Tweede Kamer der Staten-Generaal
2
Vergaderjaar 2009-2010
KST137533
2009-2010
31 268
Jaarnota Integratiebeleid 2007–2011
Nr.
24
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR WONEN, WIJKEN EN INTEGRATIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 november 2009
De commissie voor Wonen, Wijken en Integratie heeft mij verzocht om nadere
informatie over de concrete doelstellingen voor de aanpak van Marokkaans-Nederlandse
probleemjongeren en over de IMAR-gelden. Hierbij voldoe ik, mede namens de
minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de minister van Justitie
en de minister voor Jeugd & Gezin, aan dit verzoek. Over de Aanpak Voorkomen
Criminele Loopbaan Allochtone Jongeren in de G4, waarvan de Impuls voor Marokkaans-Nederlandse
risicojongeren (IMAR) in Den Haag onderdeel is, is uw Kamer op 11 september
jl. door de minister van Justitie nader geïnformeerd (TK 2008–2009,
31 268, nr. 23).
1. Wat is in gang gezet?
Op 30 januari van dit jaar heeft uw Kamer de brief «Aanpak
Marokkaans-Nederlandse probleemjongeren: Grenzen stellen en Perspectief bieden»
ontvangen (Kamerstuk 31 268, nr. 13).
De aanpak van de problematiek steunt voor een groot deel op de reguliere
aanpak van de problematiek op de terreinen van schooluitval, werkloosheid,
overlast en criminaliteit.
Voor de intensivering van de lokale aanpak van overlast en verloedering
hebben de minister van BZK en de minister voor WWI in aanvulling daarop met
40 gemeenten een manifest ondertekend om zich in 2010 en 2011 maximaal in
te spannen om de overlast en verloedering terug te dringen. Daarvoor ontvangen
de gemeenten achtereenvolgens € 89 miljoen in 2010 en € 64
miljoen in 2011 vanuit de Van Montfransmiddelen en de middelen voor leefbaarheid.
Hierbij heeft het kabinet de 40 betrokken gemeenten gevraagd speciaal aandacht
te besteden aan de bestrijding van overlast door Marokkaans-Nederlandse jongeren.
Inmiddels is een praktijkteam beschikbaar, dat gemeenten bijstaat bij de aanpak
van acute problemen met overlastgevende Marokkaans-Nederlandse jongeren.
Voor de aanpak van de overlast en de criminaliteit is een uitgebreid instrumentarium
beschikbaar dat lokaal kan worden toegepast. Hiermee krijgt een gebiedsgerichte,
groepsgerichte en persoonsgerichte aanpak op lokaal niveau handen en voeten.
De persoonsgerichte aanpak krijgt vorm in de Veiligheidshuizen. Eind 2009
zal een landelijk dekkend systeem van Veiligheidshuizen gerealiseerd zijn
door de inrichting van circa 40 Veiligheidshuizen.
De aanpak Voorkomen Criminele Loopbaan Allochtone Jongeren zoals die in
de G4 in de periode 2006–2009 vorm heeft gekregen, wordt gecontinueerd.
Voor de voorzetting is in de periode 2010–2012 in totaal € 12,2
miljoen beschikbaar.
Gemeenten worden regisseur van de jeugdketen op grond van het wetsvoorstel
invoering Centra voor Jeugd en Gezin. Zij zijn verantwoordelijk voor sluitende
samenwerkingsafspraken tussen alle instellingen rond jeugd. Om Jeugdzorg beter
toe te snijden op de diversiteit die er is aan ouders en kinderen investeert
het kabinet € 10 miljoen in het programma Diversiteit in het
jeugdbeleid.
Voor de aanpak van problemen met Marokkaans-Nederlandse jongeren is voor
de periode 2009–2012 in totaal 30 miljoen extra uitgetrokken. Hiermee
zetten gemeenten straatcoaches en gezinsmanagers in. In de loop van 2009 zijn
de middelen voor dit jaar beschikbaar gesteld, waardoor nu reeds, in de 22
gemeenten waar de problematiek het grootst is en die ondersteuning willen
van het rijk, straatcoaches overlast tegengaan en gezinsmanagers multiprobleemgezinnen
aanpakken.
Tezamen vormen de 22 gemeenten het samenwerkingsverband «Aanpak
Marokkaans-Nederlandse risicojongeren».
Gemeenten en rijk komen regelmatig (in ieder geval half jaarlijks) bij
elkaar om de voortgang van de aanpak met elkaar te bespreken. Dit jaar is
twee keer gesproken over hoe de samenwerking het beste vorm kan krijgen, resulterend
in het ondertekenen van een intentieverklaring op 5 oktober jl. door
de burgemeesters van deze gemeenten samen met de vier verantwoordelijke ministers. Met deze ondertekening benoemen de gemeenten en het Rijk
de aanpak van Marokkaans-Nederlandse probleemjongeren tot prioriteit waarvoor
capaciteit en middelen op bestuurlijk en ambtelijk niveau worden vrijgemaakt.
Binnen het samenwerkingsverband wordt kennis over effectieve interventies
en instrumenten uitgewisseld. Van deze kennis en ervaringen die nu worden
gebundeld kunnen ook andere gemeenten gebruik maken. Tijdens het bestuurlijk
overleg van 5 oktober spraken burgermeesters en ministers met straatcoaches
in Amsterdam en Utrecht hoe zij de overlast van Marokkaans-Nederlandse probleemjongeren
in die wijken terugdringen.
Als er een acuut probleem is staat het kabinet ook klaar om de gemeente
bij te staan. Bij het bekend worden van de problemen in Culemborg en Roermond
is het praktijkteam op verzoek van de burgemeesters direct in actie gekomen
en is ondersteuning op maat geleverd. Ook de verantwoordelijke ministers zijn
betrokken, stellen zich op de hoogte van de problemen en hebben waar nodig
contact met de lokale bestuurders.
Een aantal vertegenwoordigers van de Marokkaanse gemeenschap heeft aangegeven
graag actief aan de slag te willen gaan om probleemjongeren te helpen en ouders
en de lokale Marokkaanse gemeenschap te betrekken en aan te spreken. Ik spreek
met hen over de manier waarop het kabinet hen daarbij kan ondersteunen. Sleutelfiguren
uit de Marokkaanse gemeenschap kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan
het oplossen van deze problemen op lokaal niveau.
2. kabinetsdoelstellingen ten aanzien van criminaliteit,
overlast, schooluitval en jeugdwerkloosheid
Om resultaten te boeken is het noodzakelijk dat er ambitieuze doch realistische
doelstellingen worden geformuleerd. De terreinen van criminaliteit, overlast,
schooluitval en (jeugd)werkloosheid hebben uiteraard al langer de focus van
het kabinet. Op elk terrein zijn dan ook doelstellingen geformuleerd die uitdrukking
geven aan de ambities die dit kabinet heeft. Ten aanzien van criminaliteit
wil dit kabinet aan het einde van de kabinetsperiode tot een afname komen
van 25% ten opzichte van 2002. Uw Kamer is hierover bericht in de brief «Veiligheid
begint bij Voorkomen» van eind 2007 (TK 2007–2008, 28 684,
nr. 119). In diezelfde brief staat de ambitie om de sociale overlast
en verloedering met 25% terug te dringen. Het gaat daarbij niet alleen
om overlast door groepen jongeren, maar tevens om bijvoorbeeld drugsoverlast
en straatvuil. Ook ten aanzien van voortijdig schoolverlaten is het kabinet
ambitieus. Het streven is om in 2012 maximaal 35 000 nieuwe voortijdige
schoolverlaters te hebben. Dit komt neer op een daling van 50% ten
opzichte van het schooljaar 2002–2003. Tenslotte is onlangs aan uw Kamer
het actieplan Jeugdwerkloosheid aangeboden waarmee het kabinet wil voorkomen
dat grote groepen jongeren in deze tijd van crisis langdurig thuiszitten zonder
werk. In het actieplan is een samenhangend pakket van maatregelen aangekondigd.
Eén daarvan is het creëren van 150 000 extra stageof leerwerkplaatsen.
Het aanvullende beleid dat met de Aanpak Marokkaans-Nederlandse probleemjongeren
in werking is gezet, heeft als doel bij te dragen aan bovengenoemde doelstellingen
van het kabinet en de oververtegenwoordiging van de Marokkaans-Nederlandse
jongeren bij schooluitval, werkloosheid, overlast en criminaliteit terug te
dringen.
Het kabinet en de 22 gemeenten hebben afgesproken een trendbreuk te realiseren
in het aandeel Marokkaans-Nederlandse jongeren in de criminaliteit, overlast,
werkloosheid en schooluitval. In de intentieverklaring is met de gemeenten
afgesproken dat er op basis van een grondige analyse prestatieafspraken worden
gemaakt op deze vier terreinen. De afspraken moeten de gezamenlijke ambitie
concreet maken. De afspraken zijn aanvullend op de bestaande afspraken tussen
rijk en gemeenten over overlast en verloedering, criminaliteit, werkloosheid
en schooluitval.
Komend voorjaar wil ik hier met de gemeenten een akkoord over bereiken.
Uiteraard zal ik u hier dan onmiddellijk over informeren. Het nog ontbreken
van deze prestatie-afspraken betekent overigens op geen enkele manier dat
gemeenten en Rijk niet hard doorgaan met het aanpakken van de problemen rondom
Marokkaans-Nederlandse probleemjongeren.
De minister voor Wonen, Wijken en Integratie,
E. E. van der Laan
Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.