32 040
Wijziging van diverse onderwijswetten in verband met het invoeren van een fusietoets in het onderwijs (fusietoets in het onderwijs)

nr. 17
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID JASPER VAN DIJK C.S. TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 15

Ontvangen 26 januari 2010

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

In artikel IV wordt na onderdeel C een onderdeel ingevoegd, luidende:

D

In artikel 8a.1.5 worden na het tweede lid drie leden toegevoegd, luidende:

3. In geval van een voornemen tot een fusie als bedoeld in artikel 2.1.8 komen het bevoegd gezag, de deelnemersraad, de ondernemingsraad en, in voorkomende gevallen, de ouderraad bijeen om dat voornemen te bespreken. De bespreking is gericht op het bereiken van overeenstemming. Indien overeenstemming wordt bereikt, wordt dit aangemerkt als instemming met het voornemen tot fusie. Bij het ontbreken van overeenstemming wordt dit aangemerkt als het onthouden van instemming. In het laatste geval kan elk van de deelnemers aan de bespreking het geschil voorleggen aan de geschillencommissie, bedoeld in artikel 8a.4.1, eerste lid.

4. Indien geen overeenstemming wordt bereikt, hebben de deelnemersraad, de ondernemingsraad en, in voorkomende gevallen, de ouderraad elk afzonderlijk adviesrecht ten aanzien van het voornemen tot fusie, onverminderd het recht het geschil voor te leggen aan de in het vorige lid bedoelde geschillencommissie.

5. Het bevoegd gezag stelt de deelnemersraad, de ondernemingsraad en, in voorkomende gevallen, de ouderraad in de gelegenheid om tijdig voorafgaand aan de gezamenlijke bijeenkomst, bedoeld in het derde lid, kennis te nemen van de opgestelde fusie-effectrapportage, bedoeld in artikel 2.1.10, derde lid.

II

Artikel V wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor onderdeel A wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

0A

Aan artikel 9.51 worden twee leden toegevoegd, luidende:

6. Onverminderd het in dit artikel bepaalde behoeft een besluit tot fusie, als bedoeld in artikel 16.16, van in het eerste lid bedoelde de besturen, voorafgaande instemming van de universiteitsraad.

7. Het bestuur, bedoeld in het eerste lid, stelt de universiteitsraad in de gelegenheid om tijdig voorafgaand aan het verzoek om instemming, bedoeld in het zesde lid, kennis te nemen van de opgestelde fusie-effectrapportage, bedoeld in artikel 16.16a, vierde lid.

2. Na onderdeel A wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

Aa

Artikel 10.20 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2. Er worden twee leden toegevoegd, luidende:

2. Het instellingsbestuur behoeft eveneens voorafgaande instemming van de medezeggenschapsraad voor een besluit tot fusie als bedoeld in artikel 16.16.

3. Het instellingsbestuur stelt de medezeggenschapsraad in de gelegenheid om tijdig voorafgaand aan het verzoek om instemming, bedoeld in het tweede lid, kennis te nemen van de opgestelde fusie-effectrapportage, bedoeld in artikel 16.16a, vierde lid.

3. In onderdeel E wordt artikel 16.16a als volgt gewijzigd:

a. In het tweede lid, onderdeel b wordt «schriftelijk advies» vervangen door: schriftelijke verklaring van instemming.

b. In het derde lid wordt «Het schriftelijke advies» vervangen door: De schriftelijke verklaring van instemming.

III

Artikel IX komt te luiden:

ARTIKEL IX. WIJZIGING IN VERBAND MET VOORSTEL VAN WET HOUDENDE VERSTERKING BESTURING

A

Indien het bij koninklijke boodschap van 18 december 2008 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en enige andere wetten onder meer in verband met de verbetering van het bestuur bij de instellingen voor hoger onderwijs, de collegegeldsystematiek en de rechtspositie van studenten (versterking besturing; Kamerstukken I, 2008/09, 31 821, A) tot wet is of wordt verheven, en eerder in werking is getreden of treedt dan deze wet, wordt artikel V van deze wet als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel 0A wordt komt te luiden:

0A

Aan artikel 9.51 worden twee leden toegevoegd, luidende:

6. Onverminderd het in dit artikel bepaalde behoeft een besluit tot fusie, als bedoeld in artikel 16.16, van het college van bestuur, voorafgaande instemming van de universiteitsraad.

7. Het college van bestuur stelt de universiteitsraad in de gelegenheid om tijdig voorafgaand aan het verzoek om instemming, bedoeld in het zesde lid, kennis te nemen van de opgestelde fusie-effectrapportage, bedoeld in artikel 16.16a, vierde lid.

2. Onderdeel Aa wordt vervangen door:

Aa

Aan artikel 10.16b worden twee leden toegevoegd, luidende:

4. Het college van bestuur behoeft eveneens voorafgaande instemming van de gezamenlijke vergadering voor een besluit tot fusie als bedoeld in artikel 16.16.

5. Het college van bestuur stelt de gezamenlijke vergadering in de gelegenheid om tijdig voorafgaand aan het verzoek om instemming, bedoeld in het vierde lid, kennis te nemen van de opgestelde fusie-effectrapportage, bedoeld in artikel 16.16a, vierde lid.

Ab

Artikel 10.20 wordt als volgt gewijzigd:

Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

a. in onderdeel g, vervalt: en

b. in onderdeel h, wordt de eindpunt vervangen door: , en

c. er wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

i. een besluit tot fusie als bedoeld in artikel 16.16.

3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

2. Het college van bestuur stelt de medezeggenschapsraad in de gelegenheid tijdig voorafgaand aan het verzoek om instemming met een besluit tot fusie als bedoeld in het eerste lid, onderdeel i, kennis te nemen van de opgestelde fusie-effectrapportage bedoeld in artikel 16.16a, vierde lid.

Ac

In artikel 10.20a, eerste lid, wordt «Het college van bestuur vraagt voorafgaand advies van de medezeggenschapsraad» vervangen door: Het college van bestuur vraagt, onverminderd het bepaalde in artikel 10.20, voorafgaand advies aan de medezeggenschapsraad.

3. In onderdeel E komt artikel 16.16 te luiden:

Artikel 16.16. Bestuurlijke, institutionele fusie en reikwijdte

1. De rechtspersoon die een bijzondere hogeschool in stand houdt, kan de instandhouding daarvan overdragen aan een andere rechtspersoon die een bijzondere hogeschool in stand houdt en die voldoet aan artikel 10.8, eerste lid of kan fuseren met een rechtspersoon die een andere bijzondere hogeschool in stand houdt. De overdracht van de instandhouding alsmede de fusie bedoeld in de eerste volzin wordt aangemerkt als bestuurlijke fusie.

2. Een rechtspersoon die twee of meer hogescholen in stand houdt, kan deze samenvoegen tot een hogeschool. Deze samenvoeging wordt aangemerkt als institutionele fusie.

3. De overdracht, bedoeld in het eerste lid, geschiedt bij notariële akte. Bij die akte verbindt de overdragende rechtspersoon zich tevens de rechten ten aanzien van de gebouwen, terreinen en roerende zaken over te dragen. Die akte geldt tevens als akte van levering bedoeld in boek 3 van het Burgerlijk Wetboek. In de akte wordt tevens bepaald dat het lichaam waaraan of de rechtspersoon aan wie wordt overgedragen, het personeel in gelijke betrekkingen aan de instelling aanstelt met ingang van de datum van overdracht.

4. Door overdracht met inachtneming van het eerste en derde lid treedt het verkrijgende lichaam op of de verkrijgende rechtspersoon in alle uit de wet voortvloeiende rechten en verplichtingen van zijn rechtsvoorganger, onverminderd hetgeen verder voor de overgang daarvan naar burgerlijk recht is vereist.

5. De artikelen 16.16 tot en met 16.16c, met uitzondering van artikel 16.16, tweede lid, zijn van overeenkomstige toepassing op de rechtspersonen die bijzondere universiteiten in stand houden.

B

Indien het bij koninklijke boodschap van 18 december 2008 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en enige andere wetten onder meer in verband met de verbetering van het bestuur bij de instellingen voor hoger onderwijs, de collegegeldsystematiek en de rechtspositie van studenten (versterking besturing; Kamerstukken I, 2008/09, 31 821, A) tot wet is of wordt verheven, en later in werking treedt dan, onderscheidenlijk op dezelfde datum in werking treedt als deze wet, wordt artikel I van die wet als volgt gewijzigd:

1. Aan onderdeel DE wordt een lid toegevoegd, luidende:

6. Er worden twee leden toegevoegd, luidende:

6. Onverminderd het in dit artikel bepaalde behoeft een besluit tot fusie, als bedoeld in artikel 16.16, van het college van bestuur, voorafgaande instemming van de universiteitsraad.

7. Het college van bestuur stelt de universiteitsraad in de gelegenheid om tijdig voorafgaand aan het verzoek om instemming, bedoeld in het zesde lid, kennis te nemen van de opgestelde fusie-effectrapportage, bedoeld in artikel 16.16a, vierde lid.

2. In onderdeel DU worden aan artikel 10.16b twee leden toegevoegd, luidende:

4. Het college van bestuur behoeft eveneens voorafgaande instemming van de gezamenlijke vergadering voor een besluit tot fusie als bedoeld in artikel 16.16.

5. Het college van bestuur stelt de gezamenlijke vergadering in de gelegenheid tijdig voorafgaand aan het verzoek om instemming, bedoeld in het vierde lid, kennis te nemen van de opgestelde fusie-effectrapportage, bedoeld in artikel 16.16a, vierde lid.

3. Onderdeel DX komt te luiden:

DX

Artikel 10.20 komt te luiden:

Artikel 10.20. Instemmingsbevoegdheid medezeggenschapsraad

1. Het college van bestuur behoeft de voorafgaande instemming van de medezeggenschapsraad voor elke door het instellingsbestuur college van bestuur te nemen beslissing met betrekking tot ten minste de vaststelling of wijziging van:

a. het instellingsplan,

b. de vormgeving van het systeem van kwaliteitszorg overeenkomstig artikel 1.18, eerste lid, alsmede het voorgenomen beleid in het licht van de uitkomsten van de kwaliteitsbeoordeling, bedoeld in artikel 2.9, tweede lid, tweede volzin,

c. het studentenstatuut,

d. het bestuursreglement, alsmede indien artikel 10.8a van toepassing is, het desbetreffende deel van de statuten,

e. de onderwijs- en examenregeling, bedoeld in artikel 7.13, met uitzondering van de onderwerpen genoemd in het tweede lid, onder a tot en met g,

f. regels op het gebied van de arbeidsomstandigheden, en

g. de keuze uit medezeggenschapsstelsels, bedoeld in artikel 10.16a, eerste lid,

h. het beleid van het instellingsbestuur bij de toepassing van artikel 7.51, en de regels, bedoeld in het vijfde lid van dat artikel, en

i. een besluit tot fusie als bedoeld in artikel 16.16.

2. Het college van bestuur stelt de medezeggenschapsraad in de gelegenheid tijdig voorafgaand aan het verzoek om instemming met een besluit tot fusie als bedoeld in het eerste lid, onderdeel i, kennis te nemen van de opgestelde fusie-effectrapportage, bedoeld in artikel 16.16a, vierde lid.

4. In onderdeel DY wordt in artikel 10.20a, eerste lid, «Het college van bestuur vraagt voorafgaand advies van de medezeggenschapsraad» vervangen door: Het college van bestuur vraagt, onverminderd het bepaalde in artikel 10.20, voorafgaand advies aan de medezeggenschapsraad.

5. Onderdeel EW komt te luiden:

EW

Artikel 16.16 komt te luiden:

Artikel 16.16. Bestuurlijke, institutionele fusie en reikwijdte

1. De rechtspersoon die een bijzondere hogeschool in stand houdt, kan de instandhouding daarvan overdragen aan een andere rechtspersoon die een bijzondere hogeschool in stand houdt en die voldoet aan artikel 10.8, eerste lid of kan fuseren met een rechtspersoon die een andere bijzondere hogeschool in stand houdt. De overdracht van de instandhouding alsmede de fusie bedoeld in de eerste volzin wordt aangemerkt als bestuurlijke fusie.

2. Een rechtspersoon die twee of meer hogescholen in stand houdt, kan deze samenvoegen tot een hogeschool. Deze samenvoeging wordt aangemerkt als institutionele fusie.

3. De overdracht, bedoeld in het eerste lid, geschiedt bij notariële akte. Bij die akte verbindt de overdragende rechtspersoon zich tevens de rechten ten aanzien van de gebouwen, terreinen en roerende zaken over te dragen. Die akte geldt tevens als akte van levering bedoeld in boek 3 van het Burgerlijk Wetboek. In de akte wordt tevens bepaald dat het lichaam waaraan of de rechtspersoon aan wie wordt overgedragen, het personeel in gelijke betrekkingen aan de instelling aanstelt met ingang van de datum van overdracht.

4. Door overdracht met inachtneming van het eerste en derde lid treedt het verkrijgende lichaam op of de verkrijgende rechtspersoon in alle uit de wet voortvloeiende rechten en verplichtingen van zijn rechtsvoorganger, onverminderd hetgeen verder voor de overgang daarvan naar burgerlijk recht is vereist.

5. De artikelen 16.16 tot en met 16.16c, met uitzondering van artikel 16.16, tweede lid, zijn van overeenkomstige toepassing op de rechtspersonen die bijzondere universiteiten in stand houden.

Toelichting

Dit amendement regelt dat indien sprake is van een fusie, de gezamenlijke vergadering van de deelnemersraad, ondernemingsraad en, in voorkomende gevallen, de ouderraad bijeengeroepen moet worden. Deze gezamenlijke vergadering wordt gevraagd in te stemmen met de fusie. Dit is het instemmingsrecht. Op deze instemming (of onthouden van instemming) is de geschillenprocedure die is opgenomen in titel 4 van toepassing.

Indien er geen overeenstemming wordt bereikt in de gezamenlijke vergadering «valt» elke geleding terug in het adviesrecht en laten zij de aanvraag voor een fusietoets vergezeld gaan van de afzonderlijke adviezen.

Het vijfde lid regelt dat deze gezamenlijke vergadering kennis moet nemen van de fusie-effectrapportage voorafgaand aan de vergadering.

Voor het hbo wordt iets soortgelijks geregeld. Het vastleggen van een geschillenprocedure is in dit geval echter niet nodig aangezien artikel 10.26 van de WHW (na wijziging als gevolg van het wetsvoorstel «Versterking besturing») bepaalt dat de daar geregelde geschillencommissie ook bevoegd is ter zake. Gelet op de wijzigingen die het wetsvoorstel «Versterking besturing» beoogt in de sfeer van de medezeggenschap is zowel het artikel omtrent «gedeelde» als het artikel omtrent «niet gedeelde» medezeggenschap aangepast. Daarnaast is de bepaling aangepast die adviesbevoegdheid toekent aan de medezeggenschap (studenten). In die bepaling is een besluit tot fusie uitgezonderd. Daar is nu instemming op vereist.

Eveneens is vastgelegd dat de medezeggenschap tijdig kennis moet kunnen nemen van de fusie-effectrapportage voordat zij instemt met het fusievoornemen.

Dit gewijzigd amendement omvat enkele technische aanpassingen in verband met het wetsvoorstel «Versterking Besturing». Eveneens is de bepaling die de WEB voor wat betreft het instemmingsrecht voor de gezamenlijke vergadering redactioneel aangepast.

Jasper van Dijk

Jan Jacob van Dijk

Depla

Anker

Naar boven