Vergaderjaar 2019-2020Tweede Kamer der Staten-Generaal2Kamerstukken35 282Wijziging van onder meer de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en de Wet educatie en beroepsonderwijs in verband met het stellen van voorschriften ten behoeve van de toegankelijkheid van het hoger onderwijs en met betrekking tot taal in het hoger en middelbaar beroepsonderwijs (Wet taal en toegankelijkheid)Nr. 25AMENDEMENT VAN DE LEDEN WESTERVELD EN VAN DEN HULOntvangen 11 december 2019De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:In artikel I wordt na onderdeel Z een onderdeel ingevoegd, luidende:ZaArtikel 7.51c komt te luiden:7.51c.Voorwaarden voor financiële ondersteuningEen student komt voor de financiële ondersteuning, bedoeld in de artikelen 7.51 tot en met 7.51b, uitsluitend in aanmerking, indien de student voor de desbetreffende opleiding wettelijk collegegeld of instellingscollegegeld is verschuldigd.ToelichtingDit amendement regelt dat studenten buiten de Europese Economische Ruimte (EER) expliciet op het profileringsfonds aanspraak kunnen maken. Ook deze studenten moeten financiële ondersteuning kunnen ontvangen in het geval van bijzondere omstandigheden. Niet alleen studenten binnen de EER nemen deel in het bestuur van studentenorganisaties, hebben een handicap, krijgen te maken met bijzondere familieomstandigheden of dragen bij aan activiteiten die naar het oordeel van het instellingsbestuur mede in het belang zijn van de instelling of van het onderwijs dat de student volgt. Dit amendement trekt de wettelijke gronden gelijk tussen EER en niet-EER studenten.WesterveldVan den Hul