31 036
Evaluatie van de Wet toetsing levens beëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding

nr. 4
MOTIE VAN HET LID HALSEMA C.S.

Voorgesteld 15 mei 2008

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat uit recent onderzoek van Intomart zou blijken dat een grote meerderheid van de Nederlandse bevolking vindt dat aan ouderen die kampen met zeer ernstige en onomkeerbare fysieke, sociale en emotionele ontluistering onder strenge voorwaarden de mogelijkheid zou moeten worden geboden van waardig, zelfgekozen sterven;

overwegende, dat het zogeheten «klaar met leven»-probleem betrokkenen voor reële en zeer ingrijpende dilemma’s plaatst, terwijl het ook angst en zorgen oproept over een glijdende schaal bij hulp bij zelfdoding;

van oordeel, dat daarom de maatschappelijke en politieke discussie hierover met de grootst mogelijke zorgvuldigheid moet worden gevoerd;

verzoekt de regering aan deze zorgvuldigheid bij te dragen door te (laten) onderzoeken of inderdaad sprake is van een aanzienlijke maatschappelijke behoefte en of het mogelijk is om te komen tot een wetenschappelijk onderbouwde en scherp afgebakende definitie van het «klaar met leven»-probleem en de Kamer hierover te berichten,

en gaat over tot de orde van de dag.

Halsema

Van Miltenburg

Koşer Kaya

Naar boven