31 409
Zeevaartbeleid

nr. 4
MOTIE VAN DE LEDEN ROEFS EN ROLAND KORTENHORST

Voorgesteld 25 juni 2008

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat de Nederlandse zeevaart van eminent belang is voor het Nederlandse maritieme cluster en de Nederlandse economie;

overwegende, dat de concurrentiepositie van de Nederlandse zeevaart afgelopen jaren is verslechterd en het Europese «level playing field» is verstoord;

overwegende, dat de staatssecretaris van Financiën heeft aangegeven, bereid te zijn tot het maximaal benutten van de fiscale mogelijkheden binnen het Europese steunkader;

verzoekt de regering de concurrentiekracht van Nederlandse reders en de arbeidsmarktpositie van Nederlandse zeevarenden te herstellen door de Kamer voor de behandeling van het Belastingplan 2009 in de Tweede Kamer schriftelijk te informeren over de mogelijkheden om bovenstaande te realiseren;

verzoekt de regering dit onder andere te doen door de Kamer te voorzien van een concrete reactie op het voorstel van de sociale partners in de zeescheepvaart om:

1. het percentage van de afdrachtvermindering zeevaart te verhogen naar 45;

2. de afdrachtvermindering te berekenen over het brutoloon zeevarenden en daarmee de effectiviteit niet langer afhankelijk te laten zijn van wijzigingen in de fiscale- en socialezekerheidswet- en regelgeving;

3. een negatieve aangifte bij de maandelijkse loonaangifte expliciet toe te staan dan wel op een andere fiscaaltechnische wijze de effectiviteit van de regeling maximaal te laten zijn;

verzoekt de regering in haar uitwerking ook de maatregelen die in het buitenland gebruikt worden, van commentaar te voorzien en op hun bruikbaarheid in de Nederlandse situatie te toetsen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Roefs

Roland Kortenhorst

Naar boven