21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken

BC BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIEN

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 januari 2020

Hierbij zend ik u het verslag van de Eurogroep en Ecofinraad 20 en 21 januari 2020 te Brussel.

Daarnaast treft u bijgevoegd het kwartaaloverzicht1 van lopende EU-wetgevingsonderhandelingen op het terrein van het Ministerie van Financiën, conform de afspraken omtrent EU-informatievoorziening.

De Minister van Financiën, W.B. Hoekstra

Verslag Eurogroep en Ecofinraad 20 en 21 januari 2020

Eurogroep

IMF Artikel IV Consultatie met de eurozone

Het IMF heeft tijdens de Eurogroep een terugkoppeling geven van de interim-missie van de Artikel IV consultatie met de eurozone, die eind 2019 heeft plaatsgevonden. Daarbij heeft het IMF aangegeven beperkte economische groei te verwachten in 2020, mondiale geopolitieke risico’s te zien en benadrukt dat het vooral van belang is dat lidstaten structurele hervormingen doorvoeren die bijdragen aan het veerkrachtiger maken van hun economie.

Het IMF heeft tijdens deze missie gesprekken gevoerd met verschillende Europese instellingen (o.a. met de Europese Commissie en de Europese Centrale Bank) over de macro-economische verwachtingen voor de eurozone. De bevindingen van de interim-missie worden door het IMF niet openbaar gemaakt. In het voorjaar volgt nog een missie. Vervolgens zal het IMF op basis van beide missies een rapport opstellen met daarin zijn appreciatie van de macro-economische vooruitzichten en beleidsadviezen om economische en financiële risico’s op te vangen. De Eurogroep zal de mogelijkheid krijgen om hierop een reactie te geven tijdens de daaropvolgende Eurogroepvergadering. De consultatie wordt vervolgens in de zomer afgerond met een bespreking in de raad van bewindvoerders van het IMF, waarna ook het rapport wordt gepubliceerd.

Presentatie van de geüpdatete ontwerpbegroting van Portugal

De Eurogroep heeft een presentatie gekregen over de nieuwe ontwerpbegroting van Portugal voor 2020.2 Alle eurozone-lidstaten waren volgens de EU-verordening 473/2013 verplicht om voor 15 oktober 2019 een ontwerpbegroting voor 2020 in te dienen. Portugal had vanwege nationale verkiezingen op 6 oktober jl. een ontwerpbegroting zonder nieuwe maatregelen ingediend. Daarom werden de autoriteiten verzocht een bijgewerkt ontwerpbegrotingsplan in te dienen zodra de nieuwe regering een ontwerpbegrotingswet bij het Portugese parlement heeft ingediend. Dit heeft Portugal op 17 december 2019 gedaan. Over deze geactualiseerde ontwerpbegroting van Portugal heeft de Europese Commissie op 15 januari 2020 een opinie gepubliceerd.3 De Europese Commissie is daarin kritisch vanwege de zogeheten risk of non-compliance met de eisen van de preventieve arm van het Stabiliteits- en Groeipact (SGP). De Eurogroep heeft over de geactualiseerde ontwerpbegroting van Portugal een verklaring aangenomen waarin het Portugal uitnodigt om te overwegen om additionele maatregelen te nemen om de geïdentificeerde risico’s te mitigeren.4

Presentatie van de Europese Commissie van het voorstel voor de aanbevelingen voor de eurozone 2020

De Europese Commissie heeft haar voorstel voor de jaarlijkse aanbevelingen van de Raad over het economisch beleid van de eurozone (eurozone-aanbevelingen), welke zijn gepubliceerd op 17 december 20195, in de Eurogroep gepresenteerd. De Kamer heeft op 14 januari jl. een brief ontvangen met een kabinetsappreciatie van het herfstpakket, waarvan de eurozone-aanbevelingen deel uitmaken.6

De Europese Commissie doet dit jaar een voorstel voor aanbevelingen op het gebied van (1) het bevorderen van de economische groei, veerkracht en het tegengaan van onevenwichtigheden, 2) het afbouwen van publieke schulden, verbeteren van de samenstelling van overheidsfinanciën, een ondersteunend begrotingsbeleid in geval van een verslechtering van de vooruitzichten voor de economische groei en het bestrijden van agressieve belastingplanning, 3) het verlagen van lasten op arbeid, versterken van onderwijssystemen en doorvoeren van arbeidsmarkthervormingen, 4) de financiële sector, risicoreductie en het voltooien van de bankenunie en 5) het vervolmaken van de Economische en Monetaire Unie (EMU) en de internationale rol van de euro.

Meerdere lidstaten verwelkomden de eurozone-aanbevelingen. Daarbij was met name brede steun voor de verdieping van de EMU en focus op vergroening van de economie. Sommige lidstaten gaven aan voorstander te zijn van meer publieke investeringen, waarbij andere lidstaten, waaronder Nederland, het belang van structurele hervormingen en houdbare overheidsfinanciën benadrukten.

De eurozone-aanbevelingen zullen bij de Eurogroep van 17 februari 2020 worden besproken. Na die bespreking zal de Europese Raad de (aangepaste) aanbevelingen bekrachtigen, waarna de Ecofinraad de aanbevelingen formeel aanneemt.

Presentatie van de Europese Commissie over haar prioriteiten voor de EMU

Dit onderwerp is uiteindelijk van de agenda gehaald. Naar verwachting zal de Europese Commissie bij de volgende Eurogroep een presentatie geven over haar prioriteiten voor de Economische en Monetaire Unie (EMU).

Overig

De Ministers van Financiën van Spanje, Oostenrijk en Finland hebben de beleidsprioriteiten van de nieuwe regering in hun land gepresenteerd. Dit gebeurt standaard in de Eurogroep bij het aantreden van nieuwe regeringen.

Eurogroep in inclusieve samenstelling

Opvolging van de Eurotop van december 2019

De voorzitter van de Eurogroep heeft een toelichting gegeven over de opvolging van de Eurotop van 13 december 2019. Tijdens deze Eurotop namen regeringsleiders een verklaring aan waarin de voortgang die de Eurogroep heeft bereikt ten aanzien van de verdieping van de Economische en Monetaire Unie (EMU) werd verwelkomd en de Eurogroep werd gevraagd om verder te werken aan de verdieping van de EMU.7 De Kamer is geïnformeerd over de voortgang daarvan in het verslag van de Eurogroep van 4 december 2019.8

Een belangrijk onderdeel van de verdieping van de EMU is de versterking van het Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM). De Kamer is hierover geïnformeerd in de procesbrief over het ESM van 25 november jl.9 Op basis van het principeakkoord dat bereikt is tijdens de Eurogroep van 4 december jl. over het pakket aan documenten gerelateerd aan de hervorming van het ESM kan tijdens de Eurogroep van maart waarschijnlijk een definitief akkoord worden gesloten over het ESM-hervormingspakket. Daarna kunnen de nationale ratificatieprocessen worden gestart. Een nog openstaand punt is de vraag of het zinvol is de gedetailleerde voorwaarden voor de collective action clauses (CAC’s) met single limb aggregation, waarover in de Eurogroep van 4 december jl. inhoudelijk overeenstemming is bereikt, nog als annex aan het ESM-verdrag te hechten.

Daarnaast zal het komend jaar verder worden gesproken over de mogelijke vervroegde invoering (eerder dan eind 2023) van de gemeenschappelijke achtervang voor het gemeenschappelijke afwikkelingsfonds (Single Resolution Fund; SRF). Reeds in 2016 is afgesproken dat de gemeenschappelijke achtervang vervroegd kan worden ingevoerd bij voldoende risicoreductie. De politieke beslissing hierover zal worden genomen op basis van een rapport van de instellingen in 2020 over de voortgang van risicoreductie. Indien de gemeenschappelijke achtervang vervroegd wordt ingevoerd zijn aanpassingen nodig van de intergouvernementele overeenkomst (IGA) die de overdracht en mutualisatie van de bijdragen aan het SRF regelt. Om daarop voorbereid te zijn, zijn in de Eurogroep van 4 december jl. beperkte wijzigingen van de IGA overeengekomen. Omdat de ratificatie van de aangepaste IGA de nodige tijd in beslag zal nemen, zullen deze wijzigingen reeds in de eerste helft van 2020 worden uitgewerkt in concept verdragsteksten. Deze concept verdragsteksten zullen dusdanig geformuleerd worden, dat ze alleen van toepassing zijn indien de gemeenschappelijke achtervang daadwerkelijk eerder dan eind 2023 wordt ingevoerd. Zoals bekend vereist het daadwerkelijk instellen van de gemeenschappelijke achtervang een los unaniem besluit van de Raad van gouverneurs.

Verder is de Eurogroep gevraagd om verder te werken aan het versterken van de bankenunie. In 2019 is door een hoogambtelijke werkgroep (High Level Working Group; HLWG) gekeken naar het functioneren van de bankenunie en de verschillende opties om deze verder te versterken, inclusief een Europees depositoverzekeringstelsel (European Deposit Insurance Scheme; EDIS), de behandeling van staatsobligaties op bankbalansen en mogelijke verbeteringen in het toezicht- en resolutieraamwerk. De Eurogroep heeft geconcludeerd dat verder technisch werk nodig blijft en heeft de HLWG daarom gemandateerd om verder te werken aan alle elementen van de bankenunie, inclusief een EDIS, en daarover in juni 2020 te rapporteren.

Ook zal de komende tijd verder gewerkt worden aan mogelijkheden om de beperkingen van het huidige raamwerk voor liquiditeit in resolutie te adresseren. De Eurogroep zal hier waarschijnlijk in april over verder spreken.

Tot slot is de Eurogroep uitgenodigd om wat betreft het Begrotingsinstrument voor Convergentie en Concurrentievermogen (BICC) spoedig een bijdrage te leveren voor passende oplossingen voor de financiering van het BICC, op basis van de term sheet van oktober 2019.10 Het plan is om dit tijdens de Eurogroep van februari af te ronden. De omvang van het BICC zal verder worden bepaald in de context van het Meerjarig Financieel Kader (MFK). Over het proces rondom de totstandkoming van het BICC is de Kamer geïnformeerd in een brief van 22 november jl.11

Ecofinraad

Ecofin-ontbijt

Tijdens het ontbijt kregen de Ministers een korte terugkoppeling uit de Eurogroep. Ook is gesproken over het selectieproces voor de volgende president van de European Bank for Restructuring and Development (EBRD), die in mei 2020 zal worden benoemd.

Any other business – Stand van zaken financiële diensten dossiers

Het voorzitterschap van de Raad heeft de Ecofinraad zoals gebruikelijk geïnformeerd over de stand van zaken van huidige wetgevingsvoorstellen voor financiële diensten.12

Werkprogramma Ecofin 2020-I

De eerste helft van 2020 is Kroatië de voorzitter van de Raad van de Europese Unie. In de Ecofinraad heeft Kroatië aangeven wat de prioriteiten zijn voor het komende half jaar in de Ecofinraad. Het Kroatische voorzitterschap richt zich op een Europa dat ontwikkelt, verbindt, beschermt en internationaal invloedrijk is. In de Ecofinraad zal het Kroatische voorzitterschap voortborduren op relevante discussies die de afgelopen periode hebben plaatsgevonden: versterking van de Economische en Monetaire Unie (EMU), het verder ontwikkelen van de bankenunie en de kapitaalmarktunie, versterking van de douane-unie en eerlijke, moderne en effectieve belastingen. Het volledige programma is te vinden op de website van het Kroatische voorzitterschap.13

European Green Deal – Economische en financiële aspecten

Op 11 december 2019 publiceerde de Europese Commissie een mededeling over de Green Deal.14 Met de Green Deal zet de Europese Commissie in op een groeistrategie die de EU moet transformeren in een klimaatneutrale en circulaire unie, waarmee Europa concurrerend blijft. De mededeling is opgezet als een routekaart waarin de belangrijkste beleidsvoorstellen en maatregelen om dit doel te realiseren worden aangekondigd. Op 14 januari jl. volgde in het kader van de Green Deal al een aparte mededeling van de Commissie over het investeringsplan voor een duurzaam Europa15, alsook een voorstel voor een verordening ter oprichting van het Fonds voor een rechtvaardige transitie.16 De Kamer zal via BNC-fiches nader geïnformeerd worden over de Green Deal mededeling van december en de recent gepubliceerde voorstellen. Hetzelfde geldt voor de nog uit te komen voorstellen die in de mededeling worden aangekondigd.

Tijdens de Ecofinraad heeft de Europese Commissie de economische en financiële aspecten van de Europese Green Deal gepresenteerd. Daarbij werd onder andere ingegaan op het investeringsplan voor een duurzaam Europa, het mechanisme voor een rechtvaardige transitie, de vernieuwde strategie voor duurzame financiering, het koolstofcorrectiemechanisme, vergroening van het Europees Semester en de herziening van de Richtlijn energiebelastingen. De Europese Investeringsbank (EIB) wordt door de Europese Commissie als een belangrijke uitvoerder van de investeringsplannen onder de Green Deal gezien.

In de Ecofinraad was brede steun voor de klimaatambities en erkenning dat een duurzame transitie substantiële investeringen vergt. Daarbij werd ook benadrukt dat het genereren van private investeringen cruciaal is. Verschillende lidstaten gaven aan voorstander te zijn van een mechanisme voor een rechtvaardige transitie, inclusief additionele publieke middelen middels een Fonds voor een rechtvaardige transitie. Andere lidstaten, waaronder Nederland, gaven aan dat het inderdaad verstandig is om Europees meer te investeren in verduurzaming, maar benadrukten dat de discussie over omvang en financiering van een mechanisme en Fonds voor een rechtvaardige transitie in samenhang moet worden beschouwd met de onderhandelingen over het Meerjarig Financieel kader (MFK). Verder waren meerdere lidstaten positief over het idee van een koolstofcorrectiemechanisme. Tot slot waren er nog verschillende lidstaten, waaronder Nederland, die benadrukten dat gezonde overheidsfinanciën het primaire doel zijn van de Europese begrotingsregels. Voorstellen voor aanpassing van het Stabiliteits- en Groeipact (SGP), zoals ook een mogelijke rol voor groene investeringen, zullen dan ook beoordeeld moeten worden op de bijdrage aan het beter bereiken van dit doel.

Tijdens het AO Ecofin van 16 januari jl. is toegezegd de Kamer te informeren in welke Raden de Green Deal besproken zal worden. Behandeling van de mededeling en de komende voorstellen onder de Green Deal vindt plaats in de daarvoor relevante raden, waaronder de Raad Economische en Financiële zaken, de Raad Landbouw en Visserij, Raad Concurrentievermogen, Raad Milieu en de Raad Vervoer, Telecommunicatie en Energie.

Europees Semester: Herfstpakket

Tijdens de Ecofinraad heeft de Europese Commissie het zogenoemde Herfstpakket gepresenteerd. Dit Herfstpakket is gepubliceerd op 17 december 2019 en bestaat uit drie documenten: de jaarlijkse analyse van groeiprioriteiten van de Europese Unie voor 2020 (Annual Sustainable Growth Survey; ASGS), het jaarlijkse rapport over het waarschuwingsmechanisme (Alert Mechanism Report; AMR) in het kader van de macro-economische onevenwichtighedenprocedure (MEOP) en het voorstel voor de aanbeveling van de Raad over het economisch beleid van de eurozone (eurozone-aanbevelingen).17 De Kamer heeft op 14 januari jl. een brief ontvangen met een kabinetsappreciatie van het herfstpakket.

In de ASGS blikt de Commissie vooruit op de belangrijkste economische beleidsuitdagingen voor het komende jaar. In vergelijking met vorig jaar ligt de nadruk op duurzame groei en maatregelen om klimaatverandering tegen te gaan. De volgende prioriteiten zijn door de Commissie geïdentificeerd: 1) duurzaamheid; 2) productiviteit; 3) rechtvaardigheid; 4) stabiliteit.

In het AMR worden aan de hand van een scorebord met indicatoren mogelijke macro-economische onevenwichtigheden opgespoord en bepaald welke lidstaten onderworpen worden aan nader onderzoek. Deze onderzoeken moeten uitwijzen of en in welke mate de betreffende lidstaten te kampen hebben met macro-economische onevenwichtigheden en in hoeverre deze een risico vormen voor de lidstaten zelf, de Economische en Monetaire Unie, of de Europese Unie als geheel. De Europese Commissie is voornemens om dit jaar 13 lidstaten nader te onderzoeken. Dit zijn Bulgarije, Kroatië, Cyprus, Frankrijk, Duitsland, Griekenland, Ierland, Italië, Portugal, Roemenië, Spanje, Zweden en Nederland. Dit zijn dezelfde landen als vorig jaar. De resultaten van de diepteonderzoeken worden in het voorjaar van 2020 verwacht.

Wat de eurozone-aanbevelingen betreft doet de Europese Commissie dit jaar een voorstel op het gebied van (1) het bevorderen van de economische groei, veerkracht en het tegengaan van onevenwichtigheden, 2) het afbouwen van publieke schulden, verbeteren van de samenstelling van overheidsfinanciën, een ondersteunend begrotingsbeleid in geval van een verslechtering van de vooruitzichten voor de economische groei en het bestrijden van agressieve belastingplanning, 3) het verlagen van lasten op arbeid, versterken van onderwijssystemen en doorvoeren van arbeidsmarkthervormingen, 4) de financiële sector, risicoreductie en het voltooien van de bankenunie en 5) het vervolmaken van de Economische en Monetaire Unie (EMU) en de internationale rol van de euro.

De eurozone-aanbevelingen zullen bij de Eurogroep van 17 februari 2020 worden besproken. Na die bespreking zal de Europese Raad de (aangepaste) aanbevelingen bekrachtigen, waarna de Ecofinraad de aanbevelingen formeel aanneemt. Ten aanzien van de ASGS en het AMR zullen bij de volgende Ecofinraad, op 18 februari, Raadsconclusies worden aangenomen.

Belastingheffing in de digitale economie

In OESO/G20-verband wordt gewerkt aan oplossingen voor de uitdagingen die de digitalisering van de economie meebrengt voor de belastingheffing wereldwijd. De OESO/G20 streven ernaar consensus te bereiken over deze oplossingen uiterlijk op de G20-vergadering van november 2020. Het werk bestaat uit twee pijlers.

  • Pijler 1 gaat over het zoeken naar een gemeenschappelijke aanpak voor het aanpassen van de regels over belastbare aanwezigheid en winsttoerekening in de winstbelasting.

  • Pijler 2 gaat over het verder onderzoeken en uitwerken van de maatregelen om te waarborgen dat internationaal opererende ondernemingen altijd ten minste een minimumniveau aan winstbelasting betalen.

In de Ecofinraad werd wederom bevestigd dat een mondiale oplossing de voorkeur heeft. Sommige lidstaten gaven aan zorgen te hebben over de effecten van Pijler 1 en Pijler 2 op hun economie en belastingopbrengst. Meerdere lidstaten waren zodoende voorstander van economische impact assessments op het niveau van individuele lidstaten alsook de Europese Unie als geheel. Ook was er brede steun voor het toetsen in hoeverre de OESO-voorstellen verenigbaar zijn met het EU-recht.

Overige zaken

Toezegging AO – Niet-presterende leningen (NPLs)

Tijdens het AO Ecofin van 16 januari jl. is gesproken over niet-presterende leningen (non-performing loans, NPLs). De hoeveelheid NPLs op de balansen van Europese banken kent een dalende trend. Hiervoor zijn meerdere verklaringen. Zo hebben banken hun leningen verkocht aan professionele investeerders. Ook kan het zijn dat leningen zijn terugbetaald of, bij het uitblijven van terugbetaling, door banken op leningen is afgeschreven. Tegelijkertijd kan de economische situatie er ook voor zorgen dat er simpelweg minder NPLs ontstaan.

In dit kader vroeg de heer van Dijck (PVV) naar een programma voor NPLs in Griekenland. Dit programma voorziet banken in de mogelijkheid om NPLs over te dragen naar een afzonderlijke securitisatie die tranches uitgeeft met verschillende risicoprofielen. Professionele investeerders kopen de tranches op met als doel het uitwinnen van de NPLs. Vanuit de overheid kan de «senior» tranche – die met de meeste zekerheid – onder voorwaarden worden gegarandeerd, waarvoor dan een marktconforme vergoeding moet worden betaald.18 De werking van zo’n programma onder de Europese regels is eerder in detail aan de Kamer toegelicht.19

Toezegging AO – Waarschuwing Europese Commissie aan Nederland m.b.t. grensoverschrijdende pensioenen

Tijdens het AO Ecofin van 16 januari jl. is door de heer Slootweg (CDA) en de heer Van Dijck (PVV) gevraagd of de waarschuwing van de Europese Commissie aan Nederland ten aanzien van grensoverschrijdende pensioenen zou kunnen leiden tot een inbreukprocedure en of er bij grensoverschrijdende waardeoverdracht van pensioen in Nederland moet worden afgerekend. Bij grensoverschrijdende waardeoverdracht van pensioen hoeft niet te worden afgerekend wanneer aan de voorwaarden die hiervoor gelden is voldaan. Het zogenoemde «aanvullend met redenen omkleed advies», dat de Nederlandse regering heeft ontvangen op 28 november 2019 over dit onderwerp, ziet op deze voorwaarden en is inmiddels beantwoord. De regering heeft besloten geen gehoor te geven aan het advies van de Europese Commissie en blijft bij haar eerdere standpunt zoals opgenomen in de reactie op het met redenen omkleed advies van 21 november 2012. Dit standpunt houdt in dat de voorwaarden die worden gesteld aan waardeoverdracht geen inbreuk vormen. In lijn met dit standpunt wordt de wetgeving niet aangepast naar aanleiding van het aanvullend met redenen omkleed advies. Aangezien het advies van de Europese Commissie niet wordt opgevolgd, kan niet worden uitgesloten dat de Europese Commissie een procedure bij het Hof van Justitie start. In dat geval is het aan de rechter om te beoordelen of de voorwaarden die Nederland stelt al dan niet strijdig zijn met EU-recht.

Consultatieronde inzake kapitaalvereisten van Basel III

De vaste Kamercommissie Financiën heeft middels haar brief van 30 december 2019 gevraagd of het Ministerie van Financiën van plan is deel te nemen aan de consultatieronde ter voorbereiding op het voorstel van de Europese Commissie inzake de afronding van Basel III kapitaaleisen («Bazel 3,5») en indien dat het geval zou zijn of deze bijdrage voorafgaand kan worden voorgelegd aan de Kamer. Het Ministerie van Financiën heeft niet deelgenomen aan deze consultatie, die inmiddels ook is gesloten.

Experts van het Ministerie van Financiën en de Nederlandsche Bank nemen deel aan technische werkgroepen van de Europese Commissie ter voorbereiding op het wetsvoorstel. De algemene inzet van het kabinet is weergegeven in de Kamerbrief agenda financiële sector.20 Zodra de Europese Commissie haar voorstel heeft gepubliceerd – naar huidige verwachting in de zomer – zal de Kamer nader geïnformeerd worden over de kabinetsinzet middels een BNC-fiche. Vervolgens zullen de Europese onderhandelingen hierover starten.


X Noot
1

Ter inzage gelegd op de afdeling Inhoudelijke ondersteuning.

X Noot
19

Kamerstukken II, 2015–2016, 21 501-07, nr. 1355 en 1375.

X Noot
20

Kamerstukken II, 2018–2019, 32–013, nr. 200.

Naar boven