's, om dit helder te maken, zodat we dadelijk geen burgers krijgen die niet mogen stemmen. Het zou toch erg zijn als mensen niet mogen stemmen?

Minister Ollongren:

Zeker, we willen dat mensen kunnen stemmen. In het debat over de covidwet heb ik ook uitgelegd dat er een juridische beschrijving is van wat een mondkapje is. Een boerka is geen mondkapje. Moeilijker dan dat is het eigenlijk niet.

De voorzitter:

Dank u wel. Er is nog een extra interruptie. Die kwam er nog achteraan. Meneer Van Raak, gaat uw gang.

De heer Van Raak (SP):

Het punt van de heer Bruins is een heel serieus punt en daar wil ik een vraag over stellen. Het is verkiezingsdag. Het is ochtend, je wordt wakker en je hebt licht keelpijn en een beetje een snotneus. Of je kind heeft koorts. Dan moet je die gezondheidsvragen met ja beantwoorden. Volgens mij heb je dan niks aan early voting, want dat is dan al geweest. Briefstemmen is ook al geweest en een volmacht gaat ook niet meer lukken. Wat gaat er met deze mensen gebeuren? Hoe kunnen deze mensen hun stem uit brengen?

Minister Ollongren:

Ik had dat in de inbreng van de heer Van Raak ook al gehoord. Ik begrijp eigenlijk niet zo goed waarom hij zegt dat een volmacht dan geen optie meer is. Dat is dan juist dé optie, zeker als wij met elkaar besluiten dat ook het aantal volmachten met één wordt uitgebreid. Dan is de mogelijkheid om je stem uit te brengen door een volmacht te verstrekken aan iemand anders gewoon aanwezig. Dat is juist de oplossing. Ik ben het met hem eens, early voting zou geen oplossing zijn, briefstemmen ook niet, maar de volmacht wel.

De voorzitter:

Dank u wel. De heer Van Otterloo sloeg ik bijna over. Neemt u mij niet kwalijk.

De heer Van Otterloo (50PLUS):

Even over de toegang tot het stembureau voor zowel de kiezer als degene die het stembureau bemenst. Om met dat laatste te beginnen: ik begrijp het dilemma dat je ook werknemers niet mag verplichten om zich te laten testen, maar we hebben hier te maken met een situatie waarin tot wel 1.000 mensen in een ruimte langskomen. Dat is nogal wat anders dan een blokjesverjaardag, die nu ook niet meer mag plaatsvinden. Hier praat je over hele grote groepen mensen. Ik moet eerlijk zeggen dat ik er niet aan moet denken dat daar een superspreader event plaatsvindt, omdat dat voor de verkiezingen en het hele democratische aanzien een ramp zou zijn. Vandaar dat ik toch er in het amendement voor heb gekozen om de leden van het stembureau te vragen ... Laat ik het zo zeggen, voor sommige leden van het stembureau is het topsport om de hele dag bezig te zijn. Ik zie dat topsporters zich laten testen. Als ze positief getest worden, zoals nu bij de Giro, trekken ze zich terug. Dat is wat ik beoog met dit amendement. Je wordt getest als lid van het stembureau en dan weet je ook zeker dat je niemand besmet.

Het andere punt is lastiger. De Minister zegt: ik ga ervan uit dat mensen met lichte verkoudheidsklachten thuisblijven en niet gaan werken. Tegelijkertijd meldt het RIVM dat een op de vijf mensen die positief getest zijn, zich niet aan de quarantainevoorschriften houdt. Dat vind ik heel verontrustend, want dat betekent dat zelfs mensen die positief getest zijn – het is dus geen vermoeden, maar ze zijn positief getest – moeite hebben om zich in quarantaine op te sluiten. Juist op zo'n dag is dat van wezenlijk belang. Je kunt later niet meer vaststellen of iemand zich al dan niet aan de regels heeft gehouden.

Minister Ollongren:

Misschien mag ik om te beginnen opmerken dat het op zich goed is dat we deze discussie nu hebben, nu we in de tweede golf zitten en zien dat er grote aantallen besmettingen zijn en dat er dus relatief veel besmettelijke mensen in Nederland rond kunnen lopen. Dit is namelijk misschien de beste testcase voor het geval dat het virus op 17 maart niet weg is en dat we niet in een heel rustige fase van het virus zouden zitten. Maar dat is natuurlijk verre van zeker, want eigenlijk is alles er nu op gericht om het virus weer onder controle te krijgen. Ik hoop dus dat we dan in een andere fase zitten dan vandaag de dag, maar ik kan dat nu niet garanderen. Aan de andere kant moeten we ons er wel op voorbereiden. Het moet ook kunnen als het virus tegen die tijd weer wat opliert.

Dat van de superspreaders, zoals die bekend staan, was de situatie in het voorjaar. Toen hielden we ons nog helemaal niet gedisciplineerd aan de 1,5 meter. Denk aan de spreekwoordelijke, nee, de feitelijke après-skibar in Oostenrijk. Dat waren de superspreaderevents: veel mensen bovenop elkaar in ruimtes waar niet of slecht geventileerd werd. Dat is iets heel anders dan hoe de stembureaus ingericht gaan worden. De stembureaus gaan ingericht worden volgens de voorschriften van het RIVM. Daar kan de afstand gewoon in acht worden genomen door iedereen. De stembureauleden zullen achter plastic schermen zitten, die we nu goed kennen van winkels en andere plekken. We vragen de stembureauleden ook de gezondheidscheck van tevoren te doen. Dat zijn dus totaal andere omstandigheden.

De sneltesten bestaan, maar we passen die nog niet toe vanuit de overheid. Het zou best kunnen dat snel testen tegen die tijd een soort nieuwe manier is geworden om op veel grotere schaal in allerlei situaties zo'n schifting te doen. Maar het is nu nog niet zo ver, dus ik vind het heel lastig om daar nu op vooruit te lopen. Ik sluit niet uit dat het op de een of andere manier een rol zou kunnen spelen, maar ik kan het nu nog helemaal niet beloven, omdat ik het niet zeker weet. Tot slot een principieel punt van mijn kant. Ik zei het net ook al: ik zou er moeite mee hebben om stembureauleden te verplichten om dat te doen. Je zou het eventueel kunnen aanbieden, maar het verplichten is echt wat anders. De gezondheidscheck is wel verplicht. De inrichting van het stembureau, de bescherming en de hygiënemaatregelen zijn ook verplicht. Dat is wat in deze wet wordt geregeld.

De voorzitter:

Dan gaan we daarmee naar het derde blokje, tenzij de heer Van Otterloo nog een aanvulling heeft.

De heer Van Otterloo (50PLUS):

Ja, ik heb nog één opmerking. Die hoort misschien ook hierbij. Ik heb ook een opmerking gemaakt over lange wachtrijen. Als wij 1,5 meter afstand moeten houden, in acht moeten nemen, ken ik weinig stembureaus, zelfs niet die in gymzalen of verzorgingshuizen, waarbij dat niet leidt tot rijen buiten. Een gedeelte van de verkiezingen vindt in november plaats. Dat is heel dicht op deze periode, waarvan we helemaal niet zeker weten of we met de hamerslag van gisteren, of die van vandaag 22.00 uur, het virus dan voldoende hebben teruggebracht. Dan zitten wij nog steeds in deze situatie en dan maken we voor de stembureaus een uitzondering ten opzichte van andere bijeenkomsten.

Minister Ollongren:

De heer Terpstra heeft daar ook vragen over gesteld. Het is over meer dan een maand. We weten nu niet hoe de cijfers dan zijn. Maar we mogen er wel van uitgaan dat we nu alles op alles gaan zetten om dat virus weer onder controle te krijgen. Maar nogmaals, ik weet het nu natuurlijk niet. 18 november kan het prachtig weer zijn, maar het kan ook heel koud en guur zijn. Dat geldt ook voor 17 maart. Ook daar moet je rekening mee houden. Daarom is die spreiding belangrijk. Daarom is het ook belangrijk dat de stembureaus groter zijn. We moeten rekening houden met het feit dat er toch rijen zouden kunnen ontstaan, ook al proberen we het zo goed mogelijk te spreiden, zoals we tegenwoordig de rijen ook bij de bakkers tot buiten op de stoep zien. Maar natuurlijk ben ik het er helemaal mee eens dat we er echt voldoende rekening mee moeten houden.

Misschien mag ik daar via de beantwoording van de vragen van de heer Terpstra nader op ingaan. De herindelingsverkiezingen zijn aanstaande. De herindelingsgemeenten hebben mij laten weten dat het aantal stemlokalen gelijk blijft ten opzichte van de vorige verkiezingen. Wat betreft de stembureauleden hou ik echt heel stevig de vinger aan de pols. Ik heb wel begrepen – dat is op zich goed, positief, nieuws – dat verschillende andere gemeenten mensen hebben aangeboden die kunnen helpen op de stembureaus. Als gemeenten zouden aangeven dat ze toch nog in de knel komen, zal ik daar zeker bij helpen.

De heer Terpstra vroeg ook nog of we de herindelingsverkiezingen zullen evalueren. Ja, en ik zal ervoor zorgen dat de Kamer voor het eind van het jaar daarover wordt geïnformeerd.

Meer in het algemeen is de vraag gesteld of gemeenten suggesties hebben gedaan voor andere stemlokalen. Gemeenten kijken inderdaad ook naar minder gangbare oplossingen. De evenementententen, genoemd door de heer Van Raak, vergaderlocaties en hotels, de wet bevat op dit punt helemaal geen belemmeringen. Ik zei al: BZK zal met een ondersteuningsteam de gemeenten actief helpen om die locaties te vinden. Ik heb het Rijksvastgoedbedrijf al gevraagd om te kijken wat het Rijk kan doen om door het hele land heen ruimte beschikbaar te stellen, en de scholen. De mobiele stembureaus zijn al mogelijk. De heer Terpstra vroeg daarnaar. De Kieswet vormt geen belemmering om mobiele stembureaus in te stellen. Het enige wat deze wet daar nog aan toevoegt, is de mogelijkheid om mobiele stembureaus in te stellen met beperkte toegang, bijvoorbeeld voor zorginstellingen. Dat is extra ten opzichte van de huidige wet.

De voorzitter:

Dat was volgens mij blokje 3. Ik inventariseer even of er op dat blokje nog interrupties zijn. De heer Öztürk geef ik allereerst het woord, daarna de heer Terpstra.

De heer Öztürk (DENK):

Ik kom terug op de campagne om jongeren zover te krijgen om stembureaulid te worden, inclusief extra middelen. Ik zat met mijn collega naast me even te brainstormen, en toen kwam er een spontaan idee op. Kijk, we hebben vaker hulp gevraagd van onze ambtenaren. We kunnen op die dag misschien hulp vragen van meerdere ministeries, ook misschien van Defensie, omdat zij toch heel veel mobiele apparatuur hebben, maar ook tenten waar misschien op locaties gestemd kan worden. We zetten Defensie vaker in voor onze veiligheid, en dit is toch een belangrijk moment dat de kiezer op een veilige manier kan kiezen. Is het een idee om meerdere ministeries te vragen om hun medewerkers in te zetten om op die verkiezingsdag toch een veilige verkiezing te krijgen?

Minister Ollongren:

Uiteindelijk is de vraag of de rijksambtenaren mee kunnen helpen.

De heer Öztürk (DENK):

Ja, in brede zin.

Minister Ollongren:

In brede zin, oké. Ja, ik ga sowieso het gesprek aan met alle ministeries om te kijken hoe we het voor rijksambtenaren makkelijker kunnen maken om zich aan te melden als stembureaulid. Het ligt voor de hand om dan in ieder geval te zeggen dat, als een rijksambtenaar zich als stembureaulid meldt, hij dan geen dag verlof hoeft op te nemen. Mijn eerste signalen – nogmaals, we hebben het nog niet afgesproken – zijn wel dat men daar positief over is.

De heer Terpstra (CDA):

De Minister had het over de herindelingsverkiezingen van volgende maand in de provincies Groningen en Noord-Brabant. Zij gaf aan dat het aantal stembureaus in deze gemeenten gelijk zal blijven. Maar is het niet juist verstandiger om, als we willen leren – we gaan nog evalueren voor de Tweede Kamerverkiezingen – het aantal stembureaus in deze gemeenten juist omhoog te krijgen? Want we willen de spreiding en de extra maatregelen die in deze spoedwet zijn samengevat juist ten uitvoer brengen. Dan moeten we deze herindelingsverkiezingen toch juist gebruiken om daarvan te leren? Dan verbaast het me enigszins als ik dan hoor dat het aantal bureaus gelijk blijft. Is de Minister bereid om toch te bekijken of dat aantal omhoog kan worden gebracht?

Minister Ollongren:

De gemeenten moeten natuurlijk beoordelen wat in hun specifieke situatie noodzakelijk is. De eerste signalen van gemeenten, maar dan breed gezien – dus niet alleen de herindelingsgemeenten – was juist: dan zullen er wel minder stemlokalen zijn. Dan ben ik het met de heer Terpstra eens dat dat in ieder geval een niet wenselijke ontwikkeling zou zijn. Ik ben nog niet zover dat ik zeg: uit het feit dat het aantal stemlokalen op peil blijft kun je nu de conclusie trekken dat het dus onvoldoende is. Dit zijn stemlokalen die geschikt zijn voor de manier van stemmen die we nu moeten doen, met de anderhalve meter en de andere maatregelen. Als de gemeenten zeggen dat ze de verkiezingen op deze manier op een goede, zorgvuldige, veilige en ordentelijke manier kunnen organiseren, met voldoende mogelijkheden voor spreiding en toegang voor iedereen die wil stemmen, dan ga ik ervan uit dat dat bij gelijkblijvende aantallen ook kan. Natuurlijk is wel relevant dat dat straks bij de evaluatie ook kan worden geconstateerd. Daar kan ik nu nog niets over zeggen.

De voorzitter:

Dank u wel, Dan is er nog een interruptie bijgekomen van de heer Bisschop.

De heer Bisschop (SGP):

Eigenlijk een hele korte vraag, vanuit de zorg voor voldoende locaties voor stembureaus. Ik weet uit het verleden dat bepaalde kerken aanboden hierin te kunnen faciliteren, waarbij gemeenten zich vanuit een naar mijn idee heel misplaatst motief, namelijk scheiding van kerk en Staat, op het standpunt stelden: nee, dat kunnen we niet doen. Hoe staat de Minister daar in? Is dat niet iets om gewoon onder de aandacht te brengen? Juist als je ruimte nodig hebt, zorg ervoor dat je daarvan gebruik maakt? Vaak krijg je de koster en een heleboel vrijwilligers erbij. Wil je het proces goed laten verlopen ...

De voorzitter:

De collectebus op het eind?

De heer Bisschop (SGP):

Nee, die moet u laten hangen, meneer Ziengs!

Minister Ollongren:

Er is geen belemmering om een stembureau in te richten in een kerk, een kerk die een kerkfunctie heeft of een kerk die inmiddels geen kerkfunctie heeft. Het kan allemaal. De enige eis die aan stembureaus wordt gesteld, is dat het neutraal is, dat er geen uitingen zijn die van invloed kunnen zijn op kiezers. Ik kan me het in kerken heel goed voorstellen, want die bieden ruimte en meer ruimte dan sommige andere locaties. Dat zou dan een hele mooie oplossing zijn. Er is geen belemmering voor in de wet.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan nog een interruptie van de heer Snoeren, en dan gaan we over naar het volgende blokje.

De heer Snoeren (VVD):

Ik hoorde de Minister zojuist al iets zeggen over de evaluatie. We strooien best wel wat over de gemeentes heen, we verwachten veel van ze. Zeker in de herindelingsgemeenten zal heel veel gekeken worden of de wet ook toepasbaar is. Het is heel belangrijk dat we dan ook voldoende tijd hebben om die punten goed te evalueren. Misschien heeft u het al gezegd, maar mij is even ontgaan of wij die evaluatie ook ruim voor het einde van het jaar kunnen verwachten zodat we ook de tijd hebben voor eventuele aanpassingen.

Minister Ollongren:

Ja, het antwoord is dat de Kamer inderdaad ruim voor het eind van het jaar die evaluatie zal krijgen. Ik wil daar wel twee kanttekeningen bij maken. De ene kanttekening is dat het wel herindelingsverkiezingen zijn. Dat is dus anders, ook qua opkomst en zo, dan normaal gesproken bij de Tweede Kamerverkiezingen. We kunnen er dus van leren, maar tegelijkertijd is het niet helemaal een vooruitspiegeling van hoe het op 17 maart eraan toegaat. Maar we kunnen er zeker van leren en de evaluatie zal op tijd klaar zijn. Het tweede dat ik erop wil zeggen, is het volgende. We bespreken nu de tijdelijke wet verkiezingen. Op een aantal punten – ik kom daar zo nog op terug, bijvoorbeeld op het early voting en briefstemmen – zullen we misschien met elkaar zeggen dat er nog aanvullende wettelijke borging moet komen. Maar verkiezingen moet je echt wel heel zorgvuldig doen. Het is ook weer niet zo, door alles wat georganiseerd moet worden, het hele proces dat eraan voorafgaat, ook bij de politieke partijen zelf, dat je nog tot 16 maart kunt veranderen of morrelen aan de verkiezingen. Dat kan echt niet. Daarom ben ik zo blij dat we vandaag deze wet al met elkaar kunnen bespreken. Daarom zou ik een eventuele volgende wijziging ook zo snel mogelijk met elkaar willen aflopen, want op een gegeven moment moet je de klok stilzetten. Dan kan het gewoon niet meer, dan is het niet meer zorgvuldig.

De voorzitter:

Dank u wel. We gaan over naar het volgende blokje. Ik wijs er even op dat het richting de klok van zes uur loopt, dus ik probeer er nu nog wat tempo in te krijgen. Ook interrupties graag kort en krachtig straks. De Minister.

Minister Ollongren:

Ik heb niet meer zo heel veel, voorzitter.

Het laatste wat ik nog over die herindelingsverkiezingen wil zeggen, is dat we niet alles wat in deze wet zit, al toepassen bij de herindelingsverkiezingen. Bijvoorbeeld de mogelijkheid van de extra volmacht zal nog niet geactiveerd zijn bij de herindelingsverkiezingen. Hetzelfde geldt voor de schriftelijke volmacht via de e-mail. Ook niet de termijn om die aan te vragen, ook niet de ondersteuningsverklaring. Dat zijn allemaal aspecten van de wet die echt zien op de Tweede Kamerverkiezingen. Voor de administratie: dat zijn de artikelen 15 en 16 en artikel 2 van dit wetsvoorstel.

Over de stembureauleden heb ik volgens mij al vrij veel gezegd. Dus voor de rijksambtenaren geldt dat ze dan geen dag verlof moeten krijgen. De heer Van Raak bedoelde dat geloof ik wat breder, dus betaald verlof voor iedere werknemer die zich wil inzetten als stembureaulid. Ik juich het toe, maar het is wel een zaak tussen werkgever en werknemer. Ja, de heer Van Raak keek al heel verheugd. Maar ik kan mij best voorstellen dat we tegen werkgevers zeggen dat het een mooi signaal zou zijn als ze dat zouden doen.

Voorzitter, ik denk dat ik het daarbij laat wat betreft de stembureauleden en overga tot het laatste deel, de early voting en ...

De voorzitter:

Ik kijk even of er op blokje 4 nog interrupties zijn. Dat blijkt niet het geval, dan gaan we naar blokje 5.

Minister Ollongren:

Dat is natuurlijk het onderdeel dat nog niet in deze tijdelijke wet is geregeld, maar waar wel heel veel vragen en opmerkingen over zijn geweest. Dat begrijp ik ook wel. Ik begin even met het briefstemmen. De heer Bosma en anderen zeiden dat het wel wordt genoemd, maar nog niet is uitgewerkt. Dat klopt. Ik zei ook dat we het zelf nog wat beter moeten uitwerken. Ik was voornemens om de Kamer daar begin november over te informeren. Ik zie als groot voordeel van briefstemmen dat mensen die niet naar het stembureau willen of kunnen komen en dat ook tijdig weten, toch zelf kunnen stemmen. Ik vind het nadeel van briefstemmen dat het stemgeheim en de stemvrijheid niet op dezelfde manier zijn gewaarborgd als in het stemlokaal. Maar dat is overigens ook zo bij het verlenen van een volmacht. Die voors en tegens zal ik wegen en zal ik ook betrekken bij de brief die ik de Kamer daar begin november over zal sturen. Ik hoor in ieder geval dat daar in deze commissie toch vrij breed belangstelling voor is.

Dan de financiële gevolgen van eventuele aanvullende maatregelen. Zoals ik al zei: we hebben al middelen beschikbaar gesteld aan de gemeenten voor andere stemlokalen. Dat is gewoon in overleg met de VNG gebeurd, dus dat bedrag van, ik dacht, 30 miljoen is in goed overleg met de gemeenten besproken, maar wel in de veronderstelling dat het blijft bij stemmen op één dag. Mochten we ook nog op andere manieren tot early voting willen overgaan, dan kan ik me voorstellen dat dat financiële consequenties heeft. Sterker nog, dat weet ik wel zeker. Ik ga die financiële consequenties dus ook begin november in beeld brengen. Dat zou weer moeten leiden tot nader overleg met de gemeenten.

De heer Öztürk kwam met een idee dat hij al eerder heeft geopperd, namelijk om niet op woensdag maar op zondag te stemmen, en misschien ook nog in het weekend en de vrijdag daarvoor. Die suggestie is eerder de revue gepasseerd. We hebben in Nederland nu eenmaal de traditie van het stemmen op woensdag, op een doordeweekse dag. Er zijn in onze samenleving groepen die principiële bezwaren hebben tegen stemmen op zondag. Maar het belangrijkste is toch, denk ik, dat we het al heel lang zo doen. Zo hebben we het ook ingericht en zo zijn we ook gericht op 17 maart. Dit lijkt me niet het moment om daar verandering in aan te brengen.

Voorzitter. Misschien kan ik toch nog een paar dingen zeggen over vervroegd stemmen. Ik zei al dat als we dat zouden doen, dat allerlei consequenties heeft die ook doorwerken in het proces dat zich daarvoor afspeelt. Het heeft ook gevolgen voor de gemeenten in financiële zin en qua belasting van mensen. Dan moeten we nog meer stembureauleden hebben. Dat geldt ook voor de beveiliging van de uitgebrachte stemmen, want die moeten natuurlijk beveiligd worden bewaard tot het moment van het tellen van de stemmen en dat is natuurlijk op de allerlaatste en vooralsnog enige verkiezingsdag. We proberen het te spreiden. Zoals ik het begrijp van de leden is early voting ook bedoeld om nog beter te spreiden, maar dan heb je ook nog meer momenten waarop het juist weer heel druk kan worden. Dat zijn de voors en tegens om te wegen.

Door de bijzondere omstandigheden waarin we zitten, vind ik dat zowel het briefstemmen – voor de groep kiezers die het meest kwetsbaar is voor dit coronavirus, dus de oudere kiezers – als early voting, bijvoorbeeld door een deel van de stemlokalen een dag of twee eerder open te laten gaan, iets is om te overwegen in deze uitzonderlijke omstandigheden. Want – zo begon ik ook – we leven in uitzonderlijke tijden. Deze verkiezingen zijn hopelijk de enige die ooit worden gehouden in dit soort omstandigheden, maar dan moeten we er wel alles aan hebben gedaan om te zorgen dat iedereen kan komen stemmen.

De voorzitter:

Ik kijk even of daar nog interrupties op zijn. Dat is niet het geval. Alvorens we de tweede termijn ingaan, moet ik even kort schorsen. Dat heeft puur met de voorzitter zelf te maken. Die moet even voor een paar minuten weg.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

We gaan verder met het wetgevingsoverleg. Ik begin nu, met uw welbevinden, gewoon vooraan en ik geef het woord aan mevrouw Özütok. Gaat uw gang.

Mevrouw Özütok (GroenLinks):

Dank u wel, voorzitter. Ik dank de Minister voor de beantwoording van onze vragen en haar toezegging om goed te kijken naar early voting en om gemeenten, als het nodig is, bij te staan bij het uitbreiden van stemlokalen.

Voorzitter, ik heb een motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat door de maatregelen om het coronavirus te bestrijden de werkwijze in de stemlokalen wordt aangepast;

van mening dat iedere kiesgerechtigde burger – dus ook kiesgerechtigden met een beperking – de gelegenheid moet hebben om zijn/haar stem uit te brengen;

verzoekt de regering om, in overleg met gemeenten en belangenorganisaties voor mensen met een beperking, ervoor te zorgen dat mensen met een beperking ook tijdens corona hun kiesrecht op de door hen gekozen wijze moeten kunnen uitoefenen en voor alle leden van de stembureaus een duidelijke instructie te maken zodat iedereen op een passende wijze het kiesrecht kan uitoefenen;

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Özütok. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 10 (35 590).

Dank u wel. De heer Terpstra.

De heer Terpstra (CDA):

Dank u wel, voorzitter. Het zijn bijzondere tijden. We hebben te maken met een pandemie. We hebben een virus te verslaan. Tegelijkertijd willen we ook onze verkiezingen en ons democratische recht blijven uitoefenen. Dat is heel belangrijk. De CDA-fractie vindt het belangrijk dat we drempels wegnemen om alsnog de opkomst zo veel mogelijk te bevorderen. Dat doen we door spreiding. Dat doen we met meer stemlokalen en dat doen we door te evalueren. Dat is belangrijk en goed. Wij vinden het belangrijk dat de drempels zo veel mogelijk worden weggenomen. Daarom zien we ook heil in het briefstemmen. Vandaar de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het bij de verkiezingen veilig moet zijn om te stemmen;

overwegende dat er ondanks de maatregelen kwetsbare kiezers zijn die vanwege de mogelijke drukte de gang naar het stemlokaal zullen schuwen;

van mening dat er mogelijkheden moeten komen om vervroegd een stem uit te brengen;

verzoekt de regering om in aanvulling op de maatregelen die al zijn voorzien in de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19 de mogelijkheid te scheppen dat met name kwetsbare kiezers per post hun stem kunnen uitbrengen, en de Tweede Kamer daarover uiterlijk begin november 2020 te berichten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Terpstra. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 11 (35 590).

Dank u wel. De heer Bosma.

De heer Martin Bosma (PVV):

Voorzitter. Ik heb er een beetje een hard hoofd in. Ik zie veel beren op de weg, op alle mogelijke manieren. Denk bijvoorbeeld aan de vrijwilligers. Hebben veel mensen zin om de hele dag op zo'n stembureau te zitten, terwijl er de hele dag mensen in en uit gaan? Het nieuws van dit ogenblik is de buschauffeur die zwaar gemolesteerd is. Je zult maar op zo'n stembureau zitten en mensen de toegang moeten weigeren. Hoe gaat dat allemaal aflopen? Ik vind die volmachten en dat briefstemmen allemaal prachtig, maar ik ben er toch ongerust over. Ik wens de Minister veel creativiteit en oplossingsgezindheid toe om al deze beren van de weg te verwijderen. Ik ben er toch huiverig voor. Ik hoop dat het allemaal goed komt.

Bestaat er een mogelijkheid dat mensen op een gegeven moment na de verkiezingen nog naar de rechter stappen en zeggen: «Wacht eens even, ik heb mij verbonden met enkele honderden of duizenden mensen. Wij zijn allemaal geweigerd op discutabele grond en wij eisen dat de verkiezingen ongeldig worden verklaard en overnieuw worden gedaan.» Is dat ook een mogelijkheid? Dat is voor mij echt een nachtmerriescenario. Als heel veel mensen zich op die manier opstellen en verbinden, is dat een mogelijkheid.

De voorzitter:

Dank u wel. De heer Snoeren.

De heer Snoeren (VVD):

Dank je wel, voorzitter. Dank voor de beantwoording van de Minister. Met betrekking tot de evaluatie zal ik zo een motie indienen. Ik heb eerder nog wat opmerkingen over early voting. Dat kan inderdaad een manier zijn om spreiding te realiseren. We hebben er nog wel wat vragen over. Misschien kunnen de indieners van de eventuele motie daar zo nog op ingaan. Hoe gaan we om met, of hoe doorkruisen we, de lopende campagne? Wordt het stemmen eventueel beïnvloed doordat er al exitpolls en dergelijke zijn? Hoewel het een heel sympathiek voorstel is, heb ik er nog wel wat vragen over.

Dan met betrekking tot de evaluatie en mijn motie. Het is denk ik goed om heel snel te evalueren, het liefst binnen een maand na de herindelingsverkiezing, in goed overleg met de gemeenten. Dan kunnen alle suggesties die daaruit komen, meegenomen worden. Dan kunnen we die aanpassing doen. Ik zal niet de hele motie voorlezen. Die kan zo gelezen worden, maar ik verzoek de regering in ieder geval om de evaluatie ...

De voorzitter:

Het is wel de bedoeling dat de motie volledig wordt voorgelezen.

De heer Snoeren (VVD):

Dat doe ik met alle plezier, als u mij daar nog de tijd voor geeft.

De voorzitter:

U heeft daar precies 30 seconden voor.

De heer Snoeren (VVD):

De motie luidt als volgt.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de regering van plan is de ervaringen van de gemeenten die betrokken zijn bij de herindelingsverkiezingen in november 2020 te gebruiken bij de voorbereidingen van de Tweede Kamerverkiezing in maart 2021;

overwegende dat het staand beleid is dat elke verkiezing wordt geëvalueerd;

van mening dat de Kamer de mogelijkheid moet hebben de evaluatie van de voorgenoemde herindelingsverkiezingen te bespreken;

van mening dat gemeenten naar aanleiding van de evaluatie voldoende tijd moeten hebben om eventuele aanpassingen door te voeren;

verzoekt de regering de evaluatie ten uiterste één maand na de herindelingsverkiezingen aan de Kamer te doen toekomen;

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Snoeren en Terpstra. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 12 (35 590).

Dat heeft u snel gedaan. Dank u wel. De heer Bisschop.

De heer Bisschop (SGP):

Voorzitter. Ik heb geen nieuwe punten. Ik zeg de Minister dank voor de beantwoording van de vragen. Als je tot spreiding wilt overgaan, is een dichter netwerk van stembureaus volgens mij het meest te verkiezen en het minst gecompliceerd. Alleen, hoe bemens je die en hoe krijg je dat allemaal rond? Dat is wel mijn grootste zorgpunt. Ik begrijp dat de financiën daarvoor geen hobbel hoeven te zijn. Het is goed om te horen dat de Minister bereid is om daarin te ondersteunen. Ik hoop dat dat op die manier tot een goede constructie kan leiden.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. De heer Van Otterloo.

De heer Van Otterloo (50PLUS):

Dank u wel, voorzitter. Ook mijn dank aan de Minister. In de eerste plaats over mijn amendement: ik wijs erop dat die tussentijdse verkiezingen in een periode van vier weken plaatsvinden. Dat is ongeveer de periode waarin deze maatregelen zijn afgekondigd en mogelijk nog verzwaard worden. Stel dat ik het amendement zodanig wijzig dat er staat: dat aan alle leden van het stembureau de mogelijkheid wordt geboden om zich te laten testen. Dan zit er geen verplichting in, maar wel een aanbod. Zou dat dan op een positief oordeel kunnen rekenen?

Voorzitter. Dan heb ik een motie over speciale openingstijden.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat fysieke verkiezingen in tijden van corona potentieel een gezondheidsrisico betekenen voor onder meer ouderen;

overwegende het feit dat het voor ouderen die daartoe in staat zijn en dat ook willen, mogelijk moet zijn zelf hun eigen stem uit te brengen op een zo veilig mogelijke manier;

overwegende het feit dat in supermarkten het zogenaamde «ouderenuurtje» is ingesteld;

verzoekt de regering op de stemmingsdag één of twee voorkeurstijdvensters aan te wijzen voor ouderen en mensen met een beperking, zodat zij zo veilig mogelijk hun stem kunnen uitbrengen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Otterloo. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 13 (35 590).

Dank u wel. Had u nog een motie? Uw microfoon staat nog aan. Nee. Dan de heer Bruins.

De heer Bruins (ChristenUnie):

Voorzitter. Dit wetsvoorstel gaat over proportionaliteit en de afweging van rechten. Naar de mening van de ChristenUnie zijn in artikel 9 de leden 2, 6 en 7 niet proportioneel. Het leidt tot de situatie dat we mensen het stembureau uitzetten zodra ze een snotneus hebben of aanvinken dat ze een ziek kind thuis hebben. Bovendien leidt het tot schijnveiligheid, niet tot veiligheid. Dat gezegd hebbende heb ik een motie. Die klinkt als volgt.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het aantal uit te brengen volmachtstemmen tijdelijk wordt verhoogd naar drie per kiezer;

constaterende dat onder meer de Kiesraad en de OVSE al lange tijd kritiek uiten op het stelsel van volmachtstemmen en wijzen op het gevaar van het ronselen van stemmen en de inbreuk op het stemgeheim en het one-man-one-voteprincipe;

verzoekt de regering in de evaluatie van de herindelingsverkiezingen nadrukkelijk de positieve en negatieve effecten van deze uitbreiding in kaart te brengen en nog voor de Tweede Kamerverkiezingen tot een nieuw weegmoment over deze uitbreiding te komen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Bruins, Van der Graaf, Van Raak en Snoeren. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 14 (35 590).

Ik zie dat er een vraag opkomt bij de heer Sneller.

De heer Sneller (D66):

Ziet deze motie nou op de artikelen 15 en 16, waarover de Minister zei dat die pas in werking treden bij de Tweede Kamerverkiezingen? De motie vraagt om een evaluatie van de herindelingsverkiezingen, waar deze regels dan nog niet in werking zijn getreden. Ik probeer het even in de gauwigheid te begrijpen.

De heer Bruins (ChristenUnie):

Deze ziet inderdaad op artikel 15, de uitbreiding van het maximumaantal volmachten.

De heer Sneller (D66):

Misschien komt de Minister er zelf in tweede termijn nog op terug, maar ik dacht in de beantwoording te hebben gehoord ...

De voorzitter:

De Minister geeft straks de appreciatie van de moties.

De heer Sneller (D66):

Ik dacht in de beantwoording te hebben gehoord dat deze artikelen pas later in werking treden.

De voorzitter:

Maar dat gaan we dan straks meemaken in de beantwoording. De heer Bruins heeft zijn motie ingediend. Dan ga ik naar de heer Van Raak.

De heer Van Raak (SP):

Eerder stemmen is mooi, maar met peilingen beïnvloed je dan de verkiezingen. Over briefstemmen zegt de Minister: ja, dat kan, als de post goed werkt. Maar ja, die werkt niet goed. Volmachten zijn een goed idee, maar we hebben 2,5 miljoen laaggeletterden in ons land. Iedereen moet kunnen gaan stemmen, ook mensen die straks ja moeten zeggen op een van de gezondheidsvragen. Dat betekent dat er op de stembureaus gewoon een voorziening moet worden ingericht zodat ook mensen die ja moeten zeggen, die mogelijk besmet zijn, kunnen gaan stemmen. Dat is een grondrecht; dat kunnen we niet weigeren. En ik hoor van te veel gemeentes nu al geluiden dat ze minder stembureaus gaan inrichten. Dat kan in ieder geval echt niet. Er moeten er niet minder komen, maar meer. Daarom de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering er samen met de gemeenten voor zorg te dragen dat bij de verkiezingen van 17 maart niet minder maar méér stembureaus zullen worden ingericht,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Raak. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 15 (35 590).

Dank u wel.

De heer Sneller.

De heer Sneller (D66):

Dank, voorzitter. De slotsom van de heer Bosma was: het wordt een ingewikkelde klus. Volgens mij delen we die allemaal. Er zijn geen ideale opties, zoals ook de heer Van Raak schetst. Ik denk dat deze wet het goede midden houdt.

Ik had in eerste termijn nog een vraag gesteld over de voorlichting, zowel richting kiezers over de verschillende tijdpaden die er zijn als richting de gemeenten en daarmee inderdaad ook de raadsleden, zodat zij ook kunnen bevorderen dat er zo veel mogelijk stembureaus komen.

Dan over het vroegstemmen. De Minister wil op dat punt nog de voors en tegens wegen. Ik snap heel goed dat daarbij praktische vragen opkomen, maar ik wil toch graag een principe-uitspraak doen. Daarom de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de verkiezingen voor de Tweede Kamer in maart 2021 vermoedelijk zullen plaatsvinden onder de omstandigheid dat kiezers beschermd moeten zijn tegen besmetting met het coronavirus;

overwegende dat het wenselijk is hoge concentraties aan kiezers bij stembureaus op piekuren te voorkomen;

van mening dat de stembusgang zo min mogelijk belemmerd moet worden;

overwegende dat veel landen (een vorm van) vroegtijdig stemmen voorafgaand aan verkiezingsdag faciliteren, bijvoorbeeld door een aantal dagen een select aantal stembureaus reeds open te stellen voor kiezers;

verzoekt de regering om, met als doel spreiding van kiezers, vroegtijdig stemmen mogelijk te maken, en hier een voorstel voor uit te werken dat bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2021 ingezet kan worden om deze verkiezingen veilig en toegankelijk te houden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Sneller, Kuiken, Özütok, Van Otterloo, Azarkan en Van der Molen.

Zij krijgt nr. 16 (35 590).

Dan ga ik over naar de heer Öztürk.

De heer Öztürk (DENK):

Voorzitter. Ik had in de eerste termijn gevraagd naar een digitale kiezerspas. Daarvan zegt de Minister: deze wet staat dat toe, dus gemeentes kunnen dat zelf regelen. Maar ik wil de Minister toch vragen of zij bereid is om de gemeentes daartoe op te roepen. Ik wil geen motie indienen, maar ik wil haar toch vragen of zij bereid is om gemeentes zover te krijgen dat ze de digitale kiezerspas toch mogelijk maken.

Voorzitter. Dan mijn laatste punt: het weekendstemmen. De Minister zegt: we hebben een traditie op woensdag. We zijn het enige land in Europa dat het op woensdag doet. En je ziet dat tradities veranderen. Ik zal er niet een paar noemen, om de discussie hier niet weer op gang te brengen, maar tradities veranderen. Daarvoor heb je ook een parlement, dat de veranderende samenleving ook hier vormgeeft via wetgeving en regelgeving. We zijn het enige land dat het zo doet. Als we nou op vrijdag, zaterdag en zondag zouden kunnen stemmen, drie dagen lang, zodat iedereen de gelegenheid krijgt om toch te gaan stemmen op de dag dat hij wil stemmen, dan denk ik dat we een hoger opkomstpercentage kunnen binnenhalen en dat we ook hele veilige verkiezingen tegemoet kunnen zien. Ik wil de D66-minister toch vragen of zij voor weekendstemmen is.

De voorzitter:

Dank u wel.

De heer Snoeren (VVD):

Voorzitter, ik ben zojuist abusievelijk vergeten te noemen dat de heer Terpstra de motie die ik heb voorgelezen mede indient.

De voorzitter:

Dan hebben we dat bij dezen opgenomen, ook in de Handelingen. Hij staat er vast onder. Dank u wel. Het was natuurlijk inderdaad even de tijd zoeken om dat ding goed voor te lezen. Ik begrijp het.

Ik schors voor enkele ogenblikken, want de moties worden even gereproduceerd. Als die rondgedeeld worden, gaan we gelijk over tot de beantwoording van de vragen en de appreciatie van de moties. De heer Bisschop gaat de vergadering nu verlaten, heb ik begrepen. Hij moet naar een andere vergadering, maar hij zal ongetwijfeld iemand opdracht hebben gegeven om even mee te luisteren. Zo is het.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

We gaan over naar de beantwoording in tweede termijn en de beoordeling van de moties. Ik geef het woord aan de Minister.

Minister Ollongren:

Dank. Allereerst nog een paar vragen. Het zijn er niet meer zo heel veel en de meeste opmerkingen zijn in een motie geland.

De heer Bosma – hij is er niet meer, maar ik geef toch antwoord – vroeg of kiezers uiteindelijk naar de rechter zouden kunnen stappen om de verkiezingen ongeldig te laten verklaren. Ik denk dat ik de heer Bosma op dat punt gerust kan stellen. Als het gaat over geschillen bij verkiezingen, dan heeft de Tweede Kamer zelf het laatste woord. Zo hebben we dat geregeld.

Dan de heer Öztürk. In mijn beantwoording van zonet over digitale mogelijkheden heb ik gezegd dat het per e-mail aanvragen van een vervangende stempas de mogelijkheid is die wordt geboden. Zijn andere opmerking ging over het moment waarop we stemmen. Dat is dus op woensdag. De datum van 17 maart is al bepaald. Dat is een woensdag. Dat gaan we sowieso doen. Waar ik naar ga kijken is of we een vorm van early voting zouden kunnen doen op de dagen ervoor. Dat is wat ik mij nu voorstel. Als de Kamer op enig moment, ooit, in de toekomst zegt dat zij alle verkiezingen op andere dagen wil doen, dan kan dat natuurlijk, maar dat is niet wat ik hier nu voorstel of wat voorligt, en ook niet waar deze situatie zich voor leent, denk ik.

De heer Sneller had ook nog een vraag over de stembureaus. Behalve dat we vanuit het kabinet en vanuit BZK de gemeenten erop wijzen en hen zo veel mogelijk helpen, financieel en met andere vormen van hulp, is het natuurlijk ook zo dat de gemeenteraden daar zelf actief op kunnen sturen. Sommige gemeenteraden doen dat al. Het is dus niet zo dat het alleen maar gebeurt in een soort interactie tussen de ambtelijke apparaten van BZK en de gemeenten. Er is wel degelijk ook een rol voor gemeenteraden, zou ik zeggen, om zich daarin te roeren en ook toe te zien op voldoende en goede stemlokalen.

De heer Sneller (D66):

Eén heel korte vraag daarover. Mijn bedoeling was dat gemeenteraden ook weten wanneer zij hun colleges moeten aansporen. Vandaar dat tijdpad. Ik zat zelf in de raad tijdens de voorbereiding van de vorige verkiezingen in 2012. Ik wist niet wat voor mij het moment was. En nu is het extra belangrijk.

Minister Ollongren:

De informatie die wij naar gemeenten sturen, is volgens mij ook gewoon toegankelijk voor gemeenteraden. Ik zal dat nog even nagaan, maar dat lijkt mij wel. Zo kunnen ze dus ook acteren op het moment dat de signalen vanuit BZK komen.

Voorzitter. Er zijn een aantal moties ingediend. De eerste is de motie op stuk nr. 10 van mevrouw Özütok. Ik wil graag het oordeel aan de Kamer laten. Ik kan haar melden dat ik al een actieplan toegankelijk stemmen heb opgesteld samen met de VNG, de NVVB, de Kiesraad en VWS. Daarin hebben we ook een instructie voor stembureauleden opgenomen. Die is heel erg gericht op kiezers met een beperking. Ik realiseer me dat deze bijzondere verkiezingen hier nog meer eisen aan stellen. Ik geef de motie dus oordeel Kamer.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 10: oordeel Kamer.

Minister Ollongren:

De motie op stuk nr. 11 van de heer Terpstra vraagt om briefstemmen, dus kiezers per post hun stem laten uitbrengen. Ik beschouw dit eigenlijk als een aansporing om dit heel serieus te onderzoeken. Ik laat het oordeel aan de Kamer.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 11: oordeel Kamer.

Minister Ollongren:

De motie op stuk nr. 12 is van de heren Snoeren en Terpstra om de evaluatie ten uiterste één maand na de herindelingsverkiezingen aan de Kamer te doen toekomen. Ik zorg ervoor dat de Kamer die hoe dan ook heeft voor het kerstreces. Dat correspondeert ongeveer met die maand. Ik laat het oordeel dus aan de Kamer.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 12: oordeel Kamer.

Minister Ollongren:

De motie op stuk nr. 13 is van de heer Van Otterloo. Hij wil voorkeurstijdvensters hebben voor ouderen en mensen met een beperking. Ik vind dat wel heel sympathiek. We moeten er inderdaad alles aan doen om deze mensen zo goed mogelijk naar het stembureau te kunnen laten gaan, dat wil zeggen op een zo rustig mogelijk moment. Hoewel ik de motie sympathiek vind, moet ik haar toch ontraden, omdat ik in algemene zin niet zou willen dat we op bepaalde momenten kiezers de deur zouden moeten wijzen. We moeten ze proberen te spreiden. We gaan ook andere locaties gebruiken, plekken waar deze mensen voor een deel ook verblijven. Daar gaan we speciale verkiezingslokalen inrichten. Ik ga er dus alles aan doen, maar ik kan niet beloven dat dit kan. Ik moet de motie dus ontraden.

De heer Van Otterloo (50PLUS):

De motie spreekt er op geen enkel moment van dat anderen er dan niet zouden mogen zijn. Dat geldt ook voor de ouderenuurtjes in de supermarkt. Dan is de deur ook niet gesloten voor anderen. Het gaat om het aangeven van een spreiding. Ik heb het al nudging genoemd. Daar gaat het om. Het gaat me er niet om mensen te verbieden te komen als zij niet tot de doelgroep behoren.

Minister Ollongren:

Ik ben op zich blij met deze uitleg. Ik denk dat veel mensen de venstertijden bij de winkel toch wel zo opvatten, namelijk dat het niet de bedoeling is dat je daar dan naartoe gaat als je niet tot de doelgroep behoort. Ik denk dat dit voor de stemlokalen hetzelfde zou kunnen zijn. Ik zou het willen omdraaien. Ik wil de toezegging doen dat we ons er maximaal voor inspannen om deze mensen duidelijk te maken wat verhoudingsgewijs de beste momenten voor hen zijn. Dat gaat over het maximeren van de inzichtelijkheid van de momenten op de dag.

De voorzitter:

Maar het oordeel blijft ontraden.

Minister Ollongren:

Ja. Dan ben ik bij de motie op stuk nr. 14 van de heer Bruins c.s. Ik geloof dat de heer Sneller daar ook net op wees. Ik heb net in mijn eerste termijn gezegd dat ik sommige onderdelen van de wet nog niet van toepassing zal verklaren bij de herindelingsverkiezing. Dat geldt ook voor de volmacht. Aangezien die op dat moment nog niet bestaat, kan ik die ook niet evalueren, want die regel is dan nog niet in werking getreden.

De voorzitter:

Wellicht is het een optie om de motie aan te houden?

De heer Bruins (ChristenUnie):

Nou ... Geldt dat ook voor artikel 16 en 17, dus voor de elektronische volmacht?

Minister Ollongren:

Ik heb het nu niet meer bij de hand, maar ik heb net een opsomming gegeven van waar het voor geldt en het geldt ook voor deze artikelen.

De heer Bruins (ChristenUnie):

Dan houd ik de motie aan. Ik vermoed zelfs dat ik ’m ga intrekken. Wanneer stemmen we over deze moties?

De voorzitter:

We gaan daar morgenavond over stemmen.

De heer Bruins (ChristenUnie):

Morgenavond. Het kan zijn dat ik ’m voor die tijd intrek en voor nu houd ik ’m aan.

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Bruins stel ik voor zijn motie (35 590, nr. 14) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

En het oordeel is sowieso ontraden, vanwege het feit dat ...

De heer Bruins (ChristenUnie):

Dat snap ik, voorzitter.

Minister Ollongren:

De motie op stuk nr. 15 van de heer Van Raak vind ik op zichzelf ook sympathiek vanwege de gedachte dat er niet minder en bij voorkeur zelfs meer stembureaus zijn die voldoen aan de voorschriften, dus waar die 1,5 meter in acht genomen kan worden, zodat kiezers gewoon kunnen gaan stemmen. Het allerbelangrijkste is voor mij dat er voldoende stembureaus zijn. De beschikbaarheid van stembureaus moet geen belemmering zijn voor kiezers. Ik kan niet op voorhand zeggen dat dit per se betekent dat er meer stembureaus moeten worden ingericht. Om die reden ontraad ik de motie.

De heer Van Raak (SP):

Ik wilde de Minister juist een beetje helpen, want we vinden allemaal dat er niet minder moeten komen, maar meer. Nou maken gemeenten soms eigen afwegingen en volgens mij vindt iedereen hier dat er niet minder moeten komen. Dan zou het dus mooi zijn als de Kamer dat uitspreekt en de Minister kan zeggen: ja, de Tweede Kamer zegt het ook; dat is ook een volksvertegenwoordiging, dus u moet dat wel regelen in uw gemeente.

Minister Ollongren:

Ja, maar de heer Van Raak doet dat alleen maar via de kwantiteit. Hij zegt dat het er hoe dan ook meer moeten zijn. Ik sluit niet uit dat het er meer worden, ook omdat we de mogelijkheid bieden van de speciale stemlokalen en de mobiele stemlokalen, ook met een speciale functie. Ik denk dat het heel goed denkbaar is dat het er meer worden, maar om op voorhand alleen dat op te leggen terwijl ik vooral wil sturen op toegankelijkheid en kwaliteit van de inrichting van de stembureaus, vind ik iets te eenzijdig. Nogmaals, dit heeft mijn sympathie, maar ik ontraad de motie.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 15 wordt ontraden.

Minister Ollongren:

De motie op stuk nr. 16 is de earlyvotingmotie, als ik dat even zo mag zeggen. Ik vind dit een signaal vanuit de Kamer dat we dit heel serieus moeten gaan onderzoeken. Dat zal ik ook doen. Nogmaals, dit heeft echt plussen en minnen dus het moet wel allemaal kunnen. Ik ga mijn best doen en ik ga de Kamer daar begin november over informeren. Ik laat het oordeel aan de Kamer.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 16: oordeel Kamer.

Minister Ollongren:

Dat doe ik uiterlijk begin november, want als we daartoe overgaan dan vereist dat een zorgvuldig wetgevingstraject.

Dan heb ik nog het gewijzigde amendement van de heer Van Otterloo. Overigens, ook daarvoor geldt dat ik het ontzettend waardeer dat hij dat zo wijzigt omdat ik net heb uitgelegd dat ik geen verplichting wil. De reden dat ik toch bij het oordeel ontraden blijf, hoewel hij die verplichting eruit heeft gehaald, is dat ik nu te weinig weet over de mogelijkheden van het testen en sneltesten. Ik vind het dus echt kwetsbaar om dat nu al te amenderen in de wet. Ik wil hem wel toezeggen dat ik dit punt echt goed zal bezien en de Kamer daarover zal informeren. Maar ik ontraad het amendement. De andere twee amendementen, beide van Van der Graaf en Bruins, heb ik al ontraden.

De voorzitter:

Inderdaad, de drie ingediende amendementen zijn ontraden. De oordelen over de moties heb ik net al herhaald.

We hebben een aantal toezeggingen gekregen.

  • De Kamer ontvangt in november informatie over het contact met de gemeenten en over het briefstemmen.

  • Ruim voor 1 januari 2021 ontvangt de Kamer informatie over de evaluatie van de herindelingsverkiezingen; voor het kerstreces eigenlijk, zoals de Minister zelf ook zei. Dat is in ieder geval ruim voor 1 januari.

Verder heb ik al meegedeeld dat de stemmingen over het wetsvoorstel, de amendementen en de moties morgenavond zullen plaatsvinden.

Dank u wel. Ik sluit hierbij de bijeenkomst.

Sluiting 18.00 uur.

Naar boven