34 674 Wijziging van de Pensioenwet en enige andere wetten vanwege een aantal wijzigingen van pensioenwetgeving (Verzamelwet pensioenen 2017)

H VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 15 december 2017

De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid1 heeft op 12 december jl. gesproken over de brief van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 7 december 20172 inzake het overbruggingspensioen. De leden van de commissie hebben kennisgenomen van het voornemen van de Minister om een onderzoek in te stellen naar de omvang van de groep die met vroegpensioen is gegaan en vanaf 2022 te maken krijgt met een hogere AOW-leeftijd dan waarop gerekend is en zo nodig een regeling te treffen bij een volgende verzamelwet pensioenen.

Naar aanleiding hiervan is op 14 december 2017 een brief gestuurd aan de Minister.

De Minister heeft op 15 december 2017 gereageerd.

De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.

De griffier van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Van Dooren

BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Den Haag, 14 december 2017

De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) heeft op 12 december jl. gesproken over uw brief van 7 december 2017 inzake het overbruggingspensioen. De leden van de commissie hebben kennisgenomen van uw voornemen om een onderzoek in te stellen naar de omvang van de groep die met vroegpensioen is gegaan en vanaf 2022 te maken krijgt met een hogere AOW-leeftijd dan waarop gerekend is en zo nodig een regeling te treffen bij een volgende verzamelwet pensioenen.

De leden van de fracties van CDA en D66, daarin gesteund door de fracties van VVD, SP, GroenLinks, ChristenUnie en SGP, wijzen erop dát er – hoe dan ook – een groep is die hierdoor getroffen wordt en dat naar hun mening een uitbreiding van de tijdelijke regeling (de «spijtoptantenregeling») deze mensen soelaas kan bieden wanneer zij met de huidige regelgeving onvoldoende mogelijkheden hebben om het inkomensgat te dichten. Zij onderschrijven het belang van een spoedige afhandeling van de verzamelwet, maar krijgen graag toegezegd dat er op korte termijn − en dus niet pas bij een volgende verzamelwet pensioenen − gezocht wordt naar een oplossing om deze mensen tegemoet te komen, al dan niet gezamenlijk met de Staatssecretaris van Financiën.

De leden van de commissie zien uw reactie met belangstelling tegemoet.

De voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid, A.H.G. Rinnooy Kan

BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 december 2017

In mijn brief van 7 december jl.3 heb ik u toegezegd om in overleg met het veld te laten onderzoeken wat de omvang van de groep deelnemers is die meer dan 5 jaar hun pensioen naar voren halen, vervolgens in die periode te maken krijgen met een stijgende AOW-leeftijd en met de huidige regelgeving onvoldoende mogelijkheden hebben om het gat te dichten. Ik heb uw Kamer toegezegd u in het voorjaar hierover te informeren en aan te geven of er aanleiding bestaat een regeling te treffen. Uw Kamer heeft mij deze week middels een brief verzocht dat er op korte termijn gezocht moet worden naar een oplossing om de betreffende groep tegemoet te komen.

Naar aanleiding van uw verzoek ben ik voornemens het veld met spoed om cijfers te vragen, zodat medio januari duidelijk kan zijn om welke groep het hier gaat en welke mogelijkheden zij hebben en op welke manier regelgeving soelaas kan bieden. In de eerstvolgende Verzamelwet pensioenen zou deze regelgeving vervolgens opgenomen kunnen worden. De voorbereiding voor dit wetsvoorstel is reeds opgestart. Deze route is daarmee tijdig, temeer aangezien de betreffende groep mensen pas vanaf 2022 te maken krijgt met een hogere AOW-leeftijd dan waarop gerekend is.

Op korte termijn zal het benodigde inzicht dus verschaft worden. In de tussentijd zie ik geen enkel beletsel voor uw Kamer om de behandeling van de Verzamelwet pensioenen 2017 af te ronden.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees


X Noot
1

Samenstelling:

Nagel (50PLUS), Ten Hoeve (OSF), Ester (CU) (vice-voorzitter), De Grave (VVD), Postema (PvdA),Sent (PvdA), Kok (PVV), Bruijn (VVD), Lokin-Sassen (CDA), Don (SP), Van Hattem (PVV), N.J.J. van Kesteren (CDA), Köhler (SP), Lintmeijer (GL), Meijer (SP), Nooren (PvdA), Oomen-Ruijten (CDA), Prast (D66), Rinnooy Kan (D66) (voorzitter), Rombouts (CDA), Schalk (SGP), Schnabel (D66), Teunissen (PvdD), Van de Ven (VVD), vac. (PvdA), A.J.M. van Kesteren (PVV).

X Noot
2

Kamerstukken I, vergaderjaar 2017/18, 34 674, G.

X Noot
3

Kamerstukken I 2017/18, 34 674, G.

Naar boven