35 000 IV Vaststelling van de begrotingsstaten van Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H) voor het jaar 2019

J VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 26 maart 2019

De leden van de vaste commissie voor Koninkrijksrelaties1 hebben op 5 en 19 februari 2019 de brief van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties d.d. 14 december 2018 inzake de rol van kerken in het Caribisch deel van het Koninkrijk besproken.2 De leden van de ChristenUnie-fractie en de SGP-fractie hebben naar aanleiding hiervan de Staatssecretaris op 27 februari 2019 een aantal vragen gesteld.

De Staatssecretaris heeft op 26 maart 2019 gereageerd.

De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.

De griffier van de vaste commissie voor Koninkrijksrelaties, Bergman

BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Den Haag, 27 februari 2019

De leden van de vaste commissie voor Koninkrijksrelaties hebben op 5 en 19 februari 2019 uw brief besproken d.d. 14 december 2018 inzake de rol van kerken in het Caribisch deel van het Koninkrijk.3 De leden van de ChristenUnie-fractie en de SGP-fractie hebben naar aanleiding hiervan de volgende vragen en opmerkingen.

De leden van de ChristenUnie-fractie en de SGP-fractie hebben met teleurstelling kennis genomen van de brief. Tijdens het debat van 21 juni 2016 over de evaluaties in het kader van de staatkundige vernieuwing en over de koninkrijksrelaties in den brede heeft de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aan het lid Van Dijk (SGP) toegezegd de rol van de kerken in het Caribisch deel van het Koninkrijk bij de bestrijding van armoede, jeugdproblematiek, prostitutie, criminaliteit en dergelijke, waar mogelijk, aan te jagen en de samenwerking tussen kerken en de overheid te bevorderen.4 Genoemde toezegging impliceert een actief optreden van de verantwoordelijke bewindspersoon dat in de thans toegezonden brief node wordt gemist.

Deze leden zijn van mening dat de regering kansen laat liggen als het gaat om het betrekken van de kerken in de ontwikkeling van de eilanden en willen u graag uitdagen om deze kansen alsnog te verkennen.

In de brief gaat u wel in op allerlei maatschappelijke organisaties en de contacten die u daarmee onderhoudt. Op geen enkele wijze wordt door de brief duidelijk dat er ook contacten worden onderhouden met de kerken. Kunt u toezeggen dat u deze contacten wil aangaan en stimuleren?

Kerken zijn van oudsher belangrijke gemeenschappen op de eilanden en hebben belangrijke banden met groepen die voor beleidsmakers in ons deel van het Koninkrijk doorgaans minder in beeld zijn. Kerken vormen het cement en het sociaal kapitaal van de eilanden. Kan u dit bevestigen en aangeven op welke wijze kan deze rol worden versterkt?

Effectief beleid rond maatschappelijke problemen als schooluitval, drugsverslaving, armoede, prostitutie, mensenhandel, vluchtelingen, criminaliteit en marginalisering van groepen op de arbeidsmarkt, is gebaat bij goede contacten met de kerken. De leden van de fracties van de ChristenUnie en de SGP verzoeken om meer omvattend aan te geven welke rol kerken kunnen spelen als intermediair tussen maatschappelijk beleid en kwetsbare doelgroepen. De kerken hebben zicht op deze groepen en weten hoe contact te leggen. Zij kennen de mensen. Ziet u dat kerken een functie kunnen hebben in het tegengaan van genoemde misstanden, alsmede mogelijkheden om de rol van de kerken in dat tegengaan te ondersteunen?

De leden van de ChristenUnie-fractie en de SGP-fractie horen graag of er sprake is van periodiek en geïnstitutionaliseerd overleg tussen u en de kerken op de eilanden. Zo ja, wat is de agenda en hoe functioneert dit overleg? Zo nee, bent u bereid dit gesprek aan te gaan?

Kunt u meer specifiek aangeven welke kerkelijke initiatieven en projecten waarbij kerken zijn betrokken worden ondersteund, ook financieel? Wat is uw oordeel over deze initiatieven en projecten en wat zijn de plannen voor de komende vijf jaar?

Kunt u ook reflecteren op de rol die kerken kunnen spelen in het realiseren van een duurzame toekomst van de eilanden en hoe het Caribisch en Nederlandse deel van het Koninkrijk elkaar hier kunnen vinden en versterken?

Bent u tot slot ook bereid om in geval van calamiteiten, zoals natuurrampen, de kerken en de daarbij behorende diaconieën te betrekken bij het lenigen van de nood, zowel persoonlijk als materieel?

De vaste commissie voor Koninkrijksrelaties ziet uw beantwoording met belangstelling tegemoet en ontvangt deze graag binnen vier weken na dagtekening van deze brief.

De voorzitter van de vaste commissie voor Koninkrijksrelaties, R.R. Ganzevoort

BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 maart 2019

Mijn ambtsvoorganger heeft uw Kamer toegezegd schriftelijk in te gaan op de rol van Kerken in het Caribisch deel van het Koninkrijk bij de bestrijding van armoede, jeugdproblematiek, prostitutie, criminaliteit en dergelijke, en over het bevorderen van mogelijke samenwerking tussen Kerken en de rijksoverheid (Handelingen I 2015–2016, nr. 35, item 9). In mijn brief van 14 december 2018 informeerde ik uw Kamer hierover (Kamerstukken I 2018/2019, 35 000 IV, F).

De leden van de ChristenUnie-fractie en de SGP-fractie geven in reactie op mijn brief aan dat zij een meer actieve rol verwachten in de samenwerking tussen het Rijk en Kerken. Ik wil graag opnieuw benadrukken dat ik het belang van de maatschappelijke rol en de meerwaarde die de Kerken op dit terrein in het Caribisch deel van het Koninkrijk bieden met de leden van genoemde fracties onderschrijf. De rol van Kerken op de (ei)landen bij het oplossen van maatschappelijke opgaven is evident en ik draag alle maatschappelijke en/of Kerkelijke organisaties die zich hiervoor inspannen een warm hart toe. Tijdens mijn bezoeken aan de (ei)landen in het Caribisch deel van het Koninkrijk spreek ik regelmatig met maatschappelijke organisaties en Kerken die midden in de samenleving staan en zich op praktische wijze inzetten voor die samenleving. Die gesprekken ervaar ik telkens als waardevol en ik zal daarmee doorgaan. Het past mij en het kabinet echter niet om deze gesprekken te institutionaliseren; er dient een zekere scheiding tussen de rijksoverheid en Kerkelijke organisaties te bestaan. Hoe maatschappelijke en Kerkelijke organisaties opereren en op welke wijze zij zich inzetten voor de samenleving, is aan henzelf. Ik wil voorkomen dat er een beeld zou kunnen ontstaan dat het Rijk hierin een rechtstreekse en sturende rol heeft.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.W. Knops


X Noot
1

Samenstelling:

Engels (D66), Van Bijsterveld (CDA), Ten Hoeve (OSF), Huijbregts-Schiedon (VVD), Van Kappen (VVD), Ester (CU), Ganzevoort (GL) (voorzitter), Engels (D66) (vice-voorzitter), Schouwenaar (VVD), Sent (PvdA), Kok (PVV), Gerkens (SP), Vlietstra (PvdA), Don (SP), P. van Dijk (PVV), Jorritsma-Lebbink (VVD), Meijer (SP), Oomen-Ruijten (CDA), Rinnooy Kan (D66), Schalk (SGP), Sini (PvdA), Baay-Timmerman (50PLUS), A.J.M. van Kesteren (PVV), Vac. (PvdD).

X Noot
2

Kamerstukken I 2018/2019, 35 000 IV, F.

X Noot
3

Kamerstukken I 2018/2019, 35 000 IV, F.

X Noot
4

T02324.

Naar boven