33 996 Wijziging van de Wet op de kansspelen, de Wet op de kansspelbelasting en enkele andere wetten in verband met het organiseren van kansspelen op afstand

Nr. 73 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 24 maart 2017

De vaste commissie voor Veiligheid en Justitie heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over de brief van 6 december 2016 over de reactie op een aantal moties ingediend tijdens de behandeling van de Wijziging van de Wet op de kansspelen, de Wet op de kansspelbelasting en enkele andere wetten in verband met het organiseren van kansspelen op afstand (Kamerstuk 33 996, nr. 72).

De vragen en opmerkingen zijn op 23 december 2016 aan de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie voorgelegd. Bij brief van 22 maart 2017 zijn de vragen beantwoord.

De fungerend voorzitter van de commissie, Visser

De adjunct-griffier van de commissie, Verstraten

Inhoudsopgave

blz.

       

I.

Vragen en opmerkingen uit de fracties

2

 

1.

Algemeen

2

 

2.

Motiegewijs

2

       

II.

Reactie van de Staatssecretaris

6

I. Vragen en opmerkingen uit de fracties

1. Algemeen

De leden van de PvdA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de brief met daarin reacties op een aantal moties ingediend tijdens de behandeling van het wetsvoorstel tot wijziging van de Wet op de kansspelen, de Wet op de kansspelbelasting en enkele andere wetten in verband met het organiseren van kansspelen op afstand (Kamerstuk 33 996, nr. 72, hierna: de brief en het wetsvoorstel). Deze leden hebben een aantal vragen over de moties-Mei Li Vos (Kamerstuk 33 996, nrs. 55, 57 en 58).

De leden van de SP-fractie hebben met enige verbazing kennisgenomen van de brief. Immers, sommige moties worden, tegen de wens van de Kamer, niet uitgevoerd. Dit is onbegrijpelijk en onwenselijk.

De leden van de CDA-, ChristenUnie- en SGP-fractie hebben met stijgende verbazing kennisgenomen van de brief. Deze leden stellen hierover gezamenlijk de volgende vragen, in het bijzonder over het feit dat enkele moties niet worden uitgevoerd. Het is wat deze leden betreft onbegrijpelijk dat een meerderheid wordt genegeerd die het aanbieden van live weddenschappen en een verbod op individuele sponsoring wil verbieden. Dit zijn essentiële onderdelen van het wetsvoorstel waaraan niet voorbij kan worden gegaan in de richting van beide Kamers. Kunt u, daarop gelet, de beantwoording van dit verslag ook doen toekomen aan de Eerste Kamer?

De leden van de CDA-, ChristenUnie- en SGP-fractie vragen los van de invulling van de moties ook om een update van de voorbereiding op de legalisering van online kansspelen. Hoe verloopt de voorbereiding van de algemene maatregelen van bestuur (hierna: amvb’s) die zijn aangekondigd? Hoe verloopt het met de aanmeldingen voor een vergunning door geïnteresseerden aanbieders? Hoeveel geïnteresseerden zijn er tot nu toe en bevinden zich daar ook aanbieders onder die tot nu toe hebben gepersisteerd in het illegale aanbod op online kansspelen op de Nederlandse markt, zoals Unibet en Pokerstars? Kunt u verzekeren dat er geen verdere stappen in de vergunningverlening worden gezet totdat het wetsvoorstel ook door de Eerste Kamer is aanvaard? Hoeveel illegaal opererende aanbieders zijn sinds de behandeling in de Kamer gesanctioneerd door de kansspelautoriteit (hierna: ksa) en kan hier een overzicht van worden gegeven?

2. Motiegewijs

Motie van de leden Van Toorenburg en Mei Li Vos over het onder de aandacht brengen van een omzeilingstruc bij de ksa (Kamerstuk 33 996, nr. 48)

De leden van de CDA-, ChristenUnie- en SGP-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het feit dat de omzeilingstruc onder de aandacht is gebracht van de ksa. Tot op zekere hoogte lijkt dit effect te hebben gehad, maar toch nog niet helemaal. Zo vragen deze leden om een reactie op de situatie dat wanneer de domeinnaam unibet.nl wordt ingevuld, de gebruiker nu niet meer automatisch doorverwezen wordt naar unibet.eu maar dat deze laatstgenoemde site wel automatisch verschijnt als «zoekresultaat» in de browser. Het is deze leden bij een uitgevoerd experiment gebleken dat dit niet het geval is bij andere websites waar de domeinnaam niet juist werd ingevuld. Kunt u deze praktijk bevestigen en aangeven of dit technische resultaat voortkomt uit de wijze waarop deze kansspelaanbieder zijn domeinnaam heeft geregistreerd? Zo ja, treedt de ksa hier tegen op?

Deze leden vinden het zorgwekkend dat kansspelaanbieder Pokerstars op donderdag 22 december 2016 nog steeds de domeinnaam pokerstars.nl automatisch doorverwijst naar pokerstars.eu. Heeft de ksa deze aanbieder hiervoor al eerder op de vingers getikt? Zo ja, wanneer? Zo nee, kan zij hiertegen onmiddellijk actie worden ondernomen? Deelt u de mening dat deze aanbieder hiermee persisteert in het illegale aanbod van kansspelen? Zo ja, deelt u de mening dat het weigeren van een vergunning bij zulk een brutale voortzetting van het illegale aanbod de enige passende sanctie is? Zo nee, waarom niet?

Motie van het lid Kooiman c.s. over geen iDEAL-betalingen aan illegale kansspelaanbieders (Kamerstuk 33 996, nr. 52)

De leden van de SP-fractie zijn verheugd met de uitvoering van deze motie. In het geval dienstverleners betalingen weigeren stop te zetten riskeren zij bestuurlijke handhaving. Deze leden vernemen graag de exacte mogelijkheden die de ksa hierbij heeft. Hoe hoog zijn de mogelijke boetes en dwangsommen voor het blijven uitvoeren van betalingen aan illegale kansspelaanbieders?

Het valt de leden van de CDA-, ChristenUnie- en SGP-fractie op dat van deze motie pas werk wordt gemaakt bij de inwerkingtreding van het wetsvoorstel. Erkent u dat er juist nu ook al illegale kansspelaanbieders zijn aan wie iDEAL betalingen kunnen worden gedaan, ook op de Nederlandse (illegale) markt? Op dit punt volstaat al het enkele voorbeeld van Pokerstars zoals eerder genoemd, maar dat is zeker niet het enige voorbeeld.

Gaat de ksa ook vóór inwerkingtreding al betaaldienstverleners op dit punt aanspreken en actie ondernemen? Weegt het persisteren van betaaldienstverleners én aanbieders ten aanzien van deze betalingsmogelijkheden ook mee voor de ksa in het beoordelen van de vergunningaanvraag? Zo ja, hoe zwaar?

Motie van de leden Kooiman en Van Wijngaarden over het controleren van de gokindustrie op Curaçao en Sint-Maarten (Kamerstuk 33 996, nr. 53)

De leden van de SP-fractie vinden de reactie op deze motie onbegrijpelijk. Deze leden begrijpen dat het wetsvoorstel alleen kansspelen reguleert voor het Europese deel van Nederland, maar het staat de leden vrij ook moties in te dienen over gebieden daarbuiten. Een meerderheid van de Kamer heeft deze motie aangenomen. Ook zijn de genoemde leden ervan op de hoogte dat de misstanden op de Caribische eilanden een landsaangelegenheid betreft. Desalniettemin horen deze eilanden bij het Koninkrijk der Nederlanden en heeft de Kamer gevraagd de illegale gokindustrie op Curaçao en Sint-Maarten actief te bestrijden. Deze motie wordt te gemakkelijk weggelegd. Om recht te doen aan de motie zou u deze eilanden bijvoorbeeld hulp kunnen aanbieden op allerlei gebieden, waaronder ook technische hulp bij een landsverordening voor Sint-Maarten. De ksa kan immers ook ter plekke haar deskundigheid aanbieden. Ook zou u ervoor kunnen kiezen de incidentele samenwerking die momenteel met Curaçao bestaat uit te breiden naar een structurele samenwerking met zowel Curaçao en Sint-Maarten. Deze leden ontvangen graag een reactie op al deze punten en een verkenning van wat er nog meer mogelijk zou kunnen zijn om – ondanks dat de aanpak van de illegale gokindustrie in de eerste plaats een landsaangelegenheid is – toch recht te doen aan deze motie.

Motie van de leden Mei Li Vos en Van Toorenburg over verplicht gebruik van pop-upberichten over speellimieten (Kamerstuk 33 996, nr. 55)

De leden van de PvdA-fractie lezen dat deze motie erg beperkt wordt uitgevoerd. De motie verwijst naar wetenschappelijk onderzoek waaruit blijkt dat het gebruik van pop-upberichten tijdens het gokken de meest effectieve manier is om spelers te waarschuwen hoe lang ze spelen en hoeveel geld ze hebben verloren. De motie roept dan ook op om tussen de spelmomenten door het gebruik van dergelijke pop-upmomenten te verplichten. In de brief wordt gesteld dat de pop-upberichten door de speler niet als hinderlijk mogen worden ervaren. Daarom worden die pop-upberichten alleen verplicht gesteld bij het aan- en afmelden voor iedere speelsessie «alsook bij het eventueel wisselen van spelsoort». Deze leden zijn van mening dat deze uitleg geen recht doet aan de intentie van de motie. Die was juist bedoeld om tijdens het spel tussen de spelmomenten door de speler te attenderen op zijn eigen speellimieten. Dat dit als hinderlijk ervaren zou kunnen worden is mogelijk, maar deze leden willen dat het een opvallende pop-up moet zijn die de speler wel degelijk juist op die momenten op zijn eigen speellimieten wijst. Dat dit hinderlijk is, is geen beoogd effect maar wel nodig om de aandacht op de pop-up te vestigen. Als de pop-up voor het spel in beeld komt is dat een te weinig effectieve waarschuwing voor de speler die daarna in zijn spel is opgegaan. Als dat pas ná het spel gebeurt, is dat in de ogen van deze leden te laat om nog te wijzen op de gevaren van bovenmatig gokgedrag. Kunt u alsnog uitvoering geven aan deze motie zoals deze is bedoeld?

De leden van de CDA-, ChristenUnie- en SGP-fractie vragen of de invulling die aan deze motie is gegeven, voldoende is geborgd in de wettekst zoals die thans door de Kamer is aangenomen en nu voorligt in de Eerste Kamer. Is er niet een nadere specificering nodig in het wetsvoorstel, zodat een nota van wijzing moet worden opgesteld? Of wordt dit nader vormgegeven in een amvb?

Motie van de leden Mei Li Vos en Van der Staaij over een verbod op reclame voor live-weddenschappen (Kamerstuk 33 996, nr. 56)

De leden van de CDA-, ChristenUnie- en SGP-fractie vragen of er niet een te beperkte of foutieve uitleg is gegeven aan de invulling van deze motie. De motie verzoekt om reclame voor live weddenschappen tijdens sportwedstrijden te verbieden. Tekstueel, maar ook gelet op de schriftelijke en plenaire behandeling van het wetsvoorstel, is er geen enkele reden om aan te nemen dat de Kamer de voorgestelde route wil bewandelen om deze weddenschappen wel op de eigen website van de aanbieder te mogen aanbieden. Hoe is tot deze uitwerking gekomen? Juist het op de eigen website aanbieden van live weddenschappen is een risicovol instrument. Immers, kansspelaanbieders zullen tijdens sportevenementen via reclamemogelijkheden (shirts, stadionreclame) goed in staat zijn hun website onder de aandacht te brengen van de consument en zodoende aandacht te genereren voor het meedoen aan live weddenschappen. Ziet u dit risico ook? Waarom heeft u dan toch dit voornemen? Voornoemde leden vragen met klem het totaalverbod zoals voorgesteld in deze motie te respecteren. Indien u hier niet toe bereid bent vragen deze leden een wetswijziging naar de Kamer te sturen om Kamer te overtuigen van deze wens om van een totaalverbod af te zien. De voorkeur van deze leden gaat daar niet naar uit, maar deze route is staatsstaatsrechtelijk wel aanvaardbaarder dan de keuze om deze wens van de Kamer eenvoudigweg niet uit te voeren.

Motie van het lid Mei Li Vos c.s. over scherpe handhaving en een tijdslot voor onlinereclame (Kamerstuk 33 996, nr. 57)

De leden van de PvdA-fractie constateren dat wordt aangegeven dat het implementeren van een tijdslot weliswaar een goede manier zou kunnen zijn om te voorkomen dat jongvolwassenen tot gokken aangezet worden maar dat dat in de praktijk nauwelijks uitvoerbaar is en zeer kostbaar zou zijn. Bovendien zullen illegale aanbieders op internet zich niets aantrekken van een tijdslot. Geeft u hiermee aan dat u de motie niet gaat uitvoeren?

De leden van de SP-fractie constateren dat, hoewel het doel van deze motie is onderschreven, een online tijdslot een onevenredig middel zou zijn om dit te bereiken. Te kostbaar en onvoldoende effectief. Deze leden vinden de argumentatie die hieraan ten grondslag ligt bevreemdend. Het belang is onderkend maar vervolgens wordt beargumenteerd dat er eigenlijk niets is dat de overheid kan doen om online op reclameboodschappen te handhaven. Voornoemde leden vernemen graag wat de ksa wel kan doen om online minderjarigen en jongvolwassenen te beschermen tegen ongewenste reclameboodschappen.

De leden van de CDA-, ChristenUnie- en SGP-fractie vragen wat is gedaan om in elk geval de mogelijkheid van deze motie te onderzoeken. Kunt u onderbouwen dat serieus naar de uitvoering is gekeken? Wat kost het implementeren van een tijdslot? Is er een uitvoeringstoets gedaan naar de uitvoerbaarheid en kosten hiervan? Zo ja, kan deze met de Kamer gedeeld worden? Zo nee, waarom niet?

Ondanks de onderbouwing van hoe het zit met de kosten en effectiviteit, zouden deze leden graag een geloofwaardig alternatief zien. Want hoe krijgt het thans voorgestelde matigen van reclameboodschappen concreet vorm? Welke restricties zullen worden opgelegd aan kansspelaanbieders en op straffe waarvan zullen deze worden gehandhaafd? Hoe verhoudt zich dit tot de speelruimte die aan illegaal opererende kansspelaanbieders als Unibet en Pokerstars thans wordt geboden? Als er nu niet gehandhaafd wordt, waar komt dan het idee vandaan dat dit na aanname van het wetsvoorstel wel opeens het geval zou zijn?

Deelt u de mening dat een krachtige inzet van de ksa niet afhankelijk gesteld mag worden van inwerkingtreding van het wetsvoorstel, maar ook nu al moet worden opgetreden tegen illegaal op de Nederlandse markt opererende aanbieders? Hoe wordt daar concreet vorm aan gegeven?

Motie van het lid Mei Li Vos c.s. over een verbod op individuele sponsoring van sporters (Kamerstuk 33 996, nr. 58)

De leden van de PvdA constateren dat het niet reëel wordt gevonden om te veronderstellen dat Nederlandse vergunninghouders sportwedstrijden manipuleren. Die mening is onder andere onderbouwd met de stelling dat vergunninghouders daar geen belang bij hebben. Bovendien is het niet wenselijk om individuele sporters uit te sluiten van sponsoring door gokbedrijven. Deze leden leiden hier uit af dat deze motie niet wordt uitgevoerd. Is dat een juiste conclusie? Zo ja, dan zou dat naar de mening van deze leden een onterechte en niet goed onderbouwde afwijzing zijn. Zo nee, waarom niet? Deze leden blijven vasthouden aan het uitgangspunt dat een individuele sporter als rolmodel geen reclame voor gokken zou moeten maken. Eveneens blijven zij van mening dat het manipuleren van een individuele sporter eenvoudiger zal zijn dan in het geval van een team. Zij houden dan ook vast aan de uitvoering van deze motie. Indien u niet van plan bent om, zoals de motie vraagt, een verbod op individuele sponsoring in lagere regelgeving op te nemen, dan zullen deze leden op een daarvoor geschikt moment de wet op dit punt aanpassen. Voornoemde leden denken daarbij aan een eerste moment, na de beantwoording van deze vragen, waarbij een wijziging op de Wet op de kansspelen aanhangig is.

De leden van de SP-fractie hebben bedenkingen bij de uitvoering van deze motie. Individuele sporters kunnen in dit voorstel gesponsord worden door kansspelaanbieders. Tegelijkertijd verplicht u de vergunninghouders hun reclame-uitingen te matigen en deze niet op jongvolwassenen te richten. Hoe ziet u dit voor zich? Hoe moet de vergunninghouder hier precies rekening mee houden als hij een rolmodel, bijvoorbeeld een voetballer, voor marketingdoeleinden, in bijvoorbeeld een reclame op televisie wil gebruiken? Op welke manier zou de vergunninghouder de reclame-uitingen dan kunnen en moeten matigen zodat jongvolwassenen niet worden aangemoedigd om te gokken?

De leden van de CDA-, ChristenUnie- en SGP-fractie merken op dat ook bij deze motie tekstueel, maar ook gelet op de schriftelijke en plenaire behandeling van het wetsvoorstel, er geen enkele reden is om aan te nemen dat de Kamer de voorgestelde invulling wenst, namelijk dat individuele sponsoring van sporters zou worden toegestaan. In twijfel wordt getrokken wat een meerderheid van de Kamer heeft uitgesproken, namelijk dat er wel degelijk risico’s aanwezig kunnen zijn van matchfixing en/of andere vormen van ongewenste beïnvloeding, in het bijzonder gelet op de rolmodellen voor minderjarigen. Om die reden heeft de Kamer een motie aangenomen waarin zij een verbod op dit punt heeft vastgesteld.

Voornoemde leden vragen daarom met klem dit voorgestelde verbod te realiseren. Indien u hiertoe niet bereid bent, vragen deze leden u een wetswijziging aan de Kamer te zenden om de Kamer te overtuigen van deze wens om van een verbod af te zien. De voorkeur van deze leden gaat daar niet naar uit, maar deze route is staatsstaatsrechtelijk wel beter dan de keuze om deze wens van de Kamer eenvoudigweg niet uit te voeren.

II. Reactie van de Staatssecretaris

1. Algemeen

Met belangstelling heb ik kennis genomen van de vragen en opmerkingen van de leden van de fracties van de PvdA, SP, CDA, ChristenUnie en SGP over mijn brief van 6 december 2016 inzake de uitvoering van de moties die tijdens de behandeling van het wetsvoorstel Kansspelen op afstand zijn aangenomen. Ik betreur dat bij enkele leden het beeld is ontstaan dat ik de moties naast me neer zou leggen. Dat is niet het geval. In een enkel geval is het om een aantal redenen niet mogelijk de motie naar de letter uit te voeren. In die gevallen heb ik binnen de grenzen van de redelijkheid alles gedaan om tegemoet te komen aan de overwegingen en de beweegredenen die aan de motie ten grondslag liggen.

De leden van de CDA-, ChristenUnie- en SGP-fractie vragen naar het verloop van de voorbereidingen van de lagere regelgeving. Thans wordt de laatste hand gelegd aan de concepten van de algemene maatregel van bestuur, de ministeriële regeling en de wijzigingen in het besluit en de regeling Werving, reclame en verslavingspreventie. In de loop van 2017 zal de lagere regelgeving aan beide Kamers worden toegezonden.

Anders dan voornoemde leden lijken te vermoeden, hebben aanbieders zich bij de kansspelautoriteit niet aangemeld voor een vergunning. Wel heeft de kansspelautoriteit geïnteresseerde partijen verzocht zich bij haar te melden, zodat zij inzicht kan krijgen in de aard en omvang van de groep potentiële vergunningaanvragers. De kansspelautoriteit informeert deze partijen gedurende de voorbereiding op de inwerkingtreding van de wet. Deze aanmelding staat niet in het kader van de vergunningverlening. Het aanvragen van een vergunning is pas mogelijk nadat de Wet kansspelen op afstand in werking getreden is. Voordien, zo verzeker ik deze leden, worden er geen stappen gezet ten aanzien van het verlenen van vergunningen voor het aanbieden van kansspelen op afstand.

De leden van de CDA-, ChristenUnie- en SGP-fractie vragen voorts hoeveel illegaal opererende aanbieders sinds de behandeling in de Tweede Kamer zijn gesanctioneerd. Sinds juni 2016 heeft de kansspelautoriteit zes sanctiebesluiten tegen illegaal opererende kansspelaanbieders gepubliceerd. Deze zijn terug te vinden op de website van de kansspelautoriteit.1

Ik zal dit verslag op verzoek van voornoemde leden, ook aan de Eerste Kamer sturen.

2. Motiegewijs

De motie Van Toorenburg en Mei Li Vos2 verzoekt de regering om de omzeilingstruc van aanbieders onder de aandacht te brengen van de kansspelautoriteit teneinde aanbieders die persisteren in het illegale aanbod van kansspelen, een vergunning te weigeren. Zoals ik in mijn brief van 6 december heb aangegeven, is de kansspelautoriteit bekend met deze praktijk. Naast het direct doorlinken van een (punt).nl extensie naar een (punt).com of (punt).eu extensie, merken oplettende leden van de CDA-, ChristenUnie- en SGP-fractie op dat aanbieders in voorkomende gevallen ook doorlinken naar een zoekpagina met de naam van de aanbieder in de zoekresultaten. Zij vragen mij hierop te reageren. Voorts vragen zij of dit technische resultaat voortkomt uit de wijze waarop de kansspelaanbieder zijn domeinnaam registreert. Ook vragen deze leden of de kansspelautoriteit heeft opgetreden tegen specifieke kansspelaanbieders die deze methoden hanteren en of dit reden is deze aanbieders een vergunning te weigeren.

Ik ben bekend met het fenomeen van het doorlinken naar een (punt).eu of (punt).com domein en het doorlinken naar een zoekpagina met de naam van de aanbieder in de zoekresultaten. Dit is geen resultaat van de wijze waarop de aanbieder zijn domeinnaam registreert, maar het resultaat van de wijze waarop de aanbieder deze domeinnaam exploiteert.

Zoals ik ook in mijn brief van 6 december jl. heb aangegeven, is het aan de kansspelautoriteit om, nadat de Wet kansspelen op afstand in werking is getreden, individuele vergunningaanvragen te beoordelen. Ook toezicht op en handhaving van de Nederlandse kansspelmarkt is een taak van de kansspelautoriteit. Bij het handhaven van illegaal kansspelaanbod hanteert de kansspelautoriteit zogenaamde prioriteringscriteria, waardoor onlineaanbieders die zich onmiskenbaar op de Nederlandse markt richten, met voorrang aangepakt worden. De kansspelautoriteit publiceert enkel de namen van individuele kansspelaanbieders die zijn gesanctioneerd. Buiten de gepubliceerde sanctiebesluiten is mij niet bekend welke aanbieders door de kansspelautoriteit zijn aangesproken of naar welke aanbieders momenteel een handhavingsonderzoek loopt.

Dat de kansspelautoriteit niet handhavend heeft opgetreden tegen een bepaalde aanbieder betekent overigens niet automatisch dat die aanbieder voldoende betrouwbaar en geschikt is om voor een Nederlandse vergunning in aanmerking te komen. Zoals ik heb aangegeven in antwoorden op Kamervragen van het lid Van Toorenburg3 en in mijn brief van 6 december jl., is het oordeel over de betrouwbaarheid en geschiktheid van individuele aanbieders aan de kansspelautoriteit. Het past mij niet om in haar plaats uitspraken te doen over individuele aanbieders. Het doorlinken naar een andere extensie, alsook het automatisch tonen van zoekresultaten of andere methoden om bezoekers van een (punt).nl extensie door te geleiden of te verwijzen naar sites van de aanbieder met een andere extensie, is één van de vele aspecten die de kansspelautoriteit bij haar oordeel zal betrekken. Ook zal de kansspelautoriteit aan de hand van alle feiten en omstandigheden van het individuele geval moeten beoordelen of zij een bestuurlijke boete oplegt aan een betrouwbare en geschikte aanbieder die in de transitiefase wel kansspelen op afstand heeft aangeboden.

De motie Kooiman c.s.4 verzoekt de regering, ervoor te zorgen dat het niet mogelijk is via iDEAL betalingen aan illegale aanbieders van kansspelen op afstand te doen. Het stemt mij tevreden dat de SP-fractie verheugd is met de uitvoering van deze motie. Ik antwoord deze leden dat de hoogte van de boetes en dwangsommen voor het niet opvolgen van een bindende aanwijzing van de kansspelautoriteit kan oplopen tot 810.000 euro, of 10% van de jaaromzet, indien dat bedrag hoger is.

De leden van de CDA-, ChristenUnie- en SGP-fractie, vragen of er nu ook illegale aanbieders zijn bij wie het mogelijk is iDEAL betalingen te verrichten. Zij vragen ook of de kansspelautoriteit voor inwerkingtreding van de Wet kansspelen op afstand betaaldienstverleners gaat aanspreken. Verder vragen zij of het persisteren van betaaldienstverleners en aanbieders in het gebruik van iDEAL-betalingen meeweegt in het beoordelen van de vergunningaanvraag.

Er zijn onlineaanbieders actief, waar het mogelijk is door middel van iDEAL met een Nederlandse bankrekening betalingen te verrichten. In aanloop naar de inwerkingtreding van de Wet kansspelen op afstand heeft de kansspelautoriteit een convenant afgesloten met betaaldienstverleners, waarin is vastgelegd dat betaaldienstverleners hun dienstverlening aan gesanctioneerde kansspelaanbieders staken. Onlangs heeft de rechter bevestigd dat de kansspelautoriteit betaaldienstverleners kan sommeren de dienstverlening aan gesanctioneerde aanbieders te staken5. Na inwerkingtreding van het wetsvoorstel kan de kansspelautoriteit betaaldienstverleners een bindende aanwijzing geven de dienstverlening te staken, ook wanneer aan de betreffende illegale aanbieder (nog) geen sanctie is opgelegd.

De doelstellingen van het kansspelbeleid kunnen alleen verwezenlijkt worden wanneer voldoende Nederlandse onlinespelers het vergunde aanbod verkiezen boven het illegale aanbod. Daarom is het gedurende de transitiefase naar een vergunningenstelsel zaak onderscheid te maken tussen welwillende en verantwoord opererende aanbieders en aanbieders die niettegenstaande de aanwijzingen van de kansspelautoriteit persisteren in hun onmiskenbaar op de Nederlandse markt gerichte aanbod. Aanbieders die gesanctioneerd zijn op grond van de prioriteringscriteria zijn onvoldoende betrouwbaar en geschikt en hen zal een vergunning worden geweigerd. Voor overige aanbieders die een vergunning aanvragen is de betrouwbaarheidsbeoordeling van de kansspelautoriteit een belangrijk instrument om welwillende en betrouwbare aanbieders te onderscheiden van de zogenaamde < cowboys >.

Deze betrouwbaarheidsbeoordeling is maatwerk. Hoe zwaar het mogelijk maken van iDEAL-betalingen hierin meeweegt, is mede afhankelijk van andere relevante feiten en omstandigheden. Of een aanbieder in aanmerking komt voor een vergunning, is afhankelijk van zijn gehele doen en laten. Betaaldienstverleners die ondanks een bindende aanwijzing persisteren in het bevorderen van illegale kansspelen in Nederland riskeren een boete of een last onder dwangsom.

De motie Kooiman en Van Wijngaarden6 verzoekt de regering, met hulp van de kansspelautoriteit, de illegale gokindustrie actief te bestrijden en daarbij alle beschikbare middelen te gebruiken. Ook wordt de regering verzocht, met hulp van de kansspelautoriteit, de gokindustrie op Curaçao en Sint-Maarten met bijzondere aandacht te controleren en te monitoren. Zoals ik eerder heb aangegeven betreft het kansspelbeleid en het aanpakken van misstanden hierin in de eerste plaats een aangelegenheid van deze landen zelf.

Desgevraagd is de kansspelautoriteit bereid Curaçao en Sint-Maarten waar mogelijk hulp te bieden bij het bestrijden van op Nederland gericht illegaal kansspelaanbod in deze landen. Zoals ik in de motiebrief heb aangegeven, gebeurt dit incidenteel al. Om tot structurele samenwerking te komen, moeten de landen beschikken over goed en onafhankelijk toezicht. Op Curaçao is hiervoor een landsverordening in voorbereiding. Ook agendeert de regering dit onderwerp regelmatig in formele en informele besprekingen met de andere landen van het koninkrijk.

Daarbij ontvangt Caribisch Nederland de nodige hulp van de regering binnen het bredere verband van de veiligheids- en justitieketen die toeziet op een betere aanpak van ondermijning en grensoverschrijdende criminaliteit. Vooruitlopend op het integrale plan ter versterking van de rechtshandhaving in deze landen, is met Sint Maarten bijvoorbeeld op 24 mei 2015 een protocol overeengekomen dat ziet op de instelling van een Integriteitskamer, de aanpak van grensoverschrijdende (georganiseerde) criminaliteit en de versterking van de rechtshandhaving ter plaatse.

De motie Mei Li Vos en Van Toorenburg7 verzoekt de regering om, tussen de spelmomenten, het gebruik van pop-upberichten voor herinneringen aan de eigen speellimieten te verplichten aan aanbieders van online kansspelen. De leden van de PvdA-fractie menen dat de motie onvoldoende uitgevoerd wordt door de regering en verzoekt de regering deze motie alsnog uit te voeren zoals hij volgens deze leden bedoeld is.

Ik deel de visie van de PvdA-fractie dat pop-upberichten een belangrijk instrument zijn om de speler op zijn speelgedrag te wijzen. Ook uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat pop-upberichten een goede manier zijn om de speler uit het spel te halen en hem bewust te maken van zijn speelgedrag. Uit onderzoek blijkt verder dat pop-ups effectief zijn wanneer zij, naast andere inhoudelijke en vormgevingsaspecten, niet hinderlijk zijn. Pop-upberichten die als hinderlijk worden ervaren, kunnen schadelijk zijn voor de kanalisatie. Daarom is het belangrijk een balans te vinden8. Om dit mogelijk te maken neem ik in de lagere regelgeving op dat de pop-upberichten in ieder geval bij aanmelden, afmelden en wisselen van spel getoond moeten worden. Dit is een minimumnorm. Ik zal de kansspelautoriteit verzoeken deze minimumnorm samen met instellingen voor verslavingszorg en kansspelaanbieders aan de hand van recente wetenschappelijke onderzoeken waar nodig aan te vullen in haar uitvoeringsbeleid. Een voorbeeld is het vaststellen van een vooraf bepaalde periode waarop de pop-up dient te verschijnen binnen een speelsessie. Momenteel bestaat nog onvoldoende wetenschappelijke basis om een dergelijke periode vast te stellen en binnen welke spelsoorten dit effectief is. Wetenschappelijk onderzoek dat hiervoor nodig is, kan zo nodig worden gefinancierd uit het verslavingsfonds. De kansspelautoriteit kan zo de frequentie, aard en toon van de feedback die spelers krijgen laten aansluiten bij recente wetenschappelijke inzichten.

Naast het versturen van pop-upberichten moeten aanbieders ook diverse andere maatregelen nemen om de speler bewust te maken van zijn speelgedrag. Zo moet de Nederlandse tijd, de duur dat een speler ingelogd is en het actuele saldo van de spelersrekening continu zichtbaar zijn gedurende het spel. Daarnaast moet de vergunninghouder ingrijpen wanneer de speler tekenen vertoont van risicogedrag, zoals langdurig spelen, het najagen van verliezen of overschrijding van het spelersprofiel. De combinatie van maatregelen helpt de speler zijn speelgedrag onder controle te houden zonder dat dit onnodig ten koste gaat van de spelbeleving en de kanalisatie.

Voor de uitvoering van deze motie is geen nadere specificering nodig in het wetsvoorstel, zo antwoord ik de CDA- ChristenUnie- en SGP-fractie. Het wetsvoorstel biedt voldoende ruimte om dit in lagere regelgeving vorm te geven.

De motie Mei Li Vos en Van der Staaij9 verzoekt de regering om reclame voor liveweddenschappen tijdens sportwedstrijden te verbieden. Deze motie voer ik uit door vergunninghouders niet toe te staan gedurende sportwedstrijden reclame voor livebetting te maken gericht aan de kijker van die wedstrijd op de televisie, radio, internet of langs de velden. Uitzondering hierop is de consument te wijzen op het aanbod van liveweddenschappen op de eigen website van de aanbieder. De leden van de CDA-, ChristenUnie- en SGP- fractie vragen hoe ik tot deze uitwerking ben gekomen.

Met de opmerking dat vergunninghouders alleen op de eigen website reclame mogen maken, doelde ik er op dat een aanbieder op zijn website in staat moet zijn een speler op neutrale wijze de mogelijkheid van liveweddenschappen te tonen, ook wanneer dit tijdens een sportwedstrijd is. Indien een aanbieder op zijn eigen zijn eigen website zijn eigen spelaanbod niet kenbaar mag maken aan consumenten kan een speler ook niet gewezen worden op het vergunde aanbod van liveweddenschappen, waardoor de geïnteresseerde speler mogelijk gedreven wordt naar illegaal en onbeschermd aanbod.

De mogelijkheid dat een consument naar aanleiding van andere reclame-uitingen de website van een kansspelaanbieder bezoekt en vervolgens deel neemt aan één van de spelen die de aanbieder op zijn website presenteert, kan ik niet uitsluiten, zo antwoord ik de aan het woord zijnde leden voorts. Alvorens deel te kunnen nemen aan deze spelen zal deze consument echter eerst een account moeten aanmaken, een spelersprofiel moeten invullen en geld moeten storten op zijn spelersrekening. Daarom is het mijn overtuiging dat iemand die dat eigenlijk niet van plan is, niet enkel door het bezoeken van een kansspelwebsite wordt aangezet tot deelname aan kansspelen.

De motie Mei Li Vos c.s.10 verzoekt de regering scherp te handhaven op de beperkingen aan de inhoud van reclameboodschappen en de waarschuwingsteksten. Ook verzoekt deze motie de regering eenzelfde tijdslot voor onlinereclame af te dwingen als voor reclame op de televisie. Anders dan televisie, is het internet grensoverschrijdend, interactief en niet aan tijd of plaats gebonden. Consumenten kunnen op ieder gewenst moment websites over de gehele wereld bezoeken en delen.

Omdat advertentieruimte per bekeken webpagina verhandeld wordt, zijn advertenties zeer kort zichtbaar en slecht reproduceerbaar. Daarnaast is mij gebleken dat een groot deel van de reclame op internet plaatsvindt via sociale media en vergelijkingssites en niet alleen via advertenties. Deze verscheidenheid aan verschijningsvormen van reclame en de veelomvattendheid van het internet zorgt ervoor dat een tijdslot voor onlinereclame niet effectief handhaafbaar is. Daarom, zo antwoord ik de leden van de PvdA-fractie, zie ik geen mogelijkheid het tweede deel van de motie, het implementeren van een tijdslot voor onlinereclame, effectief uit te voeren.

Naast de voornoemde uitvoeringsproblemen kleven er ook kanalisatierisico’s aan een dergelijk tijdslot voor onlinereclame. Illegale aanbieders zullen naar alle waarschijnlijkheid gedurende het tijdslot op websites reclames aan Nederlandse consumenten blijven tonen. Zij halen zo voordeel uit het feit dat de vergunninghouder zich niet tot de Nederlandse consument mag richten. Ook kunnen consumenten gedurende het tijdslot bij zoekopdrachten onbedoeld uitkomen bij illegale aanbieders in plaats van vergunninghouders. Dit schaadt de kanalisatie en is niet in het belang van de Nederlandse speler.

Dit betekent echter niet, zo antwoord ik de leden van de SP-fractie, dat de overheid niets doet om minderjarigen en jongvolwassenen tegen ongewenste onlinereclameboodschappen te beschermen. Behoudens het tijdslot, gelden voor internetreclame dezelfde regels als voor reclame op televisie en radio. Dit betekent onder meer dat reclame niet gericht mag zijn op kwetsbare groepen, waaronder minderjarigen en jongvolwassenen en dat reclame niet mag aanzetten tot

onmatige deelname aan kansspelen.

De leden van de CDA-, ChristenUnie en SGP-fractie vragen hoe de reclamebeperkingen concreet vorm krijgen en op straffe waarvan ze gehandhaafd worden. Concrete beperkingen zijn onder meer dat de aanbieder niet mag adverteren op websites of rond televisieprogramma’s gericht op jongeren. Ook mag de aanbieder geen rolmodellen voor jongeren, zoals beroemdheden en bekende animatiefiguren, inzetten voor de promotie van kansspelen. De vergunninghouder mag kansspelen niet presenteren als een oplossing voor (financiële) problemen of onmatige deelname verheerlijken. De vergunninghouder moet verantwoording afleggen aan de kansspelautoriteit over het gevoerde reclamebeleid. Eventuele incidenten en klachten zijn vanzelfsprekend aanleiding om de controle op de betreffende vergunninghouder te verscherpen. Afhankelijk van de aard van de overtreding kan de kansspelautoriteit de vergunninghouder een waarschuwing, een boete of een last onder dwangsom opleggen. Indien de overtredingen ernstig zijn of aanhouden, kan de kansspelautoriteit de vergunning intrekken.

Ik deel de mening van de leden van de CDA-, ChristenUnie- en SGP-fractie dat handhavend optreden door de kansspelautoriteit niet afhankelijk mag zijn van de inwerkingtreding van de wet. Het is daarbij zaak, zoals ik eerder al heb aangegeven, om tijdens de transitiefase naar een vergunningenstelsel onderscheid te maken tussen welwillende en verantwoord opererende aanbieders en aanbieders die niettegenstaande de aanwijzingen van de kansspelautoriteit persisteren in hun onmiskenbaar op de Nederlandse markt gerichte aanbod.

Ik heb ten behoeve van de uitvoering van deze motie advies ingewonnen bij de kansspelautoriteit. Daarnaast heb ik internetmarketingdeskundigen geraadpleegd en de beperkingen in andere Europese landen onderzocht. Geen enkele lidstaat kent deze restrictie en ook buiten de EU zijn mij geen jurisdicties bekend die een tijdslot voor onlinereclame hanteren. Hoewel er geen uitvoeringstoets in formele zin is uitgevoerd, hebben de adviezen en reacties mij tot bovenstaande conclusie gebracht.

De motie Mei Li Vos c.s.11 verzoekt de regering een verbod op individuele sponsoring van sporters door gokbedrijven in de lagere regelgeving op te nemen. In de Mediawet is een onderscheid geregeld tussen reclame en sponsoring, waarbij sponsoring een neutrale vermelding of vertoning van de naam of het beeldmerk van de sponsor betreft. Ik stel geen verbod in op individuele sponsoring, maar wel op reclame door individuele sporters, zo antwoord ik de leden van de PvdA-fractie.

Zoals ik in de brief van 6 december heb aangegeven, onderschrijf ik de invloed die rolmodellen uit de sport kunnen hebben op jongeren. Het is aanbieders niet toegestaan reclame-uitingen te richten op jongeren en jongvolwassenen. Bij het gebruik van beroemdheden moet de aanbieder hier rekening mee houden. Dat betekent dus ook, zo antwoord ik de leden van de SP-fractie, dat het een vergunninghouder niet toegestaan is bijvoorbeeld een populaire voetballer in te zetten in televisiereclames. Ook de inzet van populaire rolmodellen van buiten de sport, zoals artiesten, is niet toegestaan. De eisen die de lagere regelgeving stelt aan het reclamebeleid van vergunninghouders strekt zodoende verder dan alleen de sport.

Ik onderken wel degelijk de risico’s van matchfixing, zo antwoord ik de leden van de CDA-, ChristenUnie en SGP-fractie.

Acties van individuele sporters zijn eenvoudiger te manipuleren dan die van een team. Daarom worden in de lagere regelgeving beperkingen opgelegd aan de sportweddenschappen die vergunninghouders mogen aanbieden. Zo is bijvoorbeeld kansspelaanbod op eenvoudig te manipuleren spelmomenten niet toegestaan. De Nederlandse sportbonden worden nauw bij de ontwikkeling van deze regelgeving betrokken. Dit is naar mijn mening effectiever voor het bestrijden van matchfixing en de bescherming van de individuele sporter tegen ongewenste beïnvloeding dan een volledig verbod op individuele sponsoring.

Het is niet aannemelijk dat een vergunninghouder, die door de kansspelautoriteit is beoordeeld op betrouwbaarheid en geschiktheid, overgaat tot het manipuleren van wedstrijden. Zoals ik ook in mijn brief van 6 december heb uitgelegd, is het manipuleren van wedstrijden ook niet in het belang van de vergunninghouder. Wanneer één vergunninghouder wedstrijden zou manipuleren, valt dit op bij andere vergunninghouders en internationale monitoringorganisaties door afwijkende quoteringen of opmerkelijke gokpatronen. Het risico op detectie is zodoende groot. De imagoschade die dit met zich meebrengt, zou de vergunninghouder zijn spelers en dus zijn inkomsten kosten.

Voorkomen moet worden dat een speler die een individuele sport beoefent onnodig gehinderd wordt in het verwezenlijken van zijn sportieve doelstellingen. Zoals het is toegestaan een team te sponsoren, moet het daarom ook mogelijk zijn een speler die een individuele sport beoefent te sponsoren. Daarom verbied ik reclame voor kansspelen door individuele spelers, maar acht ik sponsoring van individuele sporters, onder neutrale vermelding van naam of beeldmerk, geoorloofd. Met deze uitvoeringslijn geef ik invulling aan de doelstellingen van de motie, zonder dat dit ten koste gaat van de Nederlandse sport.


X Noot
2

Kamerstuk 33 996, nr. 48.

X Noot
3

Aanhangsel Handelingen II 2015/16, nr. 3250.

X Noot
4

Kamerstuk 33 996, nr. 52.

X Noot
5

Rechtbank Oost-Brabant, 18 november 2016, ECLI:NL:RBOBR:2016:6400.

X Noot
6

Kamerstuk 33 996, nr. 53.

X Noot
7

Kamerstuk 33 996, nr. 55.

X Noot
8

Parke, J. & Griffiths, M.D. (2006). The psychology of the fruit machine: The role of structural characteristics (revisited). International Journal of Mental Health and Addiction, 4, 151–179.

X Noot
9

Kamerstuk 33 996, nr. 56.

X Noot
10

Kamerstuk 33 996, nr. 57.

X Noot
11

Kamerstuk 33 996, nr. 58.

Naar boven