32 419 Tweede aanpassing van wetten in verband met de nieuwe staatsrechtelijke positie van Bonaire, Sint Eustatius en Saba als openbaar lichaam binnen Nederland – B (Tweede Aanpassingswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba – B)

31 957 Invoering van de regelgeving met betrekking tot de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (Invoeringswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba)

R1 BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 juni 2016

Hierbij zenden wij u het eindrapport van de externe evaluatie van de Onderwijsagenda Caribisch Nederland 2011–20162. Deze evaluatie is in de afgelopen maanden uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van OCW. We zenden het evaluatierapport ook aan de onderwijsinstellingen en de openbare lichamen in Caribisch Nederland.

De belangrijkste conclusie uit de evaluatie is dat er in korte tijd zeer belangrijke resultaten zijn geboekt binnen het onderwijs in Caribisch Nederland. Dit komt onder andere tot uiting in het bereiken van basiskwaliteit door alle twaalf basisscholen en één school voor voortgezet onderwijs. De onderzoekers constateren dat de grootste verbeteringen zich hebben voorgedaan in het primair onderwijs. Dit betekent echter niet dat er geen vorderingen zijn gemaakt in de andere onderwijssectoren, integendeel. In het voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs is het onderwijs (sterk) verbeterd ten opzichte van de nulmeting, aldus de onderzoekers.3 Zij concluderen dat alle betrokkenen de afgelopen vijf jaar hard hebben gewerkt om deze resultaten te realiseren. Deze conclusie beschouwen wij als een compliment aan iedereen die zich met hart en ziel inzet voor de leerlingen in Caribisch Nederland.

Uit de evaluatie blijkt dat de Onderwijsagenda een effectief sturingselement is geweest, dat op een gestructureerde manier richting heeft gegeven aan alle betrokkenen om concrete stappen te zetten in het verbeteren van de onderwijskwaliteit. De Onderwijsagenda heeft de burgers van Caribisch Nederland volgens de onderzoekers laten zien dat het Ministerie van OCW de verbetering van de kwaliteit van het onderwijs serieus neemt. De Onderwijsagenda heeft een duidelijke richting gegeven aan het beleid en een stip op de horizon gezet om naar toe te werken. Dit is in lijn met de bevindingen van de commissie-Spies, die in haar rapport «Vijf jaar verbonden, Bonaire, Sint Eusatius, Saba en Europees Nederland» (Kamerstukken II, 2015–2016, 34 300 IV, nr. 23) de aanpak van de Onderwijsagenda ook als een succesvolle benadering beschouwt.

Tegelijkertijd zijn we er nog niet, zo constateert ook Ecorys. De evaluatie toont aan dat de verbetering van het onderwijs in Caribisch Nederland veel inzet kost en een lange adem vergt. De onderzoekers constateren dat sommige doelen die in 2011 zijn gesteld ambitieuzer zijn geformuleerd dan in de praktijk realistisch is gebleken. Bovendien zijn de behaalde resultaten nog broos en moeten de ingezette verbeteringen nog goed worden geborgd binnen de onderwijsinstellingen. De onderzoekers bevelen daarom aan om het ingezette beleid voort te zetten. Alle thema’s uit de eerste Onderwijsagenda zijn volgens de onderzoekers nog steeds relevant. Om de effectiviteit te bevorderen wordt wel aanbevolen een beperkt aantal prioriteiten te kiezen die de meeste aandacht vragen en om rekening te houden met de verschillen in context tussen de drie eilanden. Het is ook belangrijk dat de nieuwe onderwijsagenda zich richt op het borgen van de nu bereikte resultaten, bijvoorbeeld door verdere versterking van de bestuurskracht en door een meer integrale aanpak van het zorgbeleid.

Wij delen de belangrijkste conclusies uit dit evaluatierapport en nemen goede notie van zowel de succesfactoren als de aandachtspunten, die de onderzoekers hebben geïdentificeerd. Zo is één van de aandachtspunten voor de nieuwe onderwijsagenda het betrekken van de lokale stakeholders. We zijn het met de onderzoekers eens dat deze betrokkenheid bijdraagt aan het draagvlak voor de nieuwe onderwijsagenda. Daarom zorgen wij ervoor dat de totstandkoming van de nieuwe onderwijsagenda, nog meer dan in 2011, vanaf de start een gezamenlijk proces is. De afdeling OCW van de Rijksdienst Caribisch Nederland heeft in dit kader inmiddels twee rondes van eilandelijke bijeenkomsten georganiseerd, waarin is teruggeblikt op de uitvoering van de huidige Onderwijsagenda en waarin is gesproken over de prioriteiten voor de komende vier jaar. Daarbij wordt bijvoorbeeld gesproken over thema’s als de zorgstructuur, versterking van de bestuurskracht en het verder verbeteren van de kwaliteit en de onderwijsresultaten. Dit proces van gezamenlijke vormgeving van de nieuwe onderwijsagenda wordt in de komende maanden vervolgd. De verwachting is dat de nieuwe onderwijsagenda in het najaar zal kunnen worden vastgesteld. Wij zullen uw Kamer hierover informeren.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, S. Dekker


X Noot
1

Letter R heeft alleen betrekking op wetsvoorstel 32 419.

X Noot
2

Ter inzage gelegd op de afdeling Inhoudelijke ondersteuning onder griffie nr. 159491.

X Noot
3

De onderzoekers refereren aan de nulmeting van de Onderwijsinspectie in 2008. Uit deze nulmeting kwam naar voren dat de kwaliteit van het onderwijs op de eilanden ver achterbleef bij de eisen die aan de basiskwaliteit van het Nederlandse onderwijs worden gesteld. De onderzoekers voegen hieraan toe dat de situatie bij de transitie op 10-10-2010 enigszins was verbeterd, maar dat de Onderwijsinspectie de algehele staat van de onderwijskwaliteit toen nog steeds als zeer zorgelijk bestempelde.

Naar boven