31 568 Staatkundig proces Nederlandse Antillen

Nr. 173 BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 april 2016

In deze brief informeren wij u over de voortgang van de kwaliteitsverbetering van het onderwijs in Caribisch Nederland op basis van de meest recente bevindingen van de Inspectie van het Onderwijs (hierna: inspectie). De inspectierapporten van de afzonderlijke scholen zijn onlangs op de website van de inspectie gepubliceerd.1

Uit de inspectierapporten blijkt dat steeds meer onderwijsinstellingen in Caribisch Nederland hun onderwijs op voldoende niveau krijgen. Met het bereiken van de basiskwaliteit heeft een groot aantal scholen de hoofddoelstelling uit de Onderwijsagenda voor Caribisch Nederland 2011–2016 (Kamerstuk 32 500 VIII, nr. 166) gerealiseerd. Dit is zonder meer een indrukwekkende prestatie, gegeven de uitgangssituatie en context. De schaal, geografische ligging en lokale context van de eilanden verschillen enorm van het Europese deel van Nederland. In 2008 is door de inspectie de kwaliteit van het onderwijs op de eilanden beoordeeld. De inspectie constateerde toen dat de kwaliteit van het onderwijs ernstig tekortschoot. De afgelopen jaren is hard gewerkt door de onderwijsinstellingen. Alle betrokkenen op de eilanden zetten zich enorm in voor het onderwijs en de leerlingen. Dit werpt zijn vruchten af. Dat neemt niet weg dat er nog belangrijke uitdagingen zijn. Deze liggen met name op het vlak van de complexe zorgproblematiek, de grote groep zorgleerlingen en de vele wisselingen in de docententeams en besturen, zo blijkt onder meer uit de bevindingen van de inspectie.

De scholen in het primair onderwijs ontwikkelen zich goed. In het voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs is op Saba en Sint Eustatius duidelijk sprake van vooruitgang. De situatie op de Scholengemeenschap Bonaire (SGB) is zorgelijk, ook gezien de constateringen van de inspectie in november 2015 die ertoe hebben geleid dat er begin dit jaar een aantal weken geen mbo-examens konden worden afgenomen of mbo-diploma’s konden worden uitgereikt. Deze situatie was aanleiding voor mondelinge vragen van de Tweede Kamer op 12 januari 2016 en de toezegging om u nader te informeren over de voortgang op dit punt (Handelingen II 2015/16, nr. 40, item 2). Hoewel de examinering en diplomering van het mbo bij de SGB inmiddels weer op gang zijn gekomen, blijven er verdere verbeteringen nodig.

Primair onderwijs

Basiskwaliteit voor merendeel van de scholen voor primair onderwijs

Het afgelopen jaar hebben de scholen flinke stappen gezet om de onderwijskwaliteit te verbeteren. De inspectie heeft vastgesteld dat negen van de twaalf basisscholen nu voldoen aan de eisen van basiskwaliteit. De verwachting is dat ook de overige drie basisscholen op relatief korte termijn basiskwaliteit kunnen realiseren. Van basiskwaliteit is sprake als het onderwijsleerproces en de kwaliteitszorg op orde zijn. De inspectie constateert dat op de meeste scholen het niveau en de structuur van de lessen verder zijn verbeterd, evenals de organisatie van het onderwijs. Dit is mede te danken aan de zeer gemotiveerde leerkrachten. Ook is aanzienlijke vooruitgang geboekt op het terrein van begeleiding en zorg aan leerlingen. Daarnaast besteden verschillende scholen veel aandacht aan de veiligheid op school en de betrokkenheid van ouders.

Inspanningen blijven noodzakelijk

Uiteraard zijn er nog de nodige aandachtspunten. De drie basisscholen die nog geen basiskwaliteit hebben bereikt moeten nog werken aan de onderwijskwaliteit, onder andere door ingezette verbeteringen te continueren en bestendigen. Ook de overige scholen moeten zich blijven inspannen om de basiskwaliteit vast te houden. Verbeterpunten liggen onder andere op het terrein van het onderwijsleerproces en een efficiënter en gedifferentieerder gebruik van onderwijstijd. Voor de scholen op Sint Eustatius komt daar bij dat zij momenteel werken aan een transitie naar het Engels als instructietaal, wat een extra inspanning van de scholen vergt.

Ondersteuning scholen

Om verdere kwaliteitsverbetering van het onderwijs te stimuleren zullen de scholen en schoolbesturen ook het komende jaar via de PO-Raad ondersteuning krijgen van een bestuurscoach. De nadruk ligt daarbij op de professionele uitvoering van de taken, het verbeteren van de interne kwaliteitszorg, een goede ondersteuning van zorgleerlingen in samenwerking met de Expertisecentra Onderwijszorg en de financiële organisatie.

Aangepast Financieel Toezicht bij twee scholen

Het financieel beheer van de scholen in het primair onderwijs blijft een belangrijk aandachtspunt, maar ook hier wordt vooruitgang geboekt. Hierbij is de ondersteuning via de PO-Raad door een bestuurscoach van groot belang. Bij twee besturen in het primair onderwijs bestaan er zorgen over de financiële continuïteit. Deze besturen zijn onder Aangepast Financieel Toezicht geplaatst. Er is afgesproken dat de besturen de inspectie regelmatig informeren over de vorderingen en de actuele financiële situatie. De verwachting van de inspectie is dat beide besturen binnen afzienbare tijd hun financiën op orde zullen krijgen.

Nieuwe bekostigingssystematiek primair onderwijs

In de brief van 3 maart 2015 (Kamerstuk 31 568, nr. 153) is de Kamer geïnformeerd over de plannen voor een nieuwe bekostigingssystematiek voor het primair onderwijs. Tot nu toe werd gewerkt met een overgangsbekostiging omdat er nog onvoldoende informatie voorhanden was over de financiële positie van de scholen. Hier is inmiddels zodanig voortgang geboekt dat de bekostiging nu kan worden vastgesteld op een eenvoudige, toekomstbestendige manier die recht doet aan de specifieke situatie op de eilanden. De scholen worden met ingang van schooljaar 2016–2017 bekostigd op basis van één heldere systematiek, die duidelijkheid biedt en hen in staat stelt meerjarig te plannen. Dit nieuwe model bevat een bedrag per leerling en een vaste voet per school. Bovenop de reguliere bekostiging wordt een zorgopslag gehanteerd en er wordt rekening gehouden met het verschil in prijspeil op de eilanden. De scholen zijn inmiddels op de hoogte gebracht van de nieuwe bekostigingssystematiek.

Voortgezet onderwijs

In het voortgezet onderwijs worden de verschillen tussen de scholen op de eilanden groter.

Saba Comprehensive School (SCS): basiskwaliteit bereikt

De Saba Comprehensive School (SCS) heeft als eerste school voor het voortgezet onderwijsdeel de basiskwaliteit bereikt. Er wordt op de SCS constructief gewerkt aan de verbetering van het onderwijs. De school werkt sinds 2014 aan het formuleren van een missie en visie van de school met betrokkenheid van het gehele docententeam.

Gwendoline van Puttenschool (GvP): stijgende lijn onderwijsverbetering ingezet

Op de Gwendoline van Puttenschool (GvP) op Sint Eustatius is sinds april 2014 het verbetertraject goed op gang gekomen. Dit laat duidelijk positieve effecten zien. De inspectie geeft aan dat zij expliciet onderwijskundig leiderschap ziet wat verschillende verbeteringen tot gevolg heeft. Zij trof een sterk verbeterd arbeidsklimaat in het team aan. Docenten laten een professionele attitude zien, zijn reflectief en werken bewust aan verbetering van de onderwijskwaliteit. De transitie naar de invoering van Engels als instructietaal wordt met elan opgepakt. Hoewel de inspectie nog zeker een aantal verbeterpunten ziet, is het bemoedigend dat de inspectie constateert dat de nieuwe schoolleiding het vertrouwen heeft gewonnen van leerlingen, docenten en het management en dat dit een gunstige uitgangspositie is voor het mogelijk bereiken van basiskwaliteit in 2016.

Scholengemeenschap Bonaire (SGB): onderwijskwaliteit blijft achter

De Scholengemeenschap Bonaire (SGB) heeft nog geen basiskwaliteit bereikt. Het verbeterproces is nog niet echt op gang gekomen. Begin 2015 is het inspectierapport over het bestuurlijk handelen openbaar gemaakt. Dit rapport heeft geleid tot een voornemen tot aanwijzing van onze kant. Uiteindelijk heeft een bestuurswisseling plaatsgevonden. In de brief van 2 november 2015 (Kamerstuk 31 568, nr. 167) aan de Kamer is aangegeven dat met de nieuwe samenstelling van het bestuur in potentie de benodigde expertise aanwezig is om de belangrijke en complexe taak waarvoor het staat vorm te geven. Uit de inspectierapporten voor zowel de unit vmbo als het Liseo Boneriano (vwo, havo en mavo) blijkt dat de kwaliteit van de SGB onvoldoende verbetert. Zeer zorgelijk is naar het oordeel van de inspectie dat de ontwikkeling van de kwaliteit duidelijk achterblijft en dat er nog geen zicht is wanneer basiskwaliteit zal worden bereikt. Het belang van de leerlingen is hierbij uiteraard niet gebaat, wat des te meer zorgen baart omdat dit de enige school voor voortgezet onderwijs op Bonaire is.

Het bestuur is zich bewust van de grote opgave waarvoor het staat en heeft zich bereid getoond zich te laten ondersteunen. Het programma «leren verbeteren» dat de VO-raad met subsidie van OCW uitvoert, is inmiddels begonnen met de ondersteuning. Het bestuur heeft kenbaar gemaakt dat het doordrongen is van de noodzaak om op korte termijn maatregelen te nemen om de kwaliteit van het onderwijs naar een aanvaardbaar niveau te brengen. OCW volgt de situatie op de SGB intensief, zowel via directe contacten met het bestuur als via de inspectie en afdeling OCW van de Rijksdienst Caribisch Nederland (RCN/OCW).

Aangepast Financieel Toezicht bij twee scholen

De Scholengemeenschap Bonaire staat sinds 2014 onder Aangepast Financieel Toezicht. De inspectie monitort de financiële ontwikkelingen. De Saba Comprehensive School is eind 2015 onder Aangepast Financieel Toezicht geplaatst. Het bestuur heeft aangegeven stappen te zetten om de financiële positie in de toekomst te verbeteren. De inspectie heeft met het bestuur afgesproken dat de inspectie periodiek wordt geïnformeerd over de ontwikkeling van de financiële situatie.

Middelbaar beroepsonderwijs

De drie scholen voor voortgezet onderwijs beschikken over afdelingen waar middelbaar beroepsonderwijs (mbo) wordt verzorgd. Ondanks de inspanningen van alle betrokkenen voldoen de mbo-opleidingen in Caribisch Nederland nog niet aan de eisen van basiskwaliteit.

Saba Comprehensive School (SCS)

In maart 2015 heeft de inspectie met de SCS een voortgangsgesprek gevoerd over het schoolontwikkelingstraject 2011–2016. In maart 2015 verrichtte de inspectie tevens een onderzoek naar de kwaliteit van de examinering en diplomering van het middelbaar beroepsonderwijs bij SCS. De drie onderzochte opleidingen voldeden niet voor alle aspecten aan de basiskwaliteit. De inspectie heeft afspraken gemaakt om tot verbetering te komen. In het najaar van 2016 vindt onderzoek naar de kwaliteitsverbetering plaats.

Gwendoline van Puttenschool (GvP)

In november 2015 deed de inspectie een kwaliteitsonderzoek bij de mbo-afdeling van de school. Ze stelde vast dat de onderwijskwaliteit tussen 2013 en 2015 sterk was verbeterd: op zeven van de negen kwaliteitsaspecten wordt voldaan aan de basiskwaliteit. Over verdere verbetering zijn afspraken gemaakt. In 2016 doet de inspectie opnieuw onderzoek, in het voorjaar naar de examinering en diplomering, in het najaar naar de kwaliteit van het onderwijsproces om te bepalen of de basiskwaliteit behaald is.

Scholengemeenschap Bonaire (SGB)

De inspectie heeft in november 2015 een onderzoek gedaan naar de kwaliteit van het onderwijs, de examinering en diplomering, en de naleving van de wet- en regelgeving door het mbo-deel van de SGB. In december 2015 heeft de inspectie de SGB bericht dat zij, mede vanwege onregelmatigheden bij de examencommissie in het verleden, geen vertrouwen meer heeft in het functioneren van de examencommissie voor het mbo. Daarop is besloten de examinering en diplomering bij het mbo-deel van de SGB tijdelijk stil te leggen. Hierbij is een uitzondering gemaakt voor de instelling Forma, die het onderwijs en de examinering van de entreeopleiding verzorgt binnen de SGB. Forma heeft hiervoor een eigen sub-examencommissie geïnstalleerd. De inspectie heeft vastgesteld dat deze commissie functioneert volgens duidelijke richtlijnen en dat de examens, de afname en beoordeling bij Forma van voldoende kwaliteit zijn.

In reactie op het besluit van de inspectie heeft de school in januari 2016 plannen gemaakt voor de benodigde verbetering van de examinering en diplomering, waarvan een plan van aanpak voor de examencommissie een belangrijk onderdeel vormt. Dit heeft ertoe geleid dat de inspectie op 4 februari 2016 heeft aangegeven voldoende vertrouwen te hebben in het plan van aanpak en daarom de hervatting van de mbo-examinering en diplomering verantwoord te vinden. De SGB is daarna opnieuw gestart met het afnemen van examens en het uitreiken van diploma’s.

Belangrijk is nu dat de SGB op een goede manier uitvoering geeft aan de ontwikkelde plannen voor de verbetering van de examenkwaliteit. De inspectie zal hiernaar in april 2016 onderzoek doen.

Ook is in november 2015 door de inspectie geconstateerd dat er door de SGB twee mbo-opleidingen worden verzorgd waarvoor de instelling geen erkenning heeft. Uit informatie die van de SGB is ontvangen, is gebleken dat er meer mbo-opleidingen worden verzorgd zonder erkenning. Grotendeels betreft het opleidingen waarvoor de SGB erkenning heeft ontvangen voor het verzorgen van oudere, eindtermgerichte opleidingen, maar waarvoor de SGB nu nieuwere, beroepsgerichte opleidingen aanbiedt. Dit is natuurlijk een goede ontwikkeling, maar de SGB had hiervoor wel opnieuw erkenning moeten aanvragen. De SGB krijgt nu eenmalig de mogelijkheid om voor opleidingen, die nu zonder erkenning worden verzorgd, alsnog erkenning aan te vragen. De aangevraagde opleidingen zullen beoordeeld worden door de Raad Onderwijs Arbeidsmarkt Caribisch Nederland (ROA CN) en de Stichting Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB). Mede op basis van hun advies wordt besloten of de opleidingen met terugwerkende kracht erkend worden. Wij willen benadrukken dat deze mogelijkheid eenmalig is in het belang van de studenten. Wij hebben de SGB gevraagd om maatregelen te nemen om te voorkomen dat er in de toekomst niet-erkende opleidingen worden aangeboden en ons hierover te informeren. Overigens zullen wij de SGB nogmaals informeren over de toepassing van de specifieke voor het mbo in CN geldende voorschriften voor het aanbieden van erkende opleidingen.

Sociale kanstrajecten jongeren (SKJ)

De sociale kanstrajecten zijn in de plaats gekomen van de Antilliaanse Sociale Vormingsplicht. De SKJ zijn een vorm van tweedekansonderwijs voor jongeren van 18 t/m 24 jaar die het onderwijs voortijdig hebben verlaten, werkloos zijn en nog geen startkwalificatie hebben behaald. Voor de sociale kanstrajecten jongeren gelden eisen die afgeleid zijn van de eisen die voor het mbo gelden. Indien mogelijk leidt het traject tot instroom in het regulier beroepsonderwijs. Vaak bestaat een deel van het traject uit het volgen van een niveau 1 opleiding van het mbo.

Saba: basiskwaliteit

De inspectie bezocht de Saba Reach Foundation, aanbieder van de SKJ op Saba, in november 2015 en constateerde dat deze de basiskwaliteit op alle aspecten heeft bereikt.

Sint Eustatius: nog geen basiskwaliteit

Eveneens in november 2015 bezocht de inspectie de New Challenges Foundation die de SKJ op Sint Eustatius verzorgt. Er zijn sinds 2010 weinig studenten ingestroomd in de SKJ. Een groot deel van hen maakt het traject niet af. De instelling wijzigt zeer frequent van koers en de kwaliteit van het onderwijs ontwikkelt zich onvoldoende. Van planmatige verbetering en duidelijk onderwijskundig leiderschap is onvoldoende sprake. Verschillende onderdelen moeten verbeteren, zoals het verder vormgeven van het programma, waardoor recht wordt gedaan aan de individuele onderwijs behoeften van de studenten. Wel heeft verbetering plaatsgevonden wat betreft de leertijd en leeromgeving.

Het volgende bezoek van de inspectie is in april 2016. In het najaar vindt het onderzoek naar de kwaliteitsverbetering plaats.

Bonaire: al sinds 2013 basiskwaliteit

De SKJ op Bonaire, verzorgd door Forma, bereikte in 2013 basiskwaliteit. De inspectie heeft daarom Forma niet opnieuw bezocht.

Expertisecentra Onderwijszorg (EOZ)

De inspectie concludeerde tijdens haar inspectieronde in november 2015 dat de EOZ’s op Saba en Sint Eustatius basiskwaliteit hebben bereikt, maar dat voor het EOZ op Bonaire basiskwaliteit nog niet in zicht is.

Basiskwaliteit bij EOZ Saba

Het EOZ Saba levert voor alle zorgleerlingen de benodigde ondersteuning met een planmatig karakter en heeft een goede werkrelatie met de scholen op het eiland. De inspectie verwacht dat dit ook de aansluiting van het voortgezet op primair onderwijs verder zal verbeteren. Verder bewaakt het centrum de eigen kwaliteit op adequate wijze en werkt goed samen met de verschillende ketenpartners. De komende tijd zal het EOZ de kwaliteitsborging en de zelfevaluatie verder vernieuwen.

Basiskwaliteit bij EOZ Sint Eustatius

Het EOZ Sint Eustatius heeft flinke stappen gezet in de kwaliteitsontwikkeling. Zowel de eigen zorg als de dienstverlening aan de scholen is verbeterd. Dat geldt ook voor het indiceren van de leerlingen. Kwaliteitszorg blijft nog wel een verbeterpunt. Verder stelt de inspectie vast dat de rol van het samenwerkingsverband, het bevoegd gezag van het EOZ, bij de onderwijszorg nog steeds beperkt is.

Basiskwaliteit nog niet in zicht bij EOZ Bonaire

Het EOZ Bonaire heeft een achterstand in ontwikkeling als gevolg van veelvuldige wisselingen in management en personeel. De zichtbaarheid van het EOZ binnen de scholen is wel vergroot en voor veel leerlingen die een eigen leertraject nodig hebben is een ontwikkelingsperspectief opgesteld. De ondersteuning aan de zorgleerlingen moet echter worden versterkt. In het voorgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs moet de ondersteuning nog van de grond komen. De interne kwaliteitszorg staat nog in de kinderschoenen.

Aanvullende financiering EOZ’s

In 2014 zijn aan de EOZ’s op Saba en Sint Eustatius en in 2015 aan het EOZ op Bonaire aanvullende middelen verstrekt bovenop de reguliere subsidie om extra deskundigheid aan te trekken met het oog op de verdere ontwikkeling van kennis en professionalisering. De inspectie constateert dat hetgeen tot nu door de EOZ’s is bereikt, nog kwetsbaar is. De zorgproblematiek op het eiland Bonaire is ook anno 2015 nog niet volledig in beeld, maar vast staat dat die groot is. Om die redenen zal het huidige niveau van subsidie inclusief de aanvullende middelen vooralsnog worden gecontinueerd.

Taal

Voortgang taaltraject Bonaire

Bij brief van 11 december 2015 (Kamerstuk 31 568, nr. 169) zijn aan de Tweede Kamer het verslag «Bevindingen quick scan expertgroepen Papiaments en Nederlands» met de daarbij horende rapporten toegestuurd. Inmiddels heeft hierover ook een schriftelijk overleg met de Tweede Kamer plaatsgevonden (Kamerstuk 31 568, nr. 172). De expertgroepen hebben voor Bonaire de gevolgen van het advies van de Nederlandse Taalunie over het onderwijsaanbod Nederlands als vreemde taal, in kaart gebracht. De afdeling OCW van de Rijksdienst Caribisch Nederland (RCN/OCW) en de voorzitter van de expertgroepen zijn hierover met de betrokken partijen in gesprek gegaan. Als vervolg op individuele gesprekken heeft RCN/OCW eind februari 2016 een bijeenkomst georganiseerd waaraan de schoolbesturen, het openbaar lichaam en de stichtingen hebben deelgenomen. Deze belanghebbenden hebben met elkaar gedeeld welke prioriteiten zij zich vanuit hun eigen verantwoordelijkheid hebben gesteld en welke concrete stappen zij daartoe zullen gaan zetten. Tijdens de bijeenkomst werd het belang van de bescherming van de positie van het Papiaments als moedertaal voor het grootste deel van de leerlingen benadrukt. Ook bleek onder meer dat er behoefte is aan ondersteuning op het gebied van de vakdidactiek voor zowel Papiaments als Nederlands als vreemde taal. De schoolbesturen in het primair onderwijs zullen gezamenlijk verder spreken over de uitgangspunten van het taalbeleid voor de scholen onder hun gezag.

Inmiddels heeft het bestuurscollege van Bonaire verzocht om een onderzoek te laten uitvoeren naar de mogelijkheden van het Papiaments als instructietaal en mogelijk andere instructietalen in het onderwijs op Bonaire. Op dit moment is overigens in de WPO BES vastgelegd dat het Papiaments en het Nederlands de instructietalen in het primair onderwijs zijn (en het Nederlands in het voortgezet onderwijs). Dit is een voortzetting van wat gold krachtens de wetgeving van het toenmalige Land Nederlandse Antillen. Het bestuurscollege zal worden gevraagd zijn verzoek nader toe te lichten.

Voortgang taaltraject Sint Eustatius

In het afgelopen jaar is op Sint Eustatius hard gewerkt aan de taaltransitie. Op de basisscholen en in het eerste jaar van het voortgezet onderwijs is het Engels nu de instructietaal. Het Nederlands wordt aangeboden als een sterke vreemde taal. In de komende jaren wordt de transitie verder (cohortgewijs) doorgevoerd in het voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs.

Enerzijds vraagt de transitie naar het Engels als instructietaal veel van de scholen. Zo hebben de docenten, met ondersteuning van Stichting Leerplanontwikkeling (SLO) en de Nederlandse Taalunie, nieuwe leerlijnen ontwikkeld voor Engels, Nederlands en rekenen/wiskunde en zijn er nieuwe methodes ingevoerd. Ook worden de docenten intensief bijgeschoold in het Engels. OCW heeft de financiële middelen voor deze ondersteuning beschikbaar gesteld.

Anderzijds levert het transitieproces veel op. Leerlingen begrijpen de Engelstalige lessen beter en kunnen zich gemakkelijker uiten. Dit is ook motiverend voor de leerkrachten. Ook de nieuwe wijze waarop het Nederlands wordt aangeboden (op zowel Sint Eustatius als Saba) levert enthousiasme onder leerlingen, ouders en docenten op. De inspectie constateert dat de nieuwe methode actieve werkvormen biedt, evenals een betere aansluiting bij de belevingswereld van de leerlingen.

De inspectie constateert dat er nog veel werk moet worden verzet, onder andere met het oog op de kwaliteitsbewaking. Ook de invoering van het Engelstalige beroeps(voorbereidende) onderwijs vraagt nog de nodige aandacht. De scholen voor voortgezet onderwijs op Sint Eustatius en Saba pakken dit in de komende periode verder op in samenwerking met OCW. Niettemin kan op dit moment worden gesteld dat de keuze voor het Engels als instructietaal en Nederlands als sterke vreemde taal op Sint Eustatius breed wordt omarmd en met veel energie wordt geïmplementeerd.

Tot slot

Steeds meer scholen in Caribisch Nederland weten hun onderwijs op voldoende niveau te krijgen en bereiken de basiskwaliteit. Dit is een eerste grote stap in de verbetering van het onderwijs op Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Het biedt ons het vertrouwen dat de verdere noodzakelijke verbeteringen op het onderwijsterrein zullen kunnen worden gerealiseerd. Dat zal van alle partijen een blijvende grote inzet vragen. Door ons zal dat actief worden ondersteund, onder meer door het beschikbaar stellen van middelen voor coaching van schoolbesturen in het primair onderwijs en de EOZ’s door de bestuurscoach. De scholen voor voortgezet onderwijs zullen worden ondersteund door het programma «leren verbeteren». Voor de EOZ’s worden de aanvullende middelen vooralsnog gecontinueerd. Op taalgebied ontvangen docenten scholing en worden materialen ontwikkeld. Ook onze afdeling RCN/OCW ter plaatse speelt een belangrijke rol bij de ondersteuning van de verdere verbetering van het onderwijs.

Onderwijsagenda voor 2016–2020

Verdere stappen voor de verbetering van het onderwijs in Caribisch Nederland zijn nodig. De leerprestaties liggen nog niet op het niveau van Europees Nederland: dat is een zaak van langere adem. Daarom willen wij samen met de schoolbesturen, schoolleiders en gedeputeerden nieuwe afspraken maken voor de periode 2016–2020 voor de verdere verbeteringen van het onderwijs op de eilanden. De evaluatiecommissie Caribisch Nederland onder leiding van oud-minister mevrouw Spies heeft in haar rapport (Kamerstuk 34 300 IV, nr. 23) opgenomen dat de Onderwijsagenda voor Caribisch Nederland: Samenwerken aan Kwaliteit (2011–2016) die het Ministerie van OCW in 2011 met de schoolbesturen en gedeputeerden van de openbare lichamen heeft ondertekend, een succesvolle benadering lijkt te zijn. Op het terrein van onderwijs zijn duidelijke normen opgesteld voor het te bereiken voorzieningenniveau. Dit heeft voor aanzienlijke verbeteringen in het onderwijs gezorgd. Wij hebben vertrouwen dat de gevolgde aanpak ook in de komende jaren zijn vruchten zal afwerpen. Op dit moment wordt de onderwijsagenda geëvalueerd door een externe partij. De komende maanden zullen de onderwijsinstellingen in overleg met het ministerie werken aan een nieuwe onderwijsagenda. Hierbij zullen ook de bevindingen uit de evaluatie van de onderwijsagenda en de aanbevelingen van het rapport van de commissie Spies worden meegenomen. De verwachting is dat deze nieuwe onderwijsagenda in het najaar zal kunnen worden vastgesteld. Wij zullen uw Kamer hierover informeren.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, S. Dekker

Naar boven