30 196
Duurzame ontwikkeling en beleid

nr. 93
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR WONEN, WIJKEN EN INTEGRATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 december 2009

In 2009 heeft de VROM-Inspectie (VI) twee onderzoeken uitgevoerd naar het zichtbaar aanbrengen van het energielabel in publieke gebouwen.1 Hierbij informeer ik u over de resultaten van het tweede onderzoek dat is uitgevoerd in augustus en september 2009. In deze brief informeer ik uw Kamer over de belangrijkste bevindingen van de VI en mijn beleidsreactie daarop.

Resultaten onderzoek VROM-Inspectie

De richtlijn Energieprestatie van gebouwen (EPBD) geeft aan dat lidstaten van de Europese Unie ervoor moeten zorgen dat in publieke gebouwen groter dan 1 000m2 met een baliefunctie een energielabel zichtbaar aangebracht wordt. In Nederland is deze verplichting, die is opgenomen in het Besluit Energieprestatie Gebouwen, per 1 januari 2009 van kracht geworden. Om te onderzoeken in hoeverre deze verplichting in de praktijk is doorgevoerd door andere overheden heeft de VI twee kleinschalige onderzoeken uitgevoerd.

In het onderzoek van afgelopen zomer heeft de VI 254 gebouwen geïnspecteerd. Het ging om gemeentehuizen, andere gemeentelijke gebouwen, provinciehuizen en gebouwen die gehuurd worden door de Rijksgebouwendienst. In 147 gebouwen (58%) was een energielabel afgegeven. In 85 (33%) gebouwen was het energielabel zichtbaar opgehangen.

Er bestaan duidelijk verschillen als het gaat om de verschillende categorieën publieke gebouwen die zijn onderzocht. Bij de gemeentehuizen was in 73% van de gevallen een energielabel afgegeven. In 49% van de gevallen is dit ook zichtbaar opgehangen. Bij de overige gemeentelijke gebouwen is in 42% van de gevallen een energielabel afgegeven; in 16% van de gevallen is dit ook opgehangen voor het publiek. Voor de huurpanden die de Rijksoverheid gebruikt was het label in 43% van de gevallen zichtbaar aangebracht.

De VI adviseert om op basis van deze resultaten de aanpak voor labeling van publieke gebouwen opnieuw tegen het licht te houden. Ook wordt er geadviseerd om de definitie van publiek gebouw te verduidelijken door de aanpassing van het Besluit Energieprestatie gebouwen of betere voorlichting. Tevens wijst de VI erop dat de voorbeeldfunctie van de overheid nog onvoldoende tot uiting komt doordat het energielabel nog niet zichtbaar is opgehangen in het merendeel van de overheidsgebouwen. Ook geeft de VI aan dat nagedacht moet worden over een passende aanpak voor private eigenaren die gebouwen verhuren aan overheden.

Beleidsreactie

Het afgelopen jaar zijn er meerdere acties uitgevoerd om andere overheden te informeren over de verplichting van het zichtbaar labelen van publieke gebouwen groter dan 1 000 m2. Dit heeft bijvoorbeeld plaatsgevonden door:

– een directe mailing naar de wethouders van Milieu en Ruimtelijke Ordening door de Vereniging Nederlandse Gemeenten,

– een brief van mij in maart 2009 aan de gemeenten hierover,

– betere voorlichting via de website van SenterNovem over de definitie van een publiek gebouw.

Platform Publieke Gebouwen voor kennisuitwisseling tussen overheden

Vanaf 1 januari 2010 wordt via het programma Duurzaam Inkopen voor 100% duurzaam ingekocht door de Rijksoverheid. Bij huur van een bestaand gebouw eist de overheid dat dit gebouw label C of hoger is. Als dit niet het geval is moet er een EPA-maatwerkadvies aanwezig zijn bij het gebouw en moet het gebouw tot label C of minimaal met twee labelstappen verbeterd worden. Dit geldt ook bij verlenging van bestaande huurcontracten.

Ondanks deze inspanningen ben ik niet geheel tevreden over het resultaat. Vergeleken met het eerste onderzoek van de VROM-Inspectie in januari 2009 is er duidelijk een verbetering zichtbaar van 16 naar 33 procent als het gaat om de hoeveelheid aangebrachte energielabels. De beweging gaat in de goede richting, maar het is mijn ambitie om dit percentage verder te verhogen. Ik ga ervan uit dat de andere overheden deze ambitie met mij delen. Het ophangen van het energielabel voor het publiek is van belang vanuit een voorbeeldfunctie van de overheid. Daarnaast is het een verplichting vanuit het Besluit Energieprestatie Gebouwen en vanuit het Klimaatakkoord met gemeenten. De aanbeveling van de VI om de aanpak voor het labelen van publieke gebouwen opnieuw te bekijken heb ik ter harte genomen.

Ik ben in gesprek met de VNG om te kijken wat er moet gebeuren om andere overheden nog beter te laten labelen. Ik verwacht overigens dat door de komst van het vernieuwde energielabel per 1 januari 2010 nog meer overheden overgaan tot het labelen van publieke gebouwen. Bij de juridische implementatie van de herziening van de EPBD in 2010 en 2011 zal ik de definitie van publiek gebouw opnieuw tegen het licht houden. Doel hiervan is om de definitie verder te verduidelijken en voor andere overheden inzichtelijk te maken dat het niet alleen gaat om gemeente- of provinciehuizen, maar ook om andere gebouwen in eigendom van overheden met een baliefunctie. Bovendien wil ik op basis van de herziene EPBD het begrip baliefunctie zo duidelijk mogelijk toelichten in de regelgeving.

De passende aanpak voor private eigenaren die een gebouw verhuren aan de overheid denk ik te hebben gevonden door de eisen die de Rijksgebouwendienst stelt bij de huur van gebouwen voor de Rijksoverheid. De RGD is actief bezig om kennis te delen met andere overheden, zodat zij deze aanpak van de eis van label C of hoger ook volledig kunnen doorvoeren.

De minister voor Wonen, Wijken en Integratie,

E. E. van der Laan


XNoot
1

Het rapport van de VROM-inspectie is ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven