nr. 4
MOTIE VAN DE LEDEN ROEFS EN ROLAND KORTENHORST
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende, dat de Nederlandse zeevaart van eminent belang is voor het
Nederlandse maritieme cluster en de Nederlandse economie;
overwegende, dat de concurrentiepositie van de Nederlandse zeevaart afgelopen
jaren is verslechterd en het Europese «level playing field» is
verstoord;
overwegende, dat de staatssecretaris van Financiën heeft aangegeven,
bereid te zijn tot het maximaal benutten van de fiscale mogelijkheden binnen
het Europese steunkader;
verzoekt de regering de concurrentiekracht van Nederlandse reders en de
arbeidsmarktpositie van Nederlandse zeevarenden te herstellen door de Kamer
voor de behandeling van het Belastingplan 2009 in de Tweede Kamer schriftelijk
te informeren over de mogelijkheden om bovenstaande te realiseren;
verzoekt de regering dit onder andere te doen door de Kamer te voorzien
van een concrete reactie op het voorstel van de sociale partners in de zeescheepvaart
om:
1. het percentage van de afdrachtvermindering zeevaart te verhogen naar
45;
2. de afdrachtvermindering te berekenen over het brutoloon zeevarenden
en daarmee de effectiviteit niet langer afhankelijk te laten zijn van wijzigingen
in de fiscale- en socialezekerheidswet- en regelgeving;
3. een negatieve aangifte bij de maandelijkse loonaangifte expliciet toe
te staan dan wel op een andere fiscaaltechnische wijze de effectiviteit van
de regeling maximaal te laten zijn;
verzoekt de regering in haar uitwerking ook de maatregelen die in het
buitenland gebruikt worden, van commentaar te voorzien en op hun bruikbaarheid
in de Nederlandse situatie te toetsen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Roefs
Roland Kortenhorst