33 047 Bestuur en bestuurlijke inrichting

Nr. 23 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 juli 2014

Naar aanleiding van de brief van de griffier van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken inzake vragen van de commissie over een visienota bestuur en bestuurlijke inrichting, bericht ik als volgt:

Het kabinet heeft op 28 maart 2013 de visienota «Bestuur in samenhang. De bestuurlijke organisatie in Nederland» aan het parlement verzonden. Vervolgens heeft het kabinet met de reactie op de door de Eerste Kamer aanvaarde motie Vliegenthart (Kamerstuk CII, B) op 14 november 2013 een nadere toelichting op de visienota gegeven.

De toezegging die ik aan de Eerste Kamer heb gedaan, en waar de vaste commissie naar verwijst, heeft betrekking op de onderbouwing in het wetsvoorstel tot samenvoeging van de provincies Flevoland, Noord-Holland en Utrecht. Op 23 juni jl. heb ik u per brief geïnformeerd dat het kabinet de procedure voor deze provinciale herindeling heeft beëindigd (Kamerstuk 33 047, nr. 22). Dit betekent dat het kabinet geen wetsvoorstel zal indienen. Tegen de achtergrond van dit besluit acht ik het niet opportuun om verder navolging te geven aan de toezeggingen die zijn gedaan met betrekking tot het voornemen tot de provinciale herindeling aan zowel de Eerste Kamer als de Tweede Kamer.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk

Naar boven