33 962 Regels over het beschermen en benutten van de fysieke leefomgeving (Omgevingswet)

Nr. 183 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 februari 2016

Bij brief van 1 december 2015 verzoekt de vaste Kamercommissie van Binnenlandse Zaken om schriftelijke terugkoppeling van de gesprekken die over de rioolheffing en de precariorechten worden gevoerd met de VNG.

Voor de rioolheffing wordt, zoals ik in mijn brief van 10 november 2015 (Kamerstuk 33 962, nr. 181) aan uw Kamer heb gemeld, het principe van «de gebruiker betaalt» centraal gesteld. In de uitwerking wordt bekeken of het mogelijk is dat gemeenten een eigen keuze kunnen blijven maken voor wat betreft de grondslagen van de rioolheffing, mits deze rechtstreeks verband houden met de belasting van het riool. Ik zal nog dit jaar een wetsvoorstel naar uw Kamer sturen.

Voor de afschaffing van precario op nutsnetwerken geldt dat dit het beste kan worden geregeld bij een komende grotere hervorming/verruiming van het gemeentelijk belastinggebied. Daarin kunnen de effecten worden opgevangen.

Hierop vooruitlopend stuur ik dit voorjaar een wetsvoorstel naar uw Kamer om er in ieder geval voor te zorgen dat met ingang van 1 januari 2017 de tarieven voor precario op nutsnetwerken niet verder oplopen en het aantal gemeenten dat deze vorm van precario heft, niet verder stijgt. Het wetsvoorstel gaat uit van afschaffing, maar biedt gemeenten nog tien jaar de mogelijkheid om maximaal het op 1 januari 2016 in hun gemeente geldende tarief te hanteren. Na uiterlijk tien jaar is geen precarioheffing meer mogelijk op nutsnetwerken. Deze periode kan worden bekort bij een grotere hervorming/verruiming van het gemeentelijk belastinggebied.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk

Naar boven