34 854 Intrekking van de Wet raadgevend referendum

Nr. 2 VOORSTEL VAN WET

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben dat het wenselijk is de voorziening van een nationaal raadgevend referendum af te schaffen en daartoe de Wet raadgevend referendum in te trekken;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet raadgevend referendum wordt ingetrokken.

ARTIKEL II

De Algemene wet bestuursrecht wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 8:4, vierde lid, vervalt onderdeel c, onder vervanging van de komma aan het slot van onderdeel b door een punt.

B

In bijlage 1 (Regeling rechtstreeks beroep) vervalt de zinsnede met betrekking tot de Wet raadgevend referendum.

C

In artikel 2 van bijlage 2 (Bevoegdheidsregeling bestuursrechtspraak) vervalt de zinsnede met betrekking tot de Wet raadgevend referendum.

ARTIKEL III

De Tijdelijke experimentenwet stembiljetten en centrale stemopneming wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 2, eerste lid, aanhef, vervalt «of een referendum als bedoeld in de Wet raadgevend referendum».

B

In artikel 3, eerste lid, vervalt «dan wel de Wet raadgevend referendum».

C

In artikel 3, tweede lid, onderdeel a, vervalt «en de artikelen 24 tot en met 27 van de Wet raadgevend referendum».

D

In artikel 3, tweede lid, onderdeel b, vervalt «en de artikelen 58 en 62 van de Wet raadgevend referendum».

E

In artikel 3, tweede lid, onderdeel c, vervalt «en de artikelen 56, tweede lid, en 59 en de hoofdstukken 9 en 10 van de Wet raadgevend referendum».

ARTIKEL IV

De Wet raadgevend referendum, de Algemene wet bestuursrecht en de Tijdelijke experimentenwet stembiljetten en centrale stemopneming zoals die luidden onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet, blijven van toepassing op wetten en stilzwijgende goedkeuringen van verdragen ten aanzien waarvan voorafgaand aan de dag waarop deze wet in werking is getreden de termijn voor het afleggen van ondersteuningsverklaringen ten behoeve van het definitieve verzoek tot het houden van een referendum, is verlopen.

ARTIKEL V

Op deze wet is de Wet raadgevend referendum niet van toepassing.

ARTIKEL VI

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst, en werkt terug tot en met het tijdstip van de bekrachtiging van het voorstel van deze wet.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Naar boven