Vergaderjaar 2010-2011
Tweede Kamer der Staten-Generaal
2
Kamerstukken
32 609
V
Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2011 (wijziging samenhangende met de incidentele suppletoire begrotingen)
Nr. 2
MEMORIE VAN TOELICHTING
A.
ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL
Wetsartikel 1
De begrotingsstaten, die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2011 wijzigingen aan te brengen in de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) als gevolg van beleidsherverkavelingen en -wijzigingen.
De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).
De minister van Buitenlandse Zaken,
U.
Rosenthal
B.
BEGROTINGSTOELICHTING
1.
Leeswijzer
Voorstel van Wet
Door middel van het onderhavige wetsvoorstel wordt voorgesteld de uitgaven van hoofdstuk V (Buitenlandse Zaken) van de begroting van het Rijk voor het jaar 2011 met EUR 50 miljoen te verhogen. De ontvangsten blijven gelijk.
De verhoging van EUR 50 miljoen is het gevolg van de beleidsherverkaveling. Alle ODA bezuinigingen in 2011 (EUR 400 miljoen) waren voorlopig ondergebracht bij Buitenlandse Zaken en zijn via de Nota van Wijzigingen verwerkt. In de Ministerraad is afgesproken dat de ODA uitgaven bij andere ministeries ook voor korting in aanmerking komen. Dit is het geval bij het ministerie van Financiën waarbij de bijdrage aan de Wereldbank/IDA voor 2011 met EUR 50 miljoen verlaagd wordt en dit in de jaren 2012–2014 evenredig wordt verwerkt op de BZ-begroting. In de Basisbrief Ontwikkelingssamenwerking is opgenomen het ODA-budget voor kennisinstellingen vanaf 2011 met jaarlijks EUR 5 mln te verlagen. Deze korting zou verwerkt worden op de begroting van het ministerie van OC&W, dit is echter nog niet gebeurd. Bij 1ste Suppletoire Begroting wordt de invulling van de korting verwerkt.
In de gewijzigde begrotingsstaat zijn de aangenomen amendementen, welke tijdens de begrotingsbehandeling aan de orde zijn geweest, opgenomen in de oorspronkelijk vastgesteld begroting (kolom 1). De mutaties ISB1 Incidentele Suppletoire Begroting. betreffen de beleidsherverkavelingen en -wijzigingen voortvloeiend uit de basisbrief ontwikkelingssamenwerking en de invulling van het BZ-aandeel van de korting op vrijwillige bijdragen.
Het beleid
In paragraaf 2.1 worden de belangrijkste mutaties ten opzichte van de Memorie van Toelichting 2011 gepresenteerd die zich voordoen op de beleidsartikelen. In paragraaf 2.2. is een overzicht opgenomen van mutaties die zich voordoen op de afzonderlijke beleidsartikelen en van de nieuwe standen evenals een toelichting daarop. In de hierin opgenomen tabellen is een aparte kolom toegevoegd waarin de mutaties, zoals vermeld in de Nota van Wijzigingen, zijn weergegeven. Deze technische aanpassingen van de begroting waren een voortvloeisel uit het Regeerakkoord. De beleidsmatige invulling is in deze Incidentele Suppletoire Begroting verwerkt. Daarnaast zijn ook de aangenomen amendementen verwerkt. Per beleidsartikel is dit in de toelichting opgenomen. In de tabel is hiervoor een aparte kolom opgenomen. Het verschil tussen de stand Ontwerpbegroting 2011 en de stand Incidentele Suppletoire Begroting wordt per beleidsartikel toegelicht.
2.
Het beleid
2.1.
Belangrijkste mutaties
Hieronder volgen de belangrijkste wijzigingen ten opzichte van de stand van de ontwerpbegroting 2011, zoals gepresenteerd op Prinsjesdag 2010, van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, gevolgd door een toelichting op deze mutaties.
Overzicht belangrijkste mutaties (x EUR 1,0 mln)
Artikel
Mutatie
2.5
Regionale stabiliteit en crisisbeheersing
5,5
2.7
Goed Bestuur
– 22
4.2
Armoedevermindering
– 19,5
4.3
Verhoogde economische groei en verminderde armoede als gevolg van gezonde private sector ontwikkeling in ontwikkelingsland
32
5.1
Alle kinderen, jongeren en volwassenen hebben gelijke kansen om kwalitatief goed onderwijs te doorlopen, dat hen de benodigde vaardigheden en kennis biedt om op een volwaardige wijze deel te kunnen nemen aan de samenleving
– 109
5.2
Versterking van het gebruik van kennis en onderzoek in beleid en praktijk van ontwikkelingssamenwerking en versterking van postsecundair onderwijs- en onderzoekscapaciteit in partnerlanden. Vermindering van kwalitatieve en kwantitatieve tekorten aan geschoold middenkader
– 46
5.4
HIV/Aids
– 56,5
5.6
Participatie civil society
– 97,5
6.2
Duurzaam waterbeheer, een hoger percentage mensen dat duurzaam toegang heeft tot veilig drinkwater en sanitaire voorzieningen
7
Toelichting:
Het kabinet streeft naar een fundamentele herziening van het Nederlandse ontwikkelingsbeleid, met als leidraad het WRR-rapport Minder pretentie, meer ambitie. Ontwikkelingshulp die verschil maakt. Onontkoombare bezuinigingen bieden de kans scherpe keuzes te maken. Veranderingen zijn uiteraard een kwestie van lange adem. Meerjarige verplichtingen, internationale afspraken en complexe structuren maken het noodzakelijk veranderingen in verschillende fases te realiseren. Maar dat doet niets af aan de intentie een nieuwe weg in te slaan.
De keuzes gemaakt in de basisbrief ontwikkelingssamenwerking zijn het beginpunt van een nieuw ontwikkelingsbeleid. Verdere invulling wordt de komende jaren in overleg met de Tweede Kamer nader vormgegeven en verfijnd.
Voor het begrotingsjaar 2011 zijn de volgende belangrijkste mutaties van belang:
2.5 Regionale stabiliteit en crisisbeheersing
De mutatie op dit subartikel betreft een saldo. Enerzijds is er een verlaging door een korting op het stabiliteitsfonds ODA, wederopbouw centraal en de landenprogramma’s (EUR 30 miljoen). Anderzijds een verhoging (EUR 39 miljoen). In het Regeerakkoord en in de basisbrief ontwikkelingssamenwerking is aangegeven dat een intensivering op dit artikel zal plaatsvinden. Deze zal worden ingezet ten behoeve van crisisbeheersing, conflictpreventie en rechtsorde. Als gevolg van de ingediende amendementen Ormel (nr 74) en Ormel/Nicolaï (nr 65) wordt het budget voor regionale stabiliteit en crisisbeheersing minder verhoogd dan voorzien in de basisbrief ontwikkelingssamenwerking waardoor dit budget per saldo EUR 5,5 miljoen stijgt.
2.7 Goed bestuur
De verlaging op dit subartikel is het gevolg van de in het Regeerakkoord genoemde ODA-bezuinigingen zoals voorgesteld in de basisbrief ontwikkelingssamenwerking. Deze worden grotendeels behaald door een korting op de landenprogramma’s. Als gevolg van de ingediende amendementen Dijkhoff/Irrgang (nr 22) en Ormel (nr 74) wordt het budget voor goed bestuur verder verlaagd dan was voorzien in de basisbrief ontwikkelingssamenwerking waardoor dit budget per saldo EUR 22 miljoen daalt. Binnen dit artikel stijgt wel per saldo het budget voor MATRA.
4.2 Armoedevermindering:
De mutatie op subartikel 4.2 betreft een saldo. Op het budget voor bilaterale begrotingssteun wordt een korting toegepast. De bijdragen aan UNDP en het Wereldbank Partnerschapsprogramma worden verlaagd en overige programma’s, waaronder schuldverlichting en speciale multilaterale activiteiten worden ook gekort. In de Basisbrief Ontwikkelingssamenwerking is opgenomen het ODA-budget voor kennisinstellingen vanaf 2011 met jaarlijks EUR 5 mln te verlagen. Deze korting zou verwerkt worden op de begroting van het ministerie van OC&W, dit is echter nog niet gebeurd. Bij 1ste Suppletoire Begroting wordt de invulling van de korting verwerkt. Ten slotte is sprake van een verhoging op het artikel voor armoedebestrijding in verband met een budgetneutrale schuif binnen het totale ODA-budget tussen 2011 en 2012 waartoe in de zomer van 2010 is besloten. Als gevolg van het ingediende amendement Ferrier/Dijkhoff (nr 55) wordt het budget voor armoedevermindering verder verlaagd dan was voorzien in de basisbrief ontwikkelingssamenwerking waardoor dit budget per saldo EUR 14,5 miljoen daalt.
4.3 Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden
Conform de basisbrief ontwikkelingssamenwerking wordt dit artikel uitgezonderd van kortingen en is een intensivering voorzien ten behoeve van private sectorontwikkeling en voedselzekerheid. De keuze voor deze prioritaire thema’s weerspiegelt de verschuiving van sociale naar economische sectoren. Deelterreinen waar intensivering op relatief korte termijn en met inzet van Nederlandse kennis en kunde resultaten kan bieden zijn:
–
Uitbreiding van publiek private partnerschappen, zoals het Initiatief Duurzame Handel;
–
Financiële sectorontwikkeling (SME's, verzekeringen, sparen);
–
Onderzoek en innovatie op het gebied van landbouw en voedselzekerheid;
–
Bilaterale ambassadeprogramma's;
–
Innovatieve financieringsinstrumenten waarbij met overheidsgaranties en -leningen private investeringen voor ontwikkelingsdoelen worden gekatalyseerd.
Binnen het non-ODA budget wordt een korting van EUR 8 miljoen verwerkt als onderdeel van de in het Regeerakkoord opgenomen bezuiniging van EUR 10 miljoen op vrijwillige bijdragen. Deze mutatie komt ten laste van het budget voor speciale programma’s van de Financieringsmaatschappij voor ontwikkelingslanden (FMO). Het resterende bedrag wordt bij eerste suppletoire begroting verwerkt op de begroting van andere ministeries en is tijdelijk opgenomen onder het artikel nominaal en onvoorzien (art 10).
5.1 Alle kinderen, jongeren en volwassenen hebben gelijke kansen om kwalitatief goed onderwijs te doorlopen, dat hen de benodigde vaardigheden en kennis biedt om op een volwaardige wijze deel te kunnen nemen aan de samenleving. (Onderwijs)
De verlaging van dit artikel wordt grotendeels verklaard door de verschillende bezuinigingen die in de basisbrief ontwikkelingssamenwerking zijn aangekondigd. Het betreft de verlaging op de landenprogramma’s die grotendeels wordt ingevuld door de vermindering van het aantal partnerlanden. De bijdrage aan het Education for All/Fast Track Initiative wordt verlaagd. Ook wordt de vrijwillige bijdrage aan UNICEF verlaagd en het thema basisonderwijs gekort.
5.2 Versterking van het gebruik van kennis en onderzoek in beleid en praktijk van ontwikkelingssamenwerking en versterking van postsecundair onderwijs- en onderzoekscapaciteit in partnerlanden. Vermindering van kwalitatieve en kwantitatieve tekorten aan geschoold middenkader. (Kennisontwikkeling)
De verlaging op dit subartikel is de invulling van de aangekondigde bezuiniging in de basisbrief ontwikkelingssamenwerking. Het budget voor het internationaal onderwijsprogramma en het budget voor de internationale onderwijsinstituten worden verlaagd. Daarnaast wordt er ook gekort op het onderzoeksprogramma.
5.4 HIV/Aids
De verlaging van het budget op dit subartikel wordt verklaard door de vermindering van bijdragen in het kader van de HIV/Aids. De verlaging komt uit verschillende programma’s. De bijdragen aan de volgende organisaties worden verlaagd: GFATM, UNFPA, UNAIDS en WHO. Het budget van de bilaterale landenprogramma’s wordt ook verlaagd door onder meer het uitfaseren van het aantal partnerlanden. Daarnaast wordt de bijdrage aan het MFS naar beneden bijgesteld. Als gevolg van de ingediende amendementen Ferrier/Dijkhoff (nr 55) en Dijkhoff/Irrgang (nr 22) wordt het budget voor HIV/Aids minder verlaagd dan was voorzien in de basisbrief ontwikkelingssamenwerking waardoor dit budget per saldo EUR 56,5 miljoen daalt.
5.6 Participatie civil society
De verlaging op dit subartikel is het gevolg van de aangekondigde kortingen in de basisbrief ontwikkelingssamenwerking. Dit betekent dat de subsidies aan SNV, VMP en PSO worden verlaagd en er voor het MFS II in 2011 minder beschikbaar is dan eerst begroot. Als gevolg van het amendement van der Staaij/Voordewind (nr 116) wordt het budget voor dit artikel minder verlaagd dan was voorzien in de basisbrief ontwikkelingssamenwerking waardoor dit budget per saldo EUR 97,5 miljoen daalt.
6.2 Duurzaam waterbeheer, een hoger percentage mensen dat duurzaam toegang heeft tot veilig drinkwater en sanitaire voorzieningen
Per saldo wordt dit budget verhoogd.Dit wordt enerzijds veroorzaakt door een verlaging van het budget bij de bilaterale programma’s onder meer in de uit te faseren landen. Hierdoor ontstaat deels ruimte om extra fondsen in te zetten op het voor Nederland belangrijke kennisgebied van water en klimaat. Hiervoor wordt een bedrag van EUR 30 miljoen gereserveerd.
2.2.
De beleidsartikelen
Beleidsartikel 1: Versterkte internationale rechtsorde en eerbiediging mensenrechten
Beleidsartikel 1 Versterkte internationale rechtsorde en eerbiediging mensenrechten
Bedragen in EUR 1 000
Stand ontwerp-begroting 2011
Mutaties NvW
Mutaties incidentele suppletoire begroting
Stand incidentele suppletoire begroting 2011
Mutaties Amendementen
Stand incidentele suppletoire begroting na amendementen 2011
(1)
(2)
(3)
(4)=(1+2+3)
(5)
(6)=(4+5)
Verplichtingen
90 996
0
0
90 996
5 000
95 996
Uitgaven:
Programma-uitgaven totaal
118 269
– 4 312
– 688
113 269
5 000
118 269
1.1
Internationale rechtsorde
47 330
– 549
549
47 330
47 330
1.2
Mensenrechten
49 539
– 3 763
– 1 237
44 539
5 000
49 539
1.3
Internationale juridische instellingen
21 400
21 400
21 400
Verplichtingen
Als gevolg van het aangenomen amendement El Fassed (nr 68) wordt het verplichtingenbudget verhooogd met EUR 5 miljoen.
Uitgaven
1.1 Internationale rechtsorde
In de Nota van Wijziging werd subartikel 1.1 met EUR 549 000 verlaagd als gevolg van de proportionele verdeling van de ODA-korting van EUR 400 miljoen (conform Regeerakkoord) over de verschillende artikelen van de begroting Buitenlandse Zaken. In de basisbrief ontwikkelingssamenwerking is subartikel 1.1 uitgezonderd van kortingen en wordt daarom in deze Incidentele Suppletoire Begroting met EUR 549 000 verhoogd.
1.2 Mensenrechten
De mutatie op dit subartikel wordt veroorzaakt door een uitgavenvermindering op de landenprogramma’s mensenrechten en het mensenrechtenfonds van in totaal EUR 5 miljoen. Het betreft hier een korting die is aangekondigd in de basisbrief ontwikkelingssamenwerking als onderdeel van de benodigde bezuinigingen op het ODA budget.
Amendement: Als gevolg van het amendement El Fassed (nr 68) is de korting van EUR 5 miljoen op mensenrechten ongedaan gemaakt. De dekking wordt gevonden op artikel 8.3 draagvlak Nederlands buitenlands beleid.
Beleidsartikel 2: Grotere veiligheid en stabiliteit, effectieve humanitaire hulpverlening en goed bestuur
Beleidsartikel 2 Grotere veiligheid en stabiliteit, effectieve humanitaire hulpverlening en goed bestuur
Bedragen in EUR 1 000
Stand ontwerp-begroting 2011
Mutaties NvW
Mutaties incidentele suppletoire begroting
Stand incidentele suppletoire begroting 2011
Mutaties Amendementen
Stand incidentele suppletoire begroting na amendementen 2011
(1)
(2)
(3)
(4)=(1+2+3)
(5)
(6)=(4+5)
Verplichtingen
672 525
0
0
672 525
– 10 500
662 025
Uitgaven:
Programma-uitgaven totaal
785 666
– 66 195
55 195
774 666
– 10 500
764 166
2.1
Nationale en bondgenootschappelijke veiligheid
17 543
17 543
17 543
2.2
Bestrijding internationaal terrorisme
500
500
500
2.3
Non-proliferatie en ontwapening
9 553
– 306
306
9 553
9 553
2.4
Conventionele wapenbeheersing
0
0
0
2.5
Regionale stabiliteit en crisisbeheersing
345 168
– 23 065
32 065
354 168
– 3 500
350 668
2.6
Humanitaire hulpverlening
257 267
– 27 174
27 174
257 267
– 5 000
252 267
2.7
Goed bestuur
155 635
– 15 650
– 4 350
135 635
– 2 000
133 635
2.8
Het bevorderen van energievoorzieningszekerheid
2.9
Grotere veiligheid door strijd tegen milieudegradatie
Ontvangsten
1 149
0
0
1 149
0
1 149
2.10
Nationale en bondgenootschappelijke veiligheid
149
149
149
2.70
Humanitaire hulpverlening
1 000
1 000
1 000
Verplichtingen
Als gevolg van de aangenomen amendementen is het verplichtingenbudget verlaagd met EUR 10,5 miljoen.
Uitgaven
2.3 Non-proliferatie en ontwapening
In de Nota van Wijziging werd subartikel 2.3 met EUR 306 000 verlaagd als gevolg van de proportionele verdeling van de ODA-korting van EUR 400 miljoen (conform Regeerakkoord) over de verschillende artikelen van de begroting Buitenlandse Zaken. In de Basisbrief Ontwikkelingssamenwerking is subartikel 2.3 uitgezonderd van kortingen en wordt daarom in deze Incidentele Suppletoire Begroting met EUR 306 000 verhoogd.
2.5 Regionale stabiliteit en crisisbeheersing
De mutatie op dit subartikel betreft een saldo. Enerzijds is er een verlaging van EUR 30 miljoen door een korting op het stabiliteitsfonds ODA (EUR 12 miljoen), wederopbouw centraal (EUR 5 miljoen) en de landenprogramma’s (EUR 13 miljoen). Anderzijds een verhoging van EUR 39 miljoen. In het Regeerakkoord en in de basisbrief ontwikkelingssamenwerking is aangegeven dat een intensivering op dit artikel zal plaatsvinden. Deze zal worden ingezet ten behoeve van crisisbeheersing, conflictpreventie en rechtsorde.
Amendement: Ter dekking van het amendement Ormel cs (nr 74) voor MATRA (art 2.7) zal het budget voor regionale stabiliteit en crisisbeheersing (stabiliteitsfonds en OVSE) verlaagd worden met EUR 3,5 miljoen. Daarnaast vindt binnen dit artikel, als gevolg van het amendement Ormel/Nicolaï (nr 65), een verschuiving plaats ten behoeve van het budget voor de Westelijke Jordaanoever.
Per saldo is de verhoging op dit subartikel EUR 5,5 miljoen.
2.6 Humanitaire hulpverlening
In de Nota van Wijzigingen werd subartikel 2.6 met EUR 27,174 miljoen verlaagd als gevolg van de proportionele verdeling van de ODA-korting van EUR 400 miljoen (conform Regeerakkoord) over de verschillende artikelen van de begroting Buitenlandse Zaken. In de basisbrief ontwikkelingssamenwerking is subartikel 2.6 uitgezonderd van kortingen en wordt daarom met EUR 27,174 miljoen verhoogd.
Amendement: Als gevolg van het amendement Hachchi/El Fassed (nr 17) wordt het budget voor noodhulp verlaagd met EUR 5 miljoen ter dekking op de verhoging voor Gender (art. 5.3).
Per saldo is de verlaging op dit artikel EUR 5 miljoen.
2.7 Goed bestuur
De verlaging op dit subartikel is het gevolg van de in het Regeerakkoord genoemde ODA-bezuinigingen. Deze worden behaald door een korting van EUR 17 miljoen op de landenprogramma’s, EUR 2 miljoen op MATRA en EUR 1 miljoen op kleine programmafondsen.
Amendement: Per amendement Dijkhoff/Irrgang (nr 22) wordt de bijdrage aan Logo South gekort met EUR 5,5 miljoen ter dekking op een verhoging voor HIV/AIDS (art 5.4). Daarnaast wordt, als gevolg van het amendement Ormel cs (nr 74), binnen dit artikel het budget voor MATRA verhoogd met EUR 7 miljoen. De dekking wordt voor EUR 3,5 miljoen behaald uit het verlagen van het budget voor landenprogramma’s binnen dit artikel.
Per saldo is de verlaging op dit subartikel EUR 22 miljoen.
Ontvangsten
Geen mutaties
Beleidsartikel 3: Versterkte Europese samenwerking
Beleidsartikel 3 Versterkte Europese samenwerking
Bedragen in EUR 1 000
Stand ontwerp-begroting 2011
Mutaties NvW
Mutaties incidentele suppletoire begroting
Stand incidentele suppletoire begroting 2011
Mutaties Amendementen
Stand incidentele suppletoire begroting na amendementen 2011
(1)
(2)
(3)
(4)=(1+2+3)
(5)
(6)=(4+5)
Verplichtingen
6 852 756
0
0
6 852 756
0
6 852 756
Uitgaven:
Programma-uitgaven totaal
7 041 889
– 20 155
20 155
7 041 889
0
7 041 889
3.1
Nederlandse afdrachten aan de EU
6 830 880
6 830 880
6 830 880
3.2
Ondersteuning bij pre- en postaccessie
9 428
9 428
9 428
3.3
Europees ontwikkelingsfonds
189 133
– 20 155
20 155
189 133
189 133
3.4
Nederlandse positie in de EU
3 145
3 145
3 145
3.5
Raad van Europa
9 303
9 303
9 303
Ontvangsten
609 669
0
0
609 669
0
609 669
3.10
Perceptiekostenvergoedingen
609 669
609 669
609 669
3.40
Restitutie Raad van Europa
0
0
0
Verplichtingen
Geen mutaties
Uitgaven
3.3 Europees ontwikkelingsfonds
In de Nota van Wijziging werd subartikel 3.3 met EUR 20,155 miljoen verlaagd als gevolg van de proportionele verdeling van de ODA-korting van EUR 400 miljoen (conform Regeerakkoord) over de verschillende artikelen van de begroting Buitenlandse Zaken. In de Basisbrief Ontwikkelingssamenwerking is subartikel 3.3 uitgezonderd van kortingen en wordt daarom in deze Incidentele Suppletoire Begroting met EUR 20,155 miljoen verhoogd.
Ontvangsten
Geen mutaties
Beleidsartikel 4: Meer welvaart, eerlijkere verdeling en minder armoede
Beleidsartikel 4: Meer welvaart, eerlijkere verdeling en minder armoede
Bedragen in EUR 1 000
Stand ontwerp-begroting 2011
Mutaties NvW
Mutaties incidentele suppletoire begroting
Stand incidentele suppletoire begroting 2011
Mutaties Amendementen
Stand incidentele suppletoire begroting na amendementen 2011
(1)
(2)
(3)
(4)=(1+2+3)
(5)
(6)=(4+5)
Verplichtingen
647 000
– 946
0
646 054
– 10 000
636 054
Uitgaven:
Programma-uitgaven totaal
826 058
– 84 735
103 289
844 612
– 10 000
834 612
4.1
Handels- en financieel systeem
18 951
– 88
88
18 951
18 951
4.2
Armoedevermindering
316 536
– 34 410
24 964
307 090
– 10 000
297 090
4.3
Verhoogde economische groei en verminderde armoede als gevolg van gezonde private sector ontwikkeling in ontwikkelingslanden
455 096
– 47 166
79 166
487 096
487 096
4.4
Kwaliteit en effectiviteit ontwikkelingssamenwerking
28 815
– 3 071
– 929
24 815
24 815
4.5
Nederlandse handels- en investeringsbevordering
6 660
6 660
6 660
Ontvangsten
20 483
0
0
20 483
0
20 483
4.10
Ontvangsten tijdelijke financiering NIO en restituties
20 483
20 483
20 483
Verplichtingen
De verlaging van de verplichtingen van EUR 10,946 miljoen is het gevolg van de neerwaartse bijstelling van het BNP voor 2011 en het aangenomen amendement Ferrier/Dijkhoff (nr 55) op armoedevermindering.
Uitgaven
4.1 Handels- en financieel systeem -
In de Nota van Wijziging werd subartikel 4.1 met EUR 88 000 verlaagd als gevolg van de proportionele verdeling van de ODA-korting van EUR 400 miljoen (conform Regeerakkoord) over de verschillende artikelen van de begroting Buitenlandse Zaken. In de Basisbrief Ontwikkelingssamenwerking is subartikel 4.1 uitgezonderd van kortingen en wordt daarom in deze Incidentele Suppletoire Begroting met EUR 88 000 verhoogd.
4.2 Armoedevermindering
De mutatie op subartikel 4.2 betreft een saldo. Op het budget voor bilaterale begrotingssteun wordt conform de basisbrief OS een korting van EUR 44 miljoen toegepast. De bijdragen aan UNDP en het Wereldbank Partnerschapsprogramma worden verlaagd met respectievelijk EUR 30 miljoen en EUR 10 miljoen. Overige programma’s waaronder schuldverlichting en speciale multilaterale activiteiten worden in totaal met EUR 20 miljoen gekort. In de Basisbrief Ontwikkelingssamenwerking is opgenomen het ODA-budget voor kennisinstellingen vanaf 2011 met jaarlijks EUR 5 mln te verlagen. Deze korting zou verwerkt worden op de begroting van het ministerie van OC&W, dit is echter nog niet gebeurd. Bij 1ste Suppletoire Begroting wordt de invulling van de korting verwerkt. Ten slotte is sprake van een verhoging op het artikel voor armoedebestrijding in verband met een budgetneutrale schuif binnen het totale ODA-budget tussen 2011 en 2012 waartoe in de zomer van 2010 is besloten.
Amendement:Ter dekking van het amendement Ferrier/Dijkhoff (nr 55) om de bijdrage aan HIV/AIDS (art 5.4) met EUR 20 miljoen te verhogen, wordt het budget voor armoedevermindering (begrotingssteun) met EUR 10 miljoen verlaagd. De resterende EUR 10 miljoen wordt opgevangen door de bijdrage aan IDA voor 2011 te verschuiven naar 2014 (Financiën).
Meerjarig Wereldbank/IDA: De kasschuif van EUR 50 miljoen in 2011 kent een tegengestelde schuif van EUR 16,67 miljoen in 2012, EUR 16,67 miljoen in 2013 en EUR 16,66 miljoen in 2014. De kasschuif van EUR 10 miljoen in 2011 van het amendement Ferrier/Dijkhoff (nr 55) kent een tegengestelde schuif van EUR 10 miljoen in 2014.
Per saldo is de verlaging voor dit subartikel EUR 19,446 miljoen.
4.3 Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden
Conform de Basisbrief Ontwikkelingssamenwerking wordt subartikel 4.3 voor wat betreft ODA uitgezonderd van kortingen en is een intensivering voorzien van EUR 40 miljoen ten behoeve van private sectorontwikkeling en voedselzekerheid. De keuze voor deze prioritaire thema’s weerspiegelt de verschuiving van sociale naar economische sectoren. Deelterreinen waar intensivering op relatief korte termijn en met inzet van Nederlandse kennis en kunde resultaten kan bieden zijn:
–
Uitbreiding van publiek private partnerschappen, zoals het Initiatief Duurzame Handel;
–
Financiële sectorontwikkeling (SME's, verzekeringen, sparen);
–
Onderzoek en innovatie op het gebied van landbouw en voedselzekerheid;
–
Bilaterale ambassadeprogramma's;
–
Innovatieve financieringsinstrumenten waarbij met overheidsgaranties en -leningen private investeringen voor ontwikkelingsdoelen worden gekatalyseerd.
Binnen het non-ODA budget wordt een korting van EUR 8 miljoen verwerkt als onderdeel van de in het Regeerakkoord opgenomen bezuiniging van EUR 10 miljoen op vrijwillige bijdragen. Deze mutatie komt ten laste van het budget voor speciale programma’s van de Financieringsmaatschappij voor ontwikkelingslanden (FMO). De resterende EUR 2 miljoen wordt bij Voorjaarsnota verwerkt op de begroting van andere ministeries en is tijdelijk opgenomen onder het artikel nominaal en onvoorzien (art 10).
4.4 Kwaliteit en effectiviteit ontwikkelingssamenwerking
De verlaging betreft kortingen op het assistent-deskundigen programma (EUR 2 miljoen) en op algemene ODA-activiteiten (EUR 2 miljoen).
Ontvangsten
Geen mutaties
Beleidsartikel 5: Toegenomen menselijke ontplooiing en sociale ontwikkeling
Beleidsartikel 5 Toegenomen menselijke ontplooiing en
sociale ontwikkeling
Bedragen in EUR 1 000
Stand ontwerp-begroting 2011
Mutaties NvW
Mutaties incidentele suppletoire begroting
Stand incidentele suppletoire begroting 2011
Mutaties Amendementen
Stand incidentele suppletoire begroting na amendementen 2011
(1)
(2)
(3)
(4)=(1+2+3)
(5)
(6)=(4+5)
Verplichtingen
630 316
0
0
630 316
40 500
670 816
Uitgaven:
Programma-uitgaven totaal
1 564 642
– 166 302
– 160 198
1 238 142
40 500
1 278 642
5.1
Alle kinderen, jongeren en volwassenen hebben gelijke kansen om kwalitatief goed onderwijs te doorlopen, dat hen de benodigde vaardigheden en kennis biedt om op een volwaardige wijze deel te kunnen nemen aan de samenleving
367 567
– 39 170
– 69 830
258 567
258 567
5.2
Versterking van het gebruik van kennis en onderzoek in beleid en praktijk van ontwikkelingssamenwerking en versterking van post-secundair onderwijs- en onderzoekscapaciteit in partnerlanden. Vermindering van kwalitatieve en kwantitatieve tekorten aan geschoold middenkader.
180 757
– 18 986
– 27 014
134 757
134 757
5.3
Gender
30 201
– 3 218
10 218
37 201
5 000
42 201
5.4
HIV/Aids
303 104
– 32 142
– 49 858
221 104
25 500
246 604
5.5
Reproductieve gezondheid
151 886
– 16 186
27 186
162 886
162 886
5.6
Participatie civil society
531 127
– 56 600
– 50 900
423 627
10 000
433 627
Verplichtingen
Als gevolg van de aangenomen amendementen is het verplichtingenbudget verhoogd met EUR 40,5 miljoen.
Uitgaven
5.1 Alle kinderen, jongeren en volwassenen hebben gelijke kansen om kwalitatief goed onderwijs te doorlopen, dat hen de benodigde vaardigheden en kennis biedt om op een volwaardige wijze deel te kunnen nemen aan de samenleving. (Onderwijs)
De verlaging van artikel 5.1 wordt grotendeels verklaard door de verschillende bezuinigingen die in de basisbrief ontwikkelingssamenwerking aangekondigd zijn. Het betreft de verlaging van EUR 37 miljoen op de landenprogramma’s die deels wordt ingevuld door de vermindering van het aantal partnerlanden. De bijdrage aan het Education for All/Fast Track Initiative wordt verlaagd met EUR 40 miljoen. De vrijwillige bijdrage aan UNICEF wordt verlaagd met EUR 5 miljoen. Op het thema basisonderwijs wordt EUR 25 miljoen gekort. Een korting van EUR 2 miljoen vindt op overige programma’s plaats.
5.2 Versterking van het gebruik van kennis en onderzoek in beleid en praktijk van ontwikkelingssamenwerking en versterking van postsecundair onderwijs- en onderzoekscapaciteit in partnerlanden. Vermindering van kwalitatieve en kwantitatieve tekorten aan geschoold middenkader. (Kennisontwikkeling)
De verlaging op subartikel 5.2 is de invulling van de aangekondigde bezuiniging in de basisbrief ontwikkelingssamenwerking. Het budget van het internationaal onderwijsprogramma wordt met EUR 34 miljoen verlaagd en het budget van de internationale onderwijsinstituten wordt verlaagd met EUR 7 miljoen. Daarnaast wordt op het onderzoeksprogramma EUR 5 miljoen gekort.
5.3 Gender
De verhoging van subartikel 5.3 wordt verklaard door een extra investering in het MDG3 fonds van EUR 9 miljoen. Daarnaast vindt er een verlaging plaats van EUR 2 miljoen bij de bilaterale landenprogramma’s, onder meer in uit te faseren partnerlanden.
Amendement: Als gevolg van het amendement Hachchi/El Fassed (nr 17) wordt het budget voor gender verder verhoogd met EUR 5 miljoen. Dit bedrag wordt in mindering gebracht op het budget voor humanitaire hulpverlening (art 2.6).
Per saldo is de verhoging voor dit subartikel EUR 12 miljoen.
5.4 HIV/Aids
De verlaging van het budget op subartikel 5.4 wordt verklaard door de vermindering van bijdragen in het kader van de HIV/Aids. De verlaging komt uit verschillende programma’s. De bijdragen aan de volgende organisaties worden verlaagd: GFATM met EUR 40 miljoen, UNFPA met EUR 17 miljoen, UNAIDS met EUR 10 miljoen, WHO met EUR 4 miljoen. Het budget van de bilaterale landenprogramma’s wordt verlaagd met EUR 6 miljoen onder meer in de uit te faseren partnerlanden. Daarnaast wordt de bijdrage aan het MFS met EUR 5 miljoen verlaagd.
Amendement: Voor HIV/AIDS zijn twee amendementen aangenomen waardoor het budget verhoogd wordt met EUR 25,5 miljoen. Het betreft de amendementen Dijkhoff/Irrgang (nr 22) en Ferrier/Dijkhoff (nr 55). Over de invulling van deze amendementen over de programma’s zal de Tweede Kamer nog nader worden geinformeerd.
Per saldo is de verlaging op dit subartikel EUR 56,5 miljoen
5.5 Reproductieve gezondheid
De verhoging op dit subartikel bestaat uit een saldo. Enerzijds wordt er een korting van EUR 16 miljoen toegepast op de programma’s die gericht zijn op algemene gezondheidszorg, anderzijds vindt er een intensivering van EUR 27 miljoen plaats op de programma’s die zich richten op SRGR.
5.6 Participatie civil society
De verlaging op dit subartikel is het gevolg van de aangekondigde kortingen in de basisbrief ontwikkelingssamenwerking. Dit betekent dat de subsidies aan SNV, VMP en PSO in totaal met EUR 20,5 miljoen worden verlaagd en er voor het MFS II in 2011 EUR 87 miljoen minder beschikbaar is.
Amendement: Ter verhoging van het budget voor MFS met EUR 10 miljoen is het amendement van der Staaij/Voordewind (nr 116) aangenomen.
Per saldo is de verlaging op dit subartikel EUR 97,5 miljoen.
Beleidsartikel 6: Beter beschermd en verbeterd milieu
Beleidsartikel 6 Beter beschermd milieu en verbeterd milieu
Bedragen in EUR 1 000
Stand ontwerp-begroting 2011
Mutaties NvW
Mutaties incidentele suppletoire begroting
Stand incidentele suppletoire begroting 2011
Mutaties Amendementen
Stand incidentele suppletoire begroting na amendementen 2011
(1)
(2)
(3)
(4)=(1+2+3)
(5)
(6)=(4+5)
Verplichtingen
125 465
0
0
125 465
– 10 000
115 465
Uitgaven:
Programma-uitgaven totaal
511 742
– 54 276
24 276
481 742
– 10 000
471 742
6.1
Milieu en water
381 985
– 40 449
3 449
344 985
– 10 000
334 985
6.2
Duurzaam waterbeheer, een hoger percentage mensen dat duurzaam toegang heeft tot veilig drinkwater en sanitaire voorzieningen
129 757
– 13 827
20 827
136 757
136 757
Verplichtingen
Als gevolg van het aangenomen amendement van der Staaij/Voordewind (nr 116) is het verplichtingenbudget verlaagd met EUR 10 miljoen.
Uitgaven
6.1 Milieu en Water
Binnen dit thema wordt een korting van EUR 37 miljoen doorgevoerd. Dit wordt onder meer bewerkstelligd door het aantal partnerlanden terug te brengen. Daarnaast vindt ook een korting plaats op de VN programma’s. Binnen de Global Environment Facility worden betalingen verspreid over meerdere jaren waardoor hier op kan worden gekort.
Amendement: Ter dekking op het amendement van der Staaij/Voordewind (nr 116) om het budget voor participatie civil society (MFS art 5.6) te verhogen, wordt het budget voor milieu en water met EUR 10 miljoen verlaagd door het verschuiven van klimaatmiddelen van 2011 naar latere jaren.
Per saldo wordt het budget voor dit subartikel verlaagd met EUR 47 miljoen.
6.2 Duurzaam waterbeheer, een hoger percentage mensen dat duurzaam toegang heeft tot veilig drinkwater en sanitaire voorzieningen
Per saldo wordt dit budget verhoogd met EUR 7 miljoen.Dit wordt enerzijds veroorzaakt door een verlaging van het budget bij de bilaterale programma’s onder meer in de uit te faseren landen. Hierdoor ontstaat deels ruimte om extra fondsen in te zetten op het voor Nederland belangrijke kennisgebied van water en klimaat. Hiervoor wordt een bedrag van EUR 30 miljoen gereserveerd.
Beleidsartikel 7: Welzijn en veiligheid van Nederlanders in het buitenland en regulering van het personenverkeer
Beleidsartikel 7: Welzijn en veiligheid van Nederlanders in het buitenland en regulering van het personenverkeer
Bedragen in EUR 1 000
Stand ontwerp-begroting 2011
Mutaties NvW
Mutaties incidentele suppletoire begroting
Stand incidentele suppletoire begroting 2011
Mutaties Amendementen
Stand incidentele suppletoire begroting na amendementen 2011
(1)
(2)
(3)
(4)=(1+2+3)
(5)
(6)=(4+5)
Verplichtingen
26 939
0
0
26 939
0
26 939
Uitgaven:
Programma-uitgaven totaal
26 939
– 959
959
26 939
0
26 939
7.1
Consulaire dienstverlening
16 809
16 809
16 809
7.2
Vreemdelingenbeleid
10 130
– 959
959
10 130
10 130
Ontvangsten
38 450
0
0
38 450
0
38 450
7.10
Consulaire dienstverlening
38 450
38 450
38 450
Verplichtingen
Geen mutaties
Uitgaven
7.2 Vreemdelingenbeleid
In de Nota van Wijziging werd subartikel 7.2 met EUR 959 000 verlaagd als gevolg van de proportionele verdeling van de ODA-korting van EUR 400 miljoen (conform Regeerakkoord) over de verschillende artikelen van de begroting Buitenlandse Zaken. In de Basisbrief Ontwikkelingssamenwerking is subartikel 7.2 uitgezonderd van kortingen en wordt daarom in deze Incidentele Suppletoire Begroting met EUR 959 000 verhoogd.
Ontvangsten
Geen mutaties
Beleidsartikel 8: Versterkt cultureel profiel en positieve beeldvorming in en buiten Nederland
Beleidsartikel 8: Versterkt cultureel profiel en positieve beeldvorming in en buiten Nederland
Bedragen in EUR 1 000
Stand ontwerpbegroting 2011
Mutaties NvW
Mutaties incidentele suppletoire begroting
Stand incidentele suppletoire begroting 2011
Mutaties Amendementen
Stand incidentele suppletoire begroting na amendementen 2011
(1)
(2)
(3)
(4)=(1+2+3)
(5)
(6)=(4+5)
Verplichtingen
33 622
0
0
33 622
– 5 000
28 622
Uitgaven:
Programma-uitgaven totaal
73 367
– 4 012
– 988
68 367
– 5 000
63 367
8.1
Grotere buitenlandse bekendheid met de nederlandse cultuur en versterking van de culturele identiteit in ontwikkelingslanden.
8 118
– 50
50
8 118
8 118
8.2
Cultureel erfgoed
4 885
– 229
229
4 885
4 885
8.3
Draagvlak Nederlands buitenlands beleid
60 309
– 3 733
– 1 267
55 309
– 5 000
50 309
8.4
Vestigingsklimaat internationale organisaties in Nederland
55
55
55
Ontvangsten
790
0
0
790
0
790
8.10
Doorberekening Defensie diversen
790
790
790
Verplichtingen
Als gevolg van het aangenomen amendement El Fassed (nr 68) is het verplichtingenbudget verlaagd met EUR 5 miljoen.
Uitgaven
8.1 Grotere buitenlandse bekendheid met de Nederlandse cultuur en versterking van de culturele identiteit in ontwikkelingslanden
In de Nota van Wijziging werd subartikel 8.1 met EUR 50 000 verlaagd als gevolg van de proportionele verdeling van de ODA-korting van EUR 400 miljoen (conform Regeerakkoord) over de verschillende artikelen van de begroting Buitenlandse Zaken. In de Basisbrief Ontwikkelingssamenwerking is subartikel 8.1 uitgezonderd van kortingen en wordt daarom in deze Incidentele Suppletoire Begroting met EUR 50 000 verhoogd.
8.2 Cultureel erfgoed
In de Nota van Wijziging werd subartikel 8.2 met EUR 229 000 verlaagd als gevolg van de proportionele verdeling van de ODA-korting van EUR 400 miljoen (conform Regeerakkoord) over de verschillende artikelen van de begroting Buitenlandse Zaken. In de Basisbrief Ontwikkelingssamenwerking is subartikel 8.2 uitgezonderd van kortingen en wordt daarom in deze Incidentele Suppletoire Begroting met EUR 229 000 verhoogd.
8.3 Draagvlak Nederlands buitenlands beleid
In deze suppletoire begroting worden de pro rata toegepaste verlagingen uit de Nota van Wijzigingen voor de artikelen 8.1 en 8.2 teruggedraaid. Daarnaast wordt subartikel 8.3 nu verder verlaagd waardoor de totale verlaging EUR 5 miljoen bedraagt. Dit betreft de verlaging van de Subsidiefaciliteit voor Burgerschap en Ontwikkelingssamenwerking (SBOS) die in de basisbrief ontwikkelingssamenwerking werd aangekondigd.
Amendement: Als gevolg van het amendement El Fassed (nr 68) om het budget voor mensenrechten (art 4.2) te verhogen wordt het budget voor draagvlak Nederlands buitenlands beleid verlaagd met EUR 5 miljoen.
Per saldo wordt het budget voor dit subartikel verlaagd met EUR 10 miljoen.
Ontvangsten
Geen mutaties
D.
TOELICHTING NIET-BELEIDSARTIKELEN
Niet-Beleidsartikel 9: Geheim
Artikel 9 Geheim
Bedragen in EUR 1 000
Stand ontwerp-begroting 2011
Mutaties NvW
Mutaties incidentele suppletoire begroting
Stand incidentele suppletoire begroting 2011
Mutaties Amendementen
Stand incidentele suppletoire begroting na amendementen 2011
(1)
(2)
(3)
(4)=(1+2+3)
(5)
(6)=(4+5)
Verplichtingen
pm
0
0
pm
0
pm
Uitgaven
pm
0
0
pm
0
pm
Verplichtingen
Geen mutaties
Uitgaven
Geen mutaties
Niet-Beleidsartikel 10: Nominaal en onvoorzien
Artikel 10 Nominaal en onvoorzien
Bedragen in EUR 1 000
Stand ontwerp-begroting
Mutaties NvW
Mutaties incidentele suppletoire begroting
Stand incidentele suppletoire begroting 2011
Mutaties Amendementen
Stand incidentele suppletoire begroting na amendementen 2011
(1)
(2)
(3)
(4)=(1+2+3)
(5)
(6)=(4+5)
Verplichtingen
63 149
– 8 888
0
54 261
0
54 261
Uitgaven:
63 149
– 8 888
8 000
62 261
0
62 261
Nominaal en onvoorzien
63 149
– 8 888
8 000
62 261
0
62 261
Verplichtingen en uitgaven
De verlaging in de Nota van Wijziging is het saldo van een positieve bijstelling ad EUR 1,112 miljoen als gevolg van een ramingaanpassing van de prijscomponent van het BBP en een negatieve bijstelling van EUR 2 miljoen. Deze laatste betreft dat deel van de korting van EUR 10 miljoen, opgenomen in het Regeerakkoord, op vrijwillige bijdragen wat verrekend moet worden met andere ministeries. Deze verrekening zal per Voorjaarsnota verwerkt worden. De overige EUR 8 miljoen is verwerkt onder het artikel armoedebestrijding (art 4.3) bij de non-ODA uitgaven.
Per saldo wordt het budget verlaagd met EUR 0,888 miljoen.
Niet-Beleidsartikel 11: Algemeen
Artikel 11 Algemeen
Bedragen in EUR 1 000
Stand ontwerp-begroting
Mutaties NvW
Mutaties incidentele suppletoire begroting
Stand incidentele suppletoire begroting 2011
Mutaties Amendementen
Stand incidentele suppletoire begroting na amendementen 2011
(1)
(2)
(3)
(4)=(1+2+3)
(5)
(6)=(4+5)
Verplichtingen
775 626
0
0
775 626
0
775 626
Uitgaven:
780 427
0
0
780 427
0
780 427
Apparaatsuitgaven
780 427
0
0
780 427
780 427
Ontvangsten
57 326
0
0
57 326
0
57 326
Diverse ontvangsten
57 326
0
0
57 326
0
57 326
Koersverschillen
0
0
0
0
0
0
Verplichtingen
Geen mutaties
Uitgaven
Geen mutaties
Ontvangsten
Geen mutaties