31 568 Staatkundig proces Nederlandse Antillen

Nr. 161 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 mei 2015

Uw Kamer heeft op 8 april jl. de motie Van Raak en Bosman aangenomen waarin de regering wordt verzocht in het kader van het Koninkrijk een onderzoek mogelijk te maken naar de (illegale) geldstromen tussen onder- en bovenwereld op Curaçao en Sint Maarten, tussen deze landen en met landen buiten het Koninkrijk. Tevens wordt de regering in de motie verzocht hierbij in het bijzonder aandacht te besteden aan de invloed en het optreden van de (illegale) gokindustrie (kamerstuk 31 568, nr. 156). Mede namens de Minister van Veiligheid en Justitie voldoe ik hierbij aan het verzoek van het lid Van Raak (SP) om uw Kamer nader te informeren over de uitvoering van deze motie.

Eerder dit jaar heb ik uw Kamer, mede namens de Minister Veiligheid en Justitie, per brief (Kamerstuk 31 568, nr. 155) geïnformeerd dat het Justitieel Vierpartijenoverleg (JVO) in januari 2015 heeft besloten dat de vier landen in het Koninkrijk gezamenlijk werken aan een ketenbrede aanpak voor een structurele versterking van de rechtshandhaving. Deze gezamenlijke aanpak zal zich in het bijzonder richten op de financieel-economische en ondermijnende criminaliteit, waarmee onderzoek naar geldstromen tussen onder- en bovenwereld onderdeel is van de aanpak. Tijdens het voortgezet algemeen overleg van 8 april 2015 (Handelingen II 2014/15, nr. 73, item 6) heb ik uw Kamer toegezegd mij hiervoor in te zullen spannen, met de aantekening dat alle landen, ook Nederland, hieraan een financiële bijdrage zullen moeten gaan leveren. Tevens heb ik uw Kamer toegezegd na het Justitieel Vierpartijenoverleg (JVO) van 8 juni as. u nader te informeren over de versterking van de rechtshandhaving in de landen.

Tot slot wil ik er op wijzen dat uit de jaarstukken van het Recherche Samenwerkingsteam (RST) blijkt dat er al onderzoek gedaan wordt naar verdachte geldstromen. Ook draag ik ten behoeve van de aanpak van de financieel-economische criminaliteit in financiële zin bij aan het project Duradero. Dit project beoogt te komen tot een duurzame uitbreiding en versterking van de handhavingscapaciteit in Curaçao ten behoeve van de aanpak van financieel-economische criminaliteit.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk

Naar boven