30 910
Oprichting stichting Geonovum

A
nr. 1
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 december 2006

Ter griffie van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen op 12 december 2006

De wens over de voorgenomen rechtshandeling nadere inlichtingen te ontvangen kan door of namens een van beide Kamers of door ten minste vijftien leden van de Eerste Kamer dan wel dertig leden van de Tweede Kamer te kennen worden gegeven uiterlijk 6 februari 2007.

Het oordeel dat de voorgenomen rechtshandeling een voorafgaande machtiging bij de wet behoeft kan door een van beide Kamers worden uitgesproken uiterlijk op 6 februari 2007 dan wel binnen veertien dagen na het verstrekken van de in de vorige volzin bedoelde inlichtingen.

Bij deze termijnen is rekening gehouden met de recesperiode van de Tweede Kamer.

Met deze brief breng ik u op de hoogte van mijn voornemen tot het doen oprichten van de Stichting Geonovum. Hiermee geef ik uitvoering aan artikel 34, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2001.

Ik doe dit uit hoofde van mijn verantwoordelijkheid als coördinerend bewindspersoon voor de geo-informatie (voorheen Vastgoedinformatie genoemd) in Nederland.

De stichtingen RAVI (Overlegorgaan Raad voor de Vastgoedinformatie) en NCGI (Nationaal Clearinghouse Geo-informatie) waarbij de overheid betrokken is hebben voorgesteld te fuseren tot een nieuwe stichting Geonovum. Dit is in lijn met recente ontwikkelingen in het geo-informatiebeleid en de versterking van de coördinatie daarvan in Nederland zoals ik die voorsta. In juni dit jaar heeft de minister van VROM een ambtelijk adviescollege voor de geo-informatie ingesteld, het GI-beraad en rond de geo-basisregistraties zijn inmiddels wetsvoorstellen aan u aangeboden of in voorbereiding.

De tijd is nu dan ook rijp om het werkveld van de geo-informatie zo vorm te geven, dat deze aansluit bij deze ontwikkelingen. Het betreft hier een herijking van taken en doelen en van de relatie tot de Rijksoverheid.

De oprichting van de stichting Geonovum ondersteun ik, omdat daarmee in het geo-werkveld een herkenbare organisatie ontstaat, die een belangrijke bijdrage kan leveren aan de Nationale geo-informatie infrastructuur. Na oprichting van de stichting Geonovum zal mijn relatie in beginsel beperkt blijven tot een subsidierelatie. Hiermee is mijn betrokkenheid in lijn met de kabinetsreactie op het Interdepartementaal Beleidsonderzoek Verzelfstandigde Organisaties (IBOVOR).

Zoals voorgeschreven in artikel 96, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2001 heeft overleg plaatsgevonden met de Algemene Rekenkamer.

Ter toelichting op het voornemen van het doen oprichten van de stichting Geonovum ga ik hieronder nader in op:

1. het geo-informatiebeleid en recente ontwikkelingen in de coördinatie van dit geo-informatiebeleid;

2. de voorgenomen fusie van RAVI en NCGI tot stichting Geonovum;

3. doel en opzet van de stichting;

4. de keuze voor de stichtingsvorm en het doen oprichten;

5. de relatie tussen departement en stichting.

1. Geo-informatiebeleid en recente ontwikkelingen in de coördinatie

Geo-informatie-beleid

Geo-informatie betreft informatie over ruimtelijke objecten, zoals gebouwen, percelen, wijken, gebieden etc. Het betreft informatie waar een plaatsaanduiding aan kan worden gekoppeld bijvoorbeeld door een coördinaat of een adres en die op een (digitale) kaart kan worden weergegeven. Voorbeelden zijn bestemmingsplan, topografische kaart en kadastrale gegevens. Conform het besluit Informatievoorziening in de Rijksdienst van 1990 is de minister van VROM coördinerend bewindspersoon voor de geo-informatie.

Het belang van ICT in de samenleving en ook in de publieke sector is groot. Er kan en moet meer gebruik worden gemaakt van ICT in Nederland om de dienstverlening van de overheid te verbeteren en de administratieve lasten te verlichten. Het programma Andere Overheid (PAO) moet de overheid toegankelijker en dienstbaarder maken. Ook de effectiviteit en efficiency van de overheid moeten verbeteren.

Daarnaast heeft het kabinet de Rijksbrede ICT-agenda: «Beter Presteren met ICT», waarin de nadruk wordt gelegd op het beter benutten van ICT vanuit een excellente ICT-basis. In het vervolg daarvan is een aantal speerpunten benoemd waaronder: eenmalige aanlevering van gegevens, standaardisatie en ICT in het semipublieke domein voor het oplossen van grote maatschappelijke knelpunten in sectoren onderwijs, mobiliteit, veiligheid en zorg.

Geo-informatie speelt bij dit alles een cruciale rol. De basisregistraties voor gebouwen, adressen, kadaster en topografie vormen een belangrijk onderdeel van het stelsel van basisregistraties, dat het hart van de overheidsgegevens moet gaan vormen.

Recente ontwikkelingen in de coördinatie

In de jaren negentig is de verantwoordelijkheid voor de coördinatie van de geo-informatie overgelaten aan het werkveld, dat was georganiseerd via het overlegorgaan RAVI. In 2002 heeft de toenmalige staatssecretaris van Volkshuisvesting besloten, dat de coördinatie weer onder verantwoordelijkheid van VROM wordt uitgevoerd. De hoofdtaken van VROM betreffen sindsdien: beleidsafstemming en kaderstelling op nationaal en internationaal niveau zowel interdepartementaal als interbestuurlijk. Daarnaast ligt een belangrijke taak rond de ontwikkeling van de geo-basisregistraties zoals gebouwen, adressen, kadaster en topografie. De RAVI ging verder als onafhankelijk overlegorgaan met financiële steun van VROM en andere publieke partijen en koepelorganisaties als IPO en VNG.

Door de minister van VROM is dit beleid de laatste jaren met kracht doorgezet en de ontwikkeling van de geo-basisregistraties is in volle gang.

Gelet op het toenemende belang van geo-informatie voor de publieke taken was het noodzakelijk de coördinatie van de geo-informatie verder te versterken. Een beraad voor de Geo-informatie – kortweg het GI-beraad – is in het leven geroepen om de regierol van VROM waar te kunnen maken.

Het GI-beraad is een ambtelijke adviescollege door de minister van VROM ingesteld op 2 juni 2006 en het instellingsbesluit is in de Staatscourant gepubliceerd. In het GI-beraad zitten vertegenwoordigers van VROM en van LNV, V&W, EZ, BVK, Defensie en BVK. Ook het Kadaster, VNG, IPO, UvW en TNO-NITG zijn vertegenwoordigd.

De taken van het GI-beraad zijn strategisch van aard. Ieder jaar zal het GI-beraad mij adviseren over de strategische onderwerpen, die de komende jaren aan de orde zullen komen op het gebied van de geo-informatie in de vorm van een strategische agenda.

Met dit beraad is een voorwaarde voor een goede regie in Nederland ingevuld.

Voor een sterke regie op de geo-informatie is het ook nodig de uitvoerende taken, waar de rijksoverheid zelf voor verantwoordelijk is goed te beleggen bij de juiste partners om deze adequaat te kunnen aansturen. De belangrijkste (en omvangrijkste) taken op dit vlak zijn de geo-basisregistraties. De ontwikkeling wordt door VROM zelf ter hand genomen en de registerhouders zijn in alle gevallen bestuursorganen (gemeenten voor gebouwen en adressen, Kadaster voor kadastergegevens en topografie). Het beheer van de landelijke voorziening voor landelijke afnemers van de basisregistraties zal belegd worden bij het Kadaster. Het wetsvoorstel voor kadaster en topografie ligt reeds bij de Tweede Kamer. Het wetsvoorstel voor gebouwen en adressen zal begin 2007 gereed zijn voor aanbieding aan de Tweede Kamer.

2. Fusie RAVI en NCGI tot Geonovum

Naast de uitvoering van deze projecten als de geo-basisregistraties door bestuursorganen zelf is het ook noodzakelijk de coördinatie en uitvoering van de gezamenlijke activiteiten, zoals ontwikkeling en beheer van standaards, gezamenlijke toegankelijkheid en uitwisseling van geodata (loketfunctie via een portaal) en de organisatie van een knooppunt voor INSPIRE (Europese milieurichtlijn uitwisseling geo-informatie) in Nederland goed te beleggen.

Traditioneel zijn bij deze taken twee stichtingen betrokken: de RAVI (netwerkorganisatie voor de geo-informatie) en het NCGI (Nationaal geoloket voor geo-informatie). Vorig jaar hebben de beide stichtingen bij mij aangegeven te willen fuseren. Enerzijds om bestuurlijke efficiency en anderzijds om goed te kunnen inspelen op de bestuurlijke ontwikkelingen.

Ik ondersteun de fusie onder voorwaarde dat er een goed businessplan wordt gehanteerd, waarin VROM en de partijen vertrouwen kunnen hebben. Inmiddels is dit businessplan opgesteld en door de besturen officieel aan VROM aangeboden.

Het businessplan is in maart 2006 in het GI-beraad besproken en het GI-beraad heeft geadviseerd in te stemmen met het businessplan en de voorgenomen fusie. Ik ben voornemens dit advies te volgen.

3. Doel en opzet van de stichting Geonovum

De stichting Geonovum stelt zich in de statuten ten doel:

– de ontwikkeling, standaardisering en innovatie van de geo-informatie infrastructuur;

– de uitbouw en verspreiding van kennis op het gebied van geo-informatie infrastructuur;

– de bevordering van de toegankelijkheid van de geo-informatie infrastructuur voor bestuursorganen, instellingen en diensten binnen Nederland en de Europese Unie en op basis van wederkerigheid voor instellingen en organisaties van lidstaten, die nationaal of regionaal de geo-informatie infrastructuur van de betreffende lidstaat mede bepalen.

In het businessplan wordt deze doelen geconcretiseerd in de volgende taken:

– Een denktank zijn op het terrein van de Geo-informatie en een stem van het geo-informatie werkveld, die het GI-beraad en daarmee de minister van VROM kan dienen met advies en kennis;

– Het ontwikkelen van kwalitatief goede standaarden, die breed worden gebruikt en het monitoren van het gebruik daarvan;

– Het delen en ontsluiten van alle in Nederland beschikbare geo-informatie.

De taken richten zich dus op het ontwikkelen en beheren van standaarden, het ontsluiten van geo-informatie (loketfunctie), het ontwikkelen van kennis en het adviseren van het GI-beraad over technologie en uitvoeringsaspecten.

Het businessplan van de stichting Geonovum voorziet in een kleine flexibele organisatie, die zaken afstemt met partijen in het veld en afspraken maakt. Geonovum zal niet alles zelf uitvoeren, maar de deskundigheid van derden inroepen waar nodig. De stichting krijgt een onafhankelijk bestuur, een programmaraad waarin de deelnemers zijn vertegenwoordigd en vanuit deelnemers gedetacheerd personeel.

4. Stichtingsvorm en het doen oprichten

Stichtingsvorm

Over de doelen en de noodzaak van de uit te voeren werkzaamheden bestaat in het veld en interdepartementaal overeenstemming. Om te komen tot de meest adequate organisatievorm is naast de stichtingsvorm een aantal alternatieven bekeken.

Het gaat hier om feitelijke werkzaamheden met een gezamenlijk belang, waar een groot aantal partijen in het werkveld bij betrokken is: publieke partijen zoals departementen en ZBO’s, maar ook privaatrechtelijke zoals TNO-NITG, UvW en IPO en wellicht in de toekomst ook Bedrijvenplatform Geo-informatie. Bij opstellen van standaards en ontsluiting van gegevens gaat het vooral om gezamenlijke afspraken, die in gelijkwaardigheid tot stand moeten komen.

Het is dus een gedeelde verantwoordelijkheid in het veld en er moet een ruime vrijheid in uitvoering zijn. De minister van VROM of andere deelnemers vanuit de Rijksoverheid zijn niet verantwoordelijk voor alles wat de stichting doet en hoe ze deze zaken uitvoert en dat is ook niet nodig. De verantwoordelijkheid van de minister van VROM is beperkt tot de rechtmatige besteding van de ter beschikking gestelde subsidie.

De gezamenlijke werkzaamheden kennen wel een groot publiek belang: ontsluiting van geo-informatie voor burgers en bedrijven is essentieel in de huidige maatschappij. De minister van VROM heeft dus een groot belang dát het gebeurt, niet zozeer op welke manier het gebeurt.

Om de grootste effectiviteit in uitvoering, maar vooral het meeste draagvlak en binding in de sector te krijgen, kan de programmatische aansturing het beste plaatsvinden via zo’n gefuseerde stichting. Daar waar met advies van het GI-beraad door de minister van VROM de regie wordt gevoerd, wordt de gezamenlijke programma uitvoering in het veld door middel van deze stichting gedaan.

Het doen oprichten van stichting Geonovum

Bij het oprichten van Geonovum is sprake van het doen oprichten van een stichting. De nieuwe stichting wordt opgericht door de twee bestaande stichtingen. In de voorbereiding zijn specifieke afspraken gemaakt over de taken, organisatie, financiering en statutaire bevoegdheden. Zonder de toezeggingen van de rijksoverheid komt deze stichting niet van de grond.

In het businessplan is voorzien in een basisfinanciering middels subsidies van een aantal deelnemers. De ministeries van VROM, LNV en V&W, het kadaster en TNO-NITG hebben zich reeds bereid verklaard een bijdrage te zullen leveren, die gezamenlijk € 700 000,– bedraagt. Dit komt in grote lijnen overeen met de huidige rijksbrede bijdragen aan RAVI en NCGI.

Naast de werkzaamheden middels de basisfinanciering kunnen specifieke opdrachten worden uitgevoerd, die door de opdrachtgevers worden betaald. Hiervoor mogen niet de middelen worden ingezet, die door de algemene subsidie zijn verkregen.

Ten overvloede wil ik nog duiden op het feit dat hier sprake is van een sanering van twee stichtingen met deelname van VROM en andere departementen in het bestuur naar één stichting met een subsidierelatie. Bovendien zal de nieuwe stichting flexibel worden ingericht met gedetacheerd personeel. In het businessplan is voorzien in periodieke evaluaties. Na twee jaar zal een evaluatie plaatsvinden, die ik in de subsidievoorwaarden zal opnemen.

5. Relatie tot het departement

De enige relatie die er tussen het ministerie van VROM en de stichting Geonovum zal bestaan is een subsidierelatie. In overeenstemming met de Algemene Wet Bestuursrecht bereidt VROM een subsidiebesluit voor. Naast de in de Awb geregelde bevoegdheden in geval van subsidieverstrekking wordt hierin een evaluatiebepaling opgenomen. Rechtmatige besteding van de subsidie moet worden aangetoond door middel van een jaarrekening, voorzien van een goedkeurende accountantsverklaring, die ook getrouwheid afdekt.

De Rijksoverheid zal niet deelnemen aan het bestuur en geen benoemingsrecht voor het bestuur krijgen. Het bestuur van de stichting is zelf verantwoordelijk voor de uitvoering.

De Rijksoverheid neemt hiermee dus meer afstand tot de gezamenlijke uitvoering in het werkveld. In de op te heffen stichtingen waren VROM en aan aantal andere departementen immers vertegenwoordigd in het bestuur.

In de statuten wordt voorzien in een programmaraad die het bestuur adviseert over het werkplan en de prioritering. Gelet op het belang van VROM dat de juiste werkzaamheden worden uitgevoerd zal VROM en naar verwachting ook andere departementen, die de stichting subsidiëren, vertegenwoordigd zijn in de programmaraad.

Met bovenstaande deelname zijn de verantwoordelijkheden duidelijk: de minister van VROM is verantwoordelijk voor de regie en coördinatie van de geo-informatie in Nederland, de uitvoering van de basisregistraties

wordt belegd bij bestuursorganen en de programmaregie en uitvoering van de gezamenlijke werkzaamheden in het werkveld worden in de stichting Geonovum belegd met subsidie van de rijksoverheid.

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

P. Winsemius

Naar boven