Vergaderjaar 2009-2010Tweede Kamer der Staten-Generaal2Kamerstukken32 186 (R1901)Wijziging van verschillende rijkswetten in verband met de verkrijging van de hoedanigheid van land binnen het Koninkrijk door Curaçao en Sint Maarten en de toetreding van Bonaire, Sint Eustatius en Saba tot het Nederlandse staatsbestel (Rijkswet aanpassing rijkswetten aan de oprichting van de nieuwe landen)Nr. 17NADER GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID VAN BOCHOVE TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 15Ontvangen 13 april 2010De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:IIn artikel 2.6 wordt na onderdeel B een onderdeel ingevoegd, luidende:B0Na artikel 1 wordt een artikel ingevoegd, luidende:1aDe Hoge Raad neemt in belastingzaken met betrekking tot de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba kennis van een beroep in cassatie, ingesteld hetzij door de belanghebbende of door Onze Minister van Financiën van Nederland, hetzij «in het belang der wet door de procureur-generaal bij de Hoge Raad.IIIn artikel 2.6 wordt na onderdeel E een onderdeel ingevoegd, luidende:EaNa paragraaf 3 wordt een paragraaf ingevoegd, luidende:3a.Cassatie in belastingzaken ingesteld door de belanghebbende of de minister15a1.De belanghebbende die bevoegd was in belastingzaken hoger beroep in te stellen bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba en Onze Minister van Financiën van Nederland kunnen bij de Hoge Raad beroep in cassatie instellen tegen uitspraken in belastingzaken van het Gemeenschappelijk Hof. Tegen andere beslissingen van het Gemeenschappelijk Hof in belastingzaken kan slechts tegelijkertijd met het beroep in cassatie tegen de uitspraak beroep in cassatie worden ingesteld.2.Het beroep kan worden ingesteld binnen twee maanden na dagtekening van het afschrift van de uitspraak van het Gemeenschappelijk Hof.3.De artikelen 8.102 tot en met 8.105, 8.108, aanhef en onderdeel b, en 8.112 tot en met 8.116 van de Belastingwet BES, alsmede de artikelen 28a, 28b, 29d, 29e, 29h en 29i van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, zijn van overeenkomstige toepassing.4.Indien verwijzing naar een andere rechter moet plaats hebben, geschiedt deze steeds naar het Gemeenschappelijk Hof.5.Het Gemeenschappelijk Hof is in het geval, bedoeld in het vierde lid, zoveel mogelijk samengesteld uit rechters die nog niet over de zaak hebben geoordeeld.IIIArtikel 8.3 komt te luiden:8.3De artikelen van deze rijkswet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.ToelichtingMet dit amendement worden voor de BES-eilanden de mogelijkheden tot beroep in cassatie bij de Hoge Raad gelijkgetrokken aan de situatie in Nederland, waar beroep in cassatie mogelijk is in burgerlijke zaken, strafzaken en belastingzaken.De wijziging van de inwerkingtredingsbepaling (artikel 8.3) bewerkstelligt dat het beroep in cassatie in belastingzaken op het daarvoor geëigende moment kan worden ingevoerd.Bij de formulering van het amendement is uitgegaan van de situatie waarin in belastingzaken is voorzien in de mogelijkheid van hoger beroep bij het Gemeenschappelijk Hof.VanBochove