34 052 Goedkeuring van het voornemen tot opzegging van het op 14 februari 1971 te Rabat tot stand gekomen Algemeen Verdrag inzake sociale zekerheid tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk Marokko (Trb. 1972, 34), en het op 3 november 1972 te Rabat tot stand gekomen Administratief Akkoord betreffende de wijze van toepassing van het Algemeen Verdrag inzake sociale zekerheid tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk Marokko (Trb. 1973, 130)

B BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 januari 2016

Momenteel ligt het wetsvoorstel tot goedkeuring van het voornemen tot opzegging van het bilaterale socialezekerheidsverdrag met Marokko voor in uw Kamer (34 052).

Eerder heb ik de Tweede Kamer geïnformeerd dat om het verdrag per 1 januari 2017 buiten werking te laten treden de opzegging vóór 1 juli 2016 aan Marokko kenbaar dient te zijn gemaakt. In verband met de Wet raadgevend referendum dient, om de termijn van 1 juli te halen, de publicatie van de wet in het Staatsblad uiterlijk per 23 februari 2016 plaats te vinden. Daarbij is een aantal aannames van belang.

Bij de datum van 23 februari 2016 wordt ervan uitgegaan dat de normale termijnen van de Referendumwet worden gevolgd en dat de Kiesraad spoed betracht bij alle in de Referendumwet gestelde termijnen. Daarnaast is de aanname dat na publicatie in de Staatscourant voor het inleidend verzoek tot een raadgevend referendum 10.000 geldige handtekeningen worden ontvangen. Op dat moment vervalt de inwerkingtreding van de opzeggingswet van rechtswege. Vervolgens zal een tweede ronde plaats dienen te vinden, waarbij 300.000 handtekeningen moeten worden gehaald om het definitieve verzoek tot een raadgevend referendum toe te laten. Alleen als die drempel niet wordt gehaald, kan dan alsnog worden besloten tot de datum van de opzeggingswet waarbij kennisgeving van opzegging richting Marokko vóór 1 juli 2016 kenbaar kan worden gemaakt.

Graag geef ik u in overweging de plenaire behandeling van het wetsvoorstel spoedig te laten plaatsvinden zodat publicatie in het Staatsblad op 23 februari gehaald kan worden.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher

Naar boven