33 947 Wijziging van de Visserijwet 1963 (elektronische toestemming sportvisserij)

D NADERE MEMORIE VAN ANTWOORD

Ontvangen 11 december 2014

Met belangstelling heb ik kennis genomen van het nader voorlopig verslag van de vaste commissie voor Economische Zaken inzake bovenvermeld wetsvoorstel. Naar aanleiding van de memorie van antwoord is bij de leden van de fractie van de PvdA op het punt van handhaving in de praktijk een vraag gerezen over de interpretatie van de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel. Het lid van de fractie van de Partij van de Dieren sluit zich bij deze vraag aan. Met deze nadere memorie van antwoord beantwoord ik deze vraag.

De fractie van de PvdA memoreerde een passage in de memorie van toelichting waarin is vermeld dat het tonen van elektronisch beschikbaar gestelde gegevens op dit moment al goed mogelijk is, maar dat dat de sportvisser formeel niet ontslaat van de verplichting het boekwerk te kunnen tonen. De fractie van de PvdA vroeg zich af of dit betekende dat het desgevraagd tonen van uitsluitend de elektronische toestemming aan de handhaver niet toereikend zou zijn en dat de sportvisser nog steeds verplicht zou zijn ook het boekwerk aan de handhaver te tonen. De gememoreerde passage uit de memorie van toelichting beschrijft evenwel de huidige situatie, waarin te allen tijde het boekwerk moet worden getoond, omdat de wet nog niet toestaat dat betrokkene met elektronische middelen kan aantonen dat hij gerechtigd is te vissen. Het is juist de strekking van het onderhavige wetsvoorstel om deze situatie te wijzigen door toe te staan dat de sportvisser ook kan volstaan met het tonen van uitsluitend de elektronische toestemming indien de handhaver daarom verzoekt. Indien de handhaver vervolgens redenen zou hebben om te twijfelen aan de validiteit van de getoonde elektronische toestemming, bijvoorbeeld indien de handhaver over gegevens zou beschikken waaruit blijkt dat betrokken sportvisser niet gerechtigd is in het desbetreffende water te vissen, kan de handhaver de sportvisser verbaliseren wegens het overtreden van het in artikel 21, eerste lid, de Visserijwet 1963 opgenomen visverbod.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma

Naar boven