34 297 Initiatiefnota van het lid Ziengs over legionellaregelgeving

Nr. 3 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 maart 2016

Tijdens het Wetgevingsoverleg Water op 30 november 2015 (Kamerstuk 34 300 J, nr. 30) heeft u mij verzocht om een inhoudelijke reactie te geven op de Initiatiefnota van het lid Ziengs (VVD) over legionellaregelgeving (Kamerstuk 34 297, nr.2). In deze Initiatiefnota is een aantal voorstellen gedaan. Aanvullend daarop heeft er 1 december een Toezichttafel Gastvrijheidssector plaatsgevonden waar dit onderwerp ook werd besproken. De Toezichttafel Gastvrijheidssector is één van de vijf Toezichttafels die op initiatief van VNO-NCW, MKB-Nederland en LTO-Nederland eind 2014 van start zijn gegaan. In een Toezichttafel lichten medewerkers van de betrokken toezichthouders en departementen in dialoog met het bedrijfsleven samen het toezicht op een bepaald beleidsterrein door. Dit om te komen tot pragmatische oplossingen, betere afstemming tussen de toezichthouders en nieuwe toezichtarrangementen die rekening houden met risico’s en verantwoordelijkheden van publieke en private partijen.

De uitkomsten van de Toezichttafel (waaraan naast onder andere de sector ook de Ministeries van IenM en EZ deelnamen) sluiten goed aan bij de voorstellen van de Initiatiefnota. Ik neem deze daarom graag mee in mijn reactie op de Initiatiefnota. De voorstellen van de Toezichttafel doe ik u hierbij ter informatie toekomen1.

Vanuit de Toezichttafel zijn de volgende voorstellen ontwikkeld:

  • 1. Voorkomen legionellarisico’s bij ver- of nieuwbouw

  • 2. Bevorderen innovatie in risicoanalyses en beheersplannen

  • 3. Verbeteren informatievoorziening aan ondernemers

  • 4. Pilot om het regime voor kleine en overzichtelijke installaties te verlichten (bijvoorbeeld door vrijstelling van de plicht tot risicoanalyse)

  • 5. Inzet van aangepaste toezichtvormen voor goede nalevers

Ook de Initiatiefnota Legionella van uw Kamer bevat een aantal voorstellen:

  • 1. Herziening van prioritaire instellingen

  • 2. Centralisatie van het toezicht op legionellapreventie

  • 3. Geen nieuwe regels

  • 4. Minder aandacht voor verplichting, meer aandacht voor preventie en voorlichting

  • 5. Aanleg leidingwaterinstallaties volgens Bouwbesluit 2012

Hieronder ga ik aan de hand van de Initiatiefnota in op deze voorstellen, gevolgd door mijn reactie daarop waarbij ik de besluiten van de Toezichttafel meeneem.

Herziening van prioritaire instellingen

Dit voorstel betreft het inperken van instellingen die onder de legionella-wetgeving vallen. Alleen de zorginstellingen blijven prioritair, de overige instellingen zouden niet meer als prioritair aangemerkt moeten worden.

De huidige regelgeving is er specifiek op gericht om legionellosepatiënten te voorkomen en richt zich juist op locaties en situaties waarvan wetenschappelijk is vastgesteld dat mensen daar legionellose kunnen oplopen. Dat overzicht wordt regelmatig geactualiseerd door het RIVM, waarbij de laatste aanpassing dateert van augustus 2015.

Het zonder meer schrappen van de locaties genoemd in de Initiatiefnota zal gezondheidrisico’s met zich meebrengen. Ziektegevallen doen zich in praktijk niet alleen voor bij sauna’s en zorginstellingen, maar ook bijvoorbeeld bij bungalowparken, campings en hotels.

De Toezichttafel Gastvrijheidssector heeft voorgesteld een pilot uit te voeren rond kleinere en overzichtelijke installaties, zoals bij kleine B&B’s en boerencampings. De gedachte daarbij is dat voor deze installaties een periodieke monstername op legionella wellicht zou kunnen volstaan. Pas in de situatie dat normoverschrijdingen worden geconstateerd, zou de eigenaar verplicht worden tot het uitvoeren van een risicoanalyse en opstellen en uitvoeren van een beheersplan. Aan de hand van de uitkomsten van deze pilot kan gekeken worden of en hoe de definiëring van prioritaire instellingen moet worden aangepast.

Met deze pilot kan ik tevens uitvoering geven aan de wens van de Kamer op dit gebied. Ik zal daarom onderzoeken hoe de pilot vorm kan worden gegeven en of daarvoor regelgeving moet worden aangepast.

Centralisatie van het toezicht op legionellapreventie

De initiatiefnota vraagt ervoor te zorgen dat iedere ondernemer maar met maximaal één toezichthouder inzake legionella te maken krijgt. Dat zou dan de Inspectie Leefomgeving en Transport zijn.

Hoe logisch het voorstel ook klinkt, in de praktijk wordt hiermee niet het beoogde doel bereikt. De ILT zal in dat geval niet alleen kennis moeten hebben van leidingwaterinstallaties, maar bijvoorbeeld ook van zwembadwaterinstallaties en natte koeltorens. Deze kennis zal de ILT zich eigen moeten maken en hiervoor het nodige moeten investeren.

Tegelijkertijd constateer ik dat legionella bij alle toezichthouders slechts één aspect is van een bredere controle. Centralisatie van toezicht op legionellapreventie betekent daarom geen vermindering van het aantal toezichthouders dat langskomt. Bijvoorbeeld: het drinkwaterbedrijf als controleur van de kwaliteit van de drinkwaterinstallatie, de provincie als toezichthouder op de zwembadwaterinstallatie en de gemeente als toezichthouder op bijvoorbeeld de opslag van chemicaliën bij een badinrichting.

In de Toezichttafel is een voorstel aangenomen over de ontwikkeling van aangepaste toezichtvormen voor «goede nalevers», bijvoorbeeld door met hen convenanten te sluiten. Dit sluit goed aan bij het beoogde doel van de Initiatiefnota. Ik ga dit voorstel uitwerken, in afstemming met de ILT.

Een goede afstemming tussen de toezichthouders blijft hoe dan ook noodzakelijk, dit vraagt blijvende aandacht van de Inspectieraad en het Interdepartementaal Legionellaplatform (zoals ook aangegeven in mijn brief d.d. 28 september 2015 naar aanleiding van het Actal-advies).

Geen nieuwe regels

De strekking van dit voorstel is helder: zolang er geen nieuwe informatie of zekerheid komt over de herkomst en risico’s van legionella komen er geen nieuwe administratieve regels of toezichthoudende instanties bij.

Dit voorstel is daarmee in lijn met het huidige beleid: preventieve voorschriften voor nieuwe categorieën locaties of installaties worden pas gesteld als in praktijk is aangetoond dat daaraan legionellosepatiënten kunnen worden toegeschreven.

Ik zal dit voorstel daarom graag meenemen bij de ontwikkelingen op het gebied rond legionellawetgeving.

Minder aandacht voor verplichting, meer aandacht voor voorlichting

Strekking van dit voorstel is dat voorlichting veel meer bewustzijn teweeg kan brengen dan regels.

Het belang van goede voorlichting kan niet genoeg benadrukt worden. Legionellarisico’s kunnen zich ook bij mensen thuis voordoen. Voorlichting voor de ondernemer loopt via het digitale Ondernemersplein (www.ondernemersplein.nl) en via brancheverenigingen (zoals Recron voor de recreatiesector en KHN voor de horeca). Deze sporen zullen zeker een goede plaats krijgen in het legionellabeleid, en meer aandacht hiervoor is een voorstel dat ik graag meeneem. Ook de Toezichttafel gaat hierop in bij haar besluiten.

Echter, preventieve maatregelen blijven altijd nodig ter voorkoming van legionellosepatiënten als gevolg van locaties en situaties waarvan bekend is dat die in praktijk ziekte kunnen veroorzaken. Alleen voorlichting is dan onvoldoende.

Een ondernemer kan om financiële redenen ervoor kiezen om noodzakelijke maatregelen (nog) niet te nemen. Daarom is het vanuit de volksgezondheid essentieel dat tevens sprake is van toezicht en handhaving op de naleving.

Aanleg leidingwaterinstallaties volgens Bouwbesluit 2012

Dit voorstel stelt dat leidingwaterinstallaties altijd conform de regels van het Bouwbesluit 2012 aangelegd moeten worden door installateurs, zodat er zo min mogelijk legionella-vorming kan plaats vinden.

Ik kan mij goed vinden in het uitgangspunt dat aan dit voorstel ten grondslag ligt. Toch blijkt in de praktijk dat nieuw opgeleverde leidingwaterinstallaties regelmatig niet voldoen aan NEN 1006 en de Waterwerkbladen (op basis van het Bouwbesluit 2012). Dit hangt voor een belangrijk deel samen met het feit dat legionellapreventie bij het ontwerpen en bouwen van een gebouw nog te weinig aandacht krijgt, en de installateurs (die pas laat in het proces worden ingeschakeld) zich dan voor voldongen feiten geplaatst zien.

Ook de Toezichttafel Gastvrijheidssector heeft hierover een voorstel gedaan. Ik zal met mijn collega van Wonen en Rijksdienst overleggen hoe de uitvoering hiervan vanuit het Rijk kan worden verbeterd. Er zijn bij het Ministerie van BZK reeds plannen om architecten, projectontwikkelaars en aannemers te informeren over het belang van legionellaveilig ontwerpen en bouwen door middel van een op deze doelgroep toegesneden informatieblad.

Een onderwerp dat nauw verband houdt met de legionellaveiligheid van de leidingwaterinstallaties is het verplicht inschakelen van gecertificeerde adviseurs die legionella-risicoanalyses en beheersplannen opstellen, op basis van BRL 6010. Op dit moment is het op basis van de huidige wetgeving (Drinkwaterwet, Drinkwaterbesluit) niet verplicht dat de instellingen die dergelijke adviseurs certificeren, daartoe geaccrediteerd zijn door de Raad van de Accreditatie. De Toezichttafel Gastvrijheidssector stelt voor om zo’n accreditatie wel verplicht te stellen. Ik zal daarom samen met de sector de gevolgen van verplichte accreditatie in kaart brengen en onderzoeken of er alternatieven zijn voor kwaliteitsborging met zo weinig mogelijk lasten voor bedrijven. Daarbij zal ik tevens betrekken welke aanpassingen van wetgeving eventueel nodig zijn.

Daarnaast zijn door de Toezichttafel nog de volgende besluiten genomen, die door de branche, de Toezichttafel, het Ministerie van EZ dan wel de gezamenlijke partijen worden opgepakt. Deze besluiten betreffen:

  • De branche-organisaties HISWA, RECRON en KHN laten een juridisch advies opstellen voor hun leden, in hun rol van opdrachtgever voor (ver)bouw. Dit om te bevorderen dat de opgeleverde leidingwaterinstallatie voldoet aan de in het Bouwbesluit 2012 gestelde eisen. (voorstel 1, besluit II)

  • De Toezichttafel schrijft een brief aan Stichting KvINL (beheerder van BRL 6010) met het verzoek om kenniskringen en aandacht voor innovatie en kostenefficiëntie hierin op te nemen. (voorstel 2, besluit IV)

  • EZ assisteert bij beschikbaarstelling informatie over legionella via ondernemersplein in de vorm van redactioneel werk (voorstel 3, besluit VI).

  • Brancheorganisaties, IenM en EZ komen tweemaal per jaar samen voor verdere ontwikkeling van de informatievoorziening (voorstel 3, besluit VII).

  • Brancheorganisaties en IenM (ILT) updaten het boek over legionellapreventie in de gastvrijheidssector. EZ stelt dit beschikbaar via het ondernemingsdossier (voorstel 3, besluit VIII).

Ook in deze voorstellen kan ik mij geheel vinden. Concluderend kan worden gesteld dat uw Initiatiefnota samen met de voorstellen van de Toezichttafel ertoe hebben geleid dat er een aantal concrete stappen worden gezet om te komen tot een verbetering van de uitvoering van regelgeving rond legionellapreventie en het toezicht daarop. Ik dank de Kamer voor het genomen initiatief.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven