De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het CBS concludeert dat zon op land veel sneller is gegroeid dan
zon op dak;
overwegende dat het kabinet naar aanleiding van de motie Dik-Faber c.s. (32 813, nr. 204) werkt aan een zonneladder en de verankering daarvan in de Nationale Omgevingsvisie;
overwegende dat 95% van het dakpotentieel nog niet is benut, onder andere omdat regelgeving
nadelig uitwerkt voor zon op dak;
overwegende dat er behalve op daken nog veel mogelijkheden zijn voor zonneparken op
vuilstorten en langs snelwegen, bijvoorbeeld;
verzoekt de regering, er met de decentrale overheden voor te zorgen dat, in de aanloop
naar de Regionale Energiestrategieën, nieuwe zonneparken op natuur- en landbouwgronden
worden getoetst aan de op handen zijnde zonneladder of vooruitlopend op deze zonneladder
zijn getoetst aan een vergelijkbaar door decentrale overheden vastgesteld afwegingskader;
verzoekt de regering in kaart te brengen wat de nationale effecten op landschap, natuur-
en landbouwgronden zijn van alle gezamenlijke Regionale Energiestrategieën;
verzoekt de regering tevens, de Kamer over aanpassing van regelgeving voor een versnelling
van zon op dak vóór 1 juli 2019 te informeren en daarbij tevens aan te geven op welke
wijze kaders conform de zonneladder worden meegegeven aan de Regionale Energiestrategieën;
en gaat over tot de orde van de dag.
Dik-Faber
Laan-Geselschap
Ronnes
Van Eijs