32 013 Toekomst financiële sector

Nr. 37 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 oktober 2013

De vaste commissie voor Financiën heeft mij verzocht om de Tweede Kamer deze week te informeren over de voorgenomen introductie van het theoretische solvabiliteitscriterium. Ten aanzien van het tijdpad wil de commissie graag weten waarom het voornemen bestaat om het nieuwe theoretische solvabiliteitscriterium op korte termijn in te voeren en waarom voor invoering daarvan niet gewacht wordt op invoering van Solvency II.

Naar aanleiding van deze vraag hecht ik eraan op te merken dat ik het van groot belang acht om het theoretisch solvabiliteitscriterium op korte termijn in te voeren voor grote en middelgrote levensverzekeraars. De Nederlandse verzekeringssector, en met name de levensverzekeraars, hebben te maken met een samenloop van uitdagingen en problemen, zoals ik recent uiteen heb gezet in mijn antwoord op vragen van het lid De Vries1. Juist daarom is het belangrijk dat het toezicht nu al, vooruitlopend op Solvency II, meer risico-georiënteerd wordt ingericht. In de bestaande toezichtpraktijk beziet de Nederlandsche Bank (DNB) of een verzekeraar op het moment van beoordeling voldoende solvabel is. Door invoering van het theoretisch solvabiliteitscriterium kan de toezichthouder vanaf 2014 daarnaast beter beoordelen of grote en middelgrote levensverzekeraars de komende 12 maanden aan die solvabiliteitseisen kunnen blijven voldoen. Zonodig kan DNB vervolgens aan een verzekeraar toestemming onthouden om dividend uit te keren. Eventuele middelen die voor een uitkering van dividend bestemd waren, moeten dan door die verzekeraar worden aangewend voor versterking van het eigen vermogen.

Deze vorm van risico-georiënteerd toezicht past mijns inziens goed bij de huidige roerige tijden voor (levens)verzekeraars. Ik zie dan ook geen reden om met invoering van risico-georiënteerd toezicht op het solvabiliteitsvereiste te wachten tot het moment van implementatie van Solvency II, integendeel. Inwerkingtreding van Solvency II wordt naar de huidige inzichten op zijn vroegst voorzien voor 1 januari 2016. Door nu al het theoretisch solvabiliteitscriterium te introduceren, kan in de tussenliggende twee jaren al gestart worden met verbeteringen in het toezicht. Die verzekeraars die niet voldoen aan het bij ministeriële regeling uitgewerkte criterium, hebben dan de mogelijkheid om alvast twee jaar wat extra vet op de botten te krijgen voordat het Solvency II regime integraal in werking treedt.

De leden van de vaste commissie voor Financiën hebben ook gevraagd naar de gevolgen voor het bedrijfsleven en de administratieve lasten die verbonden zijn aan invoering van het theoretisch solvabiliteitscriterium. Omdat het huidige rapportagekader reeds toelichtingen op en kwantitatieve opgaven bevat inzake de risico’s die zijn opgenomen in het theoretische solvabiliteitscriterium zijn de geschatte administratieve lasten beperkt tot ongeveer 60 duizend euro in totaal voor alle 40 levensverzekeraars die het betreft.

De ministeriële regeling waarin de introductie van het theoretisch solvabiliteitscriterium nader is uitgewerkt kent geen voorhangprocedure. Wel is de regeling vandaag ter consultatie aangeboden (www.internetconsultatie.nl). Voor de volledigheid bied ik ook u hierbij graag een afschrift van deze ministeriële regeling aan2.

De Minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem


X Noot
1

Aanhangsel Handelingen II 2013/14, nr. 115.

X Noot
2

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

Naar boven