32 168 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering en de Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden in verband met de introductie van DNA-verwantschapsonderzoek en DNA-onderzoek naar uiterlijk waarneembare persoonskenmerken van het onbekende slachtoffer en de regeling van enige andere onderwerpen

I BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 juli 2013

Op 15 november 2011 zegde ik, naar aanleiding van een vraag van het lid Duthler (VVD) en het lid Engels (D66), uw Kamer toe over vijf jaar opnieuw de terrorismewetgeving te zullen evalueren (T01438). Ik gaf aan te komen met een voorstel waarin de wijze waarop de evaluatie zal worden uitgevoerd staat uitgewerkt en dit ook aan de Eerste Kamer voor te leggen. Ook zegde ik toe de opmerkingen van mevrouw Duthler en de heer Engels, over inzicht in de samenhang en effectiviteit van alle wetten en regels die worden gemaakt om de veiligheid te vergroten, in het aangekondigde voorstel mee te nemen.

Bijgaand zend ik u de Voortgangsrapportage Contraterrorisme en -Extremisme1 die op 1 juli jl. naar de Tweede Kamer is verzonden. Als bijlage bij de voortgangsrapportage is de opzet opgenomen van de integrale evaluatie van het CT-beleid over de periode 2011–2015, waarin de bovengenoemde elementen zijn verwerkt.

De minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten


X Noot
1

Ter inzage gelegd op de afdeling Inhoudelijke ondersteuning onder griffie nr. 153358.

Naar boven